Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2024149036 |
Gegevens van de aanvrager: | Jan Huybrechts met als adres Hallebaan 111 te 2390 Malle |
Ligging van het project: | Reeboklaan 15 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | sectie C nrs. 1A7 en afdeling 23 sectie C nrs. 286W10 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 2 naar 3 bij een meergezinswoning op grondgebied Antwerpen en Mortsel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/10/1956: toelating (957#4359) voor het bouwen van een woning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie, gevelafwerking en inrichting overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- inrichten van een dakterras;
- heraanleggen van de voor-, zij- en achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 7 januari 2025 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 7 januari 2025 | 22 januari 2025 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 7 januari 2025 | 13 januari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Het schrijnwerk ter hoogte van de voor- en zijgevel wordt vervangen van hout naar wit pvc;
De plafondhoogte van het nieuwe appartement bedraagt 2,51 m < 2,60 m;
De voortuin wordt niet afgesloten met een levendige afsluiting, een muurtje of een hek;
De zelfstandige woongelegenheid met 1 slaapkamer onder het zadeldak heeft een NVO van 42 m² < 51 m².
Bij het wijzigen van het aantal woongelegenheden moeten minimaal de normen voorzien in dit artikel nageleefd worden. Zo dienen er 6 fietsenstalplaatsen voorzien te worden.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via HYPERLINK “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken situeren zich binnen het bestaande volume in functie van het vermeerderen van het aantal woonentiteiten. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.
Visueel-vormelijke elementen
Het schrijnwerk ter hoogte van de voor- en zijgevel is vervangen van hout naar wit pvc schrijnwerk. Dit is strijdig met artikel 8 van de bouwcode. Echter kan er gesteld worden dat het nieuwe schrijnwerk zich inpast in de omgeving en binnen de architectuur van de woning. Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan hierop een afwijking worden toegestaan.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Artikel 9 van de bouwcode legt eisen op betreffende de minimale hoogte van ruimten. Zo dienen verblijfsruimtes een minimale plafondhoogte te hebben van 2,60 meter. De ingediende snede toont dat dit niet het geval is ter hoogte van het appartement in het dak. Aangezien dit als een basis woonkwaliteit beschouwd wordt, kan hierop geen afwijking worden toegelaten. De aanvraag dient geweigerd te worden.
Op de plannen van de vergunde toestand zien we dat de voortuin wordt afgesloten met een laag muurtje. De nieuwe toestand toont dat dit muurtje niet voorzien wordt en dat de verhardingen werden aangepast. Dit is strijdig met artikel 23 van de bouwcode dat oplegt dat voortuinen afgesloten dienen te worden met een levendige afsluiting, een muurtje of een hek. Ook het verharden van de voortuin is niet aanvaardbaar. Bij een mogelijke vergunning dienen al de voortuinwijzigingen uitgesloten te worden.
De netto vloeroppervlakte van het nieuwe éénslaapkamerappartement bedraagt 42 m². Artikel 26 legt minimale netto vloeroppervlaktes van een woongelegenheid op. Een éénslaapkamerappartement dient zo een minimale oppervlakte te hebben van 51 m². Dit wordt ook als absoluut minimum beschouwd. Er kan hierop geen afwijking worden toegestaan, waardoor de aanvraag geweigerd dient te worden.
Bovenop de achterbouw wordt er een dakterras voorzien horende bij de nieuwe woonentiteit. Echter bevindt dit dakterras zich maar op 93 centimeter vanaf de rechterperceelsgrens en wordt hier rechtstreekse inkijk bij de buren gecreëerd. Ook bevindt het dakterras zich buiten het aanvaardbare volume. Conform de bepalingen van artikel 12, dient elke nieuwe woongelegenheid over een kwalitatieve buitenruimte te beschikken. Dit is hier vervolgens niet het geval. De aanvraag dient geweigerd te worden.
Wegens de strijdigheden met de bouwcode kan worden geoordeeld dat de nieuwe woonentiteit niet beschikt over de basiswoonkwaliteiten. De aanvraag dient geweigerd te worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 wooneenheid. Bij projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De parkeerbehoefte is 1. |
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Het pand heeft een gevel van minder dan 8 meter. Echter werden er 2 poorten met hierachter telkens 1 parkeerplaats vergund. Dit is voldoende om de parkeerbehoefte van de twee vergunde appartementen op te vangen. Het nieuwe appartement genereert nog een bijkomende parkeerplaats. Echter laat het perceel geen bijkomende parkeerplaats meer toe.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Er dienen 6 overdekte en afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Er werden 2 plaatsen ingetekend op het gelijkvloers, er is echter onvoldoende opstelruimte voor deuren en de doorgangen zijn onvoldoende breed om deze vlot met de fiets te kunnen bereiken. Voor en achter deuren dient er 1.7 m ruimte te zijn om de fiets te kunnen opstellen, de doorgang dient overal 1 m breed te zijn.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
Bij een mogelijke vergunning wordt gevraagd deze voorwaarden mee op te nemen.
Advies van het college
Ongunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Dit advies werd opgemaakt op basis van PIV 2.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 2 januari 2025 |
Start openbaar onderzoek | 17 januari 2025 |
Einde openbaar onderzoek | 15 februari 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 21 februari 2025 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een ongunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.