Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024110435 |
Gegevens van de aanvrager: | Marie Eisendrath met als contactadres Leopoldlei 82 te 2180 Antwerpen en de heer Thomas Struijk met als adres Leopoldlei 82 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Leopoldlei 82 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 33 sectie H nr. 620E7 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | plaatsen van een openluchtzwembad, poolhouse, verhardingen en verhogen van de scheidingsmuren |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/06/2021: voorwaardelijke vergunning (OMV_2021054399) voor het verbouwen van een eengezinswoning;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/102121.
Vergunde/bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een poolhouse;
- aanleggen van een zwembad en verhardingen;
- wijzigen van de scheidsmuur.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 21 november 2024 | 25 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 21 november 2024 | 26 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 21 november 2024 | 7 februari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):
- Artikel 9 – Overdruk – waardevol erfgoed: de tuin moet zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden worden. Verharding wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis. Tuinen groter dan 80 m² kunnen voor maximaal ¼ verhard worden en dit met een maximum aan verharding van 200 m². Er wordt in deze tuin echter een totaal van 330,55 m² aan verhardingen voorzien.
Bijkomend beschikt de oprit naar de nieuwe inpandige garage over een breedte variërend tussen 3,24 en 5,49 m, dit terwijl er slechts een maximumbreedte van 3 m wordt toegestaan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Het zwembad wordt niet in rekening gebracht bij de afwaterende oppervlakte.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Na onderzoek blijkt het project waarschijnlijk schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt. 71,50 m² van het zwembad wordt niet in rekening gebracht bij de afwaterende oppervlakte. Voorkomen van verdroging is een van de doelstellingen van het waterwetboek. Uit het ingewonnen advies blijkt dat voorwaarden opgelegd moeten worden om het schadelijk effect te voorkomen.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Voorliggende aanvraag blijkt strijdig te zijn met een aantal bepalingen, uit zowel het ordeningsplan als de bouwverordening, voornamelijk inzake de verhardingsgraad van de tuinzone.
In se blijkt laatstgenoemde, van de gehele tuin, het maximum van 200 m² ruim te buiten te gaan, namelijk: ± 330 m². Betreffende is echter een beperking die, binnen het ordeningsplan, louter voor erfgoedpanden van toepassing is; voor de aanpalende percelen (waaronder dat op de hoek, dat mee in eigendom is van dezelfde eigenaar/aanvrager en ook meer wordt gebruikt in de aanleg) geldt bijvoorbeeld een beperking tot slechts 1/3 van de tuinzone, wat hier (voor dit zeer ruime perceel) zou neerkomen op een maximale verhardingsgraad van ± 420 m² - de hier voorziene verharding van 330 m² is dus beduidend lager qua omvang en er is over het algemeen niet echt sprake van een overdaad aan ontgroening; ook de bijkomende en strengere beperking van ¼ van de totale tuinzone (= ± 315 m²) uit de overdruk waardevol erfgoed wordt slechts zeer beperkt overschreden.
Er wordt dan ook geadviseerd betreffende afwijking als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het optrekken van een bijgebouw in de tuinzone van een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De volumetrie waarvan sprake, een nieuw op te trekken bijgebouw met een footprint van ± 115 m (met daarin poolhouse, sportkamer, technische ruimte en auto- en fietsstalplaats), is vanuit ruimtelijk oogpunt zonder meer aanvaardbaar te noemen. Zo wordt voor dit type van bijgebouwen doorgaans een richtlijn gehanteerd van maximaal 10 % van het volledige perceel, wat hier zou neerkomen op ± 160 m²; het bijgebouw in kwestie is zoals reeds vermeld slechts 115 m² in omvang.
Ook de hoogte ervan is van dien aard (3,50 m) en in overeenstemming met wat voor een gelijkvloerse bouwlaag kan worden verwacht, dat er geen nadelige impact te verwachten valt voor de naburige panden en tuinen, dit ten gevolge van de vereiste aanpassingen aan tuin-/scheidsmuur.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De voor het bijgebouw gehanteerde materialen, lichtbeige bepleistering en steenstrips, grijs aluminium schrijnwerk en een geelbeige staalstructuur (voor het afdak), zijn op zich aanvaardbaar voor dit type van constructie en zijn in se al aanwezig in de ruime omgeving, waardoor er ontegensprekelijk sprake is van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context.
Het advies voor dit deelaspect is bijgevolg eenduidig gunstig.
Cultuurhistorische aspecten
Omwille van de opname van de woning op de inventaris van het cultureel erfgoed en de ligging (in het Ruimtelijk Uitvoeringsplan) in een overdrukzone Waardevol Erfgoed, werd advies ingewonnen bij de bevoegde dienst Monumentenzorg, het advies is geheel gunstig, de voorgestelde ingrepen tasten de erfgoedwaarde van het pand niet aan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een blijvende werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het plaatsen van een openluchtzwembad, een poolhouse en verhardingen en het verhogen van de scheidingsmuren.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er wordt 1 parkeerplaats voorzien in het poolhouse.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsstalvoorzieningen
Er worden 6 fietsparkeerplaatsen voorzien in de garage in het poolhouse. Er is niet voldoende plaats achter de fietsen en naast de wagen om comfortabel de garage te verlaten. De fietsparkeerplaatsen worden dus niet als nuttig beschouwd, de inrichting van de garage dient aangepast te worden zodat er meer plaats tussen de wagen en de fietsen is.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er dient 1 boom van inlandse oorsprong te worden heraangeplant op het eigen terrein, ten tijde van het eerstvolgende plantseizoen en dit met plantmaat 14/18.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De indeling van de garage dient intern hertekend te worden zodat het stallen van de fietsen mogelijk wordt volgens de inrichtingsprincipes van de stad Antwerpen.
4. Alle werken, wijzigingen en handelingen aan en afwijkend van de vergunde verhardingen rondom de woning uit vergunning OMV_2021054399, worden uitgesloten uit de vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 21 november 2024 |
Start openbaar onderzoek | 2 december 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 31 december 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 maart 2025 |
Verslag GOA | 7 februari 2025 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Er werden in de loop van de looptijd van het openbare onderzoek bezwaren geformuleerd, dewelke zich als volgt laten samenvatten:
Beoordeling:
Het is correct te stellen dat de werkelijke parkeerbehoefte van de woning (zijnde 1 autostalplaats, voor 1 eengezinswoning) door de geplande werken (louter het optrekken van een bijgebouw in de tuinzone) niet essentieel wijzigt en dus vastgesteld blijft op 1 stalplaats. Enerzijds is het mogelijk deze te voorzien op een andere locatie op het eigen terrein indien dit ruimtelijk/stedenbouwkundig aanvaardbaar blijkt te zijn – laatstgenoemde is hier effectief het geval (door het voorzien van een inpandige garage in het nieuwe bijgebouw), anderzijds betreft de verharding langs de Leopoldlei een vergunde verharding.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er dient 1 boom van inlandse oorsprong te worden heraangeplant op het eigen terrein, ten tijde van het eerstvolgende plantseizoen en dit met plantmaat 14/18.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De indeling van de garage dient intern hertekend te worden zodat het stallen van de fietsen mogelijk wordt volgens de inrichtingsprincipes van de stad Antwerpen.
4. Alle werken, wijzigingen en handelingen aan en afwijkend van de vergunde verhardingen rondom de woning uit vergunning OMV_2021054399, worden uitgesloten uit de vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.