Terug
Gepubliceerd op 03/03/2025

2025_CBS_01432 - Omgevingsvergunning - OMV_2024137572. Oosterveldlaan 161. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/02/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Nathalie Van Baren

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_01432 - Omgevingsvergunning - OMV_2024137572. Oosterveldlaan 161. District Wilrijk - Goedkeuring 2025_CBS_01432 - Omgevingsvergunning - OMV_2024137572. Oosterveldlaan 161. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024137572

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Jill Onincx met als adres Cobdenstraat 70 te 2018 Antwerpen en de heer Vincent Marinelli met als adres Cobdenstraat 70 bus 101 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Oosterveldlaan 161 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie B nr. 374A5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/01/1967: vergunning (222#19956) voor het bouwen van een bergplaats;

-          27/04/1953: toelating (238#8135) voor huis.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen met plat dak;
  • achterbouw van 1 bouwlaag met plat dak langs de linker zijde;
  • bouwdiepte:
    • gelijkvloers: 12,40 m;
    • verdiepingen: 9 m;

-          gevelafwerking:

  • rode ruwe gevelsteen;
  • raam- en deuromlijstingen in witte kunststeen;
  • plint en dorpels in blauwe hardsteen;
  • kroonlijst in hout;
  • garagepoort aan de linker zijde, voordeur aan de rechter zijde;

-          inrichting:

  • garage op het gelijkvloers.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak;
  • bouwdiepte op alle verdiepingen: 12 m;

-          gevelafwerking:

  • roodbruine gevelsteen;
  • raam- en deuromlijstingen en plint in beton;
  • kroonlijst in witte pvc;
  • garagepoort en voordeur in wit geschilderd hout;
  • ramen in lichtgrijze aluminium;
  • balustrades in wit/grijs staal;

-          inrichting:

  • balkon en wenteltrap tegen de achtergevel op de eerste verdieping.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de achterbouw;

-          uitbreiden van het bouwvolume op alle verdiepingen;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          plaatsen van een warmtepomp in de achtertuin.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

15 januari 2025

21 januari 2025

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

15 januari 2025

11 februari 2025

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 7: er wordt een hemelwaterput geplaatst met een inhoud van 5000 liter in plaats van de minimaal vereiste 7500 liter. Hiervoor wordt een afwijking aangevraagd.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 8 Visuele en vormelijke inpassing: Het bestaande houten buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door buitenschrijnwerk in lichtgrijze aluminium. Het vervangen van bestaand schrijnwerk in de voorgevel door schrijnwerk in een ander materiaal, in een andere kleur of met een andere raamverdeling is verboden.
  • Artikel 9 Minimale hoogte van ruimten:
    • De was- en tuinberging op het gelijkvloers hebben een vrije hoogte van slechts 2 m. Dit is minder dan de minimaal vereiste 2,20 m voor niet-verblijfsruimten.
    • De keuken en eetkamer op de eerste verdieping en een deel van slaapkamer 1 op de tweede verdieping hebben een vrije hoogte van respectievelijk 2,54 en 2,44 m. Dit is minder dan de minimaal vereiste 2,60 m voor verblijfsruimten.
  • Artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen: Door de nieuwe septische put onder de voorziene groenzone te voorzien wordt het groene karakter van de voortuin aangetast.
  • Artikel 15 Technische installaties: De buitenunit van de warmtepomp wordt geplaatst op een afstand van minder dan 1 m tot de perceelgrens met de rechter aanpalende.
  • Artikel 18 Stabiliteit en scheidingsmuren: De scheidingsmuren met de linker en rechter aanpalende worden ter hoogte van de uitbreiding niet voorzien van een opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.
  • Artikel 20 Daken: Voor platte daken of delen ervan die niet als groendak of dakterras worden ingericht, is een lichtkleurige dakbedekking verplicht. Het is niet duidelijk of het dak wordt voorzien van een lichtkleurige dakbedekking.
  • Artikel 23 Inrichting van de open ruimte: In de voortuin wordt meer verharding voorzien dan toegelaten. Daarnaast is het niet duidelijk of de voortuin opnieuw wordt afgesloten door middel van een levendige afsluiting, een muurtje of een hek ter hoogte van de perceelsgrenzen en de rooilijn.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 


Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een grondige verbouwing, met uitbreiding, van een eengezinswoning. De bestaande gelijkvloerse aanbouw wordt gesloopt en er wordt een nieuwe uitbreiding voorzien over de 3 bouwlagen. Het achterste gedeelte van het gelijkvloers wordt voorzien van een wasberging en een tuinberging. Op de eerste verdieping voorziet men aan de tuinzijde een ruime leefkeuken met een verbinding, door middel van een buitentrap, met de tuin. Op de tweede verdieping wordt de achterste slaapkamer uitgebreid en voorzien van een dressing.

De gewenste wijzigingen zorgen voor een verhoging van de verblijfskwaliteit in de eengezinswoning en zijn bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Er worden afwijkingen op artikel 9 van de bouwcode vastgesteld.

Zo heeft de wasberging en de tuinberging een hoogte van 2,00 meter. Doordat deze ruimtes in het verlengde van de garage zijn voorzien, is het aanvaardbaar dat de bestaande vrije hoogte op het gelijkvloers wordt doorgetrokken in dit nieuwe gedeelte. Bijkomend wordt er een open balkenrooster voorzien waardoor de vrije hoogte tussen de balken 2,18 meter bedraagt. 

Op de eerste verdieping wordt de leefkeuken voorzien van een verhoogde vloer waardoor er een vrije hoogte van 2,55 meter aanwezig is. Ook hier zorgt de open balkenrooster er voor dat er tussen de balken een vrije hoogte is van 2,73 meter. In de woonkamer met bureau is er een vrije hoogte van 2,70 meter aanwezig waardoor de gemiddelde vrije hoogte op deze verdieping hoger is dan de gevraagde 2,60 meter. Er kan bijgevolg geoordeeld worden dat een vrije hoogte van 2,55 meter geen onaanvaardbaar negatief effect zal hebben op de verblijfskwaliteit in deze leefkeuken.

Ook op de tweede verdieping wordt een plaatselijke verhoging van de vloer voorzien in slaapkamer 1. Het gedeelte met het bed en de dressing is hierdoor voorzien van een vrije hoogte van 2,45 meter. Ook hier is een grote raamopening voorzien waardoor er nog steeds voldoende natuurlijk licht tot diep in de kamer kan komen en zorgt het open balkenrooster voor een vrije hoogte van 2,63 tussen de balken.

Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode kunnen deze afwijkingen op artikel 9 van de bouwcode toegestaan worden.

 

Er wordt een discrepantie vastgesteld tussen de snede en het grondplan van de tweede verdieping. Zo is de oppervlakte van de kamer die wel beschikt over een vrije hoogte van 2,60 meter volgens de snede groter dan deze van op het grondplan. In voorwaarde wordt opgenomen om dit uit te voeren volgens de snede.

 

Visueel-vormelijke elementen

De wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot het aanpassen van het buitenschrijnwerk op de verdiepingen in licht grijs aluminium. De bestaande voorgevel uit rood gevelmetselwerk met een houten garagepoort en inkomdeur, sierelementen in beton en een plint in beton wordt behouden. Op die manier blijft het pand zich inpassen in het bouwblok waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.

Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking op artikel 8 van de bouwcode toegestaan worden.

 

De nieuwe achtergevel wordt afgewerkt met een lichtkleurige pleister en licht grijs aluminium schrijnwerk. De buitentrap wordt voorzien in blauw staal.

Voorgestelde materialisatie voor de achtergevel is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plaatsing van de buitenunit van de warmtepomp is strijdig met artikel 15 van de bouwcode. In voorwaarde wordt opgenomen om te voldoen aan dit artikel.

 

Er is geen minimale opstand van 0,30 meter voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzend dakvlak zoals opgenomen in artikel 18 van de bouwcode. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

De dakbedekking dient verder voorzien te worden conform artikel 20 van de bouwcode, namelijk in een lichte kleur. Dit zal in voorwaarde worden opgenomen.

 

In bestaande toestand is de voortuin volledig verhard. In de nieuwe toestand zal een deel van de verharding worden verwijderd voor een groenzone. Groen in de voortuin heeft namelijk positieve effecten. Groen zorgt voor een aangenamer straatbeeld en verbetert zo de leefkwaliteit van de straat. Ook helpt groen om de opwarming van de stedelijke omgeving te beperken. Er kan hier echter opgemerkt worden dat er nog veel verharding aanwezig is die niet noodzakelijk is. Zo kan de verharding die nodig is om de inpandige garage te bereiken beperkt worden tot de breedte van de garagepoort, namelijk 2,62 meter. Deze kan gecombineerd en uitgebreid worden met de verharding die nodig is om tot aan de voordeur te komen, met een breedte van 1,50 meter. In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de verharding te beperken tot een breedte van 4,12 meter. Hierdoor kan er links en rechts een groenzone voorzien worden van 1,44 meter breed waarbij de linkse groenzone kan doorlopen tot tegen de voorgevel.

Dit zal in voorwaarde worden opgenomen.

Aanvullend zal het supprimeren van de voortuinafsluiting worden uitgesloten van vergunning.

 

Voorliggende aanvraag voorziet een nieuwe septische put in de voortuin onder een voorziene groenzone. Hierdoor wordt het groene karakter van de voortuin aangetast. De voortuin is een bouwvrije zone waar verhardingen en constructies niet wenselijk zijn omwille van de beeldkwaliteit en de infiltratie van regenwater.

In voorwaarde zal dan ook opgenomen worden om de septische put achteraan de woning te voorzien of onder de verharding in de voortuin. 

Het dossier bevat een gemotiveerde aanvraag tot afwijking op de hemelwaterverordening. Bij een dakoppervlakte tussen 80 m² en 120 m² vraagt de verordening om een hemelwaterput te voorzien van 7500 liter, onder de 80 m² is dit 5000 liter. De infiltratievoorziening en dakafvoer zijn aan de achterzijde van de woning voorzien. Omwille van praktische redenen, namelijk de doorgang naar de tuinzone, vraagt men een afwijking om een hemelwaterput van 5000 liter te mogen plaatsen. Na de werken beschikt de eengezinswoning over een dakoppervlakte van 84 m².

Gelet op deze beperkte overschrijding van de norm om een put van 5000 liter te kunnen plaatsen en de praktische redenen kan een afwijking op de hemelwaterverordening toegestaan worden.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. De vrije hoogte op de tweede verdieping te voorzien zoals op plan ‘BA_OVL161_S_N_01_snede AA nieuw’.

4. De buitenunit van de warmtepomp te voorzien conform de bepalingen van artikel 15 van de bouwcode.

5. De dakbedekking te voorzien in een lichte kleur conform de bepalingen van artikel 20 van de bouwcode.

6. De verharding in de voortuin te voorzien van een breedte van 4,12 meter (met links een groenzone van 1,20 meter breed tot tegen de voorgevel en rechts een groenzone van 1,68 meter breed).

7. Het supprimeren van de voortuinafsluiting wordt uitgesloten van vergunning.

8. De septische put onder de verharding in de voortuin te voorzien.


Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 december 2024

Volledig en ontvankelijk

15 januari 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 maart 2025

Verslag GOA

24 februari 2025

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. De vrije hoogte op de tweede verdieping te voorzien zoals op plan ‘BA_OVL161_S_N_01_snede AA nieuw’.

4. De buitenunit van de warmtepomp te voorzien conform de bepalingen van artikel 15 van de bouwcode.

5. De dakbedekking te voorzien in een lichte kleur conform de bepalingen van artikel 20 van de bouwcode.

6. De verharding in de voortuin te voorzien van een breedte van 4,12 meter (met links een groenzone van 1,20 meter breed tot tegen de voorgevel en rechts een groenzone van 1,68 meter breed).

7. Het supprimeren van de voortuinafsluiting wordt uitgesloten van vergunning.

8. De septische put onder de verharding in de voortuin te voorzien.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.