Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024144269 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Salima Zekhnini met als adres Tweegezusterslaan 16 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Tweegezusterslaan 16 te 2100 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 30 sectie A nr. 502A29 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | isoleren an afwerken van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1992: vergunning (629#1350) veranderingswerken;
- 01/01/1949: toelating (626#11709) oprichten woning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van:
- het schrijnwerk: raamindeling eerste verdieping en materiaal van het schrijnwerk is aangepast.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen en isoleren van de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag betreft het isoleren en grijs bepleisteren van een metselwerkgevel in een overwegende rode baksteenwijk opgetrokken rond de jaren veertig. Deze woning heeft de typische stijlkenmerken van die tijd. Een horizontale geleding door het gebruik van grote horizontale gevelopeningen vaak op borstweringshoogte. Daartussen grote gesloten metseloppervlakken die visueel doorbroken worden door het voorzien van verschillende metselwerkverbanden. De gevelopeningen worden verder geaccentueerd door rollagen. Ook de typische arrière-corps in één langs gestapelde steen zorgt voor een verticale geleding. Door deze verschillende stapeling van hetzelfde materiaal blijft de geleding in balans.
Op zich of alleenstaand heeft deze gevel misschien geen uitgesproken beeldbepalende en/of historische waarde. Toch geven deze baksteenaccenten de woningen in deze wijken net hun unieke karakter en geleding en definiëren zij een bepaalde architecturale tijdsgeest. Ook zorgen ze voor de leesbaarheid van de woning en de wijk en geven ze deze op een subtiele wijze een gedifferentieerde uitstraling. Hoewel op het eerste zicht sober van opzet, is de gevelgeleding van het pand Tweegezusterslaan nr. 16 doordacht opgebouwd zodat ook dit pand bijdraagt aan het karakter en de materialenrijkdom van de straat en de omgeving.
Gevels worden steeds beoordeeld op hun architecturale kwaliteit. Elementen zoals materialen en hun toepassing zoals bakstenen en hun metselverbanden spelen hier een rol. Ook de representativiteit van het bestaande gevelbeeld zoals een bepaalde architectuurstijl, stijl specifieke detailleringen, sierelementen dienen hierbij in acht genomen te worden.
In voorliggend project wordt de voorgevel geïsoleerd en afgewerkt met een grijze pleisterlaag. Alle bovenvermelde subtiele details verdwijnen waardoor een wanverhouding ontstaat tussen gevelopeningen en gesloten vlakken. De tactiliteit die deze jaren veertig/ vijftig architectuur zo bepaalt, verdwijnt volledig waardoor vervlakking van de gevel ontstaat. Daarenboven wordt enkel de voorgevel behandeld. Het pand betreft een bel-etage woning waarbij ook de kerende wanden, die de oprit naar de half ondergrondse garage schranken, zijn uitgevoerd in dezelfde baksteen. Hierdoor vormt het gebouw en de wijk in bestaande toestand één duidelijk uniform geheel. Deze uniformiteit verdwijnt na bepleistering van enkel de voorgevel. Hierdoor ontstaat een wirwar aan materialen, kleuren en stijlen die niet bij elkaar horen en die volledig los staan van de context.
Bij 18de en 19de -eeuwse bepleisterde gevels worden de grote gesloten pleisteroppervlakken tussen gevelopeningen en onder de kroonlijst gedefinieerd door toevoegingen zoals lijsten en ornamenten waardoor de gevel een gebalanceerde geleding krijgt. Gezien dit toevoegingen zijn, zijn deze bij het toepassen van gevelisolatie met bepleistering makkelijker te herhalen. Bij een naoorlogse baksteenarchitectuur gebeurt deze geleding echter veel subtieler. Het zijn niet de toevoegingen die de geleding bepalen maar eerder de wijze van stapeling van het materiaal. Het is veel moeilijker om bij pleistering deze subtiele nuances te herhalen gezien dit een vlak materiaal betreft.
We stellen dus vast dat voorliggende aanvraag met zijn materialisatie, detaillering en kleur onvoldoende een antwoord zoekt op bovenstaande ontwerpvragen en -nuances.
Bovendien wordt het straatbeeld gekenmerkt door, op een enkele uitzondering na, baksteenarchitectuur. Het verschijnen van een ongenuanceerde grijs gepleisterde gevel zou in die context het gebrek aan detaillering extra naar voren brengen.
We moeten besluiten dat door een gepleisterde gevel het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld niet wordt gerespecteerd noch opgewaardeerd waardoor voorliggende aanvraag strijdig is met artikel 8§2 van de bouwcode.
Op zich is het na - isoleren van de gevels vanuit stedenbouwkundig oogpunt echter principieel niet onaanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Er moet dus wel een adequaat antwoord worden gezocht voor de ontwerpdetails die vervlakking van deze gevels tegengaat.
Eén van de mogelijke oplossingen bestaat erin om de gevel te bekleden met steenstrips en daarbij de huidige detaillering met verschillende verbanden, terugliggende randen rond de ramen, hoekstenen en dorpels in blauwe hardsteen, de arrière-corps etc. te behouden. Dat geldt ook voor de verticale posten tussen het schrijnwerk op de eerste verdieping. Die worden beter langs de binnenzijde geïsoleerd aangezien ze anders onaanvaardbaar dik zouden worden. Aldus kan de verduurzaming gerealiseerd worden met behoud van de architecturale kwaliteit van de gevel en de homogeniteit van het straatbeeld.
Er wordt bijgevolg geadviseerd dit zo in voorwaarden op te nemen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De gevel moet afgewerkt worden met steenstrips in een kleur zoals de bestaande en daarbij de huidige detaillering met verschillende verbanden, terugliggende randen rond de ramen, hoekstenen en dorpels in blauwe hardsteen, de arrière corps etc. te behouden. Ook de verticale elementen tussen de ramen op de eerste verdiepingen moeten behouden blijven en kunnen enkel aan de binnenzijde geïsoleerd worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 17 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 15 februari 2025 |
Verslag GOA | 30 januari 2025 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De gevel moet afgewerkt worden met steenstrips in een kleur zoals de bestaande en daarbij de huidige detaillering met verschillende verbanden, terugliggende randen rond de ramen, hoekstenen en dorpels in blauwe hardsteen, de arrière corps etc. te behouden. Ook de verticale elementen tussen de ramen op de eerste verdiepingen moeten behouden blijven en kunnen enkel aan de binnenzijde geïsoleerd worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.