Terug
Gepubliceerd op 24/03/2025

2025_CBS_02003 - Omgevingsvergunning - OMV_2024158538. Van der Sweepstraat ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/03/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Nathalie van Baren

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_02003 - Omgevingsvergunning - OMV_2024158538. Van der Sweepstraat ZN. District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_02003 - Omgevingsvergunning - OMV_2024158538. Van der Sweepstraat ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024158538

Gegevens van de aanvrager:

NV VERHELST AANNEMINGEN met als adres Oudenburgsesteenweg 106 te 8400 Oostende

Ligging van het project:

Van der Sweepstraat ZN te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 11 sectie L nrs. 3925M5 en 3929/2_

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

tijdelijk gebruiken van een terrein voor de opslag van grond

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;

 

Vergunde toestand

-          geen relevante vergunde toestand.

 

Bestaande toestand

-          braakliggend terrein in projectzone Nieuw-Zuid.

 

Nieuwe toestand

-          inrichting:

  • werfgebonden tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem;
  • maximumcapaciteit 6000 m³;
  • tijdelijke invulling voor maximaal 10 maanden.

Inhoud van de aanvraag

-          inrichten van een terrein als werfgebonden tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem in functie van de aanleg van wegenis en het uitgraven van een bouwput voor blok 23 en 26;

-          aanvragen van een tijdelijke vergunning voor maximaal 10 maanden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal

29 januari 2025

28 februari 2025

Geen advies

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

SW/V/MV

29 januari 2025

14 februari 2025

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

29 januari 2025

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

29 januari 2025

3 maart 2025

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: algemene voorschriften, coördinaatpunt, intern pad, striga, toren en artikel 1 zone voor centrumfuncties (ce1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Mobiliteitsgerelateerde projecten:

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen 
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 12/01/2022.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het inrichten van een werfgebonden tijdelijke opslagplaats voor uitgegraven bodem in functie van het oprichten van blok 23 en blok 26 binnen het stadsontwikkelingsproject Nieuw Zuid ter hoogte van striga 0. De uitgegraven bodem zal maximaal 10 maanden aanwezig zijn. De uitgegraven bodem zal gedurende deze tijdspanne worden bemonsterd en geanalyseerd om vervolgens de gepaste afzet te organiseren. Na afloop wordt het terrein terug in de oorspronkelijke staat hersteld. In de voorwaarde bij de vergunning dient een maximale tijdsduur van 10 maanden te worden opgenomen vanaf de inwerkingtreding van de vergunning.

 

Schaal - ruimtegebruik

De uitgegraven bodem wordt verdeeld over meerdere kegelvormige hopen van ongeveer 500m³ met een hoogte van maximaal 6 meter boven het maaiveld. De capaciteit van alle hopen bedraagt circa 6.000m³ over een zone van circa 6.500m².

De uitgegraven bodem wordt op geotextiel geplaatst met daarop een laag steenslag en kunststoffolie.

Gelet op het tijdelijk karakter van de aanvraag is de schaal en het ruimtegebruik aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan Stadsontwikkeling/Omgeving/Milieuvergunningen:

Rubriek 61 van de indelingslijst van het Vlarem omvat tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem die voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007. Het betreft hier permanente inrichtingen (die langer dan 1 jaar in exploitatie zullen zijn) voor grondpartijen die er tijdelijk worden gestockeerd.

Aangezien de opslag van de grond gevraagd wordt voor een termijn die korter is dan één jaar, is rubriek 61 niet van toepassing en is de inrichting niet ingedeeld. De exploitant wordt erop gewezen dat, indien de termijn van één jaar wel overschreden zou worden, de omgevingsvergunning zal moeten aangepast worden.

In het aanvraagdossier wordt geen informatie teruggevonden over de kwaliteit van de grond die opgeslagen zal worden.

Geluids- en trillingshinder afkomstig van bouwactiviteiten dient beperkt te worden conform de BBT-studie geluids- en trillingshinder van bouw- en sloopactiviteiten. De aanvrager wordt er op gewezen dat voldaan moet worden aan de regelgeving rond grondverzet zoals vastgelegd in het Vlarebo.

Voor de verplichtingen rond beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken wordt verwezen naar hoofdstuk 6.12 van Vlarem II.

Vanuit milieutechnisch oogpunt is er geen bezwaar de opslag van grond te vergunnen voor een periode van tien maanden”.

Dit advies wordt bijgetreden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 10 maanden na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 december 2024

Volledig en ontvankelijk

29 januari 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 maart 2025

Verslag GOA

12 maart 2025

Naam GOA

Axel Devroe

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 10 maanden na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.