Terug
Gepubliceerd op 23/12/2024

2024_CBS_09806 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024056493. Turnhoutsebaan, Rodekruisplein, Lakborslei, Ten Eekhovelei, Groot Schijn zonder nummer. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09806 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024056493. Turnhoutsebaan, Rodekruisplein, Lakborslei, Ten Eekhovelei, Groot Schijn zonder nummer. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_09806 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024056493. Turnhoutsebaan, Rodekruisplein, Lakborslei, Ten Eekhovelei, Groot Schijn zonder nummer. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen;

- het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen voor beslissing over de zaak van de wegen.

 

Projectnummer:

OMV_2024056493

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA (0267402076) met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Turnhoutsebaan, Rodekruisplein, Lakborslei, Ten Eekhovelei, Groot Schijn zonder nummer te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 25 sectie A nrs. 48C, 49C, 56E10, 56F10, 56D9, afdeling 28 sectie A nrs. 33K2, 33L2, afdeling 29 sectie A nrs. 599C26, 599H26, 599K29, 599E29, 599D29, 599F29, 607N, 610G, 610F, 611C, 611F, 612R4, 612B7, 613P, 613N, 615C, 620F2, 621A, 626F, 626E, 629B, 631C, 631D, 631E en 632C

waarvan:

 

-     20240207-0065

afdeling 29 sectie A nrs. 621A, afdeling 25 48C, afdeling 29 613P, 615C, afdeling 25 49C, afdeling 29 620F2, 610F, 611C, 599E29, 610G, 612B7, 599D29, afdeling 25 56D9 en afdeling 29 611F (Bemaling Ringpark Groot Schijn)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, vegetatiewijzigingen

Voorwerp van de aanvraag:

realiseren van Ringpark Het Schijn met terreinaanlegwerken, slopen van een pastorijmuur en garageboxen, verbouwen van een keermuur, ontbossing, aanleg speel- en sportterreinen en exploitatie van een bronbemaling

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-     20/11/2020: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2020034861) voor het bouwen en de exploitatie van de Oosterweelverbinding;

-     20/03/2015: GRUP ‘Oosterweelverbinding – wijziging’ definitief vastgesteld door de Vlaamse regering, op 16 april 2015 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en officieel van kracht op 30 april 2015;

-     6/06/2006 GRUP ‘Oosterweelverbinding’ definitief vastgesteld door de Vlaamse regering;

-     15/12/2000: Masterplan voor Antwerpen goedgekeurd door de Vlaamse regering. Dit Masterplan streeft 3 doelstellingen na, met name de bereikbaarheid van stad en haven garanderen, de leefbaarheid verbeteren en de verkeersveiligheid verhogen.

 

Vergunde toestand 

-     rondgemaakte Antwerpse Ring (Oosterweelverbinding);

-     heraangelegde R1:

-     overkapt van het Albertkanaal tot de Luchtbal;

-     verdiept binnen een bermenlandschap van de kerk tot Burgemeester Jozef Masurebrug;

-     vernieuwde snelwegen en heraangelegde knooppunten;

-     verlengde nutsleidingen;

-     waterzuiveringsinstallaties en persleidingen;

-     groen- en recreatiezones;

-     fietspaden en wandelwegen langsheen autowegen en door groenzones.

 

Bestaande toestand

-     projectzone Oosterweelverbinding, segment zone oost – werken in uitvoering.

 

Nieuwe toestand

-     Ringpark Het Schijn.

 

Inhoud van de aanvraag 

-     vellen van hoogstammige bomen die geen deel uitmaken van een bos;

-     ontbossen van een gebied (4 clusters) met een totale oppervlakte van 4.144 m²;

-     aanzienlijk wijzigen van het bodemreliëf;

-     slopen en verbouwen van infrastructuur;

-     aanleggen van nieuwe verhardingen, infrastructuur en nutsleidingen;

-     bouwen en verbouwen van vrijstaande bijgebouwen (tuinbergingen en garageboxen);

-     wijzigen van de rooilijn.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Voorliggende aanvraag omvat de aanleg van het Ringpark Groot Schijn. Het milieutechnische luik van deze aanvraag omvat de bemaling klasse 2 die hierbij noodzakelijk is. Er worden verhoogde lozingsnormen gevraagd voor negen parameters evenals twee bijstellingen op de sectorale voorwaarden.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Ringpark Groot Schijn
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

65 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.1°b)

bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5000 m³ bemalingswater per jaar: gelegen in beschermde duingebieden, aangeduid op grond van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen of in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied, met een debiet van meer dan 500 m³ per dag of meer dan 30.000 m³ per jaar, tot maximaal van 2.000 m³ per dag.

1.560 m³/dag

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling Ringpark Groot Schijn

1.

Bij te stellen voorwaarde:

1) Er worden verhoogde lozingsnormen aangevraagd voor:

-     arseen;

-     PFOA vertakt;

-     PFBA (perfluor-n-butaanzuur);

-     PFBS (perfluor-n-butaansulfonzuur);

-     PFPeA (perfluor-n-pentaanzuur);

-     PFHxA (perfluor-n-hexaanzuur);

-     PFOA (perfluor-n-octaanzuur lineair);

-     PFOA totaal (perfluor-n-octaanzuur);

-     elektrische geleidbaarheid.

 

2) Afwijking op bijlage 4.2.5.1 controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters: aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft, wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, maar enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II artikel 5.53.3.2. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

 

3) Afwijking op bijlage 4.2.5.2 controle en beoordeling van de meetresultaten op lozing van bedrijfsafvalwater en koelwater. De staalname van het bemalingswater voor opstart en gedurende de bemaling door middel van staalnamekraan op de collector.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling

1) verhoogde lozingsnormen voor:

-     arseen = 50 µg/liter;

-     PFOA vertakt;

-     PFBA (Perfluor-n-butaanzuur) = 100 ng/liter;

-     PFBS (Perfluor-n-butaansulfonzuur) = 100 ng/liter;

-     PFPeA (Perfluor-n-pentaanzuur) = 100 ng/liter;

-     PFHxA (Perfluor-n-hexaanzuur) = 100 ng/liter;

-     PFOA (Perfluor-n-octaanzuur lineair) = 100 ng/liter;

-     PFOA totaal (Perfluor-n-octaanzuur) = 100 ng/liter;

-     elektrische geleidbaarheid = 3400 µS/cm;

2) zie hierboven;

3) zie hierboven. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

14 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (B.A.M.)

14 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

14 november 2024

13 december 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

14 november 2024 

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

14 november 2024 

21 november 2024

Geen bezwaar

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Sporting A & Sociaal Ruimtelijke Veiligheid - Trage wegen

14 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

14 november 2024

18 november 2024

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

14 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

14 november 2024

19 november 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

14 november 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

14 november 2024

29 november 2024

 

Gemeentewegen

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

De gemeenteraad moet nog een beslissing nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor dagrecreatie, parkgebied, gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen en gebied voor wegeninfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan PRUP Provinciaal Groendomein Rivierenhof, goedgekeurd op 25 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: parkgebied: cultureel erfgoed en tuinen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Deurne Dorp, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor aaneengesloten bebouwing type g woningen in historisch waardevolle context-art. 5.7, zone voor private tuinen-art. 12, zone voor bijzondere gebouwtypes-art. 9, zone voor parkgebied-art. 15, zone voor bedrijvigheid met nabestemming park-art. 10, zone voor voetwegen-art. 4.2 en zone voor wegenis-art. 4.1.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, het GRUP Oosterweelverbinding en het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:

-     artikel 5.1 Gebied voor dagrecreatie: 
De bedding van het Groot Schijn wordt verlegd in het aangeduide gebied voor dagrecreatie. 

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg Deurne Dorp op volgende punten:

-     artikel 4.2 Zone voor voetwegen:
Voorziene trage wegen wijken af van de aangeduide contour, alsook van de materialisatie;

-     artikel 4.3 Oversteekplaats “Schijn”:
De drie nieuwe oversteekplaatsen wijken af van de aangeduide zone in het BPA;

-     artikel 10 Zone voor bedrijvigheid met nabestemming, nabestemming park:
Actieve dagrecreatie wordt voorzien in de vorm van volkstuinen. Afsluitingen, vaste constructies en bergplaatsen zijn niet toegelaten;

-     artikel 12 Zone voor private tuinen:
De zonering komt niet overeen met de juridische en kadastrale perceelgrenzen. Hiervoor wordt verwezen naar de noordzijde van de woontorens Rivierenhof aan de Turnhoutsebaan;

-     artikel 15 Zone voor parkgebied:
De inrichting van de wegenis wijkt af van de opgelegde materialisatie. Actieve dagrecreatie wordt eveneens niet toegelaten. Bergplaatsen en vaste constructies zijn niet toegelaten;

-     artikel 16 Zone voor openluchtrecreatie:
Deze zone wordt in het ontwerp niet volledig ingevuld door openluchtrecreatie. De materialisatie van de wegenis wijkt bovendien ook af van de voorschriften;

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

-     Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024. 

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-     Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Context

Ringpark Het Schijn kadert binnen de Grote Verbinding. 

 

Het gebied langs de R1 werd opgedeeld in zes zones en 18 leefbaarheidsprojecten. Ringpark Het Schijn vormt één van deze leefbaarheidsprojecten. Voorliggende aanvraag vormt een eerste fase in de ontwikkeling van het park, namelijk het deel dat niet gebruikt wordt als werfzone voor de werken aan de Oosterweelverbinding. Hierdoor kunnen de buurtbewoners reeds van Ringpark Het Schijn genieten nog voor de Ringtunnel gerealiseerd is. 

 

Het projectgebied maakt deel uit van een grote open ruimte die Deurne Noord afschermt van de R1. Voorliggende aanvraag omvat het gebied dat wordt afgebakend door het Groot Schijn en de werfzone van de Oosterweelverbinding in het westen, het pompstation Groot Schijn en onderhoudsstation van De Lijn in het noorden, de achterkanten van de bebouwde percelen langs de Ten Eekhovelei-Lakborslei in het oosten en de Turnhoutsebaan in het zuiden. Doorheen het projectgebied stroomt het Groot Schijn, loopt het ringfietspad en zijn volkstuinclusters gesitueerd. Vanaf de Ten Eekhovelei en de Lakborslei zijn enkele doorsteken naar het projectgebied. De bebouwing van de voormalige garage Soethout en een strip garageboxen dringen tot diep in de open ruimte. De pastorijtuin die ooit in de natuurlijke vallei van het Groot Schijn lag, werd opgehoogd om een deel ervan aan te leggen als parking (Rodekruisplein). 

 

Het projectgebied overlapt op verschillende plaatsen met andere vergunde werken die reeds in uitvoering zijn of nog opgestart moeten worden. Het betreffen tijdelijke en definitieve werken in kader van de Oosterweelverbinding en de heraanleg van de Lakborslei waarbij het Rodekruisplein een toegang krijgt tot het Ringpark. 

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag valt gedeeltelijk binnen het BPA Deurne-Dorp en gedeeltelijk binnen het gewestplan. 

 

De bestemmingen van het gewestplan betreffen parkgebied, zone voor dagrecreatie en woongebied. De verlegging van de bedding van het Groot Schijn is niet in overeenstemming met de bestemming dagrecreatie. De aanvrager motiveert de afwijking door toepassing van artikel 4.4.7§2 van de VCRO en het uitvoeringsbesluit handelingen van algemeen belang. De voorgestelde veranderingen beïnvloeden de waterhuishouding niet negatief, de waterafvoer behouden blijft en het retentievermogen wordt vergroot. De ruimtelijke impact is bijgevolg minimaal en de motivatie wordt bijgetreden. 

 

In het BPA Deurne-Dorp wordt de zone van het Ringpark Het Schijn ook aangeduid als een parkzone. De inplanting van de padenstructuur, de oversteekplaatsen over het Groot Schijn, de inrichting van volkstuinen en oprichting van bergingen bij de volkstuinen komen niet overeen met de voorschriften van het BPA. De geest van het BPA Deurne-Dorp blijft echter behouden, de handelingen kaderen in het algemeen belang en de ruimtelijke impact van de afwijkingen zijn beperkt. De motivatie voor de afwijkingen wordt bijgetreden. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De Schijnvallei vormt het structurerende element van het Ringpark. Door de aanleg van de Ringtunnel kom het Schijn dichter tegen de snelweg aan te liggen dan nu het geval is en dreigt de rivier te verworden tot een randverschijnsel van het park. 

 

De aanvraag omvat dan ook een verplaatsing van de bedding van het Groot Schijn waardoor deze de identiteitsdrager van het Ringpark wordt. Stroomopwaarts van het pompgemaal wordt het Groot Schijn verlegd naar het oosten op de plaats waar nu volkstuinen gelegen zijn. Vervolgens meandert het Groot Schijn terug naar de oorspronkelijke positie ter hoogte van de Pastorijtuin en de residenties Rivierenhof. Twee zijmeanders worden toegevoegd zodat twee eilanden in het Ringpark ontstaan. De herpositionering van het Groot Schijn zorgt er ook voor dat er meer ruimte ontstaat om een geleidelijke overgang te kunnen creëren tussen het park en de overkapping waarover in de toekomst een groene nerf van Deurne naar Borgerhout zal lopen. Daarnaast zorgt de herpositionering ervoor dat er ruimte vrijkomt voor de aanleg van de bypass die voor de tijdelijk doorstroming van het verkeer op de ring moet zorgen tijdens de aanleg van de verdiepte ring. 

De herpositionering van het Groot Schijn zorgt voor meer variatie in de vormgeving van het Ringpark. Steile oevers worden afgewisseld met flauwe en overstroombare oevers die een plaatselijke verwijding van het watervlak kunnen manifesteren als het waterpeil stijgt. De twee eilanden worden met een verschillende sfeer ontworpen. Terwijl het ene als een parkeiland wordt uitgewerkt, wordt het andere als een besloten eco-eiland vormgegeven. Waar de ruimte van de Schijnvallei zich vernauwt terwijl de hoogteverschillen nog substantieel zijn, wordt de overgang vormgegeven in een kloofje. 

 

Vier nieuwe of opgewaardeerde entreepleinen worden evenredig verdeeld over de lengte van het projectgebied en maken het park toegankelijk vanuit de directe omgeving. De volkstuinclusters worden verplaatst naar de achterzijden van de Ten Eekhovelei en de Jumbo-parking om ruimte te maken voor de hermeanderende Grote Schijn. Het streefdoel is op lange termijn om de volkstuinen definitief te verhuizen naar de overkapping van de ring om zo de parkranden kwalitatief te kunnen herontwikkelen. 

Een tijdelijke invulling van garage Soethout met buurtondersteunende initiatieven (OMV_2023149811) zet daarin een eerste stap. De aansluitende parkruimte wordt hier opgeladen met actieve sport- en spelvoorzieningen. De pastorijtuin wordt geïntegreerd in het park waardoor de verankering met de buurt wordt versterkt. De garageboxen die gesitueerd worden tussen de voormalige garage Thuy en de pastorij en die diep in de parkruimte dringen worden gesloopt in functie van de verplaatsing van een volkstuincluster. 

Het afgesplitste deel van de pastorijtuin voor de aanleg van het Rodekruisplein wordt terug verlaagd richting het natuurlijke maaiveld en sluit daarmee terug aan op de pastorijtuin. Hiervoor moet de bestaande grondkerende muur worden afgebroken. Elke volkstuincluster wordt voorzien van een constructie de bestaat uit een open en met luifel overdekt gedeelte en een afgesloten gedeelte dat dienstdoet als gemeenschappelijke berging.

 

Er worden paden door het park en entreepleinen vanaf de Lakborslei en de Ten Eekhovelei aangelegd. Verder blijft het Ringpark groen en onverhard. Waar mogelijk blijven bomen maximaal behouden. Op sommige plaatsen worden bomen geveld om paden of de hermeandering te kunnen realiseren. 

De nieuwe paden worden hiërarchisch gestructureerd met een hoofdpad in betonverharding en secundaire paden in halfverharding. De hoofdpaden worden opgenomen in het rooilijnenplan. Verder omvat de aanvraag de uitwerking van drie bruggen over het Groot Schijn en een verlaging van de keermuur ter hoogte van het pompgemaal.

 

Het Ringpark Het Schijn fase 1 bevat 13.400 m² ruimte die in aanmerking komt voor boscompensatie. Daarvan moet 8.319 m² gebruikt worden voor compensatie vanuit voorliggende aanvraag. De overige 5.100 m² zal eveneens aangesproken worden voor boscompensatie van de overige ontwikkelingen langs de ring. Daarvoor wordt een gecoördineerde vergunningsaanvraag voorbereid zodat de totale zone van 13.400 m² gelijktijdig kan worden gerealiseerd. De uitvoering van de totale boszone is dus afhankelijk van een bijkomende vergunning. De toekomstige vergunningsaanvraag zal echter niet de bestemming noch de inhoud van de boszones wijzigen zoals ze in dit ontwerp voorzien zijn. 

 

Het dossier voor het Ringpark Het Schijn fase 1 werd in de verschillende ontwerpfases besproken met de bevoegde stadsdiensten op het Coördinatieoverleg Openbaar Domein. De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Bodemreliëf

De aanvraag omvat belangrijke reliëfwijzigingen met verlagingen van het maaiveld om een overstroombaar landschap met bijbehorende vegetatie te verkrijgen en om de hemelwaterinfiltratie te ondersteunen. Deze reliëfwijzigingen worden gunstig beoordeeld omdat hierdoor ruimte voor water wordt gecreëerd. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken / ASTRID levert een gunstig advies met volgende motivatie aan:

“Gezien geen van de deelprojecten binnen de criteria van de VCA valt, heeft de commissie beslist dat er geen verplichting is tot ASTRID indoordekking.” 

Dit gunstig advies wordt bijgetreden. 

 

Het advies van de stedelijke dienst Publieke Ruimte leest als volgt:

“Het dossier werd in de verschillende ontwerpfasen besproken met SW/O&U stadsontwikkeling, ontwerp en uitvoering – publieke ruimte en alle betrokken diensten. Er kan een gunstig advies worden afgeleverd.

De bouwheer zal voor de werken contact dienen op te nemen met Stadsontwikkeling – afdeling Publieke Ruimte, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen of via mail: herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken. 

Meer informatie vindt u op:

https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-ofaanpassing-na-werken.”

Het advies wordt bijgetreden en de voorwaarde wordt bij de vergunning opgenomen.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan Stadsbeheer/Groen en begraafplaatsen. Zij formuleren voorwaardelijk gunstig advies: 

De aanvraag gaat over de aanleg van Ringpark Het Schijn, waarbij een groot aantal ingrepen gepland staan om dit toekomstige park te ontwerpen. Er dient echter maximaal rekening gehouden te worden met het bestaande waardevolle groen en bestaande bomen. Dit moet maximaal behouden blijven en beschermd worden. Er worden 56 hoogstammige bomen geveld met een stamomtrek >1 m en een aantal niet vergunningsplichtige bomen met een stamomtrek <1 m. Deze moeten gecompenseerd worden binnen de parkcontour met min. plantmaat 20-25. Compensatievoorstel toevoegen.

Tijdens de schoontijd van 1 april tot en met 30 juni mogen geen werkzaamheden uitgevoerd worden om de natuur niet te verstoren.

Schade ondergronds en bovengronds door transportbewegingen en graafwerken aan het te behouden bomenbestand moet vermeden worden. De te nemen maatregelen (werfweg, stockage, enzovoort) moeten worden beschreven in een plan van aanpak in overeenstemming met het standaardbestek 250, hoofdstuk 2-14, 4 Bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken en worden toegevoegd in het dossier.

Bodemverdichting dient altijd vermeden te worden.

Schade aan het te behouden bomenbestand door graafwerken doormiddel van het afgraven of ophogen moet worden vermeden.

(Tijdelijke) stockage van de afgegraven grond of aangevoerde grond mag niet gebeuren in de kroonprojectie van te behouden bomen. 

Aan- en afrijbewegingen mogen niet gebeuren in de kroonprojectie van het te behouden bomenbestand. Als er geen andere optie is dient de aanleg van de werfweg te gebeuren in overeenstemming met het standaardbestek 250, hoofdstuk 2-14, 4 Bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken.”

Het advies leest voorwaardelijk gunstig met volgende voorwaarden:

-     Compensatievoorstel toevoegen voor het vellen van 56 hoogstammige bomen;

-     Minimale plantmaat compensatievoorstel is 20/25 cm omtrek;

-     Geen werken uitvoeren tijdens de schoontijd van 1 april tot en met 30 juni;

-     Schade ondergronds en bovengronds door transportbewegingen en graafwerken aan het te behouden bomenbestand moet vermeden worden. Een plan van aanpak moet toegevoegd worden in het dossier;

-     Schade en mogelijke gevolgschade wordt in kaart gebracht volgens de uniforme methode voor waardebepaling door het VVOG opgesteld.  De kosten die hieruit voortvloeien, worden verhaald op de uitvoerder;

-     Bodemverdichting in de te behouden bomen- en boszones moet te allen tijde worden vermeden;

-     In het te behouden bomenbestand mogen geen graafwerken uitgevoerd worden die het afgraven of ophogen van de grond met zich meebrengen;

-     Geen (tijdelijke) stockage van de afgegraven grond of aangevoerde grond in de kroonprojectie van te behouden bomen;

-     Geen aan- of afrijbewegingen in de kroonprojectie van te behouden bomen.

Het advies wordt bijgetreden en bovenstaande voorwaarden worden mee in de vergunning opgenomen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De opdracht voor het ontwerp van Ringpark Groot Schijn kadert binnen De Grote Verbinding en bouwt verder op de opdracht van het Toekomstverbond “Over de Ring” die liep van najaar 2017 tot zomer 2018. Binnen deze opdracht werd het gebied langsheen de R1 in Antwerpen opgedeeld in zes zones waarin 18 leefbaarheidsprojecten zijn geïntegreerd: zone noord, zone noordoost, zone oost, zone zuidoost, zone zuid en zone west. Op basis van de bevindingen werden zeven Ringparken en één Scheldebrug gepland.

 

Het projectgebied voor het Ringpark Groot Schijn wordt afgebakend door het Groot Schijn en de werfzone van de Oosterweelverbinding in het westen, het pompstation Groot Schijn en het onderhoudsstation van De Lijn in het noorden, de Ten Eekhovelei-Lakborslei in het oosten en de Turnhoutsebaan in het zuiden. Doorheen het projectgebied stroomt het Groot Schijn, een onbevaarbare waterloop van eerste categorie, beheerd door de Vlaamse Milieumaatschappij. Een verplaatsing van de bedding van het Groot Schijn maakt deel uit van dit project. 

 

In het kader van de aanleg van het Ringpark Groot Schijn wordt het bestaande park langs het Groot Schijn heraangelegd. Naast meerdere bouwactiviteiten dient het grondwater tijdelijk verlaagd te worden voor de aanleg van een speeltunnel, de sloop van de bestaande riolering met aanleg van een nieuwe riolering en de aanleg van een gewichtsmuur. De bemalingen kunnen uitgevoerd worden met behulp van gravitaire filters rondom de speeltunnel en langsheen de trajecten van de rioleringen en de gewichtsmuur. De gravitaire filters worden geplaatst tot een diepte van 10 m-mv (-6,0 mTAW) en op een tussenafstand van 5 meter, geschrankt langs beide zijden van de rioleringstrajecten. Langsheen de gewichtsmuur worden de bemalingsfilters op een tussenafstand van 5 meter langsheen de nieuwe loop van het Groot Schijn geplaatst. Tussen het Groot Schijn en de bemalingsfilters dient een damwand geplaatst te worden tot een diepte van 12 m-mv (-8 mTAW) om de rechtstreekse inloop van het water uit het Groot Schijn naar de bemalingsfilters de verhinderen.

 

Voor het modelleren van de bemaling werd gebruik gemaakt van twee aparte modellen die aan elkaar gekoppeld zijn. Deze onderverdeling in aparte modellen was noodzakelijk omdat tussen de verschillende fases van de bemaling de loop van het Groot Schijn gewijzigd wordt. Er werd dus een apart grondwatermodel opgemaakt voor de modellering van de bemaling van de speeltunnel en de riolering en de bemaling voor de gewichtsmuur. Het maximaal bemalingsdebiet bedraagt ongeveer 65 m³/uur of 1.560 m³/dag tijdens de opstart van de bemaling voor de riolering en de speeltunnel. Het stationaire bemalingsdebiet voor de speeltunnel en de riolering bedraagt ongeveer 40,5 m³/uur. Tijdens de opstart van de bemaling voor de gewichtsmuur bedraagt het bemalingsdebiet circa 18 m³/uur en dit evolueert naar een stationair bemalingsdebiet van 15,5 m³/uur. Cumulatief wordt over de volledige periode van de bemaling een volume van 214.800 m³ grondwater opgepompt, waarvan 157.200 m³ afkomstig is van de bemaling voor de riolering en de speeltunnel en 57.600 m³ van de bemaling voor de gewichtsmuur. Klasse 2 rubriek 53.2.1.b wordt gevraagd voor een debiet van 1.560 m³/dag of 65 m³/uur. In de aanvraag wordt de bemaling gevraagd voor een periode van één jaar waarbij volgende fasering wordt aangehouden: 5 maanden bemalen - 2 maanden pauze - 5 maanden bemalen. In de bemalingsstudie wordt echter gerekend met een bemalingsduur van 414 dagen (verlegging Groot Schijn, bemaling riolering-speeltunnel, verlegging Groot Schijn, bemaling gewichtsmuur). Het is niet duidelijk of er ook voor de verlegging van de bedding van het Groot Schijn bemaald moet worden en of er dus bemaald wordt gedurende tien maanden of gedurende 414 dagen.

Ook de lozingsrubrieken zijn ingedeeld in de tweede klasse. Zowel rubriek 3.4.2 als rubriek 3.6.3.2 wordt gevraagd voor een debiet van respectievelijk 65 m³/uur en 50 m³/uur. In december 2023 werd de fysicochemische kwaliteit van het grondwater in zeven verschillende peilbuizen getest. Hieruit is gebleken dat het grondwater ter hoogte van de projectsite verhoogde concentraties aan arseen en PFAS bevat. Er worden verhoogde lozingsnormen aangevraagd voor deze parameters maar tevens wordt ook een waterzuiveringsinstallatie voorzien voor het geval de vergunde lozingsnormen nog steeds overschreden zouden worden.

 

Op basis van staalnames van het grondwater worden volgende bijzondere lozingsnormen gevraagd:

 

parameter

eenheid

indelingscriterium 

gevraagde lozingsnorm

arseen

µg/liter

5

50

PFOA vertakt

ng/liter

 

100

PFBA

ng/liter

 

100

PFBS

ng/liter

 

100

PFPeA

ng/liter

 

100

PFHxA

ng/liter

 

100

PFOA

ng/liter

 

100

PFOA totaal

ng/liter

 

100

Elektrische geleidbaarheid

µs/cm

 

3.400

 

De beoordeling van de gevraagde verhoogde lozingsnormen wordt overgelaten aan de bevoegde diensten van VMM. Het bemalingswater zal – eventueel na zuivering – geloosd worden in het Groot Schijn. De gravitaire filters die het bemalingsdebiet beperken, zorgen voor beluchting van het opgepompte grondwater zodat oxidatie en neerslag kunnen zorgen voor verstopping van retourbronnen. Ook de zuivering dient voor retourbemaling verder doorgedreven te worden. Gezien het Groot Schijn zeer nabij is, wordt gekozen voor lozing in oppervlaktewater.

 

De invloedstralen van beide bemalingen zijn nagenoeg even groot en bedragen elk ongeveer 950 meter. Binnen deze invloedstraal liggen er 112 gekende OVAM-dossiers. Volgens de bemalingsstudie gaat er enkel een risico uit van het OVAM-dossier met referentie 9340. In het OBO uitgevoerd in 2023 werd een grondwaterverontreiniging met lood, chroom, nikkel en benzeen vastgesteld. Deze grondwaterverontreiniging werd als niet ernstig voor mens en milieu beoordeeld waardoor er geen BBO voor opgemaakt moest worden. In het grondwater is echter ook een historische verontreiniging met PCB’s (polychloorbifenyl) aanwezig waarvoor wel een BBO noodzakelijk was. Deze verontreiniging ligt vlak naast het projectgebied. Bij het laatste bodemonderzoek in december 2023 werd deze verontreiniging met PCB’s in het grondwater niet langer teruggevonden. De invloed van de bemaling op de benzeen grondwaterverontreiniging werd onderzocht met behulp van de software MODPATH in het grondwatermodel. De MODPATH-analyse wordt uitgevoerd voor de bemalingsperiode van 414 dagen (verlegging Groot Schijn, bemaling riolering-speeltunnel, verlegging Groot Schijn, bemaling gewichtsmuur). Uit deze analyse volgt dat de grondwaterverontreiniging met benzeen mogelijks met 42 meter wordt verplaatst door de bemaling van de riolering. Omdat deze verontreiniging niet gesaneerd moet worden en geen ernstig risico vormt voor mens en milieu wordt deze verplaatsing in de bemalingsstudie als aanvaardbaar beschouwd. Stad Antwerpen wenst hierbij op te merken dat de verplaatsing van een benzeenverontreiniging over een afstand van 42 meter niet aanvaardbaar is. De kans is immers zeer groot dat bij een verplaatsing over deze afstand perceelsgrenzen overschreden worden. 

 

Omdat de bemalingswerken in het Ringpark gelijktijdig zullen uitgevoerd worden met de voorbereidende werken (Bypass) van de Oosterweelverbinding, werden de voorziene bemalingswerken samen gesimuleerd met de Bypass in het regionaal model van de Oosterweelverbinding. Alle informatie betreffende de opbouw van het regionaal model van de Oosterweelverbinding en de fasering van de werken van de Bypass zijn gerapporteerd in de hydrogeologische studie van de Bypass. Op basis van deze studie werd er in 2022 een MER opgesteld om de impact van de werken van de Bypass op de omgeving te beoordelen. Op basis van de resultaten van het regionaal model (waarin zowel de werken van het Ringpark als de werken van de Bypass worden opgenomen) wordt er nagegaan of door de overlap van deze werken bijkomende mitigerende maatregelen moeten genomen worden en of de impact op de omgeving groter wordt door het combineren van de bemalingen dan wanneer enkel de werken voor de Bypass zouden uitgevoerd worden. Indien de impact minder wordt of dezelfde blijft, kan er geconcludeerd worden dat de conclusies van het MER van 2022 nog steeds geldig zijn en de voorziene mitigerende maatregelen van de Bypass voldoende zijn om de bijkomende impact door de werken in het Ringpark te compenseren. 

 

Uit de resultaten van de simulaties volgt dat door de bijkomende bemalingen in het Ringpark de impact op de naburige beschermde gebieden niet groter zal worden dan wat al beschreven is in het MER van de Bypass. Zodoende kunnen de bemalingen in het Ringpark zonder bijkomende mitigerende maatregelen uitgevoerd worden wat de beschermde gebieden betreft. 

 

Er werd ook gekeken naar de biologisch waardevolle zones in de omgeving. Door de overlap in tijd tussen de werken in het Ringpark en de werken voor Oosterweel (Bypass) wordt het grondwater in de freatische aquifer met ongeveer 3 cm minder verlaagd ter hoogte van de naburige beschermde gebieden dan enkel door de bemaling voor de Bypass. Ter hoogte van de dichtstbijzijnde biologisch zeer waardevolle zone wordt het grondwater met ongeveer 4 cm dieper verlaagd in de diepe aquifer door de overlap tussen de bemalingswerken voor de Bypass en in het Ringpark. Dit kan beschouwd worden als verwaarloosbaar aangezien voor de vegetatie vooral de invloed in de freatische aquifer van belang is.

 

Gezien de aanwezigheid van een sterk heterogene ondergrond en veenlagen in de omgeving van de projectsite, is er een mogelijk zettingsgevaar ten gevolge van de bemaling. Uit de zettingsberekeningen blijkt echter dat er geen onaanvaardbare zettingen te verwachten zijn ter hoogte van de nabijgelegen gebouwen en het nabijgelegen onroerend erfgoed. Ook hiervoor werd op basis van het regionaal model van Oosterweel nagegaan hoeveel het grondwater bijkomend wordt verlaagd ter hoogte van de naburige zettingsgevoelige constructies door de overlap met de werken in het Ringpark. Uit de simulaties volgt dat de verlaging door de werken in het Ringpark zorgt voor een bijkomende grondwaterverlaging van maximaal 26 centimeter. Het zettingsrisico wordt beoordeeld op basis van de gesimuleerde grondwaterverlaging en de dichtstbijzijnde sondering ten opzichte van de zettingsgevoelige constructie. Hieruit volgt dat de 20 mm zettingsgrens nergens wordt overschreden. Bijgevolg veroorzaken de bijkomende bemalingswerken ter hoogte van het Ringpark geen bijkomende zettingsrisico's en kunnen de werken zonder bijkomende mitigerende maatregelen uitgevoerd worden. 

 

Voor de bemalingen in het project “Ringpark Groot Schijn Antwerpen” werd een monitoringsprogramma opgesteld en toegevoegd aan de aanvraag. Dit monitoringsplan omvat volgende aspecten:

-     monitoring van de kwaliteit van het bemalingswater (inclusief lozing en zuivering);

-     monitoring van de bemalingsdebieten;

-     monitoring van de grondwaterpeilen binnen en buiten de bouwput;

-     monitoring van de zettingen in de omgeving van de bemaling.

 

Voor elk van deze delen wordt beschreven hoe de monitoring best kan gebeuren, met welke frequentie en met welke aspecten rekening gehouden dient te worden. Het zou zinvol zijn de voorgestelde monitoring van de verschillende deelaspecten van de bemalingen op te leggen als bijzondere voorwaarden.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

 

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De 56 hoogstammige bomen die geveld worden moeten gecompenseerd worden met een minimale plantmaat met 20/25 cm omtrek.

3. Er mogen geen werken uitgevoerd worden tijdens de schoontijd van 1 april tot en met 30 juni.

4. Met betrekking tot de te behouden bomenbestand moeten volgende voorwaarden opgevolgd worden: 

-     Schade ondergronds en bovengronds door transportbewegingen en graafwerken aan het te behouden bomenbestand moet vermeden worden.

-     Schade en mogelijke gevolgschade wordt in kaart gebracht volgens de uniforme methode voor waardebepaling door het VVOG opgesteld. De kosten die hieruit voortvloeien, worden verhaald op de uitvoerder.

-     Bodemverdichting in de te behouden bomen- en boszones moet te allen tijde worden vermeden.

-     In het te behouden bomenbestand mogen geen graafwerken uitgevoerd worden die het afgraven of ophogen van de grond met zich meebrengen.

-     Geen (tijdelijke) stockage van de afgegraven grond of aangevoerde grond in de kroonprojectie van te behouden bomen.

-     Geen aan- of afrijbewegingen in de kroonprojectie van te behouden bomen.

5. De bouwheer zal voor de werken contact dienen op te nemen met Stadsontwikkeling – afdeling Publieke Ruimte, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen of via mail: herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken.

Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-ofaanpassing-na-werken.

6. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van het Agentschap Natuur en Bos moeten nageleefd worden.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling Ringpark Groot Schijn)

65 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling Ringpark Groot Schijn)

50 m³/uur

53.2.1°b)

bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5000 m³ bemalingswater per jaar: gelegen in beschermde duingebieden, aangeduid op grond van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen of in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied, met een debiet van meer dan 500 m³ per dag of meer dan 30.000 m³ per jaar, tot maximaal van 2.000 m³ per dag; (inrichting Bemaling Ringpark Groot Schijn)

1.560 m³/dag

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Naast de voorgestelde monitoring worden bijkomend onderstaande bijzondere voorwaarden gevraagd. 

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum. 
  2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.
  3. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

8 november 2024

Start openbaar onderzoek

16 november 2024

Einde openbaar onderzoek

15 december 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

 

Uiterste adviesdatum

28 december 2024

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Bespreking van de bezwaren

 

  1. Doorgang vanuit het park naar de detailhandelszaken (Jumbo, Action): De bezwaarindiener suggereert om vanuit de volkstuintjes een doorgang voor voetgangers te maken naar de detailhandelszaken zodat de parking kan vermeden worden.
    Beoordeling: De suggestie kan begrepen worden maar het betreft een privaat perceel met een afsluiting. De overheid kan hier niet op ingrijpen tenzij op uitdrukkelijke vraag van de eigenaar. De eigenaar heeft deze vraag niet gesteld.
    Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Pad langs het Groot Schijn over het private perceel van de residenties Rivierenhof: De bezwaarindiener doet een voorstel om over het perceel van de residenties Rivierenhof een pad aan te leggen langs het Groot Schijn. De bestaande private ontsluitingsstructuur van de residenties kan namelijk aanleiding geven aan derden om het Park Het Schijn te bereiken vanaf de oversteekplaats voor voetgangers langs de Turnhoutsebaan ter hoogte van de Parking West Rivierenhof wat overlast met zich mee kan brengen. De bezwaarindiener voegt een grafisch voorstel bij het bezwaarschrift.
    Beoordeling: Het bezwaar is hypothetisch maar niet ondenkbaar. Deze doorsteek is onderzocht bij opmaak van het voorontwerp, als onderdeel van de bredere visie voor het studiegebied van het park. Het betreft echter een privaat perceel waarop de overheid niet kan ingrijpen tenzij de uitdrukkelijke vraag wordt gesteld door de vereniging van mede-eigenaars van de residenties Rivierenhof.
    Het bezwaar is ongegrond.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De 56 hoogstammige bomen die geveld worden moeten gecompenseerd worden met een minimale plantmaat met 20/25 cm omtrek.

3. Er mogen geen werken uitgevoerd worden tijdens de schoontijd van 1 april tot en met 30 juni.

4. Met betrekking tot de te behouden bomenbestand moeten volgende voorwaarden opgevolgd worden: 

-     Schade ondergronds en bovengronds door transportbewegingen en graafwerken aan het te behouden bomenbestand moet vermeden worden.

-     Schade en mogelijke gevolgschade wordt in kaart gebracht volgens de uniforme methode voor waardebepaling door het VVOG opgesteld. De kosten die hieruit voortvloeien, worden verhaald op de uitvoerder.

-     Bodemverdichting in de te behouden bomen- en boszones moet te allen tijde worden vermeden.

-     In het te behouden bomenbestand mogen geen graafwerken uitgevoerd worden die het afgraven of ophogen van de grond met zich meebrengen.

-     Geen (tijdelijke) stockage van de afgegraven grond of aangevoerde grond in de kroonprojectie van te behouden bomen.

-     Geen aan- of afrijbewegingen in de kroonprojectie van te behouden bomen.

5. De bouwheer zal voor de werken contact dienen op te nemen met Stadsontwikkeling – afdeling Publieke Ruimte, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen of via mail: herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-ofaanpassing-na-werken.

 6. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van het Agentschap voor Natuur en Bos moeten nageleefd worden.


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Naast de voorgestelde monitoring worden bijkomend onderstaande bijzondere voorwaarden gevraagd. 

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.
  3. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.