Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024025851 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV Stellantis & You Belgium (0403461206) met als contactadres Boomsesteenweg 894 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Boomsesteenweg 894-898, Terbekehofdreef 2 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 44 sectie D nr. 270W |
waarvan: |
|
- 20240221-0082 | afdeling 44 sectie D nr. 270W (Stellantis) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het exploiteren van een garageherstelwerkplaats met onder andere 2 spuitcabines |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 27 november 2002 werd aan Citroën Belux nv een milieuvergunning met kenmerk AN2002/531 verleend voor de exploitatie van een garagewerkplaats. De vergunning is op 27 november 2022 verlopen. Inmiddels is de vennootschapsstructuur volledig gewijzigd en daarmee ook het gamma dat wordt aangeboden en onderhouden. Heden wordt de garage uitgebaat door de firma Stellantis.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van voorliggende aanvraag betreft de exploitatie van de Stellantis-garage aan de Boomsesteenweg 894 te Wilrijk (Antwerpen).
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Stellantis
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 0,50 m³/uur |
4.3.b)1°i) | inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht met een maximaal gehalte aan vluchtige organische stoffen, zoals conform de EG-richtlijn 2004/42/EG, bepaald in bijlage 2A en 2B van het KB van 7 oktober 2005 inzake de reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 60 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 50,00 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 19.800,00 liter |
15.3.1° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 10 schouwputten of hefbruggen, volledig gelegen in industriegebied; | 28 schouwputten of hefbruggen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | 10 voertuigen/dag |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; | 20,00 ton |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 56,90 kW |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; | 360,00 kg |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 0,48 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 2.000,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 25,00 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 20,00 liter |
38.3.1° | opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud beperkt is tot de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, beperkt is tot maximaal 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas; | 50 patronen voor airbags |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas; | 1.330,00 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 18 november 2024 | 24 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 18 november 2024 | 19 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 18 november 2024 | 20 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is gesitueerd binnen het industrieterrein Terbekehof in Wilrijk. De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan.
Het volume is in overeenstemming met de vergunning verleend op 6 oktober 2017. De indeling van de panden is licht gewijzigd.
De buitenaanleg, de inrichting van de parkeerplaatsen en de aanwezige publiciteit is niet in overeenstemming met eerder verleende vergunning.
In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om alle handelingen, werken en wijzigingen waarvoor een omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen uit te sluiten.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Deze garage is reeds lang op deze locatie gevestigd. De inrichting is een verkooppunt van voertuigen met herstel- en onderhoudswerkplaatsen voor de merken Citroën, Peugeot en DS.
Milieutechnisch omvat de inrichting 28 vaste hefbruggen, 2 spuitcabines, 2 wasplaatsen voor auto’s, een (niet meer ingedeelde) transformator, warme luchtblazers en diverse airco’s (onder andere met koelmiddel R32 of R410A), de opslag van een aantal gevaarlijke producten (voornamelijk oliën, koelvloeistof en ruitenwisservloeistof in vaten en houders) en de opslag van diverse onderhoudsproducten in kleine verpakkingen.
In de werkplaats worden er hoofdzakelijk voertuigen onderhouden of hersteld. Sporadisch kunnen er geaccidenteerde voertuigen gestald worden. Deze geaccidenteerde voertuigen staan steeds op een vloeistofdichte ondergrond. Autowrakken worden in regel niet aangeleverd of onmiddellijk afgevoerd. In de carrosserieafdeling worden de klassieke hersteltechnieken uitgevoerd. Het betreft uitdeuken of koetswerkonderdelen vervangen, plamuren, schuren en schilderen in de spuitcabines. De inrichting is uitgerust met 2 spuitcabines, die hooguit één uur per dag in gebruik zijn, aldus de aanvrager. Het aanvraagdossier omvat verscheidene onderhoudsattesten van zowel de spuitcabines als de koelgroepen. Het dossier omvat geen emissiemeetverslag waaruit zou blijken dat de emissiegrenswaarde van 10 mg/Nm³ nageleefd wordt; noch een emissiemeetverslag van een equivalente installatie. Dit wordt opgenomen als milieuvoorwaarde.
Er is tevens een carwashinstallatie voor het wassen van voertuigen. Er worden maximaal een vijftal voertuigen per dag gewassen. De carwash is niet publiek toegankelijk. Het afvalwater wordt geloosd via een KWS-afscheider.
Tenslotte zijn er kantooractiviteiten, sanitaire faciliteiten en een kantine.
Uit de evaluatie van de potentiële milieueffecten blijkt dat de activiteit geen noemenswaardige impact zal hebben/genereren op de omgeving. Dit zolang de sectorale voorwaarden nageleefd worden. Verder zijn de beoogde activiteiten - met uitzondering van de hefbruggen- allen meldingsplichtig.
Programmatische Aanpak Stikstof:
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Erfgoed
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan:
- een beschermde archeologische site;
- een beschermd monument;
- een beschermd cultuurhistorisch landschap;
- een beschermd stads- of dorpsgezicht.
(decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4 §3).
Dit is hier niet het geval.
Watertoets
Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen (artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid). Dit blijkt uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting Stellantis) | 0,50 m³/uur |
4.3.b)1°i) | inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht met een maximaal gehalte aan vluchtige organische stoffen, zoals conform de EG-richtlijn 2004/42/EG, bepaald in bijlage 2A en 2B van het KB van 7 oktober 2005 inzake de reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 60 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; (inrichting Stellantis) | 50,00 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Stellantis) | 19.800,00 liter |
15.3.1° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 10 schouwputten of hefbruggen, volledig gelegen in industriegebied; (inrichting Stellantis) | 28 schouwputten of hefbruggen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; (inrichting Stellantis) | 10 voertuigen/dag |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; (inrichting Stellantis) | 20,00 ton |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Stellantis) | 56,90 kW |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; (inrichting Stellantis) | 360,00 kg |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting Stellantis) | 0,48 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Stellantis) | 2.000,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; (inrichting Stellantis) | 25,00 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; (inrichting Stellantis) | 20,00 liter |
38.3.1° | opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud beperkt is tot de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, beperkt is tot maximaal 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas; (inrichting Stellantis) | 50 patronen voor airbags |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas; (inrichting Stellantis) | 1.330,00 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De buitenaanleg, de inrichting van de parkeerplaatsen en de aanwezige publiciteit wordt uitgesloten van de vergunning.
2. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5.4.3.2.3 van Vlarem II, dient periodiek een emissiemeetverslag voor de spuitcabines opgesteld te worden. Het verslag omvat
• de meting waaruit blijkt dat de emissiegrenswaarde gehaald wordt;
• de beschrijving van de voorwaarden die bij de exploitatie nageleefd moeten worden zodat de emissiegrenswaarde te allen tijde gerespecteerd kan worden.
Binnen 2 maanden na vergunningverlening wordt het meest recente verslag overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van OMV_2024025851.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 18 november 2024 |
Start openbaar onderzoek | 28 november 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 27 december 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 maart 2025 |
Verslag GOA | 13 februari 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De buitenaanleg, de inrichting van de parkeerplaatsen en de aanwezige publiciteit wordt uitgesloten van de vergunning.
2. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5.4.3.2.3 van Vlarem II, dient periodiek een emissiemeetverslag voor de spuitcabines opgesteld te worden. Het verslag omvat
• de meting waaruit blijkt dat de emissiegrenswaarde gehaald wordt;
• de beschrijving van de voorwaarden die bij de exploitatie nageleefd moeten worden zodat de emissiegrenswaarde te allen tijde gerespecteerd kan worden.
Binnen 2 maanden na vergunningverlening wordt het meest recente verslag overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van OMV_2024025851.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/HS/2024/G.00130.WI.0010 dienen nageleefd te worden.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting Stellantis) | 0,50 m³/uur |
4.3.b)1°i) | inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht met een maximaal gehalte aan vluchtige organische stoffen, zoals conform de EG-richtlijn 2004/42/EG, bepaald in bijlage 2A en 2B van het KB van 7 oktober 2005 inzake de reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 60 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; (inrichting Stellantis) | 50,00 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Stellantis) | 19.800,00 liter |
15.3.1° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 10 schouwputten of hefbruggen, volledig gelegen in industriegebied; (inrichting Stellantis) | 28 schouwputten of hefbruggen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; (inrichting Stellantis) | 10 voertuigen/dag |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; (inrichting Stellantis) | 20,00 ton |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Stellantis) | 56,90 kW |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; (inrichting Stellantis) | 360,00 kg |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; (inrichting Stellantis) | 0,48 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Stellantis) | 2.000,00 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; (inrichting Stellantis) | 25,00 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; (inrichting Stellantis) | 20,00 liter |
38.3.1° | opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud beperkt is tot de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, beperkt is tot maximaal 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas; (inrichting Stellantis) | 50 patronen voor airbags |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas; (inrichting Stellantis) | 1.330,00 kW |