Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024119697 |
Gegevens van de aanvrager: | BV Fullerstone Development met als adres Robert Bossaertsstraat 16 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Generaal Belliardstraat 28 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 2 sectie B nr. 150R |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een meergezinswoning met 5 woonentiteiten en 5 parkeerplaatsen buiten het perceel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/10/2017: vergunning (20171580) voor het bouwen van een meergezinswoning met 5 woongelegenheden;
- 31/03/2016: vergunning (20153298) voor het heraanleggen van het stadsblok Falconplein-Falconrui-Falconhoven hof II.
Vergunde toestand
- Zeemanshuis gesloopt;
- Site Falconhoven in ontwikkeling.
Bestaande toestand
- braakliggend terrein op site Falconhoven.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een meergezinswoning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 26 september 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Oost | 26 september 2024 | 5 november 2024 | Geen advies |
Fluvius System Operator | 26 september 2024 | 27 september 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 26 september 2024 | 18 oktober 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA) | 26 september 2024 | 2 oktober 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 26 september 2024 | 2 oktober 2024 |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten | 26 september 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 26 september 2024 | 11 oktober 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 26 september 2024 | 4 oktober 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 26 september 2024 | 18 oktober 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 26 september 2024 | 15 oktober 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 26 september 2024 | 22 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in het stadscentrum van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad begrensd door de Leien.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Binnenstad stadsproject Falconplein-Zeemanshuis, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 18 september 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor wonen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg BINNENSTAD Gedeelte stadsproject Falconplein-Zeemanshuis op volgende punten:
- Art 2.02 Bebouwing: De bovenverdiepingen hebben niet overal een minimale verdiepingshoogte van 3 meter;
- Art 2.02 Bebouwing: De kroonlijsthoogte bedraagt 11,30 meter waar deze maximaal 11,00 meter mag zijn.
- Art 2.04 Toegangen en doorgangen: De toegangen voldoen niet aan de minimale 4 x 4 meter.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De doorgang geeft uit op hof II en wordt enkel gebruikt voor niet-gemotoriseerd verkeer en de bewoners zelf. Bij de heraanleg van binnenhof II (20153298), vergund door het college op 31/03/2016, is deze voorzien als groenzone voor de omwonenden en is er geen laden en lossen mogelijk. Ook voor de brandweer is deze doorgang voldoende groot. Er kan afgeweken worden op de initiële maatgevingen, gezien deze toen bedoeld waren voor eventueel gemotoriseerd verkeer en brandweerdoorgang.
Conform artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en inplanting van constructies.
De kroonlijsthoogte bedraagt 11,30 m waar deze conform het geldende BPA maximaal 11,00 m mag bedragen. Dit betreft een afwijking van minder dan 3 % en kan in alle redelijkheid beperkt worden genoemd. Hierbij dient opgemerkt dat de straat zich net kenmerkt door de verspringingen in kroonlijsthoogte. Bovendien is het pand in voorliggende aanvraag gelegen naast een pand dat 6 m hoger is. De voorziene kroonlijsthoogte is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Functionele inpasbaarheid
De omgeving wordt gekenmerkt door één - en meergezinswoningen in gesloten bebouwing, De beoogde meergezinswoning is bijgevolg functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld.
Het nieuwbouwvolume sluit aan bij de gebouwentypologie van de omgeving en voldoet aan het maximale profiel van het geldende bijzonder plan van aanleg. Alle woongelegenheden worden voorzien van de vereiste woonkwaliteit door de aanwezigheid van voldoende hoge plafonds, grote raamopeningen en private en/of gemeenschappelijke buitenruimten.
Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het project werd als onderdeel van het stadsproject “Falconhoven” op 3 juli 2015 aan de welstandscommissie van de stad Antwerpen gepresenteerd, door welke een positief advies werd afgeleverd. Na wijzigingen werd het nog verschillende malen aan de welstand voorgelegd.
De opmerkingen werden verwerkt in een nieuwe ontwerp, onderwerp van voorliggende aanvraag.
- De materiaalkeuze werd aangepast naar gevelpleister in een tint van lila grijs. De plint zal worden uitgevoerd in metselwerk met een donkergrijze coating en het buitenschrijnwerk zal worden uitgevoerd in lichtgrijs gemoffeld aluminium. De voorgestelde materialen komen veelvuldig voor in de stad en herhalen zich ook binnen het project zelf.
- De geveluitwerking werd in voor – en achtergevel gelijkaardig opgevat, met een plint die benadrukt wordt door de textuur en belijning van het metselwerk en de belettering boven de poorten.
- De terrassen zijn volledig inpandig met een gevelopening naar hof/straatzijde ipv een volledig open structuur. Zo ontstaat een rustiger gevelbeeld met nadruk op de poorten.
Voorliggende aanvraag is bijgevolg visueel inpasbaar in de directe omgeving.
Cultuurhistorische aspecten en Archeologische aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Geen bezwaar indien het project voldoet aan de randvoorwaarden van de toenmalige welstandscommissie.”
Het ingediend ontwerp komt tegemoet aan de geformuleerde aandachtspunten van de toenmalige welstandscommissie en is bijgevolg aanvaardbaar.
Voorliggende aanvraag werd aan de stedelijke dienst Archeologie ter advies voorgelegd. Het advies leest als volgt:
“Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 300 m² (136 m²) en een ingreep in de bodem groter dan 100 m² (136 m²). De aanvrager is niet publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Het projectgebied situeert zich echter ter hoogte van het voormalige Falconklooster, Van dit klooster kunnen echter nog steeds restanten (muren) aangetroffen worden tijdens de graafwerken. De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). Hij kan tevens vrijblijvend een inschatting opvragen bij een erkend archeologisch bedrijf. De dienst archeologie kan de noodzaak van een vondstmelding steeds komen inschatten.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies bijgetreden en worden volgende voorwaarden bij de vergunning opgenomen:
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be).
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
- De bouwheer nodigt de dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be) uit voor een startvergadering waarin de praktische kant en de noodzaak van eventueel toevalsvondst en/of onderzoek wordt geduid.
- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de noodzaak hiervan steeds komen inschatten.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het Autonoom Gemeentebedrijf voor Vastgoed en Stadsprojecten in Antwerpen levert een gunstig advies. Het advies leest als volgt:
“Conform oorspronkelijke plannen voor de Bonte Stad (op basis waarvan het dossier werd toegewezen), met perceelsgewijze opbouw van de rand langs Falconrui en Generaal Belliardstraat.”
Ook de stedelijke dienst Vergunningen Milieu levert een gunstig advies wat als volgt leest:
“De aanvraag heeft betrekking op de bouw van een appartementsgebouw met vijf wooneenheden. De aanvraag maakt deel uit van het stadsproject ‘Falconhoven’.
Voor de uitvoering van het project is geen grondwaterverlaging noodzakelijk. Wel noodzaakt het project een afgraving van het terrein tot circa 1 meter diep ingevolge de aanleg van een gebouwfundering. De aanvrager wordt er op gewezen dat voldaan moet worden aan de regelgeving rond grondverzet zoals vastgelegd in het Vlarebo.
Geluids- en trillingshinder afkomstig van bouwactiviteiten dienen beperkt te worden conform de BBT-studie geluids- en trillingshinder van bouw- en sloopactiviteiten.
Elke woning wordt voorzien van een individuele lucht-waterwarmtepomp met een geïnstalleerde totale drijfkracht tussen 1-2 kW. Voor de individuele woningen is geen melding of omgevingsvergunning voor de exploitatie van een IIOA vereist gezien de beperkte drijfkracht.
Op basis van de informatie in het aanvraagdossier en op voorwaarde dat rekening gehouden wordt met bovenstaande, is er vanuit milieutechnisch oogpunt geen bezwaar de vergunning te verlenen.”
De stedelijke dient Omgeving / Water merkt op dat patio -gelegen in het midden van de publieke passage- quasi volledig verhard uitgevoerd wordt en via de flauwe helling naar de binnentuin afwatert. Gezien de patio op volle grond gelegen is, wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen om de verharding in de patio waterdoorlatend te voorzien.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
De aanvraag betreft de nieuwbouw van 5 appartementen Belliardpoort binnen project Falconhoven. De parkeerboekhouding werd als bijlage aan het dossier toegevoegd.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 5 appartementen.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 5 appartementen : parkeerboekhouding = 5
De werkelijke parkeerbehoefte is 5.
|
De plannen voorzien in 5 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
In de ondergrondse parking van C-blok echter werd een parking voorzien met 238 plaatsen. Hiervan zijn er 118 plaatsen gereserveerd voor Falconhoven waar deze nieuwbouw deel van uitmaakt. De totale parkeerbehoefte van Falconhoven is 112. Voor dit gebouw worden 5 plaatsen gereserveerd in de ondergrondse parking.
De parkeerboekhouding werd bij de beslissing mee opgenomen.
|
Het aantal te realiseren voor deze aanvraag autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 .
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. |
Fietsvoorzieningen:
Voor de 5 appartementen met 1 slaapkamer moeten 10 fietsenstallingen voorzien worden (5 x 2 = 10).
Er wordt een fietsenstalling ingericht op het gelijkvloers.
De fietsenstalling wordt in een dubbel systeem voorzien.
Niet alle fietsen kunnen hiervan gebruik maken (zware (elektrische) fietsen, fietsen met manden, zakken kinderstoelen,…)
In principe moeten minimum de helft van de fietsenstallingen gewone enkele stallingen zijn. Hier kan een afwijking op worden toegestaan omdat het plan niet werd gewijzigd ten opzichte van vorige vergunning.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Minimum de helft van de fietsenstallingen moeten gewone enkele stallingen zijn.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies bijgetreden en worden bovenstaande voorwaarden bij de vergunning opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.
4. De in de beoordeling opgenomen voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moeten nageleefd worden.
5. De in de beoordeling opgenomen voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten nageleefd worden.
6. De verharding in de patio dient waterdoorlatend voorzien te worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 6 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 26 september 2024 |
Start openbaar onderzoek | 4 oktober 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 2 november 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 januari 2025 |
Verslag GOA | 27 november 2024 |
Naam GOA | Axel Devroe |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Geluidsoverlast vanaf terrassen: Het bezwaar tegen de mogelijke geluidsoverlast veroorzaakt door de geplande warmtepompen tegenover de terrassen van gebouw E van het Falconhovenproject.
Beoordeling: Het bezwaar omtrent geluidsoverlast betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Bovendien dient opgemerkt dat de warmtepompen geplaatst worden boven de afval- en fietsenberging, naast de overdekte passage en zich bijgevolg niet tegenover de terrassen van de bezwaarindiener bevinden.
Het bezwaar is ongegrond.
Participatie: Het bezwaar dat het participatietraject rondom dit project onvoldoende is verlopen. De bezwaarindiener voelt zich niet volledig geïnformeerd of betrokken bij de plannen.
Beoordeling: Het staat de aanvrager vrij om een participatietraject rond de aanvraag te voeren; dit is geen vereiste. Het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.
4. De in de beoordeling opgenomen voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moeten nageleefd worden.
5. De in de beoordeling opgenomen voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten nageleefd worden.
6. De verharding in de patio dient waterdoorlatend voorzien te worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.