Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024156071 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Annouk Scheelen met als adres Hyacintenlaan 7 te 2970 Schilde |
Ligging van het project: | Verbondstraat 83 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3577R |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning met kinesistenpraktijk |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/06/1965: toelating (18#47653) voor een verbouwing
- 17/10/2024: statusrapport met een gunstig advies voor een gelijkvloerse kinesistenpraktijk, en 2 wooneenheden op de verdiepingen, plus het bestaande volume met uitzondering van de leefruimte onder het terras van de eerste verdieping.
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/104729
Vergunde toestand
- kinesistenpraktijk plus 2 wooneenheden;
- 4 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
- aanbouw van 1 tot 2 bouwlagen onder plat dak met een achterliggende tuin.
Nieuwe toestand
- 3 wooneenheden waarvan:
- ongewijzigd bouwvolume buiten een kleine gelijkvloerse uitbreiding rechts achteraan;
- voorgevel in lichtgrijs geschilderde gevelpleister met grijs geschilderd, houten buitenschrijnwerk op een plint in grijze natuursteen.
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;
- wijzigen van de functie diensten naar wonen;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal | 6 december 2024 | 3 januari 2025 | Geen advies |
Fluvius System Operator | 6 december 2024 | 9 december 2024 | Geen advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 6 december 2024 | 18 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 6 december 2024 | 9 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 6 december 2024 | 9 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 6 december 2024 | 17 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 6 december 2024 | 16 december 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, artikel 1: zone voor wonen - (wo1) en artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Mobiliteitsgerelateerde projecten:
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het overstromingsveilig pluviaal peil bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt 6,79 mTAW. Bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt de pluviale waterdiepte die gemodelleerd wordt tegen het gebouw (voorgevel - straatzijde) 23 cm. De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping (inkomhal) zit daar 32 cm boven.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag wenst de gelijkvloerse kinesitherapie om te vormen naar een zelfstandige wooneenheid. Wonen is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In de huidige toestand zijn er 3 woningen aanwezig in het gebouw. Bewonerskaarten bevestigen dat voor 1979 2 gezinnen zich huisvestten in het gebouw.
Het gelijkvloers is vergund als kinesistenpraktijk met op de bovenliggende verdiepingen 2 wooneenheden.
Omdat de huidige toestand afwijkt ten opzichte van de toestand van voor 1979, komen de 3 wooneenheden niet in aanmerking als geacht vergunde toestand. De bijkomende wooneenheden moeten als nieuw beoordeeld worden en worden niet ontslagen van een toetsing aan de voorschriften. Gezien het vergund geachte statuut kunnen er wel afwijkingen hierop worden overwogen voor zover deze de basale woonkwaliteit van de woningen, het gebouw en zeker ook van de omgeving niet overschrijden.
In voorliggende aanvraag wordt de gelijkvloerse kinesistenpraktijk omgevormd tot wooneenheid met slaapkamer. In de kelderruimte aan de straatzijde wordt een badkamer en dressing voorzien. Gezien dit geen verblijfsruimtes zijn en de kelder een vrije hoogte van 2,60 m heeft, is deze ingreep aanvaardbaar.
Het bouwvolume blijft nagenoeg ongewijzigd t.o.v. de geacht vergunde situatie.
Omwille van de gelijkvloerse functiewijziging moet er 20 procent open ruimte zijn op het gelijkvloerse. Door het dichtbouwen van het terras achteraan voorziet de aanvraag in een kleiner aandeel. Deze beperkte afwijking is te motiveren omdat een ontpitting zou betekenen dat er volume over verschillende verdiepingen afgebroken zou worden en dit aldus voor een te verregaande ingreep zou zorgen
Het dichtbouwen van het terras is aanvaardbaar op voorwaarde dat alle leef- en verblijfruimtes van voldoende daglicht- en luchttoetreding voorzien worden. De keuken is centraal in de woning gepositioneerd waardoor licht- en luchttoevoer beperkt is (bouwcode, artikel 10).
Geoordeeld wordt echter dat door de hoge raampartijen aan de straatzijde van 2,70 m en een vrije hoogte van 3,15 m er gesteld kan worden dat de keuken alsnog van voldoende daglicht voorzien wordt.
Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het pand noch van de omgeving met deze vermeerdering van het aantal woongelegenheden wordt overschreden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en de opname op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Men wenst een functiewijziging naar wonen op niveau -1 en 0.
Vanuit erfgoedoogpunt is er geen bezwaar tegen de woonfunctie.
De overige ingrepen op de verschillende niveaus blijven beperkt en hebben een aanvaardbare impact op de erfgoedwaarde van het pand.
Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door nieuw houten schrijnwerk. De voordeur blijft behouden en wordt hersteld.
Als voorwaarde zal opgelegd worden detailtekeningen van het houten buitenschrijnwerk in de voorgevel voor te leggen voor verder advies aangezien deze ontbreken in het dossier.”
De stedelijke dienst Monumentenzorg verleend een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarde::
- detailtekeningen van het houten buitenschrijnwerk in de voorgevel voor te leggen voor verder advies.
Het bovenvermelde advies wordt bijgetreden.
Mits rekening houdend met de opgenomen voorwaarden blijft het pand visueel inpasbaar in de directe omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De stedelijke dienst Omgeving / Water levert een voorwaardelijk gunstig advies met volgende aandachtspunten:
- Het keldergat moet beveiligd worden via een schot of (veiliger nog) dichtgemaakt worden. De kelder kan op alternatieve wijze verlucht worden. Mechanisch verluchten of elders (niet aan de straat) een verluchtingsopening plaatsen boven overstromingsveilig peil.
- Overstromingswater kan via de (half-)bovengrondse kelderramen binnenstromen. Er moet onderzocht worden op welke wijze deze opening beveiligd kan worden.
- Terugslagkleppen op de afvoerleidingen kunnen terugstroom van rioleringswater verhinderen.
Gezien de aanwezigheid van een badkamer en dressing op kelderniveau aan de straatzijde wordt volgende voorwaarde bij de vergunning opgenomen:
- Keldergat en kelderramen te beveiligen tegen overstromingsrisico.
Mits het naleven van bovenstaande voorwaarden voldoet de aanvraag aan de gestelde eisen inzake gebruiksgenot en wooncomfort.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging. De meergezinswoning met kinesistenpraktijk en 2 wooneenheden wordt verbouwd naar een meergezinswoning met 3 wooneenheden.
Bij projecten tot 5 en met wooneenheden is de parkeernorm 1
De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een voorgevel van minder dan 8 m breed. Volgens artikel 8, §3, 1° (Visuele en vormelijke inpassing) van de bouwcode is een toegangspoort verboden.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.
De bestaande behoefte van de kinesistenpraktijk is 5 (volgens de beschrijvende nota waren er in de laatst vergunde toestand 4 praktijkruimtes en met de norm van 1.25ppl/praktijkruimte komt dat neer op 5). Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 5.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 5 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Voor de bijkomende wooneenheid moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2
Er wordt 1 fietsstalplaats voorzien in de gemeenschappelijke gang en 1 fietsstalplaats in de private gang van het gelijkvloers appartement.
Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet een vrije ruimte van 1m70 beschikbaar zijn en dat is hier niet het geval.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Achter elke fietsstalplaats moet een vrije ruimte van 1m70 beschikbaar zijn
Het advies wordt bijgetreden en de voorwaarde wordt bij de vergunning opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De detaillering van het buitenschrijnwerk in de voorgevel moet ter advies voorgelegd worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
3. De 2 fietsstalplaatsen van de wooneenheid moeten voldoen aan artikel 33 van de bouwcode.
4. Het keldergat en de kelderramen moeten beveiligd worden tegen overstromingsrisico.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 november 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 6 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 februari 2025 |
Verslag GOA | 9 januari 2025 |
Naam GOA | Axel Devroe |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De detaillering van het buitenschrijnwerk in de voorgevel moet ter advies voorgelegd worden aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
3. De 2 fietsstalplaatsen van de wooneenheid moeten voldoen aan artikel 33 van de bouwcode.
4. Het keldergat en de kelderramen moeten beveiligd worden tegen overstromingsrisico.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.