Terug
Gepubliceerd op 24/03/2025

2025_CBS_01991 - Omgevingsvergunning - OMV_2024170280. De Gilmanstraat 30-40, Lakborslei 231-235. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/03/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Nathalie van Baren

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_01991 - Omgevingsvergunning - OMV_2024170280. De Gilmanstraat 30-40, Lakborslei 231-235. District Deurne - Goedkeuring 2025_CBS_01991 - Omgevingsvergunning - OMV_2024170280. De Gilmanstraat 30-40, Lakborslei 231-235. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024170280

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV CORDIER CONTRACTING (0459271541) met als adres Frans De Peuterstraat 93 te 2950 Kapellen

Ligging van het project:

De Gilmanstraat 30-40, Lakborslei 231-235 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 29 sectie A nrs. 599G19, 599T26, 599K22 en 599G29

waarvan:

 

-          20240902-0057

afdeling 29 sectie A nrs. 599T26, 599K22, 599G19 en 599G29 (Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

aanvraag bijzondere lozingsnorm voor PFAS bij een vergunde bemaling

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 18 mei 2020 werd er aan de exploitant een vergunning verleend voor een vervangingsnieuwbouw bij een bestaand woonzorgcentrum (referentie OMV_2018018782). Op 25 mei 2022 werd door het college een nieuwe vergunning verleend voor de bouw van een vervangingsnieuwbouw bij een bestaand woonzorgcentrum en het exploiteren van een woonzorgcentrum en assistentiewoningen (referentie OMV_2022008977). Op 15 november 2024 werd een vergunning verleend voor een bemaling voor de bouw van een woonzorgcentrum met kelderconstructie (referentie OMV_2024118769).

 

Inhoud van de aanvraag

De exploitant wenst bijkomende bijzondere lozingsvoorwaarden voor een vergunde lozing van bemalingswater.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

16,16 m³/uur (bijkomende norm PFAS)

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

16,16 m³/uur (bijkomende norm PFAS)

  

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II: bedrijfsafvalwater van inrichtingen met een hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³/dag, 50 m³/maand of 500 m³/jaar, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning dient deze controle-inrichting voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag een meetgoot te omvatten (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1 bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling

Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan van het voorziene buffervat/container. De exploitant voorziet hiervoor 1 monsternamepunt (effluentwater) en één waterteller. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater volgens artikel 4.2.5.1.1. 

2.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1.2°: voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen van bijlage 2C bevat gelden dezelfde algemene emissiegrenswaarden als in de afdeling 4.2.2. voorgeschreven voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat, behoudens het bepaalde onder 3° hierna.

Artikel 4.2.3.1.3°: van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 [...], enkel die stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:

arseen: 50 µg/liter;

PFAS individueel: 0,100 µg/liter (nieuw).

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

29 januari 2025

5 maart 2025

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

29 januari 2025

27 februari 2025

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

29 januari 2025

5 februari 2025

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een tijdelijke bemaling.

 

De aanvraag is conform de afgeleverde omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag omvat een bijstelling van de bijzondere voorwaarden opgenomen in de vergunning OMV_2024118769. Voor de aanleg van de ondergrondse kelderconstructie werd een bemaling aangevraagd en voor arseen de lozingsnorm van 50 µg/liter verleend. Op basis van analyses van het grondwater werden voor PFAS twee overschrijdingen vastgesteld. Er wordt een bijkomende lozingsnorm aangevraagd voor de individuele PFAS-parameters van 0,1 µg/liter. Het bemalingswater wordt geloosd in de openbare riolering van de De Gilmanstraat, gelegen in centraal gebied. De vergunde debieten wijzigen niet.

De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater en Lucht  adviseert gunstig voor een bijkomende lozingsnorm voor individuele PFAS van 0,1 µg/liter. Indien uit verdere analyses zou blijken dat de lozingsnorm niet gerespecteerd kan worden, dient een waterzuiveringsinstallatie geplaatst te worden.

 

Gelet op de beperkte duur van de bemaling en de lozing in een openbare riolering aangesloten op de RWZI Deurne, kan de bijzondere milieuvoorwaarde 7, zoals opgenomen in de omgevingsvergunning van 15 november 2024, worden aangepast naar:
In afwijking van artikel 4.2.3.1.3° worden volgende verhoogde lozingsnormen toegestaan:

 

Parameter (µg/l)

Lozingsvoorwaarde

arseen

50

PFAS (ind)

0,1

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, kan de exploitatie plaatsvinden met voldoende garanties voor de veiligheid van mens en milieu. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunningsvoorwaarde aan te passen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

16,16 m³/uur (bijkomende norm PFAS)

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

16,16 m³/uur (bijkomende norm PFAS)

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

16,16 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

16,16 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

74.787,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

7. Lozingsnormen:

In afwijking van artikel 4.2.3.1.3° worden volgende verhoogde lozingsnormen toegestaan:

Parameter (µg/l)

Lozings-voorwaarde

arseen

50

PFAS (ind)

0,1

 

Gecoördineerde bijzondere voorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de effectieve aanvang gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Om het grondwaterpeil te kunnen monitoren, worden er peilbuizen geplaatst die periodiek (dagelijks) worden opgemeten. De grondwaterstanden worden in een logboek genoteerd en ter beschikking gesteld voor de toezichthouders.

3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.

5. De kwaliteit van het grondwater nabij OVAM-dossier 22194 wordt voorafgaand en tijdens de bemaling gecontroleerd op de verontreiniging van VOCl in een representatieve peilbuis in samenspraak met een bodemsaneringsdeskundige. Indien er een verplaatsing zou optreden, worden er in samenspraak met de bodemsaneringsdeskundige maatregelen getroffen om deze verplaatsing tegen te gaan, door bijvoorbeeld het plaatsen van een tegenbemaling.

6. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 maart 2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De analyseresultaten worden voor aanvang van de bemaling doorgestuurd naar de dienst omgevingsvergunningen via milieuvergunningen@antwerpen.be.

De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

7. Lozingsnormen

In afwijking van artikel 4.2.3.1.3° worden volgende verhoogde lozingsnormen toegestaan:

Parameter (µg/l)

Lozings-voorwaarde

arseen

50

PFAS (ind)

0,1

 

8. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

9. De bemalingspompen worden zo ver mogelijk van bewoning en, indien nodig, in een geluidsdichte kast geplaatst. De geluidshinder die door de bemalingspompen wordt geproduceerd, dient steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 januari 2025

Volledig en ontvankelijk

29 januari 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 maart 2025

Verslag GOA

14 maart 2025

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

7. Lozingsnormen:

In afwijking van artikel 4.2.3.1.3° worden volgende verhoogde lozingsnormen toegestaan: 

Parameter (µg/l)

Lozings-voorwaarde

arseen

50

PFAS (ind)

0,1

 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

16,16 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

16,16 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling - Huis van de Cruys, Deurne)

74.787,00 m³/jaar

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

 

Gecoördineerde bijzondere voorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de effectieve aanvang gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Om het grondwaterpeil te kunnen monitoren, worden er peilbuizen geplaatst die periodiek (dagelijks) worden opgemeten. De grondwaterstanden worden in een logboek genoteerd en ter beschikking gesteld voor de toezichthouders.

3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.

5. De kwaliteit van het grondwater nabij OVAM-dossier 22194 wordt voorafgaand en tijdens de bemaling gecontroleerd op de verontreiniging van VOCl in een representatieve peilbuis in samenspraak met een bodemsaneringsdeskundige. Indien er een verplaatsing zou optreden, worden er in samenspraak met de bodemsaneringsdeskundige maatregelen getroffen om deze verplaatsing tegen te gaan, door bijvoorbeeld het plaatsen van een tegenbemaling.

6. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 maart 2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De analyseresultaten worden voor aanvang van de bemaling doorgestuurd naar de dienst omgevingsvergunningen via milieuvergunningen@antwerpen.be.

De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

7. Lozingsnormen

In afwijking van artikel 4.2.3.1.3° worden volgende verhoogde lozingsnormen toegestaan:

Parameter (µg/l)

Lozings-voorwaarde

arseen

50

PFAS (ind)

0,1

 

8. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

9. De bemalingspompen worden zo ver mogelijk van bewoning en, indien nodig, in een geluidsdichte kast geplaatst. De geluidshinder die door de bemalingspompen wordt geproduceerd, dient steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.