Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2024026129 |
Gegevens van de aanvrager: | NV PANIFLOWER met als adres Westkaai 1 te 2170 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV PANIFLOWER (0403722116) met als adres Westkaai 1 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | Sint-Bartholomeusstraat 141, Van Stralenlei 66, 70, 74, Westkaai 1, 9 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nrs. 282/5F, 282/5E, 286B6, 292B4, 292C4, 292D4, 292Z3 en 292G4 |
waarvan: |
|
- 20170717-0006 | afdeling 40 sectie C nrs. 292D4, 292C4, 286B6, 282/5F, 292B4, 292Z3, 282/5E en 292G4 (BRABOMILLS N.V.) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het veranderen van een maalderij, gespecialiseerd in het vermalen van tarwe: het slopen van een oude filtermachine en het plaatsen van een nieuwe filtermachine; de nieuwbouw van een overdekte constructie voor het onderbrengen van deze filtermachine; het exploiteren van een nieuwe stoomketel, een back-up stoomgenerator met de eraan gekoppelde gasbranders en het uitbreiden van het debiet aan bedrijfsafvalwater |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/07/2010: vergunning (3473#11506) voor de verbouwing van een nijverheidsgebouw, slopen van een silo en bouwen van een stockagemagazijn;
- 31/08/2007: vergunning (3184#768) voor het bijbouwen van een molengebouw en aanpassen van een koepeloverkapping;
- 07/04/2006: vergunning (3170#191) voor het uitvoeren van uitbreidingswerken en koeroverkapping (conciërgewoning Van Stralenlei 66);
- 29/10/2004: vergunning (103#8171) voor het verbouwen en uitbreiden van de maalderij na afbraak nijverheidsgebouwen.
Vergunde toestand
- functie: industrie en bedrijvigheid – meelfabriek;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- overeenkomstig met de vergunde toestand.
Nieuwe toestand
- functie: industrie en bedrijvigheid – meelfabriek;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- sloop van een bestaande constructie;
- oprichten van een dakconstructie voor een nieuwe filtermachine.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Voor de voorgeschiedenis wordt verwezen naar de beslissing van het college op 6 december 2024 (2024_CBS_09282, als bijlage).
Inhoud van de aanvraag
Voor de omschrijving van de aanvraag wordt verwezen naar de beslissing van het college op 6 december 2024 (2024_CBS_09282, als bijlage).
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) BRABOMILLS N.V.
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°b) | het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur; | +0,05 m³/uur (totaal 0,15 m³/uur) |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +14,00 kW (totaal 237,47 kW) |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | +900,00 liter (totaal 1.000 liter) |
39.1.1° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van 25 liter tot en met 500 liter; | -7.930,00 liter (totaal 75 liter) |
39.2.1° | stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter; | 8.370,00 liter |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b); | +1.052,00 kW (totaal 3.972 kW) |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Er werden geen nieuwe adviezen ingewonnen.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan).
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via HYPERLINK “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Voor de toetsing goede ruimtelijke ordening wordt eveneens verwezen naar het advies van 6 december 2024.
De bijkomende stedenbouwkundige handelingen hebben geen bijkomende impact op het aspect schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid. Het visuele vormelijke aspect blijft eveneens hetzelfde. Het advies van de brandweer dient opnieuw gevolgd te worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de toetsing van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu wordt verwezen naar de beslissing van het college op 6 december 2024 (2024_CBS_09282, als bijlage).
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden. Dit advies werd opgemaakt op basis van PIV 7.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°b) | het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur; (inrichting BRABOMILLS N.V.) | +0,05 m³/uur |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting BRABOMILLS N.V.) | +14,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting BRABOMILLS N.V.) | +900,00 liter |
39.1.1° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van 25 liter tot en met 500 liter; (inrichting BRABOMILLS N.V.) | -7.930,00 liter |
39.2.1° | stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter; (inrichting BRABOMILLS N.V.) | 8.370,00 liter |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b); (inrichting BRABOMILLS N.V.) | +1.052,00 kW |
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 31 januari 2025 |
Start 1e openbaar onderzoek | 31 oktober 2024 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 29 november 2024 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 31 januari 2025 |
Start laatste openbaar onderzoek | 15 februari 2025 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 16 maart 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 2 maart 2025 |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De affiche werd niet aangeplakt uiterlijk op de dag voor de begindatum van het openbaar onderzoek en tot en met de laatste dag daarvan conform de bepalingen van artikel 20 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden op het moment van de opmaak van dit advies nog geen standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking van het openbaar onderzoek ten gevolge van PIV 7 dat nog loopt tot en met 16 maart 2025.
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Evaluatie van de bezwaren
1. Onvolledig dossier – ontbrekende stedenbouwkundige handeling: de bezwaarindiener merkt op dat de aanvrager een stedenbouwkundige handeling is vergeten aan te vragen. Hij is van mening dat de afbraak van de bestaande constructie niet is vrijgesteld voor stedenbouwkundige handelingen. Het slopen moet volgens hem weldegelijk worden aangevraagd door middel van een bijkomende “stedenbouwkundige handeling”.
Beoordeling: de sloop is inderdaad niet vrijgesteld volgens “Artikel 13.2 van het Vrijstellingsbesluit”. De sloop van de constructie moet door middel van een bijkomende handeling worden aangevraagd. Het bezwaar is gegrond.
2. Onvolledig dossier – ontbrekende stukken: de bezwaarindiener merkt op dat het vooradvies met de brandweer of een verklaring van de brandweer ontbreekt.
Beoordeling: het vooradvies of de verklaring is geen verplicht aan te leveren stuk in het dossier. Het bezwaar is ongegrond.
3. Ontbreken bufferzone: het project ligt volgens het gewestplan in industriegebied. Volgens de bestemmingsvoorschriften is een bufferzone verplicht. De bezwaarindiener merkt op dat deze niet aanwezig is en deze ook niet wordt voorzien in het project.
Beoordeling: de nieuwe constructie/filter wordt op een hoogte van 37,95 m geplaatst en op circa 41 m van de dichtstbijzijnde zonevreemde woningen en op circa 74 m van woongebied. De hoogte en de afstand voldoen ruimschoots als buffer. Het bezwaar is ongegrond.
4. Gevaarlijke producten: de effecten van de intensivering van de opslag van gevaarlijke producten zijn onduidelijk en geven aanleiding tot meer luchtvervuiling, bijkomende verkeersbewegingen en meer veiligheidsrisico’s.
Beoordeling: de exploitant geeft aan dat de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen gebeurt boven lekbakken zodat accidenteel gemorste stoffen niet doordringen in de bodem. De exploitant van de inrichting dient relevante absorptiematerialen te voorzien om calamiteiten op te vangen. De gevaarlijke producten in kleine verpakkingen omvatten ontvetters, waterbehandeling, onderhoudsproducten, en dergelijke. Het bezwaar is ongegrond.
5. Geluid: het bezwaar dat de nieuwe filtermachine voor lawaaiproductie zal zorgen die mogelijk hoger ligt dan voorheen.
Beoordeling: De huidige filtermachine bevindt zich op het dak en functioneert in open lucht. De nieuwe filtermachine vereist een beschermde omgeving gezien deze niet geschikt is voor langdurig gebruik in open lucht. Om aan deze vereisten te voldoen wordt rond de filtermachine een afgesloten ruimte gecreëerd. Om het geluid verder te minimaliseren worden 2 geluiddempers op de filtermachine geïnstalleerd. De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid zoals opgenomen in Vlarem?II. Het bezwaar is ongegrond.
6. Onvolledig dossier – ontbrekende stukken: het bezwaar dat de stopzetting van de oude filtermachine en de nieuwe filtermachine niet wordt aangevraagd in het milieuluik.
Beoordeling: de filtermachine betreft geen activiteit die voorkomt in de indelingslijst van Vlarem II. Het bezwaar is ongegrond.
7. Stoomtoestel: het bezwaar dat de te verwachte milieueffecten van het nieuwe stoomtoestel onduidelijk zijn.
Beoordeling: Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigde de bevoegde overheid dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. Het bezwaar is ongegrond.
8. Bedrijfsafvalwater: het bezwaar dat de uitbreiding van het debiet van bedrijfsafvalwater mogelijk zal leiden tot bijkomende geurhinder.
Beoordeling: het bedrijfsafvalwater is uitsluitend afkomstig van de spui van de stoomketels. Het afvalwater wordt geloosd in de openbare riolering aan de Westkaai, welke is aangesloten op RWZI Merksem. Het bezwaar is ongegrond.
9. Bedrijfsafvalwater: het bezwaar dat de uitbreiding van het debiet van bedrijfsafvalwater mogelijk zal leiden tot ongedierte. De omgeving van de projectsite heeft reeds te kampen gehad met ongedierte afkomstig van de riolering bij hevige regenval.
Beoordeling: Dit bezwaar is niet vergunningstechnisch van aard en kan bijgevolg niet beoordeeld worden. Het bezwaar is ongegrond.
10. M.e.r.-screening: het bezwaar dat er geen m.e.r.-screeningsnota is toegevoegd aan de aanvraag.
Beoordeling: de aanvraag heeft betrekking op een project als vermeld in bijlage I , II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage. Het bezwaar is deels gegrond.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.