Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024077830 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Raïssa Bratkowski met als contactadres De Sevillastraat 45 te 2100 Antwerpen en de heer Wim De Mul met als adres Paardenmarkt 96 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Sevillastraat 45 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nr. 985L7 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning: uitbreiden op de gelijkvloerse verdieping en het toevoegen van een derde bouwlaag |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1951: toelating (626#13597) voor het oprichten van een woning.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning met 2 slaapkamers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: groene en onverharde voortuin met strikt noodzakelijk verharding;
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning met 3 slaapkamers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- perceelinrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de veranda;
- uitbreiden van het bouwvolume in bouwdiepte en bouwhoogte;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- verharden van de voortuin en terras in de achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 16 december 2024 | 23 december 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§1. Alle technische installaties worden inwendig in het gebouw ondergebracht, uitgezonderd duurzame HVAC-installaties: op minstens 1 meter afstand van de perceelsgrens en van het dichtstbijzijnde raam van een verblijfsruimte zowel van het eigen pand als dat van de aanpalenden.
In de aanvraag wordt een buitenunit voor een warmtepomp voorzien op minder dan 1 meter van de linker perceelgrens.
§4. Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, fietsverankeringssystemen in open lucht, brievenbussen en de verhardingen vermeld onder §5. Voortuinen worden als volwaardig onderdeel van de tuin beschouwd en zijn dus best zo veel mogelijk onverhard omdat ze zo het zicht en de leefkwaliteit van de straat of het bouwblok verbeteren, regenwater kunnen laten infiltreren en de opwarming van de stedelijke omgeving beperken. De noodzakelijke verharding wordt best voorzien in waterdoorlatend en/of grasdoorgroeibaar materiaal.
§5. In voortuinen zijn enkel paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter, en halfverharding onder fietsverankeringsystemen toegelaten. Een fietsparkeerplaats wordt voorzien van een kwalitatieve waterdoorlatende of waterpasserende verharding en fundering en is minimum voor 50 % groendoorgroeibaar. De noodzakelijke verharding in een voortuin wordt maximaal gecombineerd om zo een grotere oppervlakte in te kunnen zetten voor kwalitatief groen en infiltratie van hemelwater.
In de aanvraag wordt de voortuin volledig verhard.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de woonfuncties in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het betreft een eengezinswoning met twee bouwlagen onder een plat dak. De straat wordt gekenmerkt door rijbebouwing van twee en drie bouwlagen onder een plat dak. De hoofdgebouwen zijn aan de achterzijde uitgebreid met aanbouwen.
De aanvraag betreft het uitbreiden van het hoofdgebouw met een bijkomende bouwlaag. De nieuwe maximale bouwhoogte van de woning is 10,77 meter. Vanuit ruimtelijk oogpunt is de realisatie van een bijkomende bouwlaag inpasbaar in de omgeving.
De gelijkvloerse aanbouw wordt volledig heropgebouwd, terwijl de eerste verdieping wordt uitgebreid tegen de bestaande scheidingsmuur aan de rechterzijde. De nieuwe bouwdieptes overschrijden de kenmerkende bouwdieptes in de straat niet. Voor de uitbreiding op de eerste verdieping wordt een overgang voorzien op het eigen perceel waardoor aangesloten wordt met de bouwdieptes van de aangrenzende woningen aan beide zijden. Het perceel behoudt voldoende open ruimte om een kwalitatieve tuinzone te voorzien.
Visueel-vormelijke elementen
In verband met de afwerking van de nieuwe bouwlaag aan de straatzijde heeft de aanvrager in de beschrijvende nota het volgende vermeld: “We opteren concreet voor het optrekken van het gevelmetselwerk met eenzelfde bezande gele gevelsteen in vechtformaat en voorzien een blauwe hardstenen dorpel in dezelfde zichtmaat en met gefrijnde afwerking. De nieuwe gevelopeningen worden afgestemd op de bestaande architectuur. De maatvoering en het ritme refereren duidelijk leesbaar aan de bestaande openingen.
Het volume van de nieuwe verdieping wordt boven de raampartij bekleed met natuurkleurig zink. Dit materiaal voegt een leesbare dak dimensie toe aan de architectuur, en daarnaast ook een zekere graad van detaillering toe aan het gebouw. Dit kan een positieve bijdrage vormen voor de omgeving. Met deze combinatie van concrete ingrepen schrijft de verder opgebouwde voorgevel zich ook evenwichtig in de architectuur van het straatbeeld.”
De voorgestelde opbouw van de voorgevel in de beschrijvende nota komt echter niet volledig overeen met de geveltekening en legende. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt voldoet de voorgevelafwerking zoals beschreven in de nota bij de aanvraag, met metselwerk dat doorgetrokken wordt naar de nieuwe bouwlaag en een zinken gevelbekleding boven de raampartij, aan de beoogde kwaliteit van het gevelbeeld. Daarom wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen dat de voorgevelafwerking wordt uitgevoerd zoals voorgesteld in de beschrijvende nota bij de aanvraag.
De achtergevel wordt, na isolatie, afgewerkt met een witte gevelpleister en eveneens een zinken gevelbekleding boven de hoogste raampartij. Het schrijnwerk wordt aan de achterzijde overal voorzien in wit aluminium. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kunnen de gebruikte materialen aan de achtergevel toegestaan worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De platte daken worden voorzien van een groendak. In de tuinzone wordt een bovengrondse infiltratievoorziening geplaatst. De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke verordening hemelwater.
Op de uitbreiding van de eerste verdieping aan de achterzijde wordt een dakterras voorzien met aan de rechterzijde van dit terras een houten paneel van 1,90 meter hoog als afscherming.
Het paneel creëert echter een ongebruikte en afgesloten strook tussen het terras en de scheidingsmuur met de rechterbuur, wat stedenbouwkundig niet aanvaardbaar is.
Daarnaast is de rechter scheidingsmuur zelf ook niet hoog genoeg om te voldoen aan de privacywetgeving. Het verhogen van deze scheidingsmuur kan hier omwille van de impact en hinder ook niet worden toegestaan.
Wanneer er in functie van inkijk en privacy vanaf het terras een afstand van 1,90 meter ten opzichte van de rechter perceelgrens zou worden aangehouden, blijft er onvoldoende ruimte over om hier een kwalitatieve buitenruimte op het dak te voorzien.
Gezien deze knelpunten wordt het dakterras uitgesloten uit de vergunning. De woning beschikt over een ruime tuin, waardoor de aanvraag reeds over een voldoende en kwalitatieve buitenruimte beschikt.
Op het hoogste plat dak worden zonnepanelen en een buitenunit voor een warmtepomp geplaatst. Artikel 15 uit de bouwcode schrijft voor dat technische installaties minstens 1 meter afstand van de perceelsgrens moeten behouden. Dit is niet het geval in de aanvraag. In de voorwaarden bij de vergunning wordt opgenomen de buitenunit te verplaatsen, zodat een minimale afstand van 1 meter tot de perceelsgrens wordt gerespecteerd.
De woning heeft drie slaapkamers en voorziet in vier fietsstalplaatsen. De fietsstalplaatsen worden voorzien in de voortuin en inpandig op het gelijkvloers. In de voortuin worden fietsbeugels geplaatst op waterdoorlatende verharding. Door de combinatie met de bestaande verharding is de voortuin nagenoeg volledig verhard, waardoor er onvoldoende ruimte overblijft voor kwalitatief groen.
Volgens artikel 23 uit de bouwcode zijn fietsparkeerplaatsen mogelijk in de voortuin mits de noodzakelijke verharding zoveel mogelijk wordt beperkt om voldoende ruimte te behouden voor kwalitatief groen en de infiltratie van regenwater. Daarom wordt in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen dat de verharding zo wordt aangepast dat de bestaande oppervlakte aan groenzone behouden blijft. De verharding onder de fietsparkeerplaatsen dient een waterdoorlatende en groendoorgroeibare halfverharding te zijn conform dit artikel.
Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 26 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 16 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 februari 2025 |
Verslag GOA | 28 januari 2025 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.