Terug
Gepubliceerd op 10/12/2024

2024_CBS_09073 - Omgevingsvergunning - OMV_2023154656. Distelvinklaan 22. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09073 - Omgevingsvergunning - OMV_2023154656. Distelvinklaan 22. District Hoboken - Goedkeuring 2024_CBS_09073 - Omgevingsvergunning - OMV_2023154656. Distelvinklaan 22. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023154656

Gegevens van de aanvrager:

OI Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs - Administratieve Diensten met als adres Willebroekkaai 36 te 1000 Brussel en mevrouw Danielle Van Ast met als adres Thonetlaan 106A te 2050 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

AV GO! SCHOLENGROEP ANTWERPEN (0267374857) met als adres Thonetlaan 106A te 2050 Antwerpen

Ligging van het project:

Distelvinklaan 22 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 38 sectie B nr. 589H

waarvan:

 

-          20180320-0087

afdeling 38 sectie B nr. 589H (32602 GO! Basisschool De Pluim)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van schoolgebouwen en oprichten van een nieuwbouw school (beroepenhuis Hoboken) en enkele veranderingen aan de exploitatie van de school

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          07/06/2024: vergunning (OMV_2024015544) voor het plaatsen van tijdelijke klaslokalen voor periode van 24 maanden;

-          15/09/2023: voorwaardelijke vergunning (OMV_2023037189) voor het vellen van 8 Amerikaanse eiken;

-          02/08/2019: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019053854) voor het verwijderen van een modulair schoolgebouw;

-          03/08/2018: voorwaardelijke vergunning (OMV_2018009900) voor het bouwen en exploiteren van Freinetschool 'De Pluim';

-          04/05/2018: voorwaardelijke vergunning (OMV_2018017124) voor het slopen van schoolpaviljoenen, het plaatsen van een hoogspanningscabine en tijdelijke schoolunits;

-          24/07/2015: vergunning (ROL-nummer: 20151188) voor het bouwen van tijdelijke containerklassen;

-          18/08/2010: vergunning (ROL-nummer: 20103660) voor het plaatsen van 16 tijdelijke containerklassen met sanitair;

-          12/04/1974: vergunning (1056#863) voor het uitbreiden van de school R.I.T.O.

 

Vergunde toestand

-          functie: 

  • gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen – school;

-          bouwvolume: 

  • meerdere schoolgebouwen van 1, 2 of 3 bouwlagen onder een plat dak;
  • tijdelijke schoolunits;

-          inrichting: 

  • buitenruimte met onder andere speelplaats, parking, fietsenberging en toegangspaden.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

beroepenhuis (fase 1):

-          functie: 

  • gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen – school;

-          bouwvolume: 

  • 4 bouwlagen met plat dak;
  • bouwhoogte: 17,53 m;
  • overdekte en niet-overdekte fietsenstallingen;
  • overdekte fietsenstalling voor personeel aan de westzijde van het beroepenhuis;

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloers: gevelmetselwerk, grijs genuanceerd;
  • verdiepingen: gevelmetselwerk, beige-geel genuanceerd;
  • buitenschrijnwerk: aluminium, groengrijs;
  • dakrandprofiel: aluminium, lichtgrijs;
  • betonnen dorpels;

-          inrichting perceel:

  • waterpasserende verharding.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          slopen van blok B, C en D en het bouwen van een beroepenhuis;

-          verwijderen van de tijdelijke klaslokalen aan de noordzijde van het schoolterrein;

-          verwijderen van verharding;

-          vellen van bomen;

-          plaatsen van 250 zonnepanelen op het dak van het beroepenhuis.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 3 augustus 2018 verleende het college van burgemeester en schepenen een vergunning voor het verbouwen en de exploitatie van onderwijsinstelling De Pluim.

 

Aangevraagde rubriek(en)


Aangevraagde rubriek(en) 32602 GO! Basisschool De Pluim
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

+3.000,00 m³

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

294,70 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

5.000,00 liter

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

25 september 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

25 september 2024

8 oktober 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

25 september 2024

8 november 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

25 september 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

25 september 2024

27 september 2024

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

25 september 2024

15 oktober 2024

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid

25 september 2024

15 oktober 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

25 september 2024

18 oktober 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

25 september 2024

4 oktober 2024

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit

25 september 2024

24 oktober 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 33 Fietsparkeren maximaal op eigen terrein:
    Er zijn 25 fietsstalplaatsen te weinig.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

-          (De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Stationaire bronnen
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. 

Mobiliteitsgerelateerde projecten
 Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 5 augustus 2024 (ID: 30481).
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het dossier wijkt af van artikel 33 met betrekking op het aantal fietsenstalplaatsen. Dit wordt verder besproken in het verslag onder de Mobiliteitsimpact.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet in de sloop en het bouwen van een nieuw schoolgebouw. De aanvraag blijft hiermee functioneel inpasbaar binnen de bestemmingsvoorschriften van het woongebied.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet de afbraak van het bestaande schoolgebouw. Dit wordt vervangen door een nieuw schoolgebouw met een L-vormig grondplan. De school wordt uitgevoerd over 4 bouwlagen, wat inpasbaar is in deze omgeving. De nieuwe speelplaats bevindt zich in het verlengde van het schoolgebouw. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt overeen met de aanwezige bebouwing. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag werd voorafgaand meermaals besproken op de Kwaliteitskamer Architectuur, waaruit een voorwaardelijk gunstig advies volgt. Het schoolgebouw wordt voorzien in beige-geel genuanceerd metselwerk in combinatie met een plint welke uitgevoerd wordt in grijs metselwerk. De voorgestelde uitwerking van het schoolgebouw is visueel inpasbaar in deze woonomgeving. De aanvraag kan bijgevolg gunstig worden beoordeeld op dit beoordelingselement.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het dossier werd gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Onroerend Erfgoed:

“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven de 3.000 m² (23.346 m²) en een vergunningsplichtige bodemingreep boven de 1.000 m² (circa 3.000 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

De archeologienota werd opgemaakt door TrihArch (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/30481) en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 5 augustus 2024. Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door ASTRID veiligheidscommissie. De voorgestelde voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

De aanvraag werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de stedelijke groendienst:

“De groendienst geeft een gunstig advies op voorwaarde dat te rooien bomen gecompenseerd worden door bomen van grootorde 1. De plantmaat van de nieuwe bomen moet minstens 20/25 zijn. Het verloren gegane groenvolume moet gecompenseerd worden door een winst van potentieel toekomstig groenvolume. Potentieel toekomstig groenvolume is een combinatie van de boomsoort(en) die worden aangeplant (kijkend naar grootteklasse) en hoeveel geschikt doorwortelbaar volume de nieuwe bomen krijgen.

Het boombeschermingsplan dat opgesteld werd door een gecertificeerd boomdeskundige dient strikt gevolgd te worden. Voor het definitieve plan dient er nogmaals bijstand en advies gevraagd te worden aan een European Tree Technician.

Tijdens de werkzaamheden moet een erkend boomdeskundige aangesteld worden die de werf mee zal opvolgen.”

Het voorwaardelijk gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorgestelde voorwaarde wordt mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Gelet op het onderwerp van de aanvraag werd er advies ingewonnen bij Klimaat en Leefmilieu:

“Bij afbraak van oude gebouwen in de omgeving van Umicore Hoboken kan historisch vervuild stof (met zware metalen) vrijkomen in de omgeving. De nodige maatregelen moeten genomen worden om verspreiding van stof en blootstelling hieraan te voorkomen.”

Het verleend advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Deze dienst stelt als voorwaarde dat de nodige maatregelen dienen genomen te worden om verspreiding van (historisch vervuild) stof en de blootstelling hieraan te voorkomen.

Extreme piekwaarden van lood in fijn stof werden begin 2024 gemeten in district Hoboken. Deze zijn met grote waarschijnlijkheid terug te brengen tot (grond)werken in de directe omgeving waarbij metaalslakken betrokken waren die historisch gezien zorgden voor versteviging van de ondergrond van terreinen. Voornamelijk in district Hoboken werden deze metaalslakken gebruikt zonder dat echter geweten is waar de exacte locaties van deze metaalslakken zich bevinden. Om opwaaiend stof te voorkomen bij werken op werfzones, dringen er zich bijkomende maatregelen op met het oog op het monitoren en beheersen van stofverspreiding bij werkzaamheden. De aanvrager wordt hierbij gewezen op de politieverordening van 13 mei 2024 betreffende het invoeren van maatregelen ter beperking en monitoring van stofontwikkeling in Hoboken bij werkzaamheden op privaat en openbaar domein.

Aangezien de voorgestelde maatregelen specifiek verankerd werden in de politieverordening zal de voorgestelde voorwaarde van Klimaat en Leefmilieu niet bijkomend opgenomen worden als stedenbouwkundige voorwaarde van vergunning.

 

Deze stadsdienst verleende bijkomend een gunstig advies met betrekking op de geluidskwaliteit van deze locatie voor een school.

“De locatie is gemiddeld onderhevig aan omgevingslawaai (Lden) van 60 dB(A) of lager. Bij toepassing van het beoordelingskader wordt bij deze geluidsniveaus gunstig geadviseerd voor het aspect geluidshinder.”

 

Het dossier wordt ook gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Onderwijsbeleid Capaciteit.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 14 parkeerplaatsen.

 

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

 

De bestaande school die momenteel in verschillende gebouwen zit (tijdelijke containers) gaat naar 1 gebouw.

De school geeft aan dat er geen uitbreiding gaat zijn van leerlingen. De BVO van de school vermindert.

De totale bruto gemeten oppervlakte van het Beroepenhuis bedraagt 4.528 m².

De te vervangen gebouwen hebben volgende oppervlakte:

- B-blok: 1.024 m²;

- C-blok: 2.016 m²;

- D-blok: 2.052 m²;

- overdekte circulatie tussen B&C en C&D -> oppervlakte niet gedeeld;

- units: 375 m²;

totaal van 5.500 m².

Op school wordt er dag- en avondonderwijs gegeven.
Het totaal aantal leerlingen overdag bedraagt 200 leerlingen in het dagonderwijs en 200 leerlingen in het tweedekansonderwijs.

Het totaal aantal leerlingen in avondonderwijs bedraagt 200 leerlingen in het tweedekansonderwijs.

Voor de parkeerbehoeftebepaling is er een parkeernorm van 3,48 pp/100 leerlingen.

De parkeerbehoefte overdag is 400 leerlingen/100 leerlingen x 3,48 = 13,98, afgerond 14 pp.

Aangezien het aantal leerlingen ´s avonds lager is en er spreiding in tijd is, wordt dit niet als een extra behoefte berekend.

Bijstelling Mobiliteit:

De school heeft zelf een bevraging onder het personeel gedaan waarbij blijkt dat er een parkeerbehoefte van 22 plaatsen is.

De werkelijke parkeerbehoefte is 14 volgens de bouwcode, 22 volgens de school zelf.”

Voor de verdere opvolging en beoordeling van de mobiliteitsbehoefte zal er verder gegaan worden met de normering van de bouwcode. Waardoor de werkelijke parkeerbehoefte 14 plaatsen bedraagt. 

De plannen voorzien in geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 14.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.

Er blijft echter na de verhuis van de school voldoende ruimte over om tijdelijk een maaiveldparking te voorzien. Het kan volstaan om 14 parkeerplaatsen te voorzien op (een deel van) de huidige speelplaats in de oksel van gebouw B en gebouw C. Wanneer het aanpalende perceel ontwikkeld wordt, kan die parkeerbehoefte in de nieuwe ontwikkeling opgelost worden.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. 

 

Fietsvoorzieningen:

“De fietsparkeerbehoefte op basis van de bouwcode is 10 plaatsen per 20 leerlingen.

Voor 400 leerlingen is er een behoefte van 200 stallingen.

Verder moet ook 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets) zijnde 20 plaatsen.

De school heeft op basis van de bevraging een vraag tot afwijking om er maar 133 te voorzien: Er is met de keerlus aan het Schoonselhof die voor de school ligt een zeer hoog openbaar vervoergebruik.

Voorstel school:

personeel en leerkrachten: 33 plaatsen;

huidig gebruik (40% van personen): 22 plaatsen waaronder 3-tal bakfietsen;

extra marge (+20%): 11 extra plaatsen;

leerlingen: 100 plaatsen.

huidig gebruik (15% van 200 leerlingen secundair, 10% van 200 leerlingen volwassenenonderwijs): 60 plaatsen (40 fietsen, 10-tal steps en 10-tal brommers);

extra marge (+10%): 40 extra plaatsen;

Op plan vinden we slechts 108 plaatsen terug.

Er worden afgesloten en overdekt 40 plaatsen voorzien voor leerkrachten. 36 gewone stallingen en 4 plaatsen voor bakfietsen.

Er worden overdekt in de doorgang 20 plaatsen voor fietsen van leerlingen voorzien, 3 buitenmaatse plaatsen en 3 brommerplaatsen.

Er worden onoverdekt nog 45 fietsplaatsen voor leerlingen voorzien.

Er is dus een tekort van 25 plaatsen ten opzichte van hun eigen voorstel.”

Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. In voorwaarde wordt opgenomen dat er een bijkomende fietsenstalling moet voorzien worden voor 25 fietsen. Deze fietsenstalling dient voorzien te worden in het verlengde van de fietsenstalling voor het personeel op de ingetekende verharding.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De site wordt momenteel gebruikt door 3 scholen: De Pluim – een nieuwbouwvolume opgeleverd in 2019 – en het KA Hoboken dat samen met het CVO gehuisvest is in de gebouwen in het noordoosten van de site, genaamd gebouwen B, C en D. Daarnaast bevindt zich op de site in het zuidwesten een sporthal. Deze sporthal wordt voornamelijk gebruikt door de leerlingen van De Pluim en het KA. In het noordwesten van de site ligt een waardevol bos, dat door de leerlingen van De Pluim gebruikt wordt als speelbos.

 

Het voorwerp van voorliggende aanvraag betreft het slopen van de schoolgebouwen B, C, D, de klascontainers en het oprichten van een nieuw schoolgebouw ‘het Beroepenhuis’ met 3 bouwlagen. De werken zullen in fases verlopen: de verhuis van de klascontainers, het oprichten van een tijdelijke stookplaats (naast gebouw C) voor de verwarming van gebouwen B, C en de klascontainers en vervolgens de afbraak van het gebouw D. De overige gebouwen B en C en de klascontainers verwijdert men pas na oplevering van het Beroepenhuis.

 

Milieutechnisch omvat de aanvraag de exploitatie van een propaantank van 5.000 liter voor de stookplaats voor een periode van 3 jaar. Het vermogen van de stookinstallatie is bescheiden en niet indelingsplichtig. De verwarming van het Beroepenhuis gebeurt door middel van warmtepompen gestald in de Engelse koer op het dak en voorzien van akoestische schermen.

 

Om het geluidscomfort in het schoolgebouw (gesteld in het NBN S 01-400-2) te waarborgen en de conformiteit van de installaties aan de Vlarem II-voorschriften te verzekeren, wordt het project begeleid door een akoestisch ingenieur. De uitvoering zal in principe in nauw overleg gebeuren met de geluidsdeskundige zodat de isolatie voor lucht- en contactgeluiden, van het geluid van dienstuitrustingen in het gebouw en van de nagalm in schoolgebouwen, afgetoetst worden aan geldende normen. Dit geldt eveneens voor de warmtepompen.

 

Er dient verder opgemerkt te worden dat de aanvraag ook een regularisatie omvat van twee warmtepompen van 91,2 kW en 89,3 kW respectievelijk op het dak van de basisschool De Pluim en op het dak van de sporthal. Het is aangewezen om ook de conformiteit van deze installaties op vlak van geluidsemissies na te gaan en desnoods de opdracht van de ingenieur akoestiek uit te bereiden tot deze installaties.

 

Tenslotte wordt het geloosde afvalwater opgetrokken met 3.000 m³ zodat het tevens de lozingen uit het Beroepenhuis omvat.

 

Uit milieuoogpunt biedt het project voldoende garanties om aan te nemen dat de geldende sectorale bepalingen nageleefd zullen worden. Enkel de Vlarem-conformiteit (milieukwaliteitsnormen voor geluid) van de installaties 6B en 6C aan De Pluim en de sporthal dient nagegaan te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Gezien het grote aantal leerlingen dat in het nieuwe schoolgebouw aanwezig zal zijn dient er ASTRID-indoordekking aanwezig te zijn in dat gebouw.

3. Er moeten 25 bijkomende overdekte fietsstalplaatsen voorzien worden in het verlengde van de fietsstalplaatsen voor het personeel, op de ingetekende verharding.

4. De te rooien bomen moeten gecompenseerd worden door bomen van grootorde 1 met een plantmaat van minstens 20/25. Deze nieuwe bomen moeten voorzien worden op een groeiplaats welke een geschikte ondergrond heeft voor het doorwortelbaar volume. Er mag geen verharding noch water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van (nieuwe) bomen voorzien worden.

5. Het bomenplan van stad Antwerpen dient gevolgd te worden: https://www.antwerpen.be/nl/info/55e98d27aaa8a73d258b45fa/bomenplan-stad-antwerpen.

6. Het boombeschermingsplan dat opgesteld werd door een gecertificeerd boomdeskundige moet strikt gevolgd worden. Voor het definitieve plan dient er nogmaals bijstand en advies gevraagd te worden aan een European Tree Technician. Tijdens de werkzaamheden moet een erkend boomdeskundige aangesteld worden die de werf mee zal opvolgen.

7. Het verwijderen van een deel van de verharding in de oksel van gebouw B en C wordt uitgesloten uit de vergunning en wordt voor een periode van 5 jaar, na het officiële einde der werken, vergund als tijdelijke parking voor 14 wagens.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld de omgevingsvergunning te verlenen voor een periode van 3 jaar voor de propaantank en voor onbepaalde duur voor de overige ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

+3.000,00 m³

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

294,70 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

5.000,00 liter

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

3.850,00 m³

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

294,70 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

5.000,00 liter

24.1.

laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

1 stuk

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A)LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A)LAeq,15min; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

90,00 dB(A)LAeq,15min

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitatie van de propaantank wordt verleend voor 3 jaar, na installatiedatum.


Standpunt college 

Het college sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Inzake de parkeerbehoefte merkt de omgevingsambtenaar correct op dat er voldoende ruimte is om de parkeerbehoefte van 14 parkeerplaatsen te voorzien op het eigen terrein. Het college sluit zich aan bij het voorstel om deze parkeerplaatsen tijdelijk te voorzien op (een deel van) de huidige speelplaats in de oksel van gebouw B en gebouw C, voor een periode van 5 jaar na het officiële einde der werken.

Op termijn dient op het eigen of een aanpalend perceel een definitieve oplossing voorzien te worden. Dit kan bijvoorbeeld opgevangen worden in een toekomstige ontwikkeling van het open terrein dat na de werken zal ontstaan langs de Distelvinklaan. Het kan evenwel niet de bedoeling zijn dat de tijdelijke parking na een periode van 5 jaar verdwijnt, zonder een permanente oplossing om de parkeerbehoefte op te vangen. Het college wenst daarom de parkeerparagraaf aan te vullen als volgt:

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 14 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
De bestaande school die momenteel in verschillende gebouwen zit (tijdelijke containers) gaat naar 1 gebouw.
De school geeft aan dat er geen uitbreiding gaat zijn van leerlingen. De BVO van de school vermindert.
De totale bruto gemeten oppervlakte van het Beroepenhuis bedraagt 4.528 m².
De te vervangen gebouwen hebben volgende oppervlakte:
- B-blok: 1.024 m²;
- C-blok: 2.016 m²;
- D-blok: 2.052 m²;
- overdekte circulatie tussen B&C en C&D -> oppervlakte niet gedeeld;
- units: 375 m²;
totaal van 5.500 m².
Op school wordt er dag- en avondonderwijs gegeven.
Het totaal aantal leerlingen overdag bedraagt 200 leerlingen in het dagonderwijs en 200 leerlingen in het tweedekansonderwijs.
Het totaal aantal leerlingen in avondonderwijs bedraagt 200 leerlingen in het tweedekansonderwijs.
Voor de parkeerbehoeftebepaling is er een parkeernorm van 3,48 pp/100 leerlingen.
De parkeerbehoefte overdag is 400 leerlingen/100 leerlingen x 3,48 = 13,98, afgerond 14 pp.
Aangezien het aantal leerlingen ´s avonds lager is en er spreiding in tijd is, wordt dit niet als een extra behoefte berekend.
Bijstelling Mobiliteit:
De school heeft zelf een bevraging onder het personeel gedaan waarbij blijkt dat er een parkeerbehoefte van 22 plaatsen is.
De werkelijke parkeerbehoefte is 14 volgens de bouwcode, 22 volgens de school zelf.”
Voor de verdere opvolging en beoordeling van de mobiliteitsbehoefte zal er verder gegaan worden met de normering van de bouwcode. Waardoor de werkelijke parkeerbehoefte 14 plaatsen bedraagt. 

De plannen voorzien in geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 14.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.
Er blijft echter na de verhuis van de school voldoende ruimte over om tijdelijk een maaiveldparking te voorzien. Het kan volstaan om 14 parkeerplaatsen te voorzien op (een deel van) de huidige speelplaats in de oksel van gebouw B en gebouw C. Op termijn dient op het eigen of een aanpalend perceel een definitieve oplossing te worden voorzien. Wanneer het aanpalende perceel ontwikkeld wordt, kan die parkeerbehoefte in de nieuwe ontwikkeling opgelost worden. De tijdelijke maaiveldparking wordt vergund voor een periode van 5 jaar na het officiële einde van de werken. Indien na deze termijn nog geen definitieve oplossing voor handen is, dient een verlenging van de vergunning voor de maaiveldparking te worden aangevraagd. 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. 


De geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarde wordt ook in deze zin aangevuld.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 juli 2024

Volledig en ontvankelijk

25 september 2024

Start openbaar onderzoek

5 oktober 2024

Einde openbaar onderzoek

3 november 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 januari 2025

Verslag GOA

4 december 2024

Naam GOA

Bieke Geypens en Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Gezien het grote aantal leerlingen dat in het nieuwe schoolgebouw aanwezig zal zijn dient er ASTRID-indoordekking aanwezig te zijn in dat gebouw.

3. Er moeten 25 bijkomende overdekte fietsstalplaatsen voorzien worden in het verlengde van de fietsstalplaatsen voor het personeel, op de ingetekende verharding.

4. De te rooien bomen moeten gecompenseerd worden door bomen van grootorde 1 met een plantmaat van minstens 20/25. Deze nieuwe bomen moeten voorzien worden op een groeiplaats welke een geschikte ondergrond heeft voor het doorwortelbaar volume. Er mag geen verharding noch water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van (nieuwe) bomen voorzien worden.

5. Het bomenplan van stad Antwerpen dient gevolgd te worden: https://www.antwerpen.be/nl/info/55e98d27aaa8a73d258b45fa/bomenplan-stad-antwerpen.

6. Het boombeschermingsplan dat opgesteld werd door een gecertificeerd boomdeskundige moet strikt gevolgd worden. Voor het definitieve plan dient er nogmaals bijstand en advies gevraagd te worden aan een European Tree Technician. Tijdens de werkzaamheden moet een erkend boomdeskundige aangesteld worden die de werf mee zal opvolgen.

7. Het verwijderen van een deel van de verharding in de oksel van gebouw B en C wordt uitgesloten uit de vergunning en wordt voor een periode van 5 jaar, na het officiële einde der werken, vergund als tijdelijke parking voor 14 wagens. Er dient een definitieve oplossing gezocht te worden op het eigen of een aanpalend perceel. Indien na de periode van 5 jaar nog geen definitieve oplossing voorhanden is, dient een verlenging van de vergunning voor de maaiveldparking te worden aangevraagd.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitatie van de propaantank wordt verleend voor 3 jaar, na installatiedatum.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

3.850,00 m³

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

294,70 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

5.000,00 liter

24.1.

laboratoria met een uitsluitend didactisch doel en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

1 stuk

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A)LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A)LAeq,15min; (inrichting 32602 GO! Basisschool De Pluim)

90,00 dB(A)LAeq,15min

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur maar dat de vergunning voor de propaantank slechts geldig is voor een periode van 3 jaar vanaf de installatiedatum.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.