Terug
Gepubliceerd op 23/12/2024

2024_CBS_09821 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024122653. Vosseschijnstraat 59. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09821 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024122653. Vosseschijnstraat 59. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_09821 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024122653. Vosseschijnstraat 59. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2024122653

Gegevens van de aanvrager:

NV EUROPORTS STORAGE ANTWERP met als adres Land van Waaslaan 5 te 9130 Beveren

Gegevens van de exploitant:

NV EUROPORTS TERMINALS ANTWERP (0474815493) met als contactadres Vosseschijnstraat 51 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Vosseschijnstraat 59 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1609/34B, 1609/19L, 1609/11E, 1609/12F, 1609/17C, 1609/19G, 1609/16M, 1609/16N, 1681/5E, 1681/5D, 1681/7M, 1681/8A, 1706/10A, 1706/13A, 1706/11, 1708/19, 1708L2, 1708/3 en 1708B3

waarvan:

 

-          20201113-0032

afdeling 7 sectie G nrs. 1609/19L, 1681/5D, 1708L2, 1708B3, 1706/11, 1609/34B, 1681/7M, 1681/5E, 1609/17C, 1609/12F, 1609/19G, 1706/10A, 1706/13A, 1708/19, 1681/8A, 1609/11E, 1708/3, 1609/16M en 1609/16N (Euroports NV)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bouw van een bulkloods met zes boxen en verharding voor wegenis en parkeerplaatsen voor vrachtwagens; het veranderen van een op- en overslagbedrijf

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      28/04/2023: omgevingsvergunning (OMV_2023007730) voor het slopen van gebouwen en aanhorigheden, uitbreken van verharding en riolering.

 

Vergunde toestand

Een bouwrijp terrein voor latere herstructureringswerken op de site.

 

Bestaande toestand

De sloopwerken zijn nog niet gestart. Zowel de bebouwing als de verharding is aanwezig, de werken zijn nog niet in uitvoering.

 

Opgemerkt wordt dat in de beschrijvende nota vermeld staat dat de loodsen reeds afgebroken zijn maar op foto’s 3, 5 en 7 zijn evenwel nog loodsen aanwezig.

 

Nieuwe toestand

* functie: 

  > industrie en bedrijvigheid;

  > nieuwe bulkloodsen voor op- en overslag van bulkgoederen;

  > nieuwe verharding rondom de nieuwe loodsen.

 

* bouwvolume:

  > 6 aaneengesloten magazijnen met een totale grondoppervlakte van 32.640 m²;

  > de hoogte bedraagt 17,50 meter.

 

* gevelafwerking:

  > de loodsen worden opgetrokken in betonstructuur met gevels in grijze prefab betonpanelen;

  > de schuifpoorten en vluchtdeuren worden uitgevoerd in een blauwe kleur.

 

* inrichting: 

  > de nieuwe bulkloodsen worden opgetrokken op een terrein ten zuiden van het 3de Havendok en zijn gelegen op circa 30 meter van de kaaimuur. Rondom de loodsen wordt nieuwe wegenis in asfalt en beton aangelegd.

 

Inhoud van de aanvraag

-          Bouwen van nieuwe bulkloodsen;

-          Aanleggen van nieuwe wegenis;

-          Grond gewoonlijk gebruiken als parking voor vrachtwagens.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 8 augustus 2024 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning voor het verder exploiteren van een op- en overslagbedrijf, voor een termijn verstrijkend op 31 december 2025.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de verplaatsing van een aantal stalplaatsen, een afspuitplaats voor voertuigen en de opslag van hout.

 

Aangevraagde rubrieken 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

15.1.2°

Al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

verplaatsing

15.4.1°

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied;

verplaatsing

19.6.1°a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

350 m³

19.6.1°b)

opslagplaatsen in openlucht van hout of soortgelijke producten in industriegebied met een capaciteit van meer dan 200 m³ tot en met 1.600 m³.

-350 m³


 

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

 8 november 2024

29 november 2024

Gunstig

Water-link

13 november 2024

 Dit advies werd niet tijdig uitgebracht.

 

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

13 november 2024

6 december 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

13 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend: - de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en voor – het 2e Havendok, het 3e Havendok en het Albertdok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Op circa 360 meter ten noorden van de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan. Op circa 500 meter ten oosten van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De aanvraag betreft de aanleg van nieuwe dakoppervlakte en verhardingen waardoor de hemelwaterverordening van toepassing is. Een deel van het hemelwater dat valt op het dak van de bulkloodsen (1.530 m² van de 32.640 m²) wordt opgevangen in een hemelwaterput van 100 m³. Dit hemelwater wordt hergebruikt in de afspuitplaats voor het afspuiten van voertuigen die meststoffen transporteren. De aanvrager geeft aan dat een hemelwaterput met een inhoud van 100 m³ voldoende is maar staaft dit niet met cijfers. Het is aangewezen dat de aanvrager dit nog verduidelijkt in het aanvraagdossier.

Het overige hemelwater afkomstig van de daken wordt afgevoerd naar een ondergrondse infiltratievoorziening. De aanvrager wenst een afwijking te bekomen op het plaatsen van een bovengrondse infiltratievoorziening daar een wadi in de voorkaaizone niet opportuun is. De voorziene infiltratievoorziening heeft een volume van 1.560.000 liter en een oppervlakte van 2.608 m² waarmee quasi voldaan wordt aan de vereisten volgens de verordening. De diepte van de infiltratievoorziening bedraagt 160 cm en de wijze van aanleg hiervan wordt verantwoord in het dossier. De grondwaterstanden, gemeten iets ten zuiden van huidige aanvraag, variëren tussen 210 en 160 cm onder het maaiveld. Daarmee blijft de ondergrondse infiltratievoorziening boven deze metingen. De bodem is matig tot goed waterdoorlatend. De vraag tot afwijking voor de ondergrondse aanleg kan gunstig geadviseerd worden.

 

Het hemelwater dat valt op de verharding wordt door de aanvrager integraal beschouwd als potentieel verontreinigd. Wanneer een verontreiniging optreedt, worden de afsluiters in de riolering dicht gezet waardoor het verontreinigde hemelwater kan weggepompt worden en opgehaald door een erkend verwerker. Dit betekent evenwel dat zolang er geen verontreiniging is opgetreden, wat in normale omstandigheden steeds het geval is, zuiver hemelwater wordt geloosd in de dokken. Er dient onderzocht te worden of het niet-verontreinigde hemelwater dat op de verharding valt, eveneens kan worden opgevangen in een infiltratievoorziening in plaats van geloosd in de dokken, om te voldoen aan de hemelwaterverordening. Enkel het effectief verontreinigd hemelwater dient beschouwd te worden als afvalwater en valt aldus niet onder de hemelwaterverordening.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Overige regelgeving

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van

12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden

toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Op 2 augustus 2024 heeft het Agentschap Onroerend Erfgoed akte genomen.

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op een terrein gelegen tussen het 2de Havendok en 3de Havendok worden nieuwe bulkloodsen gebouwd. Deze loodsen vormen één geheel maar van elkaar gescheiden door brandwanden. De loodsen worden gebruikt voor de opslag van bulkgoederen, met name meststoffen, mineralen en ertsen. 

Rondom de nieuwe loodsen wordt nieuwe asfaltverharding aangelegd. Een strook met een breedte van 10 meter langs de noordgevel wordt aangelegd in beton. Op een strook verharding langs de zuidzijde van de loodsen worden 6 parkeerplaatsen voor vrachtwagens aangeduid. 

 

Om voorliggende werken te kunnen uitvoeren, dient de bestaande bebouwing te worden afgebroken. Hiervoor werd reeds een omgevingsvergunning verleend. De herinrichting van het terrein maakte geen deel uit van die vergunning maar wordt met huidige aanvraag aangevraagd.

 

De nieuwe gebouwen dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Door deze zone te herontwikkelen volgens de bestemming die van toepassing is op dit gebied, kan het aansnijden van nieuwe ruimte vermeden worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gebruikte materialen (beton) en kleuren (grijs) zijn kenmerkend en veelgebruikt voor gebouwen in havengebied. De gebruikte materialen en gevelkleur zijn neutraal en aanvaardbaar binnen deze industriële omgeving.

 

De dakdichting werd niet gespecifieerd. Gelet op het hitte-eilandeffect, is een lichte of reflecterende dakdichting aangewezen. Als alternatief kan een groendak overwogen worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Op moment van opmaak van dit verslag was dit advies nog niet uitgebracht. Ook het college hecht belang aan dit advies.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Daar de aanvraag het bouwen van gebouwen voor industrie en bedrijvigheid met een brutovloeroppervlakte van meer dan 15.000 m² betreft, werd een mobiliteitsstudie toegevoegd.

 

Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Het advies luidt als volgt:

Werkelijke parkeerbehoefte

Deze aanvraag omvat het bouwen van een magazijnencomplex met een brutovloeroppervlakte van 31.200 m². Het mober geeft de mobiliteitsbehoefte voor het project weer. De werkelijke parkeerbehoefte wordt berekend aan de hand van de gemeentemonitor Antwerpen, kencijfers van het Richtlijnenboek Mobiliteitseffectenstudies, Mobiliteitstoets en Mober en de Federale Diagnsotiek voor stad Antwerpen. Op basis van het aantal verwachte werknemers (18 werknemers/ha), de modal split in woon-werkverplaatsingen (29% fiets – 28% OV – 38 % auto) en de aanwezigheidsgraad (80 %) wordt de parkeerbehoefte voor dit project vastgelegd op 17 autoparkeerplaatsen. Er wordt niet in shiften gewerkt. Er dienen dus geen extra parkeerplaatsen te worden voorzien voor tijdens de shiftwissel.

 

Nuttige parkeerplaatsen

Er worden 40 nieuwe parkeerplaatsen op het terrein voorzien, ten zuiden van de aangevraagde projectzone. Het is op het inplantingsplan niet duidelijk of deze parkeerplaatsen deel uitmaken van deze vergunningsaanvraag. Het gewoonlijk gebruik van een grond voor het parkeren van voertuigen is een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling.

Het is eveneens niet duidelijk hoe de werknemers vanaf de parking hun werklocatie kunnen bereiken. 

De parking voor personenwagens ligt net naast de circulatieweg voor vrachtwagens, het is niet duidelijk of de parking afgescheiden wordt van die circulatieruimte. De parking dient fysiek afgescheiden te worden van de rest van het terrein en er dient 1 in- en uitrit naar de ontsluitende wegen voorzien te worden. Het is aangewezen dat de aanvrager een inplantingsplan van de volledige site toevoegt ter verduidelijking van de verkeersstromen op de eigen site, alsook de parkeermogelijkheden.

 

Er worden geen elektrische oplaadpunten voor wagens voorzien en ook geen toegankelijke parkeerplaatsen op de parking. Er dienen 2 (6%) aangepaste en toegankelijke parkeerplaatsen en 4 (10%) parkeerplaatsen met elektrische oplaadpunten voor wagens te worden voorzien. Dit wordt opgelegd als voorwaarde. 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

Op het inplantingsplan wordt geen infrastructuur voor fietsers en voetgangers weergegeven. Het is ook onduidelijkheid waar fietsers en voetgangers zich op het terrein zullen begeven. Het is eveneens niet duidelijk hoe de werknemers vanaf de parking hun werklocatie kunnen bereiken.

Aangezien er veel vrachtwagens op het terrein zullen rijden en het over een groot terrein gaat, dienen op eigen terrein de voetganger en fietsstromen gescheiden georganiseerd te worden van het gemotoriseerd verkeer. Dit wordt meegegeven als aanbeveling voor verkeersveiligheid op het eigen terrein.

 

De in- en uitrit naar het openbaar domein staat niet duidelijk weergegeven op de plannen. Er kan niets gezegd worden over de zichtbaarheid of veiligheid. Het lijkt erop dat alle verkeersstromen (vrachtwagen, auto, voetganger, fiets) via dezelfde ingang het terrein zullen opkomen. Het in- en uitrijden vanuit het privaat terrein dient geconcentreerd en veilig te gebeuren naar het openbaar domein. Er dient verduidelijkt te worden hoe de aansluiting op het openbaar domein gebeurt.

 

Fietsvoorzieningen

De fietsstalplaats wordt voorzien in het gebouw van de technische dienst. Op het inplantingsplan staat dit gebouw aangeduid als “sloop vergund”. Op termijn zal de fietsstalplaats dus verdwijnen. Er wordt ook niet aangegeven hoeveel fietsstalplaatsen er voorzien zijn en of deze overdekt en afsluitbaar zijn. 

Daarnaast wordt niet toegelaten dat er geen fysieke afscheiding is tussen fietsberging en overige magazijnruimte. Het gevaar bestaat dan dat de ruimte die ingetekend staat als fietsberging, op termijn als magazijnruimte zal gebruikt worden. Er dient verduidelijkt te worden hoe de fietsstalplaatsen georganiseerd zijn, zowel naar aantal als naar bereikbaarheid.

 

In het mober wordt het aantal benodigde fietsstalplaatsen vastgelegd op 13. Als in de toekomst het aandeel van het personeel dat op duurzame wijze naar het werk komt verhoogt, kunnen er beter meer fietsstalplaatsen voorzien te worden. Aangezien het aantal voorziene parkeerplaatsen voor auto’s ruim voldoende is om de parkeerbehoefte op te vangen, is er op de parking voldoende plaats om fietsstalplaatsen te voorzien.

 

Er is geen fietsinfrastructuur voorzien op de plannen. Het is niet duidelijk waar de fietsers op het terrein moeten rijden. Er dient afgescheiden fietsinfrastructuur op het terrein voorzien te worden van op de openbare weg tot aan de fietsenstalling. Dit wordt meegegeven als aanbeveling voor verkeersveiligheid op het eigen terrein.

 

Laden en lossen

De meeste producten worden aangevoerd per schip. Ze worden vanuit het schip ofwel rechtstreeks overgeladen in een ander schip ofwel gelost in een magazijn. Vanuit de magazijnen kunnen de producten opnieuw in bulk geladen worden in vrachtwagens, schepen of containers of opgezakt worden. Laden van vrachtwagens gebeurt in het magazijn of voor het magazijn, onder de luifel. 

Dagelijks worden er gemiddeld 30 vrachtwagens verwacht. Dit resulteert op het drukste uur in een parkeerbehoefte voor vrachtwagens van 4 parkeerplaatsen.

Er worden 6 parkeerplaatsen voor trucks voorzien. Laden en lossen van vrachtwagens en opstellen van wachtende vrachtwagens gebeurt volledig op eigen terrein

 


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Euroports is een bedrijf dat instaat voor de op- en overslag van diverse bulkgoederen en stukgoederen. Deze op- en overslag omvat voornamelijk meststoffen, ertsen en mineralen. Het voorwerp van deze aanvraag betreft de plaatsing van een nieuw magazijn.

 

De exploitant beschikt over een vergunning van bepaalde duur, namelijk tot 31 december 2025 (OMV_2024041798). Euroports wenst ook deze aanvraag voor bepaalde duur aan te vragen, gelijklopend met de vervaldatum van de basisvergunning, namelijk 31 december 2025.

 

Het voorwerp van deze aanvraag betreft de plaatsing van een nieuw magazijn dat zal gebruikt worden voor het stallen van voertuigen en de opslag van hout.

 

Het aantal stalplaatsen wordt niet gewijzigd, wel worden de 71 stalplaatsen verdeeld over 5 locaties in plaats van 4 locaties. De bijkomende locatie betreft het nieuwe magazijn. De vier huidige locaties blijven ongewijzigd.

 

Eén van de drie wasplaatsen voor voertuigen wordt verplaatst. Het totaal aantal te wassen voertuigen blijft ongewijzigd. Op de nieuwe locatie zal er hemelwater hergebruikt worden voor het afspuiten van de voertuigen. Het hemelwater zal afkomstig zijn uit de nieuwe hemelwaterput van 100 m³ die zich naast de afspuitzone zal bevinden.

 

De opslag van hout met een totale opslagcapaciteit van 900 m³ blijft ongewijzigd, maar zal verdeeld worden over twee locaties, waarvan een deel binnen in een magazijn komt te liggen. Hierdoor wordt ook rubriek 19.6.1°a) aangevraagd.

 

Voor de overige rubrieken blijft de aanvraag ongewijzigd.

 

Er werd een geluidsstudie, opgemaakt door dBA-Plan, toegevoegd aan het dossier. Hierin wordt er geconcludeerd dat de bouw van het nieuwe magazijn op de Zuidkaai er niet toe zal leiden dat de VLAREM II-grenswaarden voor nieuwe inrichtingen in het gedrang zullen komen.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 


Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dienen minstens 2 (6%) aangepaste en toegankelijke parkeerplaatsen en 4 (10%) parkeerplaatsen met elektrische oplaadpunten en laadinfrastructuur voor wagens voorzien te worden;

2. Het in- en uitrijden vanuit het privaat terrein dient geconcentreerd en veilig te gebeuren naar het openbaar domein;

3. Er dient verduidelijkt te worden hoe de fietsstalplaatsen georganiseerd zijn, zowel naar aantal als naar bereikbaarheid;

4. Parkeren dient steeds op eigen terrein te gebeuren.

 

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

15.1.2°

Al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

verplaatsing

15.4.1°

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied;

verplaatsing

19.6.1°a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

350 m³

19.6.1°b)

opslagplaatsen in openlucht van hout of soortgelijke producten in industriegebied met een capaciteit van meer dan 200 m³ tot en met 1.600 m³.

-350 m³

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

7 november 2024

Start openbaar onderzoek

16 november 2024

Einde openbaar onderzoek

15 december 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

27 december 2024

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek was nog niet beëindigd op het ogenblik van opmaak van voorliggend omgevingsverslag. Het is aan de vergunningverlenende overheid om een beoordeling te doen van de eventueel ingediende bezwaren, opmerkingen en standpunten.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden en voor zover het advies van de Brandweerzone Antwerpen gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dienen minstens 2 (6%) aangepaste en toegankelijke parkeerplaatsen en 4 (10%) parkeerplaatsen met elektrische oplaadpunten en laadinfrastructuur voor wagens voorzien te worden;

2. Het in- en uitrijden vanuit het privaat terrein dient geconcentreerd en veilig te gebeuren naar het openbaar domein;

3. Er dient verduidelijkt te worden hoe de fietsstalplaatsen georganiseerd zijn, zowel naar aantal als naar bereikbaarheid;

4. Parkeren dient steeds op eigen terrein te gebeuren.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.