Op 28 juni 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om de drie percelen van de raamovereenkomst GAC_2019_00775 voor het leveren van mobiele en vaste elektriciteitskasten te gunnen aan Govaerts Elektro 2000 NV. De overeenkomsten werden gesloten op 8 juli 2019.
Per e-mail van 11 februari 2022, en overeenkomstig de bestelbon met nummer 4005490737 die als bijlage aan deze e-mail werd gehecht, plaatste de aanbesteder de volgende bestelling op basis van de raamovereenkomst GAC_2019_00775:
Aangezien de leveringstermijn niet werd gerespecteerd, stelde de aanbesteder de opdrachtnemer een eerste keer in gebreke op 15 mei 2023. Volgend op deze ingebrekestelling werden enkel de 10 evenementenkasten FKR T1 400/230VOLT van de hogervermelde bestelbon geleverd.
Gelet op het uitblijven van de levering van de overige kasten, stelde de aanbesteder de opdrachtnemer een tweede keer in gebreke op 21 november 2024. Tot op heden zijn deze kasten nog steeds niet geleverd.
Krachtens artikelen 47 en 124 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (KB AUR), is de aanbesteder gerechtigd om ambtshalve maatregelen (waaronder de eenzijdige verbreking van de opdracht) toe te passen in geval van een ernstige tekortkoming bij de uitvoering van de opdracht.
Artikel 56, § 3, 4° van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
Het feit dat de 2 marktkasten MKR T1 400/230VOLT en de 3 foorkasten FKR T3 400/230VOLT van de deelopdracht (bestelbon met nummer 4005490737) - ondanks twee ingebrekestellingen en de inhouding van de maximale vertragingsboete die wettelijk mogelijk is - nog steeds niet geleverd zijn, terwijl de leveringstermijn reeds ruimschoots is overschreden, betreft ontegensprekelijk een ernstige tekortkoming in hoofde van de opdrachtnemer bij de uitvoering van die deelopdracht. De opdrachtnemer heeft voor deze tekortkomingen bovendien geen verweermiddelen doen gelden in toepassing van artikel 44 van het KB AUR.
In de gegeven omstandigheden acht de aanbesteder het noodzakelijk om de openstaande deelopdracht eenzijdig te verbreken bij wijze van ambtshalve maatregel.
Het college keurt de eenzijdige verbreking van de deelopdracht die via de bestelbon met nummer 4005490737 werd geplaatst op basis van de raamovereenkomst GAC_2019_00775 voor het leveren van mobiele en vaste elektriciteitskasten goed.