Terug
Gepubliceerd op 24/02/2025

2025_CBS_01185 - Omgevingsvergunning - OMV_2024145815. Stadswaag 18. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 21/02/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, waarnemend burgemeester; Patrick Janssens, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Koen Kennis, waarnemend burgemeester
2025_CBS_01185 - Omgevingsvergunning - OMV_2024145815. Stadswaag 18. District Antwerpen - Weigering 2025_CBS_01185 - Omgevingsvergunning - OMV_2024145815. Stadswaag 18. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024145815

Gegevens van de aanvrager:

NV WINVEST I met als adres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Stadswaag 18 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 2 sectie B nrs. 746A en 747_

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning naar 9 kamerwoningen plus een reca zaak

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-         12/05/2021: vergunning  door de Deputatie (20203814) voor het opdelen van een eengezinswoning in 3 appartementen;

-         22/01/2021: weigering  door het College van burgemeester en schepenen (20203814) voor het opdelen van een eengezinswoning in 3 appartementen;

-         02/06/1972: vergunning (18#82590) voor het plaatsen van een poort;

-         18/06/1986: beschermd stads-of dorpsgezicht: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/5261

 

Vergunde toestand

-         meergezinswoning met 3 tweeslaapkamer appartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 131 m², 93 m² en 96 m²;

-         3 bouwlagen onder 2 schilddaken in gesloten bebouwing;

-         voorgevel in grijs metselwerk;

-         gelijkvloerse voorgevel in een gladde kalkbepleistering met behoud van de originele, gerestaureerde voordeur;

-         bovenliggende voorgevel in grijs metselwerk met houten buitenschrijnwerk in antracietkleur;

-         open en onbebouwde ruimte achteraan en centraal op het gelijkvloers.

 

Bestaande toestand

-         werken in uitvoering.

 

Nieuwe toestand

-         gelijkvloerse reca functie plus 9 bovenliggende kamerwoningen (geen studentenkamers);

-         gemeenschappelijke delen voor de kamerwoningen achteraan het gelijkvloers en in de kelder;

-         ondergrondse fietsenberging;

-         gelijkvloerse voorgevel in een gladde zandkleurige kalkbepleistering met groot vitrineraam in zwart pvc en behoud van de originele, houten, gerestaureerde voordeur in donkere, natuurlijke kleur;

-         bovenliggende voorgevel in natuurkleurig metselwerk met zwart buitenschrijnwerk in pvc (met glazen valbeveiligingen);

-         open en onbebouwde ruimte achteraan en centraal op het gelijkvloers.

Inhoud van de aanvraag

-         vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 9;

-         wijzigen van de functie wonen naar reca;

-         wijzigen van de voorgevel;

-         doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

20 november 2024

17 december 2024

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

20 november 2024

7 januari 2025

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

20 november 2024

25 november 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

20 november 2024

21 november 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

20 november 2024

12 februari 2025

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

20 november 2024

21 november 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

20 november 2024

12 februari 2025

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1), artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgende punten:

-          Artikel 2.1.1 Culturele, historische en/of esthetische waarde: ondanks de wenselijkheid van behoud wordt het vergunde buitenschrijnwerk in hout vervangen door buitenschrijnwerk in pvc.

-          Artikel 2.1.7 Gevelmaterialen: het voorzien van pvc buitenschrijnwerk naast en boven de te behouden, originele, houten voordeur is niet wenselijk.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-          Artikel 5 Ontwikkelingsgerichte aanpak van erfgoed: zie RUP Binnenstad

-          Artikel 8 Visuele en vormelijke inpassing: het vervangen van het houten buitenschrijnwerk door pvc buitenschrijnwerk is verboden en niet wenselijk.

-          Artikel 9 Minimale hoogte van ruimten: de sasruimte in de kelder meet 1,7 m i.p.v. de minimaal vereiste 2,20 m;

-          Artikel 10 Daglichttoetreding, uitzicht en minimale luchttoevoer: kamer 302 heeft een lichtdoorlatende oppervlakte van slechts 1.3 m² in plaats van de minimaal vereiste 1.8 m².

-          Artikel 32 POET principe is leidend: er wordt geen parkeerplaats op eigen terrein voorzien.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Mobiliteitsgerelateerde projecten:

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De voorliggende aanvraag omvat o.a. het inrichten van een kleinschalige reca-functie gelijkvloers bij een vergund project (2021) dat momenteel in aanbouw is. Deze aanpassing is conform het horecabeleidsplan dat dit pand aanduidt binnen de afgebakende horecakern Studentenbuurt. Binnen deze horecakernen is versterking, clustering en het verder uitbouwen van een gelijkvloerse horecafunctie gunstig te beoordelen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet ingestemd worden met het programma zoals voorgesteld. Door het uitbreiden van het woonprogramma tot 9 woonentiteiten wordt de draagkracht van de site overschreden.

 

Recent werd er een vergunning verleend voor de opdeling van een eengezinswoning in drie entiteiten waarvan de grootste, tegemoetkomend aan de BGO, een netto vloeroppervlakte had van 130 m2. Voorliggende aanvraag betreft het verder opdelen van de recent opgedeelde eengezinswoning. Hierbij worden de 3 vergunde wooneenheden omgevormd tot 9 kamerwoningen. 

 

Waar in vergunde toestand op elke bouwlaag één entiteit aanwezig was, worden er in voorliggende aanvraag op elke verdieping, verspreid over voor- en achterbouw, kamerwoningen voorzien.

Voor- en achterbouw zijn van elkaar gescheiden door een patio van 3,60 m op 4,23 m waarvan de omliggende gevelwanden 11,28 m hoog zijn.

Hierdoor is de lichttoetreding op de lagere verdiepingen niet alleen zeer beperkt waardoor ook de woonkwaliteit in deze kamerwoningen beperkt is, maar bestaat ook de mogelijkheid naar inkijk tussen de kamerwoningen in de voor-en achterbouw waardoor privacyhinder ontstaat.

Er wordt ook opgemerkt dat de kamerwoningen in de achterbouw naast de patio ook opkijken tegen de quasi gesloten achtergevel van de Koninklijke Academie van Schone Kunsten die op 6 m afstand ligt en waarvan de kroonlijst op 15,31 m hoogte ligt. De daglichttoetreding en het uitzicht van de kamerwoningen in de achterbouw blijft dus zeer beperkt en bijgevolg ook de woonkwaliteit.

 

Geadviseerd wordt de aanvraag te weigeren.

 

Cultuurhistorische en Visueel-vormelijke aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat gelegen is in CHE-gebied en in een beschermd stadsgezicht (sinds 18/6/1986). Voor dergelijke panden dient de wijziging van de bestaande toestand onderworpen te worden aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Daarom werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

“Men wenst het pand te verbouwen en om te vormen naar een complex met 9 kamerwoningen en een recazaak.

Deze aanvraag is een aanpassing van de aanvraag uit 2020 (OMV_2020149141) waar het pand omgevormd werd naar een complex met 3 appartementen.

De aanvraag uit 2020 vergund door de deputatie werd door de stedelijke dienst Monumentenzorg ongunstig geadviseerd om volgende redenen:

-          Er wordt enerzijds te zwaar ingegrepen op de historische structuur (vliering van de dakkap in het voorhuis wordt grotendeels verwijderd, de moer- en kinderbalken op +3 van het achterhuis verdwijnen, het oorspronkelijk tongewelf van kelder 1 wordt doorboord voor de trap die toegang geeft tot de fietsenberging, de mogelijk oorspronkelijke keldertrap aan de straatzijde wordt verwijderd, de raamopeningen waarvan een aantal nog met laat 16de of vroeg 17de-eeuwse witstenen omlijsting worden gesupprimeerd, op andere plaatsen wordt het parement geperforeerd voor een reeks nieuw ramen….). Ook de indeling en het interieur worden aangepakt met verlies aan erfgoedwaarde tot gevolg.

-          Anderzijds ontbreekt de nodige informatie en waardenstelling om een genuanceerd advies te verlenen over bepaalde erfgoedelementen (wat is de erfgoedwaarde van de art-deco-aankleding in de gang, het 19de-eeuws betegeld ensemble op het gelijkvloers en van de hoekschouw uit het achterhuis (lijkt 18de-eeuws), hoe zien de overige gevels eruit waar bleven de oorspronkelijke raamomlijstingen bewaard (de fotoreportage is te beperkt om hier een uitspraak over te doen, het lijkt alsof het er nog heel wat zijn, deze worden verwijderd).

-          Ook de impact van de werken op bepaalde erfgoedelementen wordt niet geduid (wegnemen van tussenmuren bv op het gelijkvloers van het voor- en achterhuis, welke impact hebben deze ingrepen op de draagstructuur tussen 0 en 1, zitten daar nog moer- en kinderbalken?). Wat is de impact op de draagstructuur door het creëren van een bijkomende trap voor het duplexappartement tussen 0 en 1…).  

-          De opmaak van een bouwhistorisch onderzoeksrapport zal hier meer duidelijkheid over moeten geven. Er dient mogelijk ook een aanvullend ingenieursverslag toegevoegd te worden (weghalen moer- en kinderbalkenstructuur op +3 van het achterhuis omwille van de slechte staat wordt noch aan de hand van foto’s noch aan de hand van een meting en bouwfysisch onderzoek gestaafd).

 

Het is positief dat de voorgevel aangepast wordt conform het bouwplan van de voorgevel uit 1870 (garage wordt gesupprimeerd en vervangen door twee ramen). De oorspronkelijke houten voordeur dient bewaard.

 

De ingrepen die men vandaag voorstelt zijn een aanpassing van de toestand vergund door de deputatie.

 

Bijkomend worden o.a. volgende aanpassingen gedaan:

-          De bestaande keldertrap in het achterhuis verdwijnt.  

De nieuwe trap in het voorhuis tussen 0 en 1 wordt nu ook doorgetrokken op verdieping 2 en 3. De impact op de roostering wordt ook nu niet geduid.

Om de kamerwoningen te voorzien, verdwijnen er nog veel meer bestaande binnenwanden. Onder andere in het achterhuis op de eerste verdieping (kamerwoning 101 en 102). In kamerwoning 102 verdwijnt ook de haard/rookkanaal. Ook op de tweede verdieping van het achterhuis wordt de bestaande tussenmuur tussen kamerwoning 203-204 verwijderd en verplaatst (in BT volledig opengewerkt weergegeven maar in BT van de aanvraag uit 2020 en in het fotoverslag uit 2020 voorzien van een gelijkaardige indeling als op de eerste verdieping. Deze bleef toen bewaard ( zie VT). 

-          In de voorgevel wordt er niet meer teruggegrepen naar de oorspronkelijke indeling van 1870 zoals in de vergunde toestand maar wordt de garagepoort vervangen door een uitstalraam. Het vensterschrijnwerk wordt ingevuld met pvc en enkel de onderzijde wordt bepleisterd. Deze ingrepen zijn geen meerwaarde voor de gevel noch voor het stadsgezicht waar het deel vanuit maakt. 

-          Aangezien in de huidige vergunningsaanvraag, de door de stedelijke dienst Monumentenzorg ongunstige beoordeelde aanvraag uit 2020, als gewenste toestand genomen wordt (VT), en er bovendien nog bijkomende ingrepen gebeuren die de erfgoedwaarde van het pand verder uithollen, ingrepen die niet geduid worden, kan er ook over deze aanvraag geen gunstig advies uitgebracht worden.

De voorgevel dient aangepakt zoals meegegeven in de vergunningsaanvraag uit 2020:

-          De garagepoort wordt vervangen door twee vensters (cfr. 1870)

-          De houten voordeur bewaard blijft en gerestaureerd wordt

-          Het nieuwe schrijnwerk in geschilderd hout wordt uitgevoerd met historische profilering i.p.v. in pvc (detailtekeningen aan te leveren).

-          De voorgevel voorzien wordt van een gladde kalkbepleistering

Een historische foto bewaard in het Felixarchief kan de leidraad vormen.

Dit advies over de voorgevel wordt onderschreven door het Agentschap Onroerend Erfgoed bevoegd voor beschermd erfgoed. Het Agentschap Onroerend Erfgoed spreekt zich in een beschermd stadsgezicht enkel uit over de buitenzijde van het pand indien de binnenzijde niet beschermd is.” 

 

Bovenstaand ongunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden.

Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed, waarnaar verwezen wordt in het advies van de dienst Monumentenzorg, leest voorwaardelijk gunstig waarbij enkel een uitspraak gedaan wordt over de buitenzijde van het pand.

 

Geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.

 

Milieutechnische aspecten

Het advies van de stedelijke dienst Vergunningen / Milieu leest als volgt:

“De aanvraag heeft betrekking op het renoveren van een bestaande meergezinswoning naar een pand met 9 kamerwoningen en een reca-inrichting. 

Bij de beschrijving van mogelijke effecten in de discipline geluid- en trillingen wordt enkel uitgegaan van geluid- en trillingen als gevolg van de werffase. Daaruit wordt afgeleid dat de reca-inrichting niet als inrichting met muziekactiviteit voorzien wordt. In geval dit toch tot de mogelijkheden behoort, dient de aanvrager de reca-inrichting als dusdanig in te richten dat er voldoende structurele akoestische maatregelen getroffen worden om aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht en geluid binnenshuis (Vlarem II afdeling 4.5.2) te kunnen voldoen.  

Daar de aanvraag gaat over het voorzien van 9 kamerwoningen en 1 reca en er verder geen ingedeelde inrichting wordt aangevraagd, wordt er in de stikstoftoets enkel rekening gehouden met de mobiliteitsimpact. Het is uit de huidig beschikbare plannen of verdere documentatie van het dossier niet op te maken hoe de inrichting verwarmd, gekoeld of geventileerd zal worden. Gegeven het karakter van de kamerwoningen, is er naar alle waarschijnlijkheid sprake van een gemeenschappelijke technische installatie die mogelijk toch indelingsplichtig is. Indien er alsnog indelingsplichtige activiteiten van toepassing zijn op het voorwerp van de aanvraag, dient de exploitant zich in regel te stellen met de Vlarem-wetgeving. 

Er wordt aanbevolen de werfuitbating te beperken tot de daguren tijdens weekdagen, zijnde van 7.00 uur tot 19.00 uur. 

Er is geen bezwaar de vergunning te verlenen vanuit milieutechnisch standpunt”. 

 

Dit gunstig advies wordt bijgetreden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De gemeenschappelijke wasberging, de afvalberging van de kamerwoningen en de berging van de reca in de kelder zijn onbruikbaar want deze zijn enkel bereikbaar via het gemeenschappelijk sas waarvan de vrije hoogte slechts 1,70 m bedraagt.

Deze vrije hoogte is onvoldoende om een functioneel gebruik te garanderen. 

 

Bijkomend wordt opgemerkt dat de lichtdoorlatende oppervlakte van het raam in kamer 302 1,3 m² bedraagt in plaats van de minimale vereiste oppervlakte van 1,8 m² (bouwcode, artikel 10). 

 

Wegens bovenstaande strijdigheden wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging naar kamerwoningen.

 

9 kamerwoningen met parkeernorm 0.15/kamer : 9 x 0.15/kamer = 1.35

 

Voor reca in het centrum van de stad moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een voorgevel van minder dan 8 m breed. Volgens artikel 8, §3, 1° (Visuele en vormelijke inpassing) van de bouwcode is een toegangspoort verboden. ’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 3 parkeerplaatsen.

 

In de laatst vergunde toestand zijn er 3 wooneenheden. De parkeerbehoefte hiervan is 3. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 3.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan  1- 3 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de 9 kamerwoningen moeten 9 fietsenstallingen voorzien worden.

Er wordt een fietsenstalling ingericht in de kelder voor 17 fietsen.

Deze is bereikbaar via een trap met fietsgoot.

 

Zoals ook in vorige vergunning opgemerkt is de gewijzigde stalling ook in deze aanvraag moeilijk bereikbaar.

Zo is er net als in vorige aanvraag bovenaan de trap onvoldoende opstelruimte en bedraagt de vrije hoogte op de trap 1,80 m.

Er wordt bijgevolg geoordeeld dat de fietsstalplaats in de kelderruimte onvoldoende comfortabel bereikbaar is voor dagelijks gebruik.

 

Om geen bijkomende druk op het openbaar domein te realiseren is het belangrijk dat het pand een fietsenberging voorziet voor minstens 9 fietsen. Omwille van de vermoedelijke ingrijpende aanpassingen op het plan om deze te kunnen voorzien kan dit niet in voorwaarde worden opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 oktober 2024

Volledig en ontvankelijk

20 november 2024

Start openbaar onderzoek

29 november 2024

Einde openbaar onderzoek

28 december 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 maart 2025

Verslag GOA

13 februari 2025

Naam GOA

Axel Devroe

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Bespreking van de bezwaren

Vrees voor schade: Het bezwaar tegen mogelijke schade aan het pand van de bezwaarindiener ten gevolge de sloop van het aangrenzend eigendom.

Beoordeling: Het bezwaar tegen mogelijke schade betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.