Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024126587 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BV HINOA (0712888731) met als adres Groenewoud 28A te 2320 Hoogstraten |
Ligging van het project: | Klein Zuidland 1 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 15 sectie A nr. 223T3 |
waarvan: |
|
- 20240918-0069 | afdeling 15 sectie A nr. 223T3 (Hinoa bv) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het op- en overslaan van plastics en papier |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- 23 juli 2010: vergunning (20103016) voor het slopen van kantoren bij magazijn Luiknatie en renovatie van daken en gevels van magazijn.
- Volgens luchtfoto’s wordt het deel van het magazijn waarop voorliggende aanvraag van toepassing is, vergund geacht aangezien dit deel reeds aanwezig was op de luchtfoto van 1971 (bron: Geopunt) en dus dateert van vóór de inwerkingtreding van het gewestplan. Tussen 1971 en 1989 nam het magazijn zijn huidige volume aan, maar hiervoor werd geen relevante stedenbouwkundige vergunning gevonden.
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat het exploitateren van een op- en overslagbedrijf voor plastics en papier.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 10 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 200 liter |
23.3.1°c) | opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal; | 400 ton |
33.4.1°c) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 400 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu | 17 december 2024 | 22 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 17 december 2024 | 7 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund geacht. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De firma HiNoa wenst in de Antwerpse haven een op- en overslagbedrijf voor plastics en papier uit te baten. Het bedrijf is gespecialiseerd in het verhandelen van plastics en papier en exporteert deze goederen wereldwijd met vrachtwagens en containers.
Zowel de opslag als het laden en lossen vinden steeds indoor plaats. Het gaat om de opslag van:
- plastic granulaten;
- plastic rollen;
- papieren rollen;
- papier diverse afmetingen.
De exploitant heeft bevestigd dat er geen kunststofpoeders zullen worden opgeslagen. Indien de exploitant toch poeders wenst op te slaan, dient een aftoetsing te gebeuren aan de artikels 4.4.7.2.4 t.e.m. 4.4.7.2.9 van VLAREM II inzake stuivende stoffen.
Wat betreft de op- en overslag van kunststofgranulaten dient de exploitant te voldoen aan de bepalingen van Hoofdstuk 4.11 van VLAREM II Beheersing van verontreiniging door kunststof granulaat.
De Haven van Antwerpen-Brugge formuleerde in haar voorwaardelijk gunstig advies van 22 januari 2025 volgende bijkomende voorwaarde: Voor de op- en overslag van kunststofgranulaten moet de aanvrager de nodige maatregelen voorzien om de vrijzetting van pellets in het milieu te voorkomen. Indien het laden en lossen van de kunststofgranulaten (pellets) buiten het magazijn wordt uitgevoerd, moeten de afwaterkolken van het terrein voorzien worden van roosternetjes. De aanvrager installeert voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.
De exploitant heeft uitdrukkelijk benadrukt dat zowel de opslag als het laden en lossen steeds in het magazijn zullen plaatsvinden. Indien de exploitant toch overschakelt naar op- en overslag op het buitenterrein, dienen alsnog de nodige maatregelen genomen worden. Als bijzondere voorwaarden wordt opgenomen dat het laden en lossen steeds binnen dient te gebeuren en dat de poorten tijdens het verladen steeds gesloten moeten zijn.
Naast de te verhandelen producten zijn er nog 200 liter gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen aanwezig, alsook een luchtcompressor van 10 kW. De opslag van gevaarlijke producten vindt plaats in een speciaal daarvoor voorziene kast of boven een lekbak.
Het betreft een onbemande site. Telkens er een levering plaatsvindt, wordt de exploitant gecontacteerd en gaat hij ter plaatse. Er wordt verwacht dat dit enkele malen per week zal zijn. Er zijn dan ook geen ondersteunende inrichtingen aanwezig zoals sanitair, koeling of verwarming. Er is één heftruck aanwezig om de producten op hun locatie in het magazijn te plaatsen. De effecten op mobiliteit afkomstig van deze activiteiten zijn dan ook beperkt.
Op 7 januari 2025 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/KVLO/2024/H.00453.A3.0001). De voorgestelde brandweervoorwaarden worden opgelegd als bijzondere voorwaarden.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet Integraal waterbeleid.
De aanvraag betreft geen project zoals vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectenrapportage. Een milieueffectrapport (MER), MER-ontheffing of project-MER-screening is bijgevolg niet vereist.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 10 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 200 liter |
23.3.1°c) | opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal; | 400 ton |
33.4.1°c) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 400 ton |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het laden en lossen van kunststofgranulaten moet steeds binnen gebeuren met gesloten poorten.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 17 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | 26 december 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 24 januari 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 april 2025 |
Verslag GOA | 19 februari 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het laden en lossen van kunststofgranulaten moet steeds binnen gebeuren met gesloten poorten.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/KVLO/2024/H.00453.A3.0001 dienen strikt opgevolgd te worden.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 10 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 200 liter |
23.3.1°c) | opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal; | 400 ton |
33.4.1°c) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 400 ton |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. Het laden en lossen van kunststofgranulaten moet steeds binnen gebeuren met gesloten poorten.
De omgevingsvergunning wordt verleend voor een termijn van onbepaalde duur.