Terug
Gepubliceerd op 23/12/2024

2024_CBS_09805 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024111384. Lot3b-OWV VA9 uitvoering 2 Kanaalzone. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09805 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024111384. Lot3b-OWV VA9 uitvoering 2 Kanaalzone. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_09805 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024111384. Lot3b-OWV VA9 uitvoering 2 Kanaalzone. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2024111384

Gegevens van de aanvrager:

Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel en VVZRL Tijdelijke Maatschap ROCO

Gegevens van de exploitant:

VVZRL Tijdelijke Maatschap ROCO (0678488868) met als adres Laarstraat 16 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Amerikadok-Zuidkaai 53-54, Bredastraat 166-170, Houtdok-Noordkaai 10, Kambalastraat 1-8, Lambrechtshoekenlaan 1-11, Lobroekdok 1-27, Natiestraat 1, Noordersingel 3-27, Parkweg 10, Rietschoorvelden 20, Schijnpoortweg 57, 113-119, Slachthuislaan 5, 11, Spitsenstraat 36, Steenborgerweert 18-20A, Straatsburgdok-Zuidkaai 6, Ten Eekhovelei 145-151, Tjalkstraat 4-8, Vaartkaai 60, Winterling 3-7, 15 te 2000 Antwerpen

20210312-0041

IIOA -KZR1 - werffase OWV

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Lot3b-OWV VA9 uitvoering 2 Kanaalzone:

tijdelijke en permanente stedenbouwkundige handelingen met name kofferdammen in het Amerikadok en Albertkanaal voor het creëren van tijdelijke werkterreinen, tijdelijke werfinrichting voor het bouwen van de kanaaltunnels en permanente ondergrondse constructies; het exploiteren van tijdelijke bemalingen en waterzuiveringsinstallaties, opslag van grond, bentonietcentrale ter hoogte van Samga, verplaatsing van de bentonietcentrale ter hoogte van Meranti, actualisatie van de vergunning en het bijstellen van algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2024: voorwaardelijke vergunning (OMV_2023093068) voorbereiding bouw van de kanaaltunnel: het plaatsen van damwanden, het opvullen van de kofferdammen, het exploiteren van 3 nieuwe werfzones en het aanpassen van vergunde werfzones;

-          19/07/2023: vergunning (OMV_2022130776) Lot 3b OWV VA4 Oosterweelknoop Kanaalzone – wijziging van de vergunningen Oosterweelverbinding en OWV Lot 3b VA1;

-          19/07/2023: vergunning (OMV_2022166030) voor voorafgaande werken Oosterweelknoop – batch 2;

-          24/11/2022: vergunning (OMV_2022035720) voor tijdelijke werken voor de realisatie van het projectonderdeel Oosterweelknoop – batch 1;

-          21/04/2022: vergunning (OMV_2021147703) Royerssluis - kofferdam en werfinrichting en wijziging van de exploitatie;

-          20/11/2020: vergunning (OMV_2020034861) voor de bouw en exploitatie van de Oosterweelverbinding;

-          07/05/2020: vergunning (OMV_2019116072) voor de renovatie van de Royerssluis en omgeving;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/104043

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/98458

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/99588

-          01/02/1993: beschermd monument:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/7323.

 

Vergunde toestand

-          plangebied van de kanaalzone onderverdeeld in 4 werfzones:

  • kanaalzonetunnels: Samgaplateau, zone Pomphuis, oksel Straatsburgbrug tot aan de Luikbrug;
  • Straatsburgdok-Oost: oostelijk en noordelijk gedeelte Straatsburgdok;
  • Tjalkstraat: Noorderlaanbrug tot en met Ring 1 (noordelijk gedeelte Albertkanaal);
  • Vork: Luikbrug en werkeiland Zuid (zuidelijk gedeelte Albertkanaal).

 

Nieuwe toestand

-          voorbereidende werken en aanleg van de werfzones in functie van de bouw van de kanaaltunnels binnen het projectondereel kanaalzone (vanaf Royerssluis tem Asiadok):

  • tijdelijke handelingen:
    • voorzien van reliëfwijzigingen;
    • voorzien van bijkomende werfzones en plaatsen van werfomheiningen;
    • voorzien van 14 bijkomende parkeerplaatsen;
    • aanleg van verhardingen om de inrichting van de werf en de uitvoering van de werken mogelijk te maken;
    • voorzien persleidingen;
    • voorzien van rioleringswerken om het hemelwater en afvalwater af te voeren;
    • plaatsen van kofferdammen;
    • voorzien van technische installaties;
    • voorzien van ondergrondse constructies;
  • handelingen met permanent karakter:
    • gedeeltelijke sloop van de leidingenkoker onder het Albertkanaal ter hoogte van de Straatburgbrug;
    • gedeeltelijke sloop van het zuidelijke landhoofd van de spoorbruggen over het Albertkanaal;
    • voorzien van persleiding en bijbehorende betonnen beschermingsplaat in de bodem van het Asiadok;
    • groutpalen ter hoogte van waterzuiveringsinstallatie Meranti aan het pomphuis;
    • aanpassingen aan de grondankers van de spoorwegen ter hoogte van tunneldeel 13 en 16;
    • aanpassingen aan baretten van de diepwanden ter hoogte van tunneldeel 10, 11 en 13;
    • aanpassing wandligger diepwand 4, 5, 6 en 7 in tunneldeel 10;
    • opvullen bestaande leidingkokers onder het Albertkanaal.

 

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van verhardingen, leidingenkoker;

-          voorzien van ondergrondse constructies;

-          voorbereidende werken in functie van de kanaaltunnels;

-          plaatsen van tijdelijke technische installaties;

-          aanleggen en aanpassen van werfzones.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

De aanleg van de Oosterweelverbinding (de afgezonken Scheldetunnelconstructie, de infrastructurele en landschappelijke inrichting, de tunnelaansluiting en de afbakening van het projectgebied ter hoogte van de linker en rechter Scheldeoever) werd vergund in de basisvergunning OMV_20200334861. De werken in kader hiervan worden aangevraagd in diverse deelvergunningen. Voor het uitvoeren van de infrastructuurwerken op rechteroever werd een vergunning verleend op 23 oktober 2021 (kenmerk OMV_2021035436 – VA1). Deze werd in functie van de voortgang van de werken aangepast en aangevuld in besluiten OMV_2022035792, OMV_2022068899, OMV_2023021692 (VA2) en OMV_2023093068 (VA8). De aanvragen handelden onder andere over de exploitatie van waterzuiveringsinstallaties, werfzones, betoncentrales, grondopslag. 

 

Inhoud van de aanvraag

De voorliggende aanvraag "Lot 3B-OWV VA9 uitvoering 2 Kanaalzone” heeft betrekking op de bemalingswerken in functie van de realisatie van de Kanaaltunnels en de Vork, op de inrichting van 4 werfzones met bijhorende aanhorigheden: 

  • Kanaalzonetunnels: Samgaplateau, zone Pomphuis, oksel Straatsburgbrug tot aan de Luikbrug (zuidelijk gedeelte Amerikadok, Albertkanaal en Straatsburgdok) 
  • Vork: Luikbrug en werkeiland Zuid (zuidelijk gedeelte Albertkanaal) 
  • Straatsburgdok Oost 
  • Tjalkstraat.

 

De Kanaaltunnels verbinden het Oosterweelknooppunt, dat gelegen is op de Antwerpse rechteroever ter hoogte van het Noordkasteel, met de Ring. De vier tunnelkokers starten aan het Amerikadok en lopen onder het Albertkanaal. Ter hoogte van de Noorderlaan splitsen ze in een noordelijke en zuidelijke aansluiting op de Ring. Voor de aanleg van de Kanaaltunnels en de Vork wordt er over een hele lengte aan één zijde van het Albertkanaal een grote bouwkuip gecreëerd. Dit door damwanden te plaatsen die het water langs alle kanten tegenhouden. Na het plaatsen van deze damwanden wordt de vrijgekomen ruimte opgevuld met zand. Zo verkrijgt men een droge ruimte waar gewerkt kan worden. 

 

Volgende tijdelijke zaken voor de uitvoering van de werken worden in deze fase aangevraagd: 

  • Bemalingen en waterzuiveringsinstallaties (inclusief aanhorigheden) ten behoeve van vooral de bouw van de Kanaalzonetunnel; 
  • Schrappen rubriek bemalingen in groengebied (53.2.1.a)); 
  • Bijkomende locaties voor opslag van VLAREBO en niet-VLAREBO conforme gronden (TOP’s); 
  • Nieuwe bentonietcentrale ter hoogte van Samga. Verplaatsing van bentonietcentrale ter hoogte van Meranti; 
  • Bijkomende rubrieken ter hoogte van de bentonietcentrales (labo’s, dieselopslag en compressoren); 
  • Actualisaties en rechtzettingen van eerdere aanvragen; 
  • Bijstellingen van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden; 
  • Wijziging bijzondere voorwaarden uit eerdere beslissingen. 

 

Deze aanvraag heeft geen betrekking op de exploitatiefasen. 

 

Aangevraagde rubriek(en)

  

Aangevraagde rubriek(en) IIOA -KZR1 - werffase OWV

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.1.3.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³;

45.917,00 m³

(nieuw)

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

+2.838,00 m³/jaar

(13.681,00 m³/jaar)

3.4.3°

het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+1.450,00 m³/uur

(2.250,00 m³/uur)

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

-116,00 m³/jaar

(1.444,00 m³/jaar)

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

+1.000,00 m³/uur

(1.800,00 m³/uur)

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

-4.350,00 kVA

(10.480,00 kVA)

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

+4 voertuigen

(169 voertuigen)

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+366,80 kW

(1.451,60 kW)

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

+24,00 ton

(298,88 ton)

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+76,00 ton

(1.788,00 ton)

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+76,00 ton

(1.791,90 ton)

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

6 labocontainers

(nieuw)

53.11.1°

onttrekken van grondwater, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, en met een netto onttrokken debiet van 2.500 m³ per dag of meer;

+12.240,00 m³/dag

(31.440,00 m³/dag)

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

+2.957.551,00 m³/jaar

(6.494.647,00 m³/jaar)

53.8.3°

andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, met een totaal opgepompte debiet groter dan 30.000 m³ per jaar;

98.600,00 m³/jaar

(hernieuwing)

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³;

+29.453,00 m³

(438.278,00 m³)

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (B.A.M.)

18 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

18 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Port of Antwerp - Bruges18 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag



Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

18 november 2024

4 december 2024

Geen bezwaar

 

 Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

18 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Maatschappelijke Veiligheid/ Stadstoezicht/ Stadshavendienst

19 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

18 november 2024

19 november 2024

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid

18 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

18 november 2024

21 november 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

18 november 2024

5 december 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

18 november 2024

2 december 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

18 november 2024

2 december 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Gebied voor stedelijke activiteiten omgeving Sportpaleis, goedgekeurd op 21 mei 2010. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor stedelijke activiteiten.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor dagrecreatie, bufferzone, parkgebied, industriegebied, gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, gebied voor wegeninfrastructuur en gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan PRUP Provinciaal Groendomein Rivierenhof, goedgekeurd op 25 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: parkgebied: sport.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP contactzone Noorderlaan, goedgekeurd op 14 december 2020. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 5:  zone voor publiek domein (pu).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Slachthuissite, goedgekeurd op 25 februari 2019. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 8. zone voor wonen (wo4) - kade midden, artikel 14. zone voor groen (gr4) - kade noord, artikel 10. zone voor publiek domein (pu) en artikel 9. zone voor gemengde functies (ge).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).


Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor kleine- niet hinderlijke bedrijven en kantoren.

  

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 43 Noordersingel, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 3 augustus 1998. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: groenzone, bedrijvigheidszone, brugpoortzone en openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Deurne Dorp, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor private tuinen-art. 12, zone voor parkgebied-art. 15 en zone voor wegenis-art. 4.1.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 50 Het Weelke (structuurplan), goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 februari 1983. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: ontworpen voetpad, ????? blanco-dagrecreatie, ????? blanco en openbare weg.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Kwade Velden, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 januari 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor buffer-art. 7.3, zone voor openbare wegenis-art. 4.1 en zone voor waterloop en meandering-art. 8.2.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP's) kan u raadplegen via www.provincieantwerpen.be, zoek op 'PRUP'. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) en bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wordt getoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende gewestplannen en gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplannen. Daar waar er geen onverenigbaarheden met deze voorschriften zijn genoemd, is ze in overeenstemming met deze plannen.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan en/of van de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen op volgende punten: 

  1. Reliëfwijziging tijdelijk:

-          Reliëfwijziging tussen de nieuwe kofferdammen

-          Fietshelling ten oosten van de Noorderlaan

  1. Werfzone tijdelijk:

-          Werfzone tussen de nieuwe kofferdammen

  1. Parkeren tijdelijk: 

-          Parkeren in functie van de werf Oosterweelverbinding

  1. Verhardingen tijdelijk:

-          Verhardingen in functie van de werf Oosterweelverbinding

  1. Persleidingen tijdelijk:

-          Persleidingen in functie van de Oosterweelverbinding

  1. Kofferdammen tijdelijk:

-          Kofferdammen in functie van de werf Oosterweelverbinding

  1. Technische installaties tijdelijk:

-          Technische installaties in functie van de werf Oosterweelverbinding:

  • Waterzuiveringsinstallatie ten noorden van Asiadok
  • Aanmeerpalen in het Asiadok
  1. Ondergrondse constructies tijdelijk:

-          Ondergrondse constructies in functie van de werf Oosterweelverbinding

  1. Werfomheining tijdelijk:

-          Werfomheining in functie van de werf Oosterweelverbinding:

  • Werfomheining langs Spitsenstraat aan het Asiadok en ter hoogte van Asiadok aan het Asiadok-Oostkaai
  • Werfomheining ter hoogte van de spoorwegen, aan de Tjalkstraat en de terreinen van de Lijn
  1. Persleidingen permanent:

-          Persleidingen in functie van de werf Oosterweelverbinding:

  • ingewerkt in de bodem van het Asiadok, voorzien van een betonnen beschermingsplaat
  1. Ondergrondse constructies permanent:

-          Ondergrondse constructies permanent in functie van de werf Oosterweelverbinding.

 

De afwijkingen op het gewestplan en GRUP kunnen op basis van artikel 4.4.7. §2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 3 van het besluit ‘handelingen van algemeen belang’ gunstig worden geadviseerd.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’.)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
5Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag betreft zowel tijdelijke als permanente stedenbouwkundige handelingen binnen projectonderdeel Kanaalzone.

 

De tijdelijke handelingen worden aangevraagd voor een termijn van 108 maanden en betreffen:

  • Wegenis (werfwegen, fietspad brug Noorderlaan);
  • Reliëfwijzigingen (fietspad brug Noorderlaan, reliëfwijziging ten behoeve van werfinrichting);
  • Werfzones overheen de werfzone;
  • Ondergrondse constructies (damwanden, groutpalen);
  • Verplaatsing parkeerplaatsen uit voorgaande vergunning VA8;
  • Grondopslag: op tunneldelen, Straatsburgdok-Oost, Spitsenstraat, Natiestraat, Tjalkstraat;
  • Technische installaties: ter hoogte van de waterzuiveringsinstallatie, de bentonietcentrale, de wielwasinstallatie en de aanmeerpalen;
  • Persleidingen;
  • Werfketen ter hoogte van Merantistraat;
  • Rioleringen;
  • Werfomheiningen.

De permanente handelingen houden in:

  • Gedeeltelijke sloop van:
  • de leidingkoker onder het Albertkanaal ter hoogte van de Straatsburgdok;
  • het zuidelijk landhoofd van de spoorbruggen over het Albertkanaal;
  • Ondergrondse constructies:
  • persleiding en bijhorende betonnen beschermplaat in bodem van het Asiadok, zonder verdere functie;
  • groutpalen ter hoogte van waterzuiveringsinstallatie Meranti aan het pomphuis
  • aanpassingen aan de grondankers van de spoorwegen ter hoogte van tunneldeel 13 en 16;
  • aanpassingen aan baretten van de diepwanden ter hoogte van tunneldeel 10,11 en 13;
  • aanpassing wandligger diepwand 4, 5, 6 en 7 in tunneldeel 10;
  • opvullen bestaande leidingkokers onder het Albertkanaal, zonder verdere functie.

Deze werken, zowel van tijdelijke als permanente aard, zijn van algemeen belang en noodzakelijk bij de uitvoering van de Oosterweelverbinding. De ruimtelijke impact is aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

Met betrekking tot de werfzones primeert de functionaliteit van de gebruikte materialen, niet zozeer het esthetisch aspect. In dat opzicht kan de aanvraag aanvaard worden.

 

Cultuurhistorische aspecten

Er werd voor deze aanvraag advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Monumentenzorg (bouwcode, artikel 5). Het voorwaardelijk gunstig advies luidt als volgt: 

“Het projectonderdeel Kanaalzone in het kader van de aanvraag voor de Oosterweelverbinding situeert zich deels in het haven- en bedrijvenlandschap langs het Albertkanaal, deels ter hoogte van het tracé van de bestaande R1 doorheen het stedelijk weefsel. Het Albertkanaal vormt de verbinding van de (historische) industriegebieden van Luik met de haven van Antwerpen. Het kanaal bereikt Antwerpen vanuit het oosten, stroomt langs het Straatsburgdok en takt ter hoogte van de toegang tot de Royerssluis aan op het havengebied. Zowel binnen als buiten de randen van de projectgrens bevinden zich enkele beschermde monumenten: de Siberiabrug met bedieningshuis (ter hoogte van de toegang naar het Kattendijkdok), het Havenhuis (op de kop van het Kattendijkdok), het voormalige Pomphuis (herbestemd tot restaurant) en de Sluismeesterswoning bij de Royerssluis.

 

Ook bevinden er zich binnen het projectgebied een aantal relicten die opgenomen zijn op de bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, meer bepaald de graanmagazijnen SAMGA, het Amerikadok, het Straatsburgdok en het Asiadok.

 

Voor de beschermde monumenten wordt een strikte monitoring voorzien om eventuele zettingen en trillingen aan deze constructies tijdens de werken onmiddellijk te registreren.

 

Het grootste deel van de aangevraagde werken heeft geen invloed op de in het projectgebied aanwezige erfgoedwaarden of vormt onderdeel van de uitvoering van reeds eerder vergunde werken. De reeds vergunde aanvraag voor de aanleg van de aanvaarbescherming in het dok voorziet reeds in de voorwaarde om na afloop van de tijdelijke werken de oorspronkelijke toestand met de gepaste materialen te herstellen (bijvoorbeeld kasseien voor de kaaiplateaus, blauwe steen voor dokmuren en -randen enzovoort). Het gedeeltelijk te slopen zuidelijke landhoofd van de spoorbruggen over het Albertkanaal dient na afloop van de werken opnieuw naar de oorspronkelijke toestand hersteld te worden.

 

De dienst Monumentenzorg betreurt de sloopwerken aan kaaimuren en bijhorende infrastructuur die het gevolg zijn van de ondertunneling van de dokken voor de Oosterweelverbinding. Gelet op het hoger belang van deze werken wordt hier wel mee ingestemd, maar wordt gevraagd om de te slopen structuren die deel uitmaken van het traditionele havenlandschap (zoals de kaaimuren en het kadeplateau) zorgvuldig te documenteren en registreren alvorens deze te slopen. Ook op het herstel van de structuren die tijdelijk dienen verwijderd te worden, dient toegezien te worden op het nauwkeurig herstel daarvan naar de oorspronkelijke toestand en met de gepaste materialen.”

 

Het voorwaardelijk gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd, de voorwaarden worden toegevoegd aan het advies.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de brandweer werd nog niet aangeleverd. De stad hecht belang aan het advies van de brandweer waardoor er aan de vergunningverlenende overheid gevraagd wordt om de eventuele voorwaarden in geval van een voorwaardelijk gunstig advies mee op te nemen in de beslissing.

 

Voor de voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen. Hun advies luidt als volgt:

“De groendienst geeft een gunstig advies op voorwaarde dat na de werken de ondergrond geschikt gemaakt wordt voor groenaanleg, herbebossing en bermenlandschap. Dit houdt in dat de grond onder andere voldoende luchtdoorlatend en voedselrijk moet zijn. Als richtlijn kan gekeken worden naar het standaardbestek en bomenplan van stad Antwerpen.”

 

Het voorwaardelijk gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd, de voorwaarden worden toegevoegd aan het advies.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Bemaling en waterzuiveringsinstallaties 

 

In het kader van de bouwwerken van de Kanaaltunnels dient er uitgegraven te worden voor de realisatie van de tunnelkokers. Hiervoor is een tijdelijke verlaging van het grondwater noodzakelijk. De werken aan de Kanaaltunnels zijn opgedeeld in de werkzones Kanaalzonetunnels (KZT) en de Vork. Omdat de bouwwerken van KZT en de VORK overlappen in tijd en de bemalingen elkaar beïnvloeden, werden deze samen gedimensioneerd in een regionaal grondwatermodel voor een conservatief scenario. Uit de simulaties volgt dat het bemalingsdebiet sterk varieert in de tijd tussen circa 510 m³/uur (piekdebiet) en 40 m³/uur. Over een bemalingsperiode van 2.460 dagen wordt er in totaal 10.316.212 m³ opgepompt. Op basis hiervan wordt er een dagdebiet van 12.240 m³/dag (510 m³/uur) en een jaardebiet van 2.957.551 m³/jaar aangevraagd in de omgevingsvergunning. Lozing is voorzien op het Albertkanaal. De noodzakelijke bemalingsdebieten van deze aanvraag worden cumulatief bij de eerder vergunde debieten (OMV_2023021692 (VA2)) aangevraagd gezien de faseringen van deze eerder afgeleverde vergunning overlappen met de voorliggende aanvraag. 

 

Grondwaterkwaliteit en lozing 

De relevante bodemdossiers binnen de invloedstraal van de bemalingen werden gescreend en er werd nagegaan of er een significante verplaatsing optreedt van de verontreiniging en of verontreinigd grondwater zal worden opgepompt tijdens de bemaling. Voor de kritische dossiers werd er contact opgenomen met de erkende bodemsaneringsdeskundigen die de betreffende dossiers behandelen om de impact van de bemalingen op de verontreinigingen af te toetsen. Het onderzoek geeft aan dat er geen onaanvaardbare verplaatsingen worden verwacht van gekende grondwaterverontreinigingen. Vóór de opstart van de bemalingen moeten concrete afspraken gemaakt worden met de erkende bodemsaneringsdeskundige voor OVAM-dossier 3238 over de voorziene monitoring, de recente verontreinigingsconcentraties en -verspreiding en een recente stand van zaken van lopende/geplande saneringen. 

 
Het bemalingswater dat mogelijk verontreinigd is, wordt in functie van noodzaak gezuiverd of ongezuiverd geloosd waarbij steeds voldaan wordt aan de opgelegde lozingsnormen in de vergunning. Hiertoe worden Vlaremrubrieken 3.4 en 3.6 aangevraagd. Dit laat toe om, indien het bemalingswater voldoet aan de opgelegde lozingsnormen, de WZI’s te bypassen. Aangezien de grondwaterkwaliteit niet voldoet aan de normen voor retourbemaling, is het niet mogelijk om retourbemaling als mitigerende maatregel toe te passen. Het retourneren van gezuiverd (en dus belucht) bemalingswater zorgt tot in situ neerslagreacties met een drastische afname van de retourcapaciteit tot gevolg. Gezien de lange doorlooptijden van de bemalingen, is de retour van gezuiverd water, met de huidige beschikbare technieken en kennis, geen optie. Retourbemaling voor deze werken is bijzonder complex. Daar een gedeelte van de bemalingswerken uitgevoerd wordt in een gesloten bouwput, is er mogelijk wel ruimte beschikbaar om mits de nodige zuivering en ontijzering alsnog gedeeltelijk te retourneren zoals de bemalingscascade vereist. Indien blijkt dat ook gedeeltelijke retour niet mogelijk is, moet nagegaan worden in welke mate het bemalingswater hergebruikt kan worden voor de aanmaak van bentoniet, stofbestrijding, irrigatiewater voor de groendienst, kuiswater voor de veegwagens van stad Antwerpen of andere doeleinden. 

 

In het kader van de lozing van het bemalingswater worden er ook zes individuele lozingspunten aangevraagd. Het betreffen bijkomende individuele lozingspunten ter hoogte van de pompstations van het bemalingswater met elk een maximale capaciteit van 75 m³/uur. 

 

Ter hoogte van de Kanaalzonetunnels en de Vork worden er vier bijkomende locaties voorzien om het bemalingswater te zuiveren, namelijk Samga, Meranti, Luikbrug en Tjalkstraat. Elke WZI heeft een individuele maximale capaciteit van 250 m³/uur. Er bestaat eveneens de mogelijkheid dat het bemalingswater wordt geloosd via de reeds vergunde WZI’s ter hoogte van Masurebrug en Lobroekdok. Het vergunde uurdebiet van deze WZI’s blijft van toepassing en dient niet verhoogd te worden. 

 

Ter hoogte van de bijkomende locaties van de waterzuiveringsinstallaties wordt ook de bijkomende opslag van WZI-additieven (ijzerchloride, natronloog, zoutzuur en flocculant) en anderzijds extra compressoren, blowers en airco-installaties aangevraagd. Gezien de WZI-additieven ingedeeld zijn in klasse 1 en gelegen zijn in een ander gebied dan een industriegebied en/of op minder dan 100 m afstand van een woongebied, een parkgebied of een recreatiegebied, werd de aanvraag verrijkt met een nota, conform artikel 5.17.4.1.3 van VLAREM II opgesteld door een deskundige erkend voor de discipline externe veiligheid risico’s voor zware ongevallen die aangeeft dat de gevaarlijke producten in een dusdanige fysicochemische toestand verkeren dat zij geen eigenschappen bezitten die een zwaar ongeval met zich kunnen meebrengen. 

Voor het vastleggen van de lozingsvoorwaarden en de monitoringsprogramma’s verwijst het college naar de adviezen van de hiervoor bevoegde administraties. 

 

Zettingen 

Ter hoogte van enkele locaties overschrijden de berekende theoretische eindzettingen de limietwaarden. Het betreft onder andere de spoorweg ter hoogte van de Vork, het bijgebouw van het bouwkundig beschermd erfgoed “Het Pomphuis” en de gebouwen aan Straatsburgdok-Zuidkaai. Op deze locaties dienen de zettingen gemonitord te worden tijdens de bemalingen. Indien nodig zullen bijkomende, specifieke maatregelen genomen worden. Het college acht het aangewezen de nodige zettingsbakens te voorzien ter hoogte van die locaties waar de theoretische zettingen groter zijn dan 20 mm voor gebouwen en een monitoring hiervan op te nemen in de voorwaarden. 

 

Tussentijdse opslagplaats (TOP) 

 

Ten gevolge van de voorziene werken binnen het projectgebied zal er grondverzet plaatsvinden. In dit projectgebied heeft dit betrekking op droog en nat grondverzet. Hiervoor worden verschillende TOP’s aangevraagd. 

 

TOP Vaartkaai 

15.000  

TOP Asiadok 

10.000  

TOP Luikbrug 

565  

TOP Straatsburgdok 

71.462  

 

De meeste gronden die op de tussentijdse opslagplaatsen (TOP’s) gestockeerd worden, voldoen aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen (VLAREBO en bodemdecreet). Ze zijn afkomstig van de werfzones gelegen in Oosterweel perceel 3b. 

 

De aanvraag specifieert niet welke verontreinigingen verwacht kunnen worden in de gronden. Indien de te ontwateren bodemmaterialen verontreinigd zijn met PFAS, zware metalen en/of PAK’s dient uitloging in de bodem vermeden te worden. Stofhinder of visuele verstoring voor bewoners wordt niet verwacht gelet op de ligging van de TOP’s. 

 

Bentonietcentrale 

 

Ter hoogte van het Samgaplateau wordt een nieuwe bentonietcentrale toegevoegd. Daarnaast wordt de inrichting van de drie bentonietcentrales (Samga, Meranti en Tjalkstraat) geüpgraded. Ondanks het feit dat de bentonietcentrales op zich niet indelingsplichtig zijn, zijn bepaalde inrichtingen en/of activiteiten die onderdeel uitmaken van de bentonietcentrale wel afzonderlijk indelingsplichtig. Om vergunningstechnisch steeds te beschikken over een maximale theoretische opstelling, wordt per (cement)bentonietcentrale een standaardpakket aangevraagd voor de volgende indelingsplichtige handelingen:

 

  • 3 luchtcompressoren 
  • 2 labocontainers voor interne kwaliteitscontrole (zonder de productie van afvalwater) 
  • 4 dubbelwandige, verplaatsbare dieselopslagtanks van 2400 liter per tank.

 

Indien de (cement)bentonietcentrale aangesloten kan worden op een hoogspanningscabine, zal de dieselopslag die benodigd is voor de tijdelijke generatoren mogelijk van beperkte duur zijn. De specifieke vermogens en/of capaciteiten zijn opgenomen in de desbetreffende dossierstukken. Zowel naar geluidsproductie als luchtkwaliteit gaat de voorkeur uit naar een elektrificatie van de centrales. Bij de keuze van plaatsing van de centrales en de hoogspanningscabines dient hier maximaal rekening mee gehouden te worden. 

 

Werfketen 

 

Er worden een aantal aanpassingen gevraagd ter hoogte van de werfketen binnen het deelgebied KZT wat leidt tot een daling van het lozingsdebiet aan huishoudelijk afvalwater, verder wordt het aantal airco’s/warmtepompen verminderd met 8 ter hoogte van het Samgaplateau. Ter hoogte van het ketenpark aan de Merantistraat wordt het aantal werfketen verhoogd wat leidt tot een toename van het aantal airco’s en warmtepompen, en tot een verhoging van het lozingsdebiet. 

Tenslotte worden ook 3 transformatoren verwijderd wat leidt tot vermindering van het vermogen met 4.350 kVA.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte, deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Het college beslist gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Nauwkeurige registratie en documentatie van de te slopen structuren die deel uitmaken van het traditionele havenlandschap is noodzakelijk bij uitvoering van de werken.

2. Er moet toegezien worden op het nauwkeurig herstel naar de oorspronkelijke toestand van de tijdelijk te verwijderen structuren en dit met gepaste materialen.

3. Na de werken moet de ondergrond geschikt gemaakt worden voor groenaanleg, herbebossing en bermenlandschap. Dit houdt in dat de grond onder andere voldoende luchtdoorlatend en voedselrijk moet zijn. Als richtlijn kan gekeken worden naar het standaardbestek en bomenplan van stad Antwerpen.

 

Geadviseerde rubriek(en)


Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.1.3.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³;

45.917,00 m³

(nieuw)

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

+2.838,00 m³/jaar

(13.681,00 m³/jaar)

3.4.3°

het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+1.450,00 m³/uur

(2.250,00 m³/uur)

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

-116,00 m³/jaar

(1.444,00 m³/jaar)

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

+1.000,00 m³/uur

(1.800,00 m³/uur)

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

-4.350,00 kVA

(10.480,00 kVA)

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

+4 voertuigen

(169 voertuigen)

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+366,80 kW

(1.451,60 kW)

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

+24,00 ton

(298,88 ton)

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+76,00 ton

(1.788,00 ton)

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

+76,00 ton

(1.791,90 ton)

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

6 labocontainers

(nieuw)

53.11.1°

onttrekken van grondwater, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, en met een netto onttrokken debiet van 2.500 m³ per dag of meer;

+12.240,00 m³/dag

(31.440,00 m³/dag)

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

+2.957.551,00 m³/jaar

(6.494.647,00 m³/jaar)

53.8.3°

andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, met een totaal opgepompte debiet groter dan 30.000 m³ per jaar;

98.600,00 m³/jaar

(hernieuwing)

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³;

+29.453,00 m³

(438.278,00 m³)

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het college acht het aangewezen de nodige zettingsbakens te voorzien ter hoogte van die locaties waar de theoretische zettingen groter zijn dan 20 mm voor gebouwen en een monitoring hiervan op te nemen in de voorwaarden. 

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

14 november 2024

Start openbaar onderzoek

18 november 2024

Einde openbaar onderzoek

17 december 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

3 januari 2025

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Het openbaar onderzoek was nog niet beëindigd op het moment van opmaak van voorliggend omgevingsverslag. Het is aan de vergunningverlenende overheid om eventuele opmerkingen en bezwaarschriften te beoordelen.

  

Informatievergadering

Over de aanvraag werd een informatievergadering georganiseerd op 20 november 2024.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Nauwkeurige registratie en documentatie van de te slopen structuren die deel uitmaken van het traditionele havenlandschap is noodzakelijk bij uitvoering van de werken.

2. Er moet toegezien worden op het nauwkeurig herstel naar de oorspronkelijke toestand van de tijdelijk te verwijderen structuren en dit met gepaste materialen.

3. Na de werken moet de ondergrond geschikt gemaakt worden voor groenaanleg, herbebossing en bermenlandschap. Dit houdt in dat de grond onder andere voldoende luchtdoorlatend en voedselrijk moet zijn. Als richtlijn kan gekeken worden naar het standaardbestek en bomenplan van stad Antwerpen.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het college acht het aangewezen de nodige zettingsbakens te voorzien ter hoogte van die locaties waar de theoretische zettingen groter zijn dan 20 mm voor gebouwen en een monitoring hiervan op te nemen in de voorwaarden. 

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.