Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024150525 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Charlotte Vissers met als adres Bredabaan 199 bus 3002 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Hoogpadlaan 119 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 34 sectie E nrs. 134S2 en 134T |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02/07/1956: toelating(802#6934) voor het bouwen van een landhuis.
Vergunde toestand
Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven.
Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- conform bestaande toestand, uitgezonderd:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden en intern verbouwen van een vergunde eengezinswoning, waarbij naast de bestaande exemplaren een bijkomende dakkapel wordt voorzien, zowel voor- als (deels) achteraan;
- regulariseren van aangepaste inplanting garage, van aanpassing terras en van plaatsing zwembad met aangrenzende verharding;
- aan garage aanbouwen van nieuwe fietsenberging;
- beperkt wijzigen van de voorgevel en doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
§2: de afwerking van gevels moet het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld respecteren of opwaarderen. De dakkapel is enerzijds qua typologie niet kenmerkend voor inpassing in het gebouw zelf noch in de gebouwde context: zij gebruikt dienaangaande zowel een afwijkende vorm en typologie, als een visueel afwijkende materialisatie;
§3: volgende handelingen aan alle voorgevels en aan zijgevels van (half)open bebouwing zijn verboden: het vervangen van bestaand schrijnwerk door schrijnwerk in een ander materiaal, in een andere kleur of met een andere raamverdeling. Het nieuw te plaatsen schrijnwerk zou aluminium zijn (in plaats van hout), in een zwarte kleur en zonder kleinhoutverdeling;
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn onvoldoende gegronde redenen om af te wijken van de geldende regelgeving.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet het verbouwen en beperkt uitbreiden van een vergunde eengezinswoning en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande/te regulariseren volumetrie is ten dele aanvaardbaar vanuit ruimtelijk oogpunt: zo is er wezenlijk geen voorbehoud bij de aangepaste inplanting van de garage – er wordt voldoende afstand gerespecteerd ten opzichte van zowel de woning als de perceelsgrenzen, waardoor geen nadelige impact te verwachten valt ten aanzien van het eigen of de buurpercelen.
Echter is het zo dat de voorziene uitbreidingen in de daklaag niet in overeenstemming zijn met de principes van de goede ruimtelijke ordening. De woning is opgebouwd volgens de typologie van een gelijkvloers met daarboven een (ruime) daklaag (met daarin een laag met woonvertrekken en een in hoogte gering zoldergedeelte bovenaan) en beschikt dienaangaande in vermelde daklaag over een naar het aanpalende buurpand doorlopende dakkapel, zowel voor- als achteraan. Laatstgenoemde is een eenduidig aan vermeld hellend dak ondergeschikt element, hetgeen echter door haar specifieke vormgeving en materiaalgebruik er visueel een onlosmakelijk deel van uitmaakt; ook visueel is er sprake van een duidelijke samenhang.
Door echter het aanbrengen van de beoogde uitbreiding, een tweede en in uitzicht en vorm volledig afwijkende dakkapel, die midden in de dakkapel aan de voorzijde wordt voorzien en laatstgenoemd dus in 2 snijdt (en er ruim bovenuit steekt), is het algemene beeld van de voorzijde van de woning zodanig versnipperd dat betreffende als visuele inpassing onder geen beding op een gunstig advies kan rekenen. Het wel heel afwijkende materiaalgebruik (ook qua kleurtint) speelt hier bovendien een sterke bijkomende rol in.
Ook aan de achterzijde, waar de uitbreiding beperkter is, blijft de ingreep onwenselijk, dit aangezien op deze wijze de typologie van de daklaag (zoals die algemeen herkenbaar is, zijnde een woonlaag met dakkapel met daarboven een zolderruimte) volledig teniet gedaan wordt door het erin visualiseren van een 2de woonlaag, dewelke er als een vreemd contrasterend element zonder enige architecturale waarde bovenop werd aangebracht. De schaal en typologie van de woning laten, mede door het feit dat er hier sprake is van een samen ontworpen tweewoonst, dit soort van uitbreidingen in de daklaag dan ook niet toe.
Bovendien voldoet de ontworpen extra daklaag niet aan artikel 9 van de bouwcode. De interne hoogte is te klein voor een verblijfsruimte. De ruimtelijk niet-inpasbare dakkapel biedt dus bovendien onvoldoende verblijfskwaliteit.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer ongunstig voor wat betreft de uitbreiding in de daklaag.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, zwart plaatmateriaal en zwart aluminium schrijnwerk, zijn principieel niet aanvaardbaar in de gebouwde context, dit aangezien beide zeer sterk contrasteren met het wel heel rustieke uitzicht en typologie van deze landelijke woning(en) in kwestie, dewelke wordt gekenmerkt door voornamelijk geschilderde gevelsteen, houten beplanking (natuurkleur) en houten schrijnwerk.
Er kan geargumenteerd worden dat het gebruik van het plaatmateriaal in kwestie aanvaardbaar is doch dan in beperkte mate; door het hier te hanteren voor het geheel van een zeer sterk opvallend en atypisch element dat het uitzicht van de voorzijde van de woning essentieel in 2 knipt/aantast en er visueel sterk in ingrijpt, is er van een correcte inpassing dan ook geen sprake.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig ongunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van verschillende onverenigbaarheden met de geldende stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 november 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 8 januari 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 maart 2025 |
Verslag GOA | 17 februari 2025 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.