2025_CBS_01433 - Omgevingsvergunning - OMV_2024115130. Sint-Camillusstraat 25. District Wilrijk - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          20/12/2019: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019104173) voor verbouwing van een magazijn tot dansacademie;

-          28/09/2012: vergunning (20125425) voor het afbreken van een overdekte autostandplaats en plaatsen voorzetgevel en afsluitingen.

Vergunde toestand

-          functie:

• dansacademie;

-          bouwvolume:

• dansschool met een oppervlakte van 322,5m²;
• overdekte fietsenstalling voor 18 fietsen met een oppervlakte van 12,7m²;

-          gevelafwerking:

• de dansschool is afgewerkt in zwarte sandwichpanelen met buitenschrijnwerk in zwart aluminium;
• de fietsenstalling is opgebouwd uit een licht grijze staalstructuur met polycarbonaat dak;

-          inrichting:

• de toegang tot het perceel gebeurd via een ‘recht van doorgang’ in beton en klinkerverharding;
• het perceel is naast de bebouwing ingericht met een groenplein van 523m² met 8 bomen en een klinkerverharding van circa 56m²;
• 1 autostalplaats in het binnengebied;

Bestaande toestand

-          gelijk aan de vergunde toestand met uitzondering van:

• de fietsenstalling werd verplaats naar de zone ‘recht van doorgang’ en biedt ruimte voor 20 fietsen;
• er werd een tuinhuis opgericht op de perceelsgrens met een oppervlakte van 30,5m²;
• er is geen autostalplaats ingericht;
• er werden 6 bomen gerooid.

Nieuwe toestand

-          functie:

• dansacademie;

-          bouwvolume:

• dansschool met een oppervlakte van 322,5m²;
• overdekte fietsenstalling met een oppervlakte van 12,7m²;
• tuinhuis met een oppervlakte van 30,5m²;
• polyvalent bijgebouw met een oppervlakte van 142,8m²:
  • L-vormig volume met een maximale gevelbreedte van 15,70m en bouwdiepte van 14m
  • de maximale kroonlijsthoogte bedraagt 4,6m;

-          gevelafwerking:

• de bestaande dansschool is afgewerkt in zwarte sandwichpanelen met buitenschrijnwerk in zwart aluminium;
• het polyvalent bijgebouw wordt afgewerkt met gevels in een bruinrode gevelsteen en buitenschrijnwerk in zwart aluminium met dorpels in blauwe hardsteen.

-          inrichting:

• de toegang tot het perceel gebeurd via een ‘recht van doorgang’ in beton en klinkerverharding;
• het perceel is naast de bebouwing ingericht als groenzone met 2 bomen op het groenplein en een klinkerverharding van circa 56m²;
• fietsenstalling voor 20 fietsen in de zone ‘recht van doorgang’;
• er is geen autostalplaats ingericht.

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een polyvalante ruimte;

-          bouwen van een tuinhuis;

-          rooien van 6 bomen;

-          wijzigen van de fietsenstalling;

-          verwijderen van een autostalplaats.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-2 Sint-Bavostraat-Dr Donnyplein en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 februari 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone b voor woningen.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg ‘BPA NR.1-2-ST.-BAVOSTRAAT-DR.DONNYPLEIN EN OMGEVING’ op volgende punten:

-          Artikel 2 Zone B voor woningen/ hoofdstuk 1 bestemmingsvoorschriften:

• De aanvraag betreft het uitbreiden van de gemeenschapsvoorziening. De functie gemeenschapsvoorziening is enkel toegelaten als nevenbestemming.

-          Artikel 2 Zone B voor woningen/ hoofdstuk 2 bebouwingsvoorschriften:

• Bij handelsinrichtingen en indien de benedenverdieping geen enkel lokaal bevat dat voor huisvesting bestemd of geschikt is, mag het perceel over zijn volle oppervlakte worden bebouwd. In voorliggende aanvraag wordt geen handelsinrichting voorzien. Het voorstel voldoet niet aan de bebouwingsvoorschriften (bouwhoogte en bouwdiepte) zoals opgenomen in de maximumprofielen.

-          Artikel 1 Zone A voor woningen/ hoofdstuk 2 bebouwingsvoorschriften:

• Deel 2: artikel 3. Binnenplaatsen en tuinen:
  In 2019 besliste het college om een vergunning te verlenen voor het omvormen van een magazijn tot dansschool. In deze beslissing werd de waarde van de open groene ruimte omschreven. Zo motiveerde het college dat de groene open ruimte waar een bundeling van gemeenschapsvoorzieningen op aansluiten een buffer kan zijn, alsmede de synergie tussen deze voorzieningen verder kan ondersteunen. Het voorzien van 8 nieuwe bomen op het onverharde plein zijn daarbij, volgens het college, zeer belangrijk. Op termijn vormen zij een belangrijke uitbreiding van het reeds bestaande groenvolume in het bouwblok. Gelet op deze beslissing zal vandaag dit onverharde plein dan ook als een open ruimte beschouwd en afgetoetst worden aan de bepalingen voor binnenplaatsen en tuinen van het BPA.
  • A) Bestemming: een danszaal is niet toegelaten in het niet-bebouwde deel van een perceel.
  • B) Bijgebouwen en constructies: De samengevoegde oppervlakte van bijgebouwen en/of verhardingen mogen niet meer bedragen dan 15 % van de perceelsoppervlakte. Het perceel in voorliggende aanvraag is +/- 907 m² groot. Een bijgebouw mag daarom maximaal 136 m² groot zijn. De aanvraag voorziet een bijgebouw van 145 m².
  • D) Afmetingen van de bijgebouwen: De voorschriften van het BPA bepalen dat bebouwing in de binnenplaats kan met een maximale bouwhoogte van 3 m tot de kroonlijst.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• artikel 24 behoud en groenbescherming: aanwezige bomen moeten maximaal behouden blijven. In voorliggende aanvraag worden 6 bomen gerooid;
• artikel 32 Fietsparkeren maximaal op eigen terrein: er worden geen bijkomende fietsstalplaatsen ingericht.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor Stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op 20/12/2019 besliste het college dat de functie gemeenschapsvoorziening inpasbaar en zelfs versterkend is voor de verdere ontwikkeling van dit binnengebied. Met voorliggende aanvraag wenst men de dansschool uit te breiden met een polyvalent bijgebouw. Gelet op de beslissing van 20/12/2019 is een afwijking op de bestemmingsvoorschriften van het BPA aanvaardbaar op voorwaarde dat de ‘polyvalente zaal’ wordt voorzien als ‘danszaal’, zoals voorzien bij de vergunning OMV_2019104173.

Overeenkomstig artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan er bij het verlenen van een Omgevingsvergunning afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag bevindt zich, volgens het geldend BPA, in de zone B voor woningen. Indien er geen handelsinrichting is voorzien dient de bouwdiepte op de percelen beperkt te worden en moeten de binnenplaatsen voorzien worden als open ruimte. Het nieuwe volume wordt in deze open ruimte voorzien. In de beslissing van 20/12/2019 omschrijft het college deze open en groene ruimte als een ruimte die de synergie tussen de verschillende aanwezige voorzieningen kan ondersteunen. Met het voorzien van een volume met een levendige functie tegen de hoge blinde gevel van de theaterzaal wordt bijgedragen aan de gewenste synergie aan deze open ruimte.

Volumes in de open ruimte dienen volgens het BPA beperkt te worden een oppervlakte van 15 % van de perceelsoppervlakte en met een maximale kroonlijsthoogte van 3 meter. Gelet op de eerdere beoordeling van de gewenste invulling van het nieuwe volume is het aanvaardbaar dat dit voldoende groot voorzien wordt. Zo wordt er naast een ruimte voor te dansen ook voldoende ruimte voorzien een keuken, sanitair en omkleedruimte. Het spreekt eveneens voor zich dat een ruimte die gebruikt wordt om in te dansen hoger dient te zijn dan de maximale toegelaten kroonlijsthoogte. Zo dient er ruimte te zijn voor het ophangen van technieken aan het plafond en moeten er turntoestellen gebruikt kunnen worden. Door de aanwezigheid van de hoge gevel van de theaterzaal kan er akkoord gegaan worden met een bouwhoogte van 4,60 meter voor de dansruimte en 3,90 meter voor de keuken.

Een afwijking op de bebouwingsvoorschriften van het BPA is aanvaardbaar. Overeenkomstig artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan er bij het verlenen van een Omgevingsvergunning afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

Het verlies aan groen en bomen op deze open ruimte dient maximaal gecompenseerd te worden. Bijkomend dienen de 8 vergunde bomen in deze open ruimte terug voorzien te worden. Deze bomen zijn in het huidige dossier niet opgetekend in de bestaande toestand, 6 van deze bomen zijn wel zichtbaar op het aangeleverde beeldmateriaal. Dit zal in voorwaarde worden opgenomen.

Visueel-vormelijke elementen

Het nieuwe gebouw wordt afgewerkt met gevels in een bruinrode gevelsteen en buitenschrijnwerk in zwart aluminium met dorpels in blauwe hardsteen. De voorgestelde materialisatie is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De dansschool beschikt ook over een groenzone die, volgens het BPA, is gelegen in de zone voor privaat groen. In deze zone is een speelplek tussen de bomen gemaakt en is een tuinhuis aanwezig. Deze groenzone maakt geen deel uit van de aanvraag. Omwille van deze reden zullen alle handelingen, werken en wijzigingen in deze groenzone worden uitgesloten van vergunning.

De stedelijke dienst Milieuvergunningen verleend volgend advies: ‘De polyvalente zaal wordt ingericht als danszaal voor onder andere groepslessen, optredens, repetities en workshops. Daarnaast is de zaal geschikt als sport-oefenruimte voor senioren en andersvaliden. De exploitatie van de zaal is indelingsplichtig (rubriek 32). Mogelijks zijn er nog andere ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing (rubriek 3 en rubriek 17.4).

In het dossier wordt vermeld dat funderingselementen en rioleringselementen zullen worden aangelegd (circa 80 cm). Indien voor de aanleg van deze elementen een bemaling noodzakelijk is, moet hiervoor een meldingsakte of vergunning bekomen worden vóór de start der werken.

Verder wordt aangegeven dat de wanden van het gebouw kunnen worden uitgerust met zonnepanelen om zonne-energie op te vangen en om te zetten in elektriciteit. Deze zijn niet indelingsplichtig. Uit voorzorg wordt de exploitant erop gewezen dat koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen indelingsplichtig zijn indien de totale geïnstalleerde drijfkracht meer dan 5 kW bedraagt (rubriek 16).

Op basis van de informatie in het aanvraagdossier zijn er ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing. De exploitant wordt aangeraden na de realisatie van het project dit grondig te bekijken en eventueel te regulariseren.

Indien rekening gehouden wordt met bovenstaande, kan vanuit technisch oogpunt positief advies gegeven worden om de vergunning te verlenen.’

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het pand aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Fietsvoorzieningen:

In de bijhorende beschrijving staat dat danslessen doorgaan in groepjes van max 18. Met daarbij een lesgever gerekend zijn dit 19 bijkomende personen gelijktijdig aanwezig. Er dienen fietsenstallingen voor de helft van de gelijktijdig aanwezige personen te zijn. 19 x 0,5 = 9,5 afgerond 10 fietsstalplaatsen.

Er was een behoefte van 30 stalplaatsen. Dus dienen er minstens 40 stalplaatsen voorzien te worden. Een deel hiervan dient overdekt te zijn (werknemers – langparkeren – overdekt). Verder moet ook 10 % van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets,…). Dit zal in voorwaarde worden opgenomen.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. 40 stalplaatsen te voorzien voor fietsen, waarvan een deel overdekt en een deel voor buitenmaatse fietstypes.

3. 6 bomen te voorzien in de open ruimte gelijk aan de vergunde.

4. De bestaande bomen dienen maximaal beschermd te worden tijdens de werkzaamheden.

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

6. Alle handelingen, werken en wijzigingen in de groenzone, gelegen in de zone voor privaat groen, worden uitgesloten van vergunning.

7. De ‘polyvalente zaal’ te voorzien als ‘danszaal’.

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

1. Geluidsoverlast: verschillende bezwaarindieners geven aan dat er momenteel reeds geluidsoverlast is. Ze denken dat dit met de uitbreiding erger gaat worden.

Beoordeling:

Het is onduidelijk in de bezwaren op basis van welke gegevens de bezwaarindieners tot de vaststelling komen dat er momenteel geluidsoverlast is en dat deze nog meer gaat zijn dan in de bestaande toestand. Het bezwaar is louter hypothetisch van aard.

De bezwaren zijn ongegrond.

2. Verdwijnen van groen: verschillende bezwaarindieners geven aan dat er reeds bomen zijn gerooid en dat op deze manier een groene omgeving en een landelijk uitzicht verdwenen is.

Beoordeling:

Het kan kloppen dat de bezwaarindieners het betreuren dat een groene plek ingevuld wordt met een publieke functie. Het perceel in voorliggende aanvraag maakt echter geen deel uit van een beschermde groenzone. Het geldende BPA laat toe om bebouwing te voorzien. Bovendien zijn de bezwaren gebaseerd op een eigen aanvoelen en niet onderbouwd door cijfers die aantonen dat er in de ruime omgeving onvoldoende groen aanwezig.

De bezwaren zijn ongegrond.

3. Privacy probleem: een bezwaarindiener geeft aan dat er onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van omwonenden en het algemeen belang. De polyvalente zaal zal negatieve gevolgen hebben voor privacy van de omwonenden.

Beoordeling:

Het nieuwe volume wordt voorzien aansluitend op de reeds aanwezige theaterzaal. Verder grenst het perceel aan magazijnen, een speelplaats van een school en een groenzone. Er kan ook vastgesteld worden dat de voorziene afstanden tot aan percelen, die voorzien zijn met bewoning, meer dan voldoende zijn om ervoor te zorgen dat de privacy van omwonenden niet op een onaanvaardbare wijze gehinderd wordt op voorwaarde dat de ‘polyvalente zaal’ wordt voorzien als ‘danszaal’, zoals voorzien bij de vergunning OMV_2019104173.

Het bezwaar is deels gegrond.

4. Buiten bouwlijn: een bezwaarindiener geeft aan dat de zaal buiten de bouwlijn valt.

Beoordeling:

Het is onduidelijk op te maken over welke bouwlijn het bezwaar handelt. Op basis van de gekende gegevens wordt vastgesteld dat er geen bouwlijn is vastgesteld waardoor de gewenste inplanting niet mogelijk zou zijn. De context laat het bouwen van een nieuw volume toe.

Het bezwaar is ongegrond.

5. Aansluiten op tuinen: een bezwaarindiener geeft aan dat de nieuwe zaal uitgeeft op verschillende tuinen van omwonenden.

Beoordeling:

Het perceel, waar de nieuwe zaal op voorzien wordt, grenst aan magazijnen, een speelplaats van een school en een groenzone. Er kan bijgevolg vastgesteld worden dat er geen rechtstreekse omwonenden zijn.

Het bezwaar is ongegrond.

6. Geen noodzaak aan bijkomende polyvalente zaal: een bezwaarindiener is van mening dat er geen enkele noodzaak is om nog een polyvalente zaal bij te bouwen in Wilrijk-centrum. Er is reeds een uitgebreid aanbod. 

Beoordeling:

Het is onduidelijk uit het bezwaar op te maken op basis van welke gegevens bezwaarindiener tot de conclusie komt dat met voorliggende aanvraag een aanvaardbare norm van aantal polyvalente zalen in een omgeving wordt overschreden.

Het bezwaar is louter hypothetisch van aard.

Het bezwaar is ongegrond.

7. Verharding: een bezwaarindiener geeft aan om niet akkoord te zijn met nog meer verharding in het gebied tussen de huizen.

Beoordeling:

Het voorzien van bijkomende verharding maakt geen deel uit van de aanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.