Terug
Gepubliceerd op 23/12/2024

2024_CBS_09810 - Omgevingsvergunning - OMV_2024128416. D'Herbouvillekaai 80. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09810 - Omgevingsvergunning - OMV_2024128416. D'Herbouvillekaai 80. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_09810 - Omgevingsvergunning - OMV_2024128416. D'Herbouvillekaai 80. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024128416

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

BV AMAZON TRANSPORT BELGIUM (0738700035) met als contactadres D'Herbouvillekaai 80 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

D'Herbouvillekaai 80 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nr. 2940A

waarvan:

 

-          20201130-0004

afdeling 9 sectie I nr. 2940A (AULA - IIOA)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het actualiseren van de omgevingsvergunning van een logistiek centrum waar (consumenten)goederen tijdelijk opgeslagen worden om vervolgens verspreid te worden met bedrijfsvoertuigen

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 9 april 2021 verleende het college aan Montea nv een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor de nieuwbouw en exploitatie van een logistieke hal met bijhorende infrastructuur, technische installaties en een parkeergebouw (OMV_2020160173). Op 20 mei 2022 werd akte genomen van de melding van overname van deze vergunning door Amazon Transport Belgium bv (OMV_2022056583).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een actualisatie van de lopende vergunning (beperkte verandering).

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) AULA - IIOA
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

2 m³/uur

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

626 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

2x 1.250 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+4 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

0,43 ton

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

-229,50 kW

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

21 november 2024

10 december 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gemengd regionaal bedrijventerrein en specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 Voor zover kan afgeleid worden uit de aangeleverde dossierstukken, zijn er geen wijzigingen aan de gebouwen of functiewijzigingen, en omvat de aanvraag dus geen stedenbouwkundige handelingen, waardoor de gevraagde wijzigingen hebben geen impact op de verenigbaarheid met omgeving en goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 Amazon exploiteert een logistiek centrum waar (consumenten)goederen tijdelijk opgeslagen worden om vervolgens verspreid te worden met bedrijfsvoertuigen. Het terrein bestaat voor het grootste deel uit parkeerplaatsen. Daarnaast is er een magazijn en kantoren. 

 

Voorliggende aanvraag betreft de actualisering van de omgevingsvergunning, inclusief enkele veranderingen en bijkomende activiteiten: 

 

  •       De huishoudelijke afvalwaterstroom wordt omgezet in een bedrijfsafvalwaterstroom omdat poetswater, afkomstig van het reinigen van de parkeergarages, mee geloosd wordt en er slechts één lozingspunt is.
  •       Actualisering van de aanwezige transformatoren, noodgenerator en bluswaterpomp.
  •       Actualisering van aanwezige koelinstallaties en compressoren. 
  •       Actualisering van de opslag van vloeistoffen gekenmerkt door gevarenpictogram GHS07.

 

De klasse-indeling blijft met deze beperkte actualisaties ongewijzigd. Rubriek 12.2.1, gevraagd voor een transformator met een vermogen van 600 kVA, is niet meer van toepassing. Rubrieken 17.3.6.1.a en 12.1.1.1.a worden nieuw gevraagd voor respectievelijk de opslag van 430 kilogram schadelijke vloeistoffen en de noodstroomgenerator en sprinklerinstallatie. Beide rubrieken zijn in de derde klasse ingedeeld. De twee klasse 2-rubrieken in de lopende vergunning (het stallen van bedrijfsvoertuigen en het gebruik van transformatoren met een vermogen van meer dan 1.000 kVA) blijven ongewijzigd. 

 

De transformatoren, noodstroomgenerator en bluswaterpomp zijn voorzien van een lekbak. Producten met een gevaarseigenschap worden eveneens opgeslagen boven een lekbak. De koelinstallaties werken met het koelmiddel R1234ze. Dit koelmiddel heeft een Global Warming Potential (GWP) van 7 en is dus een duurzame en toekomstgerichte keuze. De parkeerterreinen voor de bedrijfsvoertuigen zijn uitgerust met een KWS-afscheider. 

 

Op basis van de gevraagde actualisaties wordt geen bijkomende hinder verwacht. 

 

In de vergunning met referentie OMV_2020160173 werd een afwijking gevraagd en toegestaan waarbij los- en laadactiviteiten ook mogen uitgevoerd worden tussen 19.00 uur en 7.00 uur ongeacht of het weekdagen of weekenddagen betreft. Deze afwijking blijft behouden. 

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4 §3). Dat is hier niet het geval. 
 
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen bijkomende adviezen gevraagd te worden. Dit blijkt uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets. 

Gezien de vergunningsaanvraag louter betrekking heeft op een wijziging van een bestaande vergunning en het voorwerp van de aanvraag geen bijkomende stikstofemissies veroorzaakt, valt voorliggende aanvraag niet onder het toepassingsgebied van de beoordelingskaders van het decreet over de programmatische aanpak stikstof. Een stikstofimpactscore werd dan ook niet toegevoegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting AULA - IIOA)

2 m³/uur

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; (inrichting AULA - IIOA)

625 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; (inrichting AULA - IIOA)

2x 1.250 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting AULA - IIOA)

+4 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting AULA - IIOA)

0,43 ton

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; (inrichting AULA - IIOA)

-229,50 kW

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting AULA - IIOA)

2 m³/uur

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; (inrichting AULA - IIOA)

626 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; (inrichting AULA - IIOA)

2x 1.250 kVA

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting AULA - IIOA)

397 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting AULA - IIOA)

100 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting AULA - IIOA)

0,43 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting AULA - IIOA)

5.000 liter

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; (inrichting AULA - IIOA)

370,50 kW

 

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 november 2024

Volledig en ontvankelijk

21 november 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 januari 2025

Verslag GOA

12 december 2024

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting AULA - IIOA)

2 m³/uur

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; (inrichting AULA - IIOA)

626 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; (inrichting AULA - IIOA)

2x 1.250 kVA

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting AULA - IIOA)

397 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting AULA - IIOA)

100 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting AULA - IIOA)

0,43 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting AULA - IIOA)

5.000 liter

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; (inrichting AULA - IIOA)

370,50 kW

 

Volgende bijzondere milieuvoorwaarden gelden:

 

1. In afwijking op de bepalingen van artikel 5.15.0.6 §1 van Vlarem II mogen los- en laadactiviteiten ook doorgaan tussen 19.00 uur en 7.00 uur ongeacht of het weekdagen of weekenddagen betreft.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.