Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2025008706 |
Gegevens van de aanvrager: | NV AQUAFIN met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN (0440691388) met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Kielsbroek 5 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nr. 2652L2 |
waarvan: |
|
- 20190523-0047 | afdeling 9 sectie I nr. 2652L2 (0050 RWZI Antwerpen-Zuid) |
- 20240619-0063 | afdeling 9 sectie I nr. 2652L2 (IIOA Pilootinstallatie) |
- 20240619-0068 | afdeling 9 sectie I nr. 2652L2 (IIOA thiofeen) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een HS-middenspanningscabine, aanleg van verhardingen, wijzigen van het reliëf, rooien van een groenscherm, ontbossing, installeren en exploiteren van een tijdelijke piloot CO2-recuperatieunit, actualisatie van de bestaande vergunning en een verzoek tot bijstelling van de sectorale voorwaarde (groenscherm) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/05/2024: vergunning (OMV_2023122342) voor het heraanleggen van het Kielsbroek, terreinaanlegwerken en vellen van bomen;
- 08/05/2021: milieuvergunning (OMV_2019067439) voor een verandering van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) met tevens de exploitatie van een biomethaaninstallatie;
- 18/03/2009: vergunning (20086344) voor het aanleggen van verharding en het bouwen van twee tanks;
- 22/01/2004: vergunning (20031456) voor het oprichten van de "pagaddertoren";
- 15/09/2003: vergunning (20031589) voor het bouwen van een bliksemafleider op de bestaande gistingstank;
- 07/01/2003: vergunning (20021666) voor het plaatsen van een ijzerchloridetank 25 m³ en een geurbehandeltoestel;
- 12/11/2001: vergunning (2001275) voor het aanleggen van een effluentleiding;
- 16/01/2001: vergunning (20001982) voor het bouwen van een waterzuiveringsinstallatie;
- 03/06/1999: vergunning (19982226) voor het ophogen van het terrein;
- 25/10/1996: vergunning (19961441) voor het vervangen van rioolleidingen door een open opvoerconstructie;
- 05/05/1994: vergunning (19941447) voor het oprichten van een hoogspanningscabine – 03/05/1994;
- 19/02/1990: vergunning (1990579) voor reclameborden;
- 10/02/1989: vergunning (19887948) voor het aanleggen van beluchte lagunes ter hoogte van de bergingsvijver aan het Kielsbroek.
Vergunde toestand
- geen vergunde toestand aangeleverd.
Bestaande toestand
- de exploitatiesite van een rioolwaterzuivering van Aquafin te Kielsbroek:
Nieuwe toestand
- de exploitatiesite van een rioolwaterzuivering van Aquafin te Kielsbroek:
- een nieuwe wadi (95 m³);
- een tijdelijke (labo) container voor het pilootproject “Fuelphoria”;
- een tijdelijke container voor het pilootproject “Fuelphoria”;
- een tijdelijke installatie met verplaatsbare toestellen;
- een verharding naar de constructies van de pilootinstallatie.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van het reliëf;
- rooien van een groenscherm en bomen die deel uitmaken van een bos (ontbossen);
- aanleg van verhardingen;
- bouwen van een HS-middenspanningscabine;
- bouwen van tijdelijke containers en een installatie.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 26 januari 2012 verleende de deputatie een milieuvergunning voor het verder uitbaten van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) (kenmerk MLAV1/11-411). Op 5 augustus 2021 werd de vergunning uitgebreid met onder andere biologische behandeling van afvalstoffen afkomstig van pompstations en rioleringen, septisch materiaal en festivalwaters, en de productie van biogas (kenmerk OMV_2019067439). De vergunning is geldig tot 26 januari 2032.
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat de actualisatie van de vergunde toestand, een vraag tot afwijking voor het groenscherm en de tijdelijke exploitatie van een CO2-recuperatieunit.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) 0050 RWZI Antwerpen-Zuid
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | -1.500,00 liter (totaal 4.500,00 liter) |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +77,84 kW (totaal 1.934 kW) |
17.3.4.2°b) | opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; | -27,87 ton (totaal 51,63 ton) |
17.3.6.2°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied; | -27,87 ton (totaal 51,63 ton) |
Aangevraagde rubriek(en) IIOA Pilootinstallatie
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 100,00 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 3.950,00 liter |
24.3. | laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; | 1 labo |
Aangevraagde rubriek(en) IIOA thiofeen
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; | 240,00 kg |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
0050 RWZI Antwerpen-Zuid
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Artikel 5.2.1.5 §5 van Vlarem II: groenscherm van 5 meter breedte - Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit wordt langsheen de randen van de inrichting een groenscherm van minstens 5 m breedte aangelegd. Het groenscherm bestaat uit streekeigen laag- en hoogstammige dichtgroeiende gewassen. De exploitant neemt de nodige maatregelen om zo snel mogelijk een efficiënt groenscherm te bekomen. Voor nieuwe inrichtingen wordt het groenscherm aangeplant zodra de bouwwerken dat toelaten en het plantseizoen is aangebroken. Indien geen bouwwerken worden uitgevoerd, wordt het groenscherm aangeplant in het eerste plantseizoen dat bij de aanvang van de uitbating aansluit
Voorgesteld alternatief/aanvulling: In afwijking van artikel 5.2.1.5 §5 mag er een onderbreking zijn van het groenscherm in functie van de toegang tot de HS-schakelcabine (2,5 m). |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA) | 18 februari 2025 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 18 februari 2025 | 25 februari 2025 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 18 februari 2025 | 17 maart 2025 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 18 februari 2025 | 6 maart 2025 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 18 februari 2025 | 3 maart 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat serviceflats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Specifiek en duurzaam bedrijventerrein Groothandelsmarkt, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 augustus 2003.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§ 1 de bureauruimte in container 2 heeft geen vrije plafondhoogte van 2,6 m;
§ 1 de bureauruimte in container 2 is niet voorzien van een voldoende grootte (minimaal 10% van de vloeroppervlakte) opening die voorzien is van doorzichtig materiaal;
§ 1 de aanwezige waardevolle groene elementen worden niet maximaal behouden;
§ 2 het is onduidelijk of voldoende voorzorgsmaatregelen genomen worden om de aanwezige bomen en struiken te beschermen;
§ 4 het betreft een terrein met omvangrijk groenvolume maar het is onduidelijk of er enkel buiten het broedseizoen gesnoeid of geveld zal worden.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsmatig gewenste ontwikkelingen
- Transformatieleidraad Ruimte: Ruimte geven aan de stad van morgen. Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad dit plan goed.
Je kan deze raadplegen via Transformatieleidraad.
- Strategische Ruimteplan Antwerpen (SRA): Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad het nieuwe plan goed.
Je kan deze raadplegen via Strategisch Ruimteplan Antwerpen.
- Reca Zuid: op de gemeenteraad van 21 oktober 2024 keurde de gemeenteraad dit ruimteplan goed.
Je kan het besluit raadplegen via eBesluitvorming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat vergunningsplichtige werken verwant aan de activiteiten van Aquafin en op een reeds ingericht perceel van Aquafin. De functionele inpasbaarheid blijft hiermee gegarandeerd.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid - bodemreliëf
De voorliggende aanvraag valt op te delen in twee delen. Het eerste deel van de aanvraag betreft de installatie van een tijdelijke pilootinstallatie om CO2-gas te recupereren van de reeds aanwezige biomethaan installatie. Door middel van fermentatie wordt met het CO2-gas, azijnzuur (tussenproduct voor de vorming van biofuels) geproduceerd. Met deze tijdelijke pilootinstallatie wenst Aquafin mee te werken met het Europese project “Fuelphoria”, ter ontwikkeling van technieken om het broeikasgas CO2 te reduceren. Door de lage druk bij de bron van het CO2-gas, zijn er praktische beperkingen die de keuze van inplanting van de installatie beperken. Het is noodzakelijk om de pilootinstallatie in de nabijheid van de bestaande biomethaan installatie in te plannen.
Concreet zijn voor de realisatie van dit project verschillende stedenbouwkundige handelingen noodzakelijk. Ten oosten van de biomethaan is een geschikte projectgrond aanwezig. Echter dient het aanwezige bos (dat bestaat uit jonge opgeschoten bomen en struikgewas) gerooid te worden. Het bos heeft een oppervlakte van 757 m². Deze handeling is gunstig te adviseren gezien de aanvrager een compenserende bebossing zal uitvoeren (1.514 m²) op een perceel te Bierbeek.
Tijdens de procedure werd advies gevraagd aan de groendienst. Hun advies is voorwaardelijk gunstig gezien voor de werken een boscompensatie (die ter goedkeuring aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zal worden voorgelegd) is voorzien. Het is van belang dat deze compensatie in overeenstemming is met de geldende richtlijnen en bijdraagt aan het behoud en herstel van de natuurlijke omgeving. Daarom dienen hieromtrent voorwaarde opgenomen te worden.
Verder dient een nieuwe betonverharding (365 m²) gerealiseerd te worden om er de installatie op te bouwen. De betonverharding wordt voorzien in een helling van 2% waardoor het regenwater dat er op valt vlot kan afwateren naar de aangrenzende wadi. Gezien het hemelwater op die manier op een natuurlijke manier kan infiltreren op het eigen terrein kan deze ingreep gunstig geadviseerd worden. Op deze betonplaat voorziet men een tijdelijke installatie bestaande uit een labocontainer, bureaucontainer, verplaatsbare toestellen (compressor, warmtepomp, enzovoort), verplaatsbare recipiënten van gasflessen en IBC’s. De labocontainer heeft een lengte van 14 m, een breedte van 2,60 m en een hoogte van 3,20 m. De bureaucontainer heeft een lengte van 6 m, een breedte van 3 m en een hoogte van 2,85 m. De containervolumes zijn beperkt van afmetingen. Daarnaast wordt de industriële omgeving gekenmerkt door een grote diversiteit aan bouwvolumes waardoor de containers niet storend zijn in de omgeving.
Tot slot wordt het reliëf van de bodem grenzend aan de betonplaat gewijzigd. Dit gezien enerzijds de bestaande wadi gedempt dient te worden ter realisatie van de betonplaat, en er anderzijds een nieuwe wadi voorzien wordt. De grond die vrijkomt wordt als berm gestockeerd op het eigen terrein zodat het bij toekomstige projecten hergebruikt kan worden. De berm zal ingezaaid worden met gras. De ingrepen aan de bodem kunnen gunstig geadviseerd worden gezien ze zorgen voor een betere waterhuishouding op het perceel en de hoogte van de berm beperkt is (50 cm).
Ondanks dat het nazicht van de verordening hemelwater in principe niet tot het advies dient te behoren wordt wel opgemerkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de hemelwaterverordening. Zo wordt een wadi (die het hemelwater opvangt van een verharding met een oppervlakte groter dan 1.000 m²) voorzien met een diepte groter dan 50 cm ten opzichte van het maaiveld. In dergelijke gevallen moet conform artikel 4.6.1 uit het technisch achtergronddocument aan de hand van grondwaterpeilmetingen en minstens drie infiltratieproeven aangetoond worden dat deze wijze van aanleg verantwoord is. Om een juiste gemiddelde hoogste grondwaterstand te kunnen bepalen, moeten de grondwaterpeilmetingen maandelijks gebeuren tussen de maanden november en april. De proeven vinden logischerwijze plaats ter hoogte van de locatie waar de handelingen zullen plaatsvinden. De stad is echter wel van mening dat de vergunningverlenende overheid voor voorliggend dossier een afwijking kan overwegen. Dit gezien op basis van kaartmateriaal (DOV Vlaanderen) en reeds uitgevoerde proeven op in de buurt gelegen percelen geconcludeerd kan worden dat de kans erg klein is dat de voorziene wadi grondwater zou draineren.
Het tweede deel van de aanvraag betreft de uitbreiding van de hoogspanningsinstallatie van de RWZI. De uitbreiding omvat het installeren en uitrusten van een nieuw prefab hoogspanningslokaal. Deze uitbreiding is noodzakelijk om enerzijds aan de technische verplichtingen te voldoen die opgelegd worden door de netwerkbeheerder, en anderzijds om de energiebevoorrading maximaal te garanderen
Hiervoor wordt een deel van het aanwezige groenscherm (jonge bomen en opgeschoten struikgewas met een oppervlakte van 50 m²) gerooid om er een voetpad richting de cabine aan te leggen. Dit voetpad heeft een oppervlakte van 26 m² en bestaat uit grijze straatstenen uit beton. Het regenwater dat erop valt, infiltreert in de aangrenzende groenzone. Ook voor de cabine zelf is dit het geval. De cabine heeft een lengte van 6,36 m, breedte van 2,66 m en een hoogte van 2,77 m. Het betreft dus een klein bouwvolume dat aanvaardbaar is binnen de industriële context.
De aanvraag is op vlak van schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid en bodemreliëf gunstig te adviseren.
Visueel-vormelijke elementen
De metalen containers voor de pilootinstallatie worden voorzien in een witte kleur (RAL 9010). Rond de containers worden allerlei bijkomende elementen voorzien. De hoogspanningscabine wordt volledig uitgevoerd in donkerkleurige (RAL 6003) betonnen bouwelementen. Ook het aluminium buitenschrijnwerk wordt in deze kleur voorzien.
Het voorgestelde materiaalgebruik is aanvaardbaar. Daarnaast worden de constructies ingeplant achter de groene buffer waardoor ze quasi niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein. Wel is het onduidelijk of er boven op het betonnen dak van de cabine of boven op het dak van de containers nog een dakbedekking wordt voorzien. In ieder geval dient de dakafwerking te voldoen aan de voorschriften uit artikel 20 van de bouwcode en moet ze lichtkleurig zijn.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het realiseren van innovatieve projecten in functie van het onderzoek naar hergebruik en omvorming van broeikasgassen wordt positief onthaald. Wel worden enkele afwijkingen van de bouwcode opgemerkt en werd advies gevraagd aan verschillende stedelijke diensten.
Betreffende de verharding richting de hoogspanningscabine dient rekening gehouden te worden met het advies van de stedelijke dienst ‘Publieke Ruimte’ De dienst stelt dat de nieuwe toegang die wordt gecreëerd verder met hen dient afgestemd te worden. Ter hoogte van deze zone wordt namelijk een gracht voorzien in het project van de heraanleg Kielsbroek. Het is niet geheel duidelijk aan de hand van deze aanvraag of er een conflict zal ontstaan. Dit dient dan ook opgenomen te worden als voorwaarde bij eventuele vergunning.
De dienst Archeologie geeft een volledig gunstig advies. Het projectgebied bevindt zich namelijk buiten een vastgestelde archeologische zone, is gelegen buiten een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven de 3.000 m² (155.730 m²). Het betreft een vergunningsplichtige ingreep boven de 1.000 m² (circa 1.250 m²). De aanvrager is publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht. De archeologienota werd opgemaakt door BAAC. Er werd akte van de nota genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 8 februari 2025. Er werd geen programma van maatregelen opgesteld. Er dienen geen voorwaarden opgenomen te worden in functie van archeologie.
Tot slot wijkt de aanvraag af van artikelen 9, 10 en 24 van de bouwcode.
Artikel 9 stelt dat verblijfsruimten (ook bureauruimten) een minimale plafondhoogte dienen te hebben van 2,6 m. In voorliggende aanvraag heeft de ruimte in de bureaucontainer (CON2) slechts een vrije plafondhoogte van 2,5 m. gezien het een beperkte afwijking en tijdelijke constructie betreft kan een afwijking toegestaan worden.
Daarnaast stelt artikel 10 dat verblijfsruimten (waaronder bureauruimten) openingen moeten hebben voor de toetreding van daglicht en het bieden van uitzicht. De oppervlakte van het totaal van de openingen dient minimaal 10% van de nettovloeroppervlakte van de ruimte te zijn met een minimum van 1 m². Ze zijn voorzien van doorzichtig materiaal. Daarnaast dient minimum 1 m² van de openingen zich tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte te bevinden. Het voorzien van dergelijke opening in de bureaucontainer dient in functie van gebruiksgenot opgenomen te worden als voorwaarde bij eventuele vergunning.
De aanvraag wijkt ook af van artikel 24. Dit artikel stelt dat de aanwezige waardevolle groene elementen maximaal behouden dienen te worden. Dit is niet het geval gezien een deel van het bos gerooid zal worden. Gezien de aanvrager voorziet in een heraanplant en de groene buffer tussen de constructies en het openbaar domein behouden blijft kan echter een afwijking voorzien worden van dit artikel. Wel is het onduidelijk of voldoende voorzorgsmaatregelen genomen worden om de aanwezige bomen en struiken te beschermen. Dit dient opgenomen te worden als voorwaarde bij eventuele vergunning. Daarnaast dient het rooien van bomen steeds buiten het broedseizoen te gebeuren. Dit ook conform artikel 24 van de bouwcode.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant deelt de gewenste activiteiten op in drie afzonderlijke inrichtingen:
IIOA RWZI Antwerpen-Zuid (inrichtingsnummer 20190523-0047)
Een prefab hoogspanningscabine met schakelmateriaal wordt verplaatst naar de rand van de RWZI, aan de oostzijde van het perceel, ten noorden van de toegangspoort. Om de netbeheerder steeds de noodzakelijke onbeperkte toegang te verlenen tot de cabine, zonder dat de RWZI zelf moet betreden worden, wordt het groenscherm te hoogte van de cabine onderbroken met een voetpad. Hiervoor wordt een afwijking van artikel 5.2.1.5 §5 van Vlarem II gevraagd.
Het betreft een kleine onderbreking die noodzakelijk lijkt in kader van een veilige bedrijfsvoering. Ten oosten van de site bevindt zich de KMO-zone Kielsbroek. De onderbreking van het groenscherm is beperkt en zal het risico op geluid-, stof- en visuele hinder weinig beïnvloeden.
De smeerolie- en afvalolietank (2x 750 liter) aan de gasmotor worden verwijderd en de opslaglocaties en -hoeveelheden van smeerolie en afvalolie in verplaatsbare recipiënten wijzigen. Smeerolie wordt opgeslagen in het slibverwerkingsgebouw (500 liter), ter hoogte van het lokaal surpressoren zandvang (750 liter) en in het biogaslokaal (250 liter). Afvalolie wordt opgeslagen ter hoogte van de influentvijzels (1.000 liter), ter hoogte van lokaal surpressoren zandvang (1.000 liter) en ter hoogte van het effluentvijzelgebouw (1.000 liter). Het totaal volume van de opgeslagen oliën daalt met 1.500 liter tot 4.500 liter. De oliën hebben een relatief hoog vlampunt. De opslag vindt plaats boven een inkuiping. Het risico op bodemverontreiniging en het brandrisico zijn beperkt.
De bestaande opslagtank van 25 m³ wordt vervangen door een dubbelwandige tank van 26,42 m³ voor de opslag van 39,63 ton ijzertrichloride. Het product is corrosief (GHS05) en schadelijk (GHS07). Daarnaast wordt 8 m³ opgeslagen in 8 IBC’s (12 ton). De opslag vindt ingekuipt plaats. Een tweede tank van 30 ton vergund voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen, wordt voortaan enkel nog gebruikt voor opslag van poly-elektrolyten. De totale opslaghoeveelheid van de corrosieve en schadelijke producten daalt hierdoor tot 51,63 ton (-27,87 ton). Afhankelijk van de behoefte kunnen de opgeslagen producten defosfatatiemiddelen zoals ijzertrichloride, ijzerchloridesulfaat, ijzerdichloride, aluminiumsulfaat en dergelijke zijn.
Door de daling van het volume, verlaagt het globale risico verbonden aan de opslag van gevaarlijke producten. De nieuwe opslagtank heeft een indienststellingskeuring ondergaan en zal periodiek gekeurd worden (3-jaarlijks). De bestaande afgebakende vloeistofdichte lospiste blijft in gebruik. Deze lospiste is aangesloten op de waterlijn van de RWZI. De opslag van de chemicaliën vindt plaats boven een inkuiping. De genomen maatregelen beperken het risico op bodemverontreiniging voldoende.
De vergunde vermogens van de airco’s, compressoren en surpressoren komen niet overeen met de werkelijke situatie en worden geregulariseerd. De totale drijfkracht onder rubriek 16.3.2 stijgt naar 1.934 kW (+77 kW):
Ten opzichte van de situatie op de site wijzigt niets; er wordt dan ook geen wijziging van de aard of mate van hinder of risico’s verwacht.
IIOA Pilootinstallatie (inrichtingsnummer 20240619-0063)
Bij de opwaardering van het biomethaangas in de biomethaangasinstallatie komt er onder andere CO2 vrij via de reststroom.
De doelstelling van het “FuelPphoria”-pilootproject is de CO2 -fractie te capteren uit het gasmengsel en het door fermentatie (door toevoeging van H2) in acetaat om te zetten. Hierna wordt het omgezet tot een waterige azijnzuuroplossing. Dit tussenproduct wordt door een commerciële partner omgezet tot biodiesel (triglyceride) door middel van esterificatie.
De pilootinstallatie wordt opgesteld ten oosten van de opwaardeereenheid voor biomethaan. De mobiele procesplant zelf is opgebouwd in containers en bestaat uit drie fermentatie bioreactors van 150 liter. In openlucht bevinden zich een noodstroomgroep, een koelinstallatie (50 kW), twee compressoren (30 kW en 20 kW), een bureelcontainer en opslagplaatsen voor gassen.
De projectlocatie wordt momenteel ingenomen door een groenzone met wadi. De wadi wordt zuidelijker heraangelegd, waarvoor ook een deel van het groenscherm zal verdwijnen. Het betreft jong gemengd loofhout, waarvoor een boscompensatievoorstel werd bijgevoegd.
Door de opstelling op een industriële site wordt het risico op geluidshinder laag ingeschat. Het betreft bovendien een tijdelijke activiteit.
Het groenscherm ter hoogte van de geplande inplanting is nog voldoende om haar functie uit te oefenen. Er zullen herbruikbare verpakkingen (IBC’s) worden gebruikt voor de opvang en transport van de azijnzuuroplossing en het demi-water.
De gassen nodig in het proces worden in openlucht opgeslagen in verplaatsbare recipiënten:
Het uitvoeringsplan toont dat de afstandsregels ten opzichte van de perceelsgrenzen ruimschoots gerespecteerd worden. Er gelden geen afstandsregels tussen de opgeslagen gassen.
IIOA Thiofeen (inrichtingsnummer 20240619-0068)
De slibgistingsinstallatie van Aquafin omvat een unit van Fluvius die het gas injecteert op het aardgasnet, na een kwaliteitscontrole. Thiofeen wordt gebruikt bij de odorisatie van het gas. De injectie-unit bevat een opslagvat van 200 liter thiofeen en een buffer van 40 liter. Thiofeen is een licht ontvlambare, toxische en corrosieve vloeistof.
De installatie is reeds vergund in 2021, maar wordt nu ondergebracht in een afzonderlijke inrichting. Het is de bedoeling de vergunning voor de installatie in een latere stap over te dragen worden aan Fluvius.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden. Dit advies werd opgemaakt op basis van PIV1.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Geadviseerde rubriek(en)
Geadviseerde rubriek(en) 0050 RWZI Antwerpen-Zuid
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | -1.500,00 liter (totaal 4.500,00 liter) |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +77,84 kW (totaal 1.934 kW) |
17.3.4.2°b) | opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; | -27,87 ton (totaal 51,63 ton) |
17.3.6.2°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied; | -27,87 ton (totaal 51,63 ton) |
Geadviseerde rubriek(en) IIOA Pilootinstallatie
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 100,00 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 3.950,00 liter |
24.3. | laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; | 1 labo |
Geadviseerde rubriek(en) IIOA thiofeen
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; | 240,00 kg |
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 10 februari 2025 |
Start openbaar onderzoek | 20 februari 2025 |
Einde openbaar onderzoek | 21 maart 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 1 april 2025 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden