Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024144595 |
Gegevens van de aanvrager: | CommV VMS - BEHEER met als adres Meereigen 141 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bisschoppenhoflaan 388 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 27 sectie A nr. 158K5 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vermeerderen van het aantal wooneenheiden van 11 naar 12 en het isoleren van de daken. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/01/2007: vergunning (3165#122) voor het bouwen van een appartementsgebouw met autostandplaatsen;
- 27/10/1994: vergunning (629#5218) voor het bijbouwen van garageboxen;
- 06/01/1994: vergunning (629#5118) voor een appartementsgebouw en garages.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
Komt grotendeels overeen met de vergunde toestand, behalve:
- functie:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 11 naar 12;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- enkel de 6de (teruggesprongen) bouwlaag maakt deel uit van de aanvraag.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 9 januari 2025 | 4 februari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 9 januari 2025 | 29 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 9 januari 2025 | 22 januari 2025 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 9 januari 2025 | 22 januari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
er wordt ter hoogte van de nieuwe toegangsdeur tot het nieuwe appartement geen voldoende brede vrije en vlakke doorgangsbreedte gegarandeerd;
er wordt geen vrije en vlakke draairuimte voorzien voor de nieuwe inkomdeur naar het nieuwe appartement. Daarnaast raakt de eventuele vrije en vlakke draairuimte de duwzijde van de deur niet;
er wordt geen voldoende brede vrije en vlakke wand- en vloerbreedte voorzien ter hoogte van de nieuwe deur naar het nieuwe appartement.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
het vervangen van bestaand schrijnwerk door schrijnwerk in een andere raamverdeling is verboden voor alle voorgevels;
de oppervlakte van het totaal van de openingen van de leefruimte van appartement 12 is niet minimaal 10 % van de nettovloeroppervlakte van de ruimte;
de scheidingsmuren moeten, in geval van plat dak, een opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. Dit is niet het geval bij de platte daken op de 5e en 6e verdieping;
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Dit deel van de Bisschoppenhoflaan wordt gekenmerkt door meergezinswoningen met 4 à 5 bouwlagen en terugspringende daklaag in gesloten bebouwing. De aanvraag omvat het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in een meergezinswoning van 11 naar 12 door het opsplitsen van het appartement op de bovenste verdieping. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Voorliggende aanvraag voorziet geen wijzigingen aan het vergunde volume, enkel interne aanpassingen. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid stedenbouwkundig aanvaardbaar en inpasbaar in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelafwerking bestaat uit lichtkleurige beige gevelsteen, buitenschrijnwerk in wit aluminium en dorpels in blauwe hardsteen.
De raamopeningen op de 5e terugspringende verdieping en de afgeronde terrassen in de achtergevel zijn anders uitgevoerd dan in de vergunde toestand, maar aanvaardbaar in het gevel- en straatbeeld.
Hinderaspecten – gebruiksgenot – gezondheid – veiligheid in het algemeen
Het drieslaapkamerappartement op de 5e verdieping wordt opgesplitst in 2 éénslaapkamerappartementen. Het gebouw omvat dan 5 tweeslaapkamerappartementen, 5 drieslaapkamerappartementen en 2 éénslaapkamerappartementen. Hoewel de nieuwe units niet voldoen aan artikel 27 van de bouwcode, waarin bepaald wordt dat nieuwe woongelegenheden gemiddeld 1,8 slaapkamers moeten hebben, is er een goede woningmix in het gebouw wat de opdeling aanvaardbaar maakt. De nieuwe units hebben een oppervlakte van 59,7 m² en 56,3 m², wat ruim voldoende is volgens artikel 26 van de bouwcode. Ze beschikken over voldoende buitenruimte.
Artikel 10 van de bouwcode (Daglichttoetreding, uitzicht en minimale luchttoevoer) bepaalt dat elke verblijfsruimte openingen moet hebben voor de toetreding van daglicht en het bieden van uitzicht. De oppervlakte van het totaal van de openingen is minimaal 10 % van de nettovloeroppervlakte van de ruimte, met een minimum van 1 m². De openingen in de leefruimte van appartement 12 voldoen niet aan deze minimum oppervlakte. Er wordt opgelegd in de voorwaarden bij de vergunning dat de openingen moeten aangepast worden zodat er wordt voldaan aan dit artikel.
Artikel 18 van de bouwcode (Stabiliteit en scheidingsmuren) bepaalt dat scheidingsmuren in geval van een plat dak een opstand moeten hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De platte daken boven de 4e en 5e verdieping voldoen hier niet aan. Aangezien de aanvraag enkel de 5e verdieping betreft, wordt hiervoor een voorwaarde opgenomen.
Het terras op de 5e verdieping werd niet vergund tot aan de perceelsgrens, maar met een plantenbak die afstand creëert tot de aanpalenden. In functie van privacy wordt er in voorwaarden bij de vergunning opgelegd dat het toegankelijk terras 1,90 m afstand moet houden tot de perceelsgrenzen.
Er worden afwijkingen op de verordening toegankelijkheid vastgesteld, met betrekking tot voldoende brede vrije en vlakke doorgangsbreedtes en draairuimtes. Deze afwijkingen zijn aanvaardbaar.
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden betreffen echter een toegang voor auto’s, wat voor dit project niet van toepassing is. Er worden bijgevolg hieromtrent geen voorwaarden opgelegd in de vergunning.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen:
De aanvraag betreft het vermeerderen van het aantal wooneenheden van 11 naar 12. Het project ligt in centrumschil op minder dan 800 m van een P&R. De bijhorende parkeernormen uit de bouwcode worden gehanteerd. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Er wordt een vermeerdering van het aantal wooneenheden gedaan van 11 naar 12. Er komt dus 1 wooneenheid bij. Voor appartementen kleiner dan 60 m² geldt parkeernorm 1,1 per woning. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien voor de bijkomende wooneenheid. Het gebruik van de huidige parkeerplaatsen achter het gebouw is niet gekend dus we kunnen er niet van uit gaan dat er hier één bestemd kan worden voor de nieuwe wooneenheid. Het aantal nuttige plaatsen is 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 (Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen).
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Fietsvoorzieningen:
Er moeten voor de bijkomende wooneenheid minimum 2 fietsstalplaatsen voorzien worden op het gelijkvloers in de afgesloten en overdekte plaats. De bestaande fietsenstalling is wellicht al ingenomen door andere gebruikers van het gebouw dus er moet een nieuwe ruimte voorzien worden voor deze bijkomende fietsstalplaatsen.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
Er moeten 2 fietsstalplaatsen voorzien worden voor de bijkomende wooneenheid in een overdekte en afgesloten plaats op het gelijkvloers.
Omwille van de planschikking van het gelijkvloers is het niet mogelijk om op deze bouwlaag een inpandige fietsenstalling te integreren. Ook in de tuinzone kan omwille van de bestaande configuratie met garageboxen geen bijkomende overdekte fietsenstalling ingericht worden. In voorwaarden zal opgenomen worden om twee fietsstalplaatsen te voorzien op de bestaande verharding in de voortuin.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 9 januari 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 maart 2025 |
Verslag GOA | 20 februari 2025 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.