In 2016 en 2021 lanceerde Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG concessies voor de levering, installatie en exploitatie van publiek toegankelijke Laadinfrastructuur. De plaatsingsperiode van de meest recente concessie (2021) loopt ten einde op 31 augustus 2024.
De groei van het aantal elektrische voertuigen neemt verder toe, waardoor ook de behoefte aan publieke laadoplossingen in de stad verder toeneemt. Bijgevolg zal Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG (MPA) een nieuwe concessie van openbare dienst in de markt plaatsen, met als voorwerp: het leveren, installeren en exploiteren van publiek toegankelijke AC-Laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de stad Antwerpen.
De wet betreffende de concessieovereenkomsten van 17 juni 2016 (hierna genoemd Concessiewet).
Het koninklijk besluit betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten van 25 juni 2017.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
De raad van bestuur is bevoegd op grond van artikel 15 van de statuten.
I. Voorwerp van de concessie
Voorliggende concessieleidraad heeft betrekking op de concessie van openbare dienst met als voorwerp “het leveren, installeren en exploiteren van publieke AC-Laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de stad Antwerpen”. De stad Antwerpen beoogt om het netwerk aan publieke AC-Laadpalen uit te breiden. Het betreft niet-limitatief de coördinatie, installatie en exploitatie (onderhoud, helpdesk, etc.) van de Laadinfrastructuur. Deze nieuwe concessie zal bijdragen aan een kwalitatief dekkend netwerk aan publiek toegankelijke Laadinfrastructuur in Antwerpen.
De verdere uitrol van AC-Laadinfrastructuur is gebaseerd op drie principes: (1) vraaggestuurde uitrol (paal volgt wagen), (2) datagestuurde uitrol (paal volgt paal) en (3) strategische uitrol (op strategische locaties op vraag van de Concessiegever, eventueel op suggestie van de Concessiehouder).
II. Duur van concessie
De concessieovereenkomst bestaat uit een plaatsingsonderdeel en een exploitatieonderdeel.
De plaatsingsperiode vangt aan na ondertekening van de concessieovereenkomst door de Inschrijver (vanaf die datum Concessiehouder) en de Concessiegever, en dit op de in de concessieovereenkomst bepaalde ingangsdatum. De duurtijd van de plaatsingsperiode bedraagt twee jaar, met de mogelijkheid om maximaal één maal met één jaar te verlengen. De plaatsingsperiode bedraagt theoretisch maximaal drie jaar.
Elk geplaatst Laadstation kan minimaal 10 jaar geëxploiteerd worden door de Concessiehouder. In het kader van de opvolging van de Laadstations wenst de Concessiegever één datum vast te stellen waarop de exploitatie en de concessie ten einde loopt. Het Laadstation dat door de Concessiehouder als laatste geplaatst wordt, geldt als basis voor de berekening van de einddatum van de exploitatieperiode van 10 jaar. De eerst geplaatste Laadstations kunnen potentieel 12 of 13 jaar geëxploiteerd worden (afhankelijk van de eventuele verlenging van de plaatsingsperiode).
III. Plaatsingsprocedure
De concessie zal worden gegund volgens een onderhandelingsprocedure sui generis, zoals beschreven in de concessieleidraad. Gelet op de geraamde waarde van de concessie overeenkomstig artikel 35 van de Concessiewet, wordt de concessie Europees bekendgemaakt.
IV. Selectiecriteria- en voorwaarden
De inschrijver moet aantonen dat hij beschikt over een passende technische en beroepsbekwaamheid voor het uitvoeren van de opdracht.
Voor meer details inzake de selectiecriteria- en voorwaarden wordt verwezen naar artikel 9.1 en 9.2 van de concessieleidraad.
In het algemeen worden volgende criteria gehanteerd:
V. Gunningscriteria
De aanbestedende overheid zal de opdracht gunnen aan de inschrijver die de economisch meest voordelige offerte heeft ingediend (beste prijs-kwaliteitsverhouding), die wordt vastgesteld op basis van de in de concessieleidraad vermelde gunningscriteria.
De puntenverdeling voor de (hoofd)gunningscriteria wordt als volgt vastgesteld:
Alle details over de gunningscriteria (en subgunningscriteria) zijn terug te vinden in artikel 12 van de concessieleidraad.
VI. Financiële aspecten van de concessie
De Concessiegever levert geen Concessievergoedingen aan de Concessiehouder voor hetplaatsen en/of beheren van de Laadpalen. Het exploitatierisico is volledig ten laste van de Concessiehouder.
De inkomsten van het rotatietarief (thans vastgesteld op 0,01 €/minuut waarbij de Concessiegever eenzijdig kan beslissen om dit rotatietarief te wijzigen) zijn ten voordele van zowel de Concessiegever en Concessiehouder op basis van de volgende verdeelsleutel:
De Maximale Laaddienstprijzen per kWh die de concessiehouder aanrekent aan de e-rijder zijn periodiek herzienbaar volgens de prijsherzieningsbepalingen van de concessie.
Meer informatie over deze financiële aspecten is opgenomen in artikel 14 van de concessieleidraad.
VII. Concessieleidraad met inbegrip van de bijlagen (waaronder het model van concessieovereenkomst)
De concessieleidraad (20231205 – Concessie AC-Laadinfrastructuur), met inbegrip van de bijlagen (waaronder ook het model van concessieovereenkomst), wordt toegevoegd als bijlage aan dit agendapunt en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur.
De raad van bestuur keurt goed dat de concessie van openbare dienst met als voorwerp ‘het leveren, installeren en exploiteren van publiek toegankelijke AC-Laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de stad Antwerpen.’ in de markt wordt geplaatst volgens een onderhandelingsprocedure sui generis met Europese bekendmaking.
De raad van bestuur keurt de concessieleidraad “20231205 – Concessie AC-Laadinfrastructuur”, met inbegrip van diens bijlagen, goed.