Terug
Gepubliceerd op 10/02/2025

2025_CBS_00735 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024081863. Orteliuskaai, Tavernierkaai, Van Meterenkaai zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/02/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, waarnemend burgemeester; Patrick Janssens, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Koen Kennis, waarnemend burgemeester
2025_CBS_00735 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024081863. Orteliuskaai, Tavernierkaai, Van Meterenkaai zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_00735 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024081863. Orteliuskaai, Tavernierkaai, Van Meterenkaai zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2024081863

Gegevens van de aanvrager:

de heer Hardwin De Wever met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

de heer Hardwin De Wever met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Orteliuskaai, Tavernierkaai en Van Meterenkaai zn te 2000 Antwerpen  (Scheldekaaien - Loodswezensite)

Kadastrale percelen:

afdeling 1 sectie A nrs. 90/4A, 90/6, 2440B, 2440C, 2440E en 2451A

waarvan:

 

-          20240722-0009

afdeling 1 sectie A nrs. 90/6, 2451A, 2440B, 2440C, 2440E en 90/4A (bemaling Scheldekaaien - Loodswezen)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het slopen van de bestaande waterkering en bebouwing, het deels verwijderen van hekwerk; het wijzigen van het bodemreliëf; het openbreken van bestaande verhardingen en het aanleggen van nieuwe verhardingen en waterkering, deels vast en deels mobiel; het exploiteren van een tijdelijke gefaseerde bemaling voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel ter hoogte van de Tavernierkaai (Antwerpen) en een verzoek tot bijstelling van de lozingsnormen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          23/06/2024: aktename bekrachtigde archeologienota (ID: 29932) Vooronderzoek Antwerpen Scheldekaaien - Loodswezen (fase 1): https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/29932;

-          vastgestelde inventaris ‘Scheldekaaien: https://id.erfgoed.net/themas/14749;

-          01/03/2019: aktename melding (OMV_2019010975) voor de exploitatie van een werf voor werken (Vlaamse Regering);

-          15/01/2019: voorwaardelijke vergunning (OMV_2018087252) voor de stabilisatie van de kaaimuur aan de Orteliuskaai en de renovatie van een stuk kaaimuur langs de toegangsgeul van de gedempte Bonapartesluis;

-          2016: Realisatieconvenant ‘Erfgoed Scheldekaaien’;

-          2012: Masterplan ‘Scheldekaaien’ stad Antwerpen.

 

Vergunde toestand

-          functie: Antwerpse kaaien:

  • oeverstrook met bijzondere bestemming:
  • Tavernierkaai 9-9A: gemeenschapsvoorziening-openbaar nut;

-          bouwvolume: Tavernierkaai 9-9A: 2 bouwlagen met zadeldak;

-          inrichting:

  • verharde zone van circa 25.498 m²;
  • waterkering;
  • havenhekwerk.

 

Nieuwe toestand

-          functie: Antwerpse kaaien: oeverstrook met bijzondere bestemming;

-          bouwvolume: Tavernierkaai 9-9A: gesloopte bebouwing;

-          inrichting:

  • verharde zone van circa 13.178 m²;
  • groene en onverharde zone van 12.320 m² met hoogstammige bomen;
  • gewijzigd bodemreliëf: verhoogde waterkering, deels vast en deels mobiel;
  • gerestaureerd en deels gesloopt havenhekwerk;
  • fietsbeugels.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          slopen van de bestaande waterkering, verhardingen en bebouwing, het deels verwijderen van havenhekwerk;

-          wijzigen van het bodemreliëf, aanleggen van nieuwe verhardingen, waterkering en groen;

-          voorzien van fietsbeugels.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een grondwaterbemaling die technisch noodzakelijk is voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) bemaling Scheldekaaien - Loodswezen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

94,00 m³/uur

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

94,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

224.000,00 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

bemaling Scheldekaaien - Loodswezen

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

De exploitant vraagt een bijstelling aan van artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.

 

De exploitant vraagt een bijstelling aan op bijlage 4.2.5.1 - controle-inrichting voor lozingen van afvalwater.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt een afwijking aangevraagd voor artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat met als doeleind lozing van het bemalingswater op de Schelde. Hier worden specifiek verhoogde lozingsnormen van 50 µg/liter (10 keer het indelingscriterium = standaard BSP) voor arseen en 100 ng/liter voor alle individuele PFAS-componenten aangevraagd.

 

Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II, artikel 5.53.3.2 §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

15 januari 2025

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

  

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

15 januari 2025

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: algemene voorschriften, culturele, historische en/of esthetische waarde, artikel 2: zone voor wonen - (wo2) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in het stadscentrum van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad begrensd door de Leien.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat. Het gebied dat als oeverstrook met bijzondere bestemming is aangeduid, is bestemd voor de heraanleg van de kaaien: buurtrecreatie alsmede toeristische en havenactiviteiten kunnen er samengaan; alleen werken en handelingen die daarmee verband houden zijn er toegelaten.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.

Het agentschap Onroerend Erfgoed nam op 23/06/2024 akte van archeologienota https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/29932.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsmatig gewenste ontwikkelingen

-          Transformatieleidraad: Transformatieleidraad Ruimte geven aan de stad van morgen. Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad dit plan goed.
Je kan hem raadplagen via Transformatieleidraad.

 

-          Strategische Ruimteplan Antwerpen (SRA): Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad het nieuwe plan goed.
Je kan meer info raadplegen via Strategisch Ruimteplan Antwerpen.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft de aanleg van dijkwerken en inrichting van het openbaar domein langsheen de Scheldekaaien, voor de zone ‘Loodswezen, fase 1’. Het ontwerp maakt deel uit van het Masterplan ‘Scheldekaaien’ van de stad Antwerpen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

In het kader van het geactualiseerd Sigmaplan dient de waterkering ter hoogte van de Antwerpse Scheldekaaien verhoogd te worden van 8,35 mTAW naar 9,25 mTAW. De principes die hiervoor gehanteerd zullen worden, zijn vastgelegd in het Masterplan ‘Scheldekaaien’. De waterkering maakt integraal deel uit van de publieke ruimte langsheen de Scheldekaaien.

De waterkering in de zone ‘Loodswezen’ zal bestaan uit een vaste waterkering met een beperkt aantal openingen. De openingen worden afgesloten met een mobiele waterkering die in normale toestand verzonken is in het maaiveld, maar indien nodig (bij hoogwaterstand) omhoog kan worden gebracht.

 

Bij de aangevraagde werken is geen sprake van een schaalvergroting van de verkeersinfrastructuur, noch van een toename van de verharde oppervlakte. Integendeel, er wordt bijkomende groenzone gerealiseerd, dit zelfs al voor de start

van de werken. De werken zijn inzake schaal en ruimtegebruik geïntegreerd in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Aan de straatzijde blijft het profiel in grote lijn behouden. De sequentie van groene parkruimtes en vliettuinen versterkt de groene kwaliteit. Door de waterkering intelligent te positioneren en zijn morfologie aan te passen volgens de verschillende deelzones die hij doorkruist, wordt deze niet als lijnvormige barrière ervaren. Er ontstaat een harmonieus geheel van technische werken en inrichting publieke ruimte.

 

Het havenhekwerk blijft behouden en wordt grondig gerenoveerd. Ter hoogte van de vlieten worden lokaal stukken weggenomen om de open en toegankelijke connectie tussen stad en stroom te maken. De relicten van de Stenen Kraan, die zich historisch op de kade van de Sint-Pietersvliet bevond, worden zichtbaar gemaakt op de ligweide in de vorm van een rond platform, gematerialiseerd in het oorspronkelijke materiaal (rode gevlamde kleiklinker en Balegemse kalkzandsteen).

 

Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte groter dan 300 m² en een ingreep boven de 100 m². Het betreft een heraanleg van een lijntracé waarbij er buiten het gabarit werkzaamheden gepland zijn met een oppervlakte groter dan 100 m². Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1, is hiervoor een archeologienota verplicht. 

Het Agentschap Onroerend Erfgoed nam op 23 juni 2024 akte van archeologienota https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/29932.

 

Op vraag van de stedelijke dienst Archeologie wordt volgende voorwaarde opgelegd:

-          De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be) en laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Bodemreliëf

De realisatie van de waterkering impliceert een ophoging van 2,25 meter. De bescherming van de stad tegen stijgende waterstanden werd op een geleidelijke landschappelijke wijze vormgegeven. In de vlieten worden nodige openheid en connectie tussen stad en Schelde gewaarborgd door te werken met opdrijvende keringen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De brandweer werd om advies gevraagd maar dit werd op heden nog niet ontvangen. Het college hecht belang aan dit advies.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Bemaling

Voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is een tijdelijke verlaging van de grondwatertafel noodzakelijk tot 0,50 m onder de uitgravingsdiepte van de sleuven. De bemaling wordt uitgevoerd in 6 fasen.

 

fase

bemalingsduur

maximaal uitgravingspeil (mTAW)

maximaal bemalingspeil (mTAW)

fase 1

5 weken

1,05

0,55

fase 2

8 weken

1,00

0,50

fase 3

5 weken

3,43

2,93

fase 4

5 weken

3,37

2,87

fase 5

6 weken

3,51

3,01

fase 6

8 weken

1,50

1,00

 

Door de grote bemalingsdiepte worden de bemalingen van de inspectieputten tijdens fase 1, fase 2 en fase 6 uitgevoerd door middel van dieptebronnen. De bronnen worden aangezet op circa 19 m-mv (-12 mTAW) en voorzien van een filterelement van 7,50 m lengte.

 

De bemalingen voor de overige aan te leggen riolering kunnen uitgevoerd worden met filterbemalingen. De filters worden geplaatst tot 9 à 10 m-mv, aan beide zijden van de sleuven, met filters op een onderlinge tussenafstand van circa 3,50 m.

 

De opeenvolgende bemalingsfasen overlappen gedeeltelijk in de tijd aangezien deze in realiteit elkaar direct opvolgen. Er zullen telkens 7 dagen voorzien worden om een nieuwe fase droog te leggen.

 

Het maximale onttrekkingsdebiet voor de filterbemalingen bedraagt 1.056 m³ per dag. Het maximale onttrekkingsdebiet voor de dieptebronnen bedraagt 2.256 m³ per dag. Over een volledige bemalingsduur van 224 dagen wordt zo een totaalvolume van 224.000 m³ opgepompt.

 

Zettingen

Er werd onderzocht of er zettingen optreden die groter zijn dan de algemene drempelwaarde van 20 mm.

 

Uit de theoretische zettingsberekeningen in de bemalingsstudie blijkt dat er geen overschrijdende zettingen >20 mm zullen optreden gedurende de bemaling. Deze berekeningen zijn gebaseerd op een conservatieve inschatting.

 

Gezien de ligging van het project in bebouwd woongebied wordt opgelegd om de zettingen te monitoren vanaf de start tot het einde van de bemaling. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.

 

Waterkwaliteit

Ter hoogte van de projectlocatie werd een verhoogde concentratie aan arseen vastgesteld (7,6 µg/liter ten opzichte van het indelingscriterium 5 µg/liter). Ook voor verschillende PFAS-parameters werden concentraties boven de rapportagegrenzen vastgesteld. De grondwaterstalen werden geanalyseerd op het standaardanalysepakket (SAP) en PFAS. De analysecertificaten werden toegevoegd aan de bemalingsstudie.

 

Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn er verschillende OVAM-bodemdossiers gekend. Deze werden alle gescreend en besproken in de bemalingsnota. Voor 5 OVAM-bodemdossiers werd een verontreiniging aan arseen gevonden boven de bodemsaneringsnorm. Verhoogde concentraties aan arseen komen regionaal van nature voor in het grondwater.

 

Lozing afvalwater

De exploitant voorziet het bemalingswater te lozen in de Schelde. Er worden verhoogde lozingsnormen voor PFAS (individueel) en arseen aangevraagd.

parameter

indelingscriterium

gevraagde lozingsnorm

arseen

5 µg/liter

50 µg/liter

PFAS (individueel)

20/50 ng/liter

100 ng/liter

 

Ook dan bestaat, gezien de gemeten concentraties, de kans nog steeds dat de normen overschreden zullen worden. Daarom werd eveneens een grondwaterzuiveringsinstallatie aangevraagd. Bij aanvang van de bemaling van elke fase zal steeds een staalname en analyse van het bemalingswater uitgevoerd worden. Indien uit de monitoring blijkt dat de aangevraagde lozingsnormen niet gehaald kunnen worden zonder behandeling, zal het bemalingswater gezuiverd worden met behulp van een waterzuiveringsinstallatie vooraleer het geloosd wordt.

 

Het bemalingswater dient periodiek gecontroleerd te worden via staalname en analyse. Bij opstart van elke bemalingsfase dient een staalname en analyse van het effluent op het standaardanalysepakket (SAP) en PFAS te worden uitgevoerd. De opstart van de bemaling wordt stilgelegd totdat de analyseresultaten bekend zijn.

 

De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie voor elke bemalingsfase:

-          bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

 

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

 

De grondwaterstand en het debiet ter hoogte van de bemaling dienen gemonitord te worden om na te gaan of de theoretische berekeningen overeenkomen met de werkelijke vaststellingen en er niet meer debiet dan strikt noodzakelijk wordt opgepompt. Indien deze metingen afwijken van de theoretische berekeningen dient meteen de impact hiervan te worden nagegaan. Dit wordt opgelegd in de bijzondere voorwaarden.

 

Voor zover voldaan kan worden aan de lozingsvoorwaarden, wordt de lozing in oppervlaktewater gunstig geadviseerd.

 

Bijstelling voorwaarden

De exploitant vraagt volgende bijstellingen op de algemene voorwaarden van Vlarem II:

  • Artikel 4.2.3.1 van Vlarem II - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.
  • Bijlage 4.2.5.1 van Vlarem II - controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters.

 

De bijstellingen zijn aanvaardbaar gezien het tijdelijke karakter van de bemaling.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Dit advies werd opgemaakt op basis van PIV2.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het advies van de brandweer werd bij de opmaak van dit advies nog niet ontvangen. Dit advies dient strikt te worden nageleefd voor zover het gunstig of uitvoerbare voorwaarden oplegt.

2. De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be) en laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting bemaling Scheldekaaien - Loodswezen)

94,00 m³/uur

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur; (inrichting bemaling Scheldekaaien - Loodswezen)

94,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting bemaling Scheldekaaien - Loodswezen)

224.000,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen om een opvolging te kunnen doen van lopende bemalingen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

3. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.

4. De grondwaterstand ter hoogte van de bemaling dient gemonitord te worden tijdens de bemalingsfasen om na te gaan of de theoretische berekeningen overeenkomen met de werkelijke vaststellingen en er niet meer debiet dan strikt noodzakelijk wordt opgepompt. Indien deze metingen afwijken van de theoretische berekeningen dient meteen de impact hiervan te worden nagegaan.

5. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

6. Er wordt geloosd in de Schelde.

7. De lozingsnormen worden vastgesteld op:

parameter

lozingsnorm

PFAS (individueel)

100 ng/liter

arseen

50 µg/liter

8. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) op het standaardanalysepakket (SAP) en PFAS voor de opstart van de bemaling voor elke fase. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.

De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie voor elke fase:

-          bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling voor elke fase.

9. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).

10. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie dient de bemaling te worden bijgestuurd. Vanaf 20 mm dient deze te worden stilgelegd.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

24 december 2024

Start openbaar onderzoek

16 januari 2025

Einde openbaar onderzoek

14 februari 2025

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

12 februari 2025

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Bespreking van de bezwaren

1. De smeedijzeren hekken op natuurstenen voetstuk zijn een onderdeel van de stad en de geschiedenis ervan. We hopen dat deze mooi gerenoveerd worden en teruggeplaatst.
BeoordelingHet bezwaar is niet gegrond. Het havenhekwerk blijft behouden en wordt grondig gerenoveerd. Ter hoogte van de vlieten worden lokaal stukken weggenomen om de connectie tussen stad en stroom open en toegankelijk te maken. Het ontwerp sluit hiermee aan bij het advies van de Realisatieconvenant ‘Erfgoed Scheldekaaien’: over het havenhekwerk: “Maximaal behoud – doorgangen kunnen worden voorzien in functie van oversteekbaarheid en toegankelijkheid van de kaaivlakte.” 

2. Er mogen niet meer dan 10 plaatsen voorzien zijn voor bussen ter hoogte van. het Noorderterras, zoals aangegeven op het plan en dit met beperkte tijd. Nu zien wij echter dat er soms voor langere tijd 25 bussen geparkeerd staan met draaiende motor. Wij dringen er dan ook op aan dat de geplande regel strikt wordt gehandhaafd.
Beoordeling: Het bezwaar is niet gegrond. Een parking voor 10 toeristenbussen is voorzien ter hoogte van het Noorderterras. Deze zone maakt echter geen deel uit van deze aanvraag. 

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het advies van de brandweer werd bij de opmaak van dit advies nog niet ontvangen. Dit advies dient strikt te worden nageleefd voor zover het gunstig of uitvoerbare voorwaarden oplegt.

2. De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be) en laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen om een opvolging te kunnen doen van lopende bemalingen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

3. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.

4. De grondwaterstand ter hoogte van de bemaling dient gemonitord te worden tijdens de bemalingsfasen om na te gaan of de theoretische berekeningen overeenkomen met de werkelijke vaststellingen en er niet meer debiet dan strikt noodzakelijk wordt opgepompt. Indien deze metingen afwijken van de theoretische berekeningen dient meteen de impact hiervan te worden nagegaan.

5. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

6. Er wordt geloosd in de Schelde.

7. De lozingsnormen worden vastgesteld op:

parameter

lozingsnorm

PFAS (individueel)

100 ng/liter

arseen

50 µg/liter

8. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) op het standaardanalysepakket (SAP) en PFAS voor de opstart van de bemaling voor elke fase. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.

De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie voor elke fase:

-          bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt; 

-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling voor elke fase.

9. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).

10. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie dient de bemaling te worden bijgestuurd. Vanaf 20 mm dient deze te worden stilgelegd.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.