Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024130428 |
Gegevens van de aanvrager: | Oleksii Tokar met als adres Sint Rochusstraat 190 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Atletenstraat 53 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nr. 2364V9 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02/12/1927: toelating (1927#28652) voor afsluiting;
- 17/06/1927: toelating (1927#27129) voor huis.
Vergunde toestand
Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven;
Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:
- Functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van het mansardedak;
- uitbreiden van de woning met een extra bouwlaag;
- slopen van de achterbouw;
- uitbreiden van de woning met een nieuwe achterbouw;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- verharden van de voortuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
vanuit de hemelwaterput moet een aanvoerleiding worden geplaatst naar elk toilet en naar de plaats waar de wasmachine is gepland en naar de tuin. In voorliggende aanvraag wordt het hemelwater enkel gerecupereerd voor toiletspoeling en de tuin.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op artikel 6, 8, 9, 18 en 23 van de bouwcode.
Voor artikel 23 kan er een afwijking worden toegestaan.
Voor de andere artikels kan er niet op geldige wijze worden afgeweken. Aangezien de strijdigheid met artikel 6 niet als voorwaarde kan worden opgenomen bij een vergunning, dient de aanvraag te worden geweigerd. Bij een nieuwe aanvraag kan het ontwerp aangepast worden zodat er voldaan wordt aan alle artikels van de bouwcode (exclusief de verleende afwijking op artikel 23).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op artikel 7: vanuit de hemelwaterput moet een aanvoerleiding worden geplaatst naar elk toilet en naar de plaats waar de wasmachine is gepland en naar de tuin. In voorliggende aanvraag wordt het hemelwater enkel gerecupereerd voor toiletspoeling en de tuin.
Indien er een vergunning zou worden verleend, zou dit als voorwaarde worden opgenomen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Schaal en ruimtegebruik zijn ongunstig. De aanvraag dient te worden geweigerd.
De aanvraag beoogt het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning. De bestaande achterbouw (twee bouwlagen) wordt gesloopt en er wordt een nieuwe achterbouw voorzien van twee bouwlagen. Op het gelijkvloers zal de bouwdiepte wijzigen van 14,75 meter naar 17 meter en op de 1ste verdieping wordt er een perceelsbrede uitbreiding gerealiseerd tot 15 meter (voorheen 13,28 meter tegen de linker perceelgrens). Tot slot wordt de dakverdieping uitgebreid tot een volwaardige daklaag onder plat dak. Voor de derde bouwlaag wordt er vastgesteld dat er meerdere woningen voorkomen in de straat met een 3de bouwlaag onder plat dak waardoor dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is. De gewenste bouwdiepte op het gelijkvloers is eveneens aanvaardbaar. Bovendien wordt de bestaande tuinberging gesloopt waardoor er na uitbreiding nog een ruime tuinzone bewaard blijft en de hinder naar de omgeving eerder beperkt is. De perceelsbrede uitbreiding tot 15 meter op de 1ste verdieping is echter niet kenmerkend en storend voor het rechter aanpalend perceel nummer 55. De bebouwde omgeving wordt gekenmerkt door woningen met achterbouwvolumes maar deze volumes bevinden zich niet over de volledige perceelbreedte en bouwen af naar de achtergevellijn van het naburig perceel. Een bouwdiepte die aansluit bij de hoger opgaande linker scheidingsmuur van nummer 51 en afbouwt naar de achtergevellijn van het rechterbuurperceel nummer 55 zou hierdoor aanvaardbaar kunnen zijn. Op deze manier wordt er aangebouwd bij de bestaande linker scheidingsmuur en wordt de hinder naar het rechterbuurperceel tot het minimale beperkt. Uiteraard dient hierbij ook de interne woonkwaliteit te worden gegarandeerd.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel en bijhorende materialen blijven ongewijzigd. De nieuwe daklaag wordt afgewerkt met een witte cementering en zwart aluminium schrijnwerk. Er wordt strijdig met artikel 8 van de bouwcode vastgesteld dat het gekozen afwerkingsmateriaal atypisch is als dakafwerking. Indien er een vergunning zou worden verleend zou er als voorwaarde opgenomen worden om een dakmateriaal (bv. leien, ...) te gebruiken.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Na uitbreiding op het gelijkvloers wordt er voldoende woonkwaliteit gegarandeerd. Zo worden de interne ruimtes opengewerkt en worden de leefruimtes zowel voor– als achteraan voorzien van voldoende licht, lucht en zicht.
Voor de nieuwe daklaag wordt er echter, strijdig met artikel 9 van de bouwcode, opgemerkt dat de interne hoogte 2,50 meter is daar waar de bouwcode een binnenhoogte van minstens 2,60 meter voorschrijft. Aangezien dit een nieuwe bouwlaag betreft kan de vereiste binnenhoogte perfect voorzien worden.
Er wordt opgemerkt dat de voortuin volledig verhard is daar waar artikel 23 van de bouwcode voorschrijft dat de verhardingen in de voortuin beperkt moeten blijven. In principe zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten zoals paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter. Aangezien de voortuin in deze aanvraag slechts een diepte heeft van 2 meter, kan er een afwijking op dit artikel worden toegestaan. De verleende afwijking neemt niet weg, dat de voortuin uiteraard op eigen initiatief vergroend mag worden maar dit zal niet als voorwaarde opgelegd worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 26 november 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 januari 2025 |
Verslag GOA | 6 januari 2025 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.