Beste,
De vervoerregio Antwerpen heeft een voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan (Routeplan 2030) uitgewerkt. Dat plan legt de globale mobiliteitsvisie vast voor de vervoerregio op een strategisch niveau, en dat voor alle vervoerswijzen. In het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan werd rekening gehouden met het Ontwerp plan-MER dat demogelijke milieueffecten van het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan beschrijft.
In het advies dat nu voorligt, vraagt de districtsraad bijzondere aandacht voor een aantal elementen uit het Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan. Een waardevol maar, volgens ons, beperkt advies gezien de impact op ons district.
Hierbij hadden wij graag een aanvulling gezien, namelijk over het Ontwerp plan-MER dat deel uitmaakt van het openbaar onderzoek.
Motivatie
Het betreft een strategische MER dat in het kader van een beleidsplanning met een lange termijnvisie, een inschatting moet maken van de effecten van deze plannen en programma’s op mens en milieu. Het dient ervoor te zorgen dat de milieueffectbeoordeling op een gerichte en efficiënte manier uitgevoerd wordt met een inhoudelijk meerwaarde. In het voorliggende ontwerp RMP is er een onevenwicht tussen de baten en de lasten qua impact op de leefbaarheid en toegang tot veilige, betaalbare, toegankelijke en duurzame vervoerssystemen voor de noordelijke districten en de overige districten die de Stad Antwerpen vormen. Hier en daar worden in de voorliggende MER cijfers meegegeven, doch niet op een systematische wijze waardoor de impact van het RMP per deelgebied van de Stad Antwerpen onduidelijk is.
Zo blijkt bvb. op het gebied van geluid dat (blz 109 Strategisch MER Regionaal Mobiliteitsplan Antwerpen);
“Het verkeer op de Ring van Antwerpen (R1) is de sterkste bron van geluidsbelasting voor de meeste inwoners van de vervoerregio, aangezien hierrond de grootste bevolkingsdichtheid is. De E19, E34, E17, E313, A12 zorgen ook voor een geluidsbelasting van 60-65 dB(A) voor de omwonenden in een straal van circa 750 m. In de directe omgeving loopt dit op tot 70 dB(A). Het overgrote deel van de bebouwde omgeving ondervindt een geluidsbelasting die hoger is dan de drempelwaarde van 55dB(A). Deze waarde wordt door de WHO als gevaarlijk voor de volksgezondheid beschouwd, omdat dit een zwaar verstoorde nachtrust veroorzaakt, en een verhoogde kans op de ontwikkeling van cardiovasculaire ziektes."
Nu zal dankzij de vele leefbaarheidsprojecten in Antwerpen deze geluidsoverlast worden beperkt. (overkappingen, bermen, enz.) Echter, op blz. 163 volgt dan: “Een beperkte geluidstoename (+1 à +2 dB(A)) is te verwachten op delen van de A12-noord, onder meer t.h.v. de bewoning van Ekeren.” Terwijl hier de geluidsoverlast volgens de geluidsbelastingskaart (Figuur 5-25) al een aanzienlijke overlast is (van 65-70 dB(A)).
Zo kunnen we nog een aantal vraagtekens plaatsen bij het voorliggende MER. Op basis van het Ontwerp RMP kan je vaststellen dat de impact op de districten hemelsbreed verschilt tussen bvb. Ekeren en Berchem. De stad Antwerpen als één gebied voorstellen om zo tot het besluit te komen dat het voorliggende plan aan antwoord zal zijn op de mobiliteitsnoden en effecten in de stad, maakt een juiste beoordeling van de impact op Ekeren niet mogelijk.
Amendement
We stellen de volgende aanpassing voor:
Artikel 1
De districtsraad adviseert gunstig met betrekking tot het ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Antwerpen en ontwerp plan-MER.
Artikel 2
De districtsraad vraagt bijzondere aandacht voor volgende elementen van het Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan
Vervolgproces, planning, monitoring en terugkoppeling: de districtsraad vraagt dat het district Ekeren actief betrokken wordt bij de planning en regelmatige terugkoppeling over de stand van zaken van het vervolgproces. Daarnaast vraagt de districtsraad dat de effecten en resultaten van de acties uit het regionaal mobiliteitsplan systematisch worden gemonitord en dat hierover regelmatig wordt teruggekoppeld aan alle betrokken besturen.
Hoppin: De districtsraad vraagt bij het Hoppin-systeem met flexhaltes voldoende garanties op een vlot en klantvriendelijk gebruik van het openbaar vervoer voor iedereen. Meer overstappen en meer vervoersmodi combineren mag niet leiden tot veel langere reistijden of veel meer complexe reisroutes en moet ook voor minder mobiele mensen en senioren toegankelijk zijn. Bovendien moet er naast een gebruiksvriendelijke app voldoende garantie zijn op een goed bereikbare telefooncentrale, die bereikbaar is overeenkomstig de vigerende dienstregeling.
Mobiliteitsknooppunten: De districtsraad vraagt dat het station van Ekeren verder wordt uitgebouwd als mobiliteitsknooppunt waarbij er voldoende (openbare) vervoersmogelijkheden worden aangeboden
Fietsverbindingen: De districtsraad vraagt verder onderzoek naar de extra fietsverbinding van de Salaadweg naar de Havana-buurt en vraagt het doortrekken van fietsverbinding Wilgenhoevestraat - F12 langs het nieuwe knooppunt aan de Kloosterstraat/Leugenberg
Goederenvervoer: de districtsraad vraagt aandacht voor het vervolgtraject van de 2de spoorontsluiting van de haven en de impact hiervan op het district Ekeren
Leefbaarheidsprojecten: De districtsraad vraagt dat mogelijke negatieve effecten op mens en milieu in ons district worden opgevolgd en waar nodig worden ingeperkt door de uitwerking van leefbaarheidsprojecten met een speciale aandacht naar het voorkomen van barrièrevorming, geluidsoverlast en slechte luchtkwaliteit.
Artikel 3
De districtsraad vraagt bijzondere aandacht voor volgende elementen van het Ontwerp plan-MER:
Een detaillering van het ontwerp plan-MER: Met duidelijke conclusies van de resultaten per district of significant deelgebied met een gebied omvattende kaart. Ook een duidelijke omschrijving voor elk gebied met een overzicht van alle ambities, thema’s, projecten of acties, op basis waarvan de “kwalitatieve doelgerichte beoordeling” werd bepaald. Indien dit niet mogelijk is, minstens een duidelijke gebiedsafbakening van de deelgebieden waar mogelijke negatieve effecten momenteel niet worden verholpen of mogelijk zelfs verslechteren ten overstaande van de referentiesituatie.
Artikel 4
Het besluit wordt overgemaakt aan de Vervoerregio Antwerpen.
Artikel 5
Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.
Dank bij voorbaat.