Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024072206 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Johnny Pluym met als adres Bloemenlei 34 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: | Maatsweg 6 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 5 sectie E nr. 394V |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van de bestaande bebouwing en oprichten van een studentenhuisvesting met 4 kamers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/11/2019: weigering deputatie na weigering college (OMV_2019001160) voor het slopen van bestaande bebouwing en bouwen van een eengezinswoning;
- 06/12/2016: proces verbaal (AN.66.LB.151052/2016) voor het slopen van de bebouwing;
- 04/08/1933: vergunning (1933#44379) voor binnenveranderingen.
Vergunde toestand
- functie: wonen – eengezinswoning;
- bouwvolume:
Bestaande toestand
- enkel een deel van de voorgevel, één balk van verdiepingsvloer en de betonnen vloer ter hoogte van het maaiveld zijn nog aanwezig.
Nieuwe toestand
- functie: wonen – studentenhuisvesting met 4 kamers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande bebouwing;
- oprichten van een studentenhuisvesting met 4 kamers;
- wijzigen van de scheimuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Fluvius System Operator | 25 juli 2024 | 31 juli 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 25 juli 2024 | 9 september 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 25 juli 2024 | 25 juli 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 25 juli 2024 | 18 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 25 juli 2024 | 20 augustus 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 25 juli 2024 | 4 oktober 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Maatsweg, goedgekeurd op 26 september 2022. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1. zone voor wonen (wo) en artikel 2. zone voor publiek domein (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- 2 Bijzondere voorschriften
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via HYPERLINK “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing.
Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het overstromingsveilig pluviaal peil bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt 5,03 mTAW. Bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt de pluviale waterdiepte die gemodelleerd wordt tegen het gebouw circa 50 cm. De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping zit daarboven.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften. De directe omgeving bestaat uit een mix van één- en meergezinswoningen met Campus Pothoek van Karel de Grote Hogeschool tegenover het einde van de straat. Het beoogde woongebouw, bestaande uit 4 studentenkamers, is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De nieuwbouw bestaat uit twee bouwlagen onder een zadeldak met een kroonlijsthoogte van 7 meter en een nokhoogte van 11,5 meter gelijk aan die van de rechter aanpalende. Zowel aan de voor- als aan de achterzijde wordt een dakkapel voorzien. De gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 11 meter en op de eerste verdieping 9 meter. Ook gelijkaardig aan die van de rechter aanpalende. Het gelijkvloers houdt 5,1 meter afstand van de achterste perceelsgrens. De bouwdieptes en -hoogtes overschrijden de gangbaar gehanteerde maten in de omgeving niet. Er wordt een kwalitatieve aansluiting gegenereerd op de bestaande bebouwing en de toekomstige mogelijkheden in het bouwblok. Het volume is qua schaal en ruimtegebruik inpasbaar in de omgeving.
Rechts achteraan de eerste verdieping wordt een dakterras voorzien tot op de perceelsgrens net zoals bij de rechter aanpalende in bestaande toestand. Echter is het dakterras van de rechter aanpalende vergund met een afstand van 1,91 meter van de perceelsgrens.
Terrassen dienen geconcipieerd te worden op een afstand onder een denkbeeldige hoek van 45° van de perceelsgrenzen om inkijk naar de aanpalende percelen te vermijden. Gezien de densiteit van het bouwblok is een bouwdiepte van 9 meter op de verdiepingen het maximum. Het optrekken van een vrijstaande scheimuur tot een diepte van 11 meter, is bijgevolg niet aanvaardbaar. Bijgevolg wordt het dakterras achteraan de eerste verdieping uitgesloten van de vergunning.
Er wordt opgemerkt dat het terreinprofiel foutief is opgetekend. De gelijkvloerse bouwdiepte van de rechter aanpalende wordt gelijk opgetekend aan die van het eigen perceel. Op de snede zijn de profielen echter wel correct weergegeven. De uitbreiding van de scheimuur op de eerste verdieping wordt uitgesloten van de vergunning zoals in rood aangeduid op de snede.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met groenkleurige geglazuurde tegels met een prefab betonnen gevelplint. Er wordt natuurlijk geadoniseerd aluminium buitenschrijnwerk voorzien. De dakrand en de dakkapellen worden uitgevoerd in zink. De indeling en verhoudingen van de gevelopeningen en bijhorend schrijnwerk vormen een evenwichtig geheel en respecteren het straatbeeld. De gevelafwerking is niet kenmerkend in de omgeving maar binnen deze specifieke stedelijke context van Maatsweg wel uitzonderlijk aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
De rij arbeiderswoningen werd in de vastgestelde inventaris opgenomen omwille van de historische waarde en de ensemblewaarde. In 2022 werd beslist dit erfgoedobject te schrappen wegens het ontbreken van de ensemblewaarde door verbouwingen en sloop.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gemeenschappelijke badkamer is vanuit de kamers enkel bereikbaar via de inkom/fietsenberging. Bovendien bedraagt de oppervlakte slechts 2,3 m2.
Een gemeenschappelijke badkamer voor 4 studentenkamers dient een oppervlakte te hebben van minimaal 5,1 m2 om van voldoende gebruiksgenot te kunnen spreken. Door de bereikbaarheid én de beperkte oppervlakte kan er bezwaarlijk gesteld worden dat de voorgestelde badkamer voldoet aan de actuele eisen inzake wooncomfort en gebruiksgenot. Door de badkamer en de afvalberging te wisselen kan de badkamer een aanvaardbare grootte aannemen. Deze gewijzigde locatie garandeert daarnaast voldoende gebruiksgenot. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd de badkamer en afvalberging te voorzien zoals in rood aangeduid op het grondplan.
Fietsvoorzieningen: De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarde: Vermits de tussenafstand bij de fietsstalplaatsen beperkt is tot 47 cm moeten deze uitgevoerd worden in een hoog-laag systeem om de fietsen comfortabel te kunnen stallen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. De nieuwbouw betreft het bouwen van de 4 studentenkoten/kamerwoningen. 4 kamerwoningen met parkeernorm 0,15 --> 4 x 0.15 = 0.6 De parkeerbehoefte is 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De badkamer en afvalberging te voorzien zoals in rood aangeduid op het grondplan.
2. De fietsstalplaatsen uit te voeren in een hoog-laag systeem.
3. Alle handelingen, werken en wijzigingen in functie het dakterras op de eerste verdieping (inclusief het uitbreiden van de scheimuur op de eerste verdieping zoals in rood aangeduid op de snede) worden uitgesloten van de vergunning.
4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Standpunt college
Het college sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het college merkt evenwel op dat in de parkeerparagraaf de bijstelling ten gevolge van de vergunde toestand niet werd opgenomen. De parkeerparagraaf wordt vervangen als volgt:
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. De nieuwbouw betreft het bouwen van de 4 studentenkoten/kamerwoningen. 4 kamerwoningen met parkeernorm 0,15 --> 4 x 0.15 = 0.6 De parkeerbehoefte is 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. |
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. In vergunde toestand was er een eengezinswoning aanwezig, waarvan de parkeerbehoefte reeds werd afgewenteld op het openbaar domein. De parkeernorm voor een eengezinswoning bedraagt 1. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 - 1 = 0. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 mei 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 25 juli 2024 |
Start 1e openbaar onderzoek | 5 augustus 2024 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 3 september 2024 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 19 september 2024 |
Start laatste openbaar onderzoek | 27 september 2024 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 26 oktober 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 januari 2025 |
Verslag GOA | 19 december 2024 |
Naam GOA | Wim Van Roosendael |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De affiche werd niet aangeplakt uiterlijk op de dag voor de begindatum van het openbaar onderzoek en tot en met de laatste dag daarvan conform de bepalingen van artikel 20 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Technische en financiële verantwoordelijkheid: De bezwaarindiener legt de financiële en technische gevolgen aangaande het verhogen van zijn schoorsteen en afvoerkanalen ten laste van de aanvragers.
Evaluatie: De aangehaalde elementen betreffen burgerrechtelijke elementen die geen onderdeel uitmaken van de beoordeling van voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De badkamer en afvalberging te voorzien zoals in rood aangeduid op het grondplan.
2. De fietsstalplaatsen uit te voeren in een hoog-laag systeem.
3. Alle handelingen, werken en wijzigingen in functie het dakterras op de eerste verdieping (inclusief het uitbreiden van de scheimuur op de eerste verdieping zoals in rood aangeduid op de snede) worden uitgesloten van de vergunning.
4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.