2024_CBS_09325 - Omgevingsvergunning - OMV_2024037666. Jozef Ickxstraat 60. District Ekeren - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          08/05/2024: opname in het vergunningenregister (2024102) van de constructie (met uitsluiting van gelijkvloerse veranda, gevelafwerking en verharde voortuinzone), inclusief de functie wonen, met één woonentiteit;

-          02/12/1947: toelating (802#4826) voor het bouwen van een woning.

Vergunde toestand

-          functie: wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

• 2 bouwlagen onder plat dak, met achteraan op het gelijkvloers een afdak en buitentoilet; 
• bouwdiepte van 9,60 m;
• kroonlijsthoogte van 6 m;

-          gevelafwerking:

• polychroom metselwerk, rood en donkerbruin;
• houten schrijnwerk;
• 1 voordeur en 1 deur naar een opslagruimte;

-          inrichting:

• grotendeels onverharde voortuin.

Bestaande toestand

-          overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:

• verruimde gelijkvloerse bouwdiepte, tot 12,60 m, door bijkomend aangebouwde veranda, met daarachter licht verhoogd terras in tuinzone;
• in witte bepleistering afgewerkte voorgevel;
• in donkerblauw P.V.C. uitgevoerd schrijnwerk, met opbouw rolluikkasten;
• geheel verharde voortuin.

Nieuwe toestand

-          conform bestaande toestand (dus mits regularisatie aanpassingen bouwvolume en voorgevel), afgezien van:

-          inrichting:

• aangepaste inrichting voortuin, met 2 toegangspaden en centrale ontharde groenzone.

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van het uitbreiden van het volume op de gelijkvloerse verdieping en van het wijzigen van de voorgevel;

-          beperkt aanpassen van de inrichting van de voortuin.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).

(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):

-          1.3 – Harmonieregel en referentiebeeld: het materiaalgebruik van de voorgevel, witte gevelbepleistering, is niet in harmonie met het referentiebeeld, dat nagenoeg enkel en alleen bestaat uit roodgenuanceerde baksteenarchitectuur.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

• artikel 7 – Hemelwaterput: er ontbreken de nodige aanvoerleidingen naar de toiletten en naar de plaats waar de wasmachine voorzien wordt.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• artikel 6 – Harmonie en draagkracht: de afwerking van de voorgevel, in witte gevelbepleistering, is niet in harmonie met de omgeving, dewelke nagenoeg uitsluitend wordt gekenmerkt door een rood genuanceerde baksteenarchitectuur;
• artikel 11 – Afwerken van gevels en materiaalgebruik: de originele gevel bestaat uit polychroom metselwerk, in welk geval het niet is toegelaten daarop bepleistering aan te brengen. Daarnaast is het materiaalgebruik van het schrijnwerk, waarbij de voordeur in natuurkleurig hout werd voorzien en de rest van het schrijnwerk in blauwe kunststof niet op elkaar afgestemd en derhalve niet esthetisch verantwoord;
• artikel 19 – Tuinafsluitingen: voortuinen dienen ter hoogte van het openbare domein te worden afgesloten door middel van een haagje, een muurtje of een hek, met een maximale hoogte van 1 m. Dergelijke afsluiting werd vooraan niet voorzien;
• artikel 24 – Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de veranda werd opgericht, aansluitend aan achterzijde van keuken en eetkamer, waarbij het bestaande schrijnwerk behouden blijft – uit het aangeleverde statusrapport inzake het vermoeden van vergunning blijkt dat de volumetrie ervan niet als vergund geacht kan beschouwd worden en dat de planvorm ervan dus dient te worden afgetoetst aan de heden geldende regelgeving. Hierdoor blijkt dat het achterste deel van vermelde verblijfsruimtes over onvoldoende rechtstreekse toetreding van daglicht en zicht beschikt noch over te openen geveldelen (en dus rechtstreekse verluchting);
• artikel 40 – Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen: de noodoverlaat van de infiltratievoorziening ontbreekt. Daarnaast dient het fecaal water te worden aangesloten op het afvalwater (DWA). Elk gebouw moet bovendien voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Betreffende is hier niet aanwezig.
   

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing.

Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk aanzienlijke schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt en aangezien het schadelijke effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid, moet de vergunning worden geweigerd.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Voor wat betreft de afwijking op artikel 1.3 – Harmonieregel en referentie van het ruimtelijk uitvoeringsplan en artikels 6 en 11 van de bouwcode kan een afwijking toegestaan worden. Het straatbeeld wordt in de omgeving immers gekenmerkt door een diversiteit aan afwerkingen, kleuren en materialen. In die context is de witte pleister en het blauwe schrijnwerk aanvaardbaar. De opbouwrolluiken zijn echter wel beeldverstorend te noemen en zullen daarom uit de vergunning uitgesloten worden.

De afwijking op artikel 40 van de bouwcode kan genuanceerd worden. Uit de plannen blijkt dat er geen aansluiting RWA op de straatriool zou zijn. Het is dan ook niet in verhouding tot de inhoud van de aanvraag om die aansluiting wel te vragen. Daarnaast moet het afvalwater wel via één aansluiting aan de straat aangeboden worden. Dit zal in voorwaarde opgenomen worden. Ook in verband met de afwijkingen op artikels 19 en 24 van de bouwcode zullen voorwaarden opgenomen worden.

In het kader van het decreet integraal waterbeleid werd advies gevraagd aan de Provincie. Dat advies was ongunstig maar kan ook gelezen worden als gunstig onder voorwaarden. Zij stellen dat een gunstig advies mogelijk is mits:

-          Terreinverhardingen en terrassen worden bij voorkeur niet aangesloten op de hemelwaterput. Indien men deze wel wenst aan te sluiten dient het afstromende hemelwater eerst te worden gezuiverd vooraleer het wordt opgevangen in de hemelwaterput om contaminatie te voorkomen. Momenteel is er geen filter voorzien. Dit dient te worden aangepast.

-          Op basis van de drainageklasse van de bodemkaart, zoals raadpleegbaar op Geopunt, is de maximaal toegestane diepte van een infiltratievoorziening op dit perceel 30 cm. Er dient een open infiltratiesysteem (infiltratiekom/gracht/wadi/…) te worden aangelegd. Open voorzieningen zijn efficiënter, onderhoudsvriendelijker en goedkoper in aanleg. Vermoedelijk wordt er momenteel een ondergrondse infiltratievoorziening voorzien, wat niet is toegestaan. Dit dient te worden aangepast.

-          Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van toekomstig aan te leggen gebouwen voldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 5.65 mTAW. Dit bouwveilig peil wordt niet behaald. Onderhavig project betreft echter een verbouwing waardoor het niet altijd mogelijk is om het vloerpeil aan te passen. In dergelijke gevallen kan akkoord worden gegaan met technische maatregels tot aan het bouwveilig peil (zie https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen voor een overzicht van de mogelijkheden en de brochure individuele bescherming tegen overstroming). Deze technische maatregelen moeten duidelijk op de plannen staan.

Hiervoor zullen bijkomend ook voorwaarden opgenomen worden.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het beperkt verbouwen en uitbreiden van een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de in het ordeningsplan specifiek vermelde bestemmingsvoorschriften, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De te regulariseren volumetrie, tot een gelijkvloerse bouwdiepte van 12,62 m en met een hoogte van om en bij 3 m, is zonder meer aanvaardbaar voor dit type van bebouwing, is bovendien correct ruimtelijk ingepast in de gebouwde context en in overeenstemming met de algemeen gehanteerde richtlijnen voor dit soort panden.

Er blijft bovendien meer dan voldoende onbebouwde tuinruimte over om te spreken van een degelijke leefkwaliteit.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is, voor alvast de volumetrie, dan ook zonder meer gunstig.

Visueel-vormelijke elementen

De te hanteren materialen, witte bepleistering en deels schrijnwerk in blauwe kunststof, zijn niet in overeenstemming met de regelgeving dienaangaande maar zoals eerder reeds aangehaald aanvaardbaar in de heterogene context.

De opbouwrolluiken zijn echter wel beeldverstorend te noemen en zullen daarom uit de vergunning uitgesloten worden.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg voorwaardelijk gunstig.

Bodemreliëf

Het beperkt verhoogde terras achter de woning is slechts zo’n 40 cm verhoogd ten aanzien van de tuinzone, waardoor geen nadelige impact wordt gecreëerd voor de aanpalende tuinen, noch inzake inkijk noch aangaande schaduwwerking.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het afvalwater moet via één aansluiting aan de straat aangeboden worden.

3. Om de ingesloten keuken/eetkamer van voldoende frisse lucht te kunnen voorzien moet het schrijnwerk tussen de keuken/eetkamer en de veranda verwijderd worden.

4. De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling.

5. Terreinverhardingen en terrassen moeten rechtstreeks afwateren in de aanpalende groenzones.

6. Er dient een open infiltratiesysteem (infiltratiekom/gracht/wadi/…) te worden aangelegd met een maximale diepte van 30 cm.

7. Er moeten technische maatregelen getroffen worden om instromend water ten gevolge van een overstroming te voorkomen tot 5.65 mTAW, zoals aangeduid op het plan_IN_ROOD.

8. De voorzetrolluiken aan de voorgevel worden uitgesloten uit de vergunning.

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

De uithanging van het aanplakbiljet van het vereiste openbare onderzoek (en melding daarvan en de invulling van de vermelde datum op betreffende affiche) dient plaats te vinden ten allerlaatste op de laatste kalenderdag voorafgaand aan de officiële opstartdatum van het onderzoek in kwestie.

In dit geval is betreffende datum 15 juli 2024 of eerder, dit terwijl uit de aangeleverde gegevens eenduidig blijkt dat de melding slechts plaatsvond op 20 juli (en nogmaals op 22 juli) 2024, dus zonder meer minimaal 5 kalenderdagen te laat. Het is bovendien laatstgenoemde datum die op het biljet werd ingevuld.

Bijkomend dient betreffend aanplakbiljet te worden geafficheerd ter hoogte van het openbare domein op een goed leesbare plaats; in dit geval is er sprake van een woning met een voortuin met een diepte van om en bij 6 m en werd de affiche in kwestie opgehangen ter hoogte van een inham aan de voordeur. Eventueel geïnteresseerde derden zijn derhalve niet in de mogelijkheid de gegevens erop te raadplegen zonder hiervoor expliciet toestemming te moeten vragen om privéterrein te moeten betreden.

Er is dan ook zonder meer sprake van een duidelijke procedurefout, hetgeen noopt tot een administratieve lus en het organiseren van een 2de openbaar onderzoek.

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.