Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024137572 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Jill Onincx met als adres Cobdenstraat 70 te 2018 Antwerpen en de heer Vincent Marinelli met als adres Cobdenstraat 70 bus 101 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Oosterveldlaan 161 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 374A5 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/01/1967: vergunning (222#19956) voor het bouwen van een bergplaats;
- 27/04/1953: toelating (238#8135) voor huis.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de achterbouw;
- uitbreiden van het bouwvolume op alle verdiepingen;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- plaatsen van een warmtepomp in de achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 15 januari 2025 | 21 januari 2025 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 15 januari 2025 | 11 februari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een grondige verbouwing, met uitbreiding, van een eengezinswoning. De bestaande gelijkvloerse aanbouw wordt gesloopt en er wordt een nieuwe uitbreiding voorzien over de 3 bouwlagen. Het achterste gedeelte van het gelijkvloers wordt voorzien van een wasberging en een tuinberging. Op de eerste verdieping voorziet men aan de tuinzijde een ruime leefkeuken met een verbinding, door middel van een buitentrap, met de tuin. Op de tweede verdieping wordt de achterste slaapkamer uitgebreid en voorzien van een dressing.
De gewenste wijzigingen zorgen voor een verhoging van de verblijfskwaliteit in de eengezinswoning en zijn bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Er worden afwijkingen op artikel 9 van de bouwcode vastgesteld.
Zo heeft de wasberging en de tuinberging een hoogte van 2,00 meter. Doordat deze ruimtes in het verlengde van de garage zijn voorzien, is het aanvaardbaar dat de bestaande vrije hoogte op het gelijkvloers wordt doorgetrokken in dit nieuwe gedeelte. Bijkomend wordt er een open balkenrooster voorzien waardoor de vrije hoogte tussen de balken 2,18 meter bedraagt.
Op de eerste verdieping wordt de leefkeuken voorzien van een verhoogde vloer waardoor er een vrije hoogte van 2,55 meter aanwezig is. Ook hier zorgt de open balkenrooster er voor dat er tussen de balken een vrije hoogte is van 2,73 meter. In de woonkamer met bureau is er een vrije hoogte van 2,70 meter aanwezig waardoor de gemiddelde vrije hoogte op deze verdieping hoger is dan de gevraagde 2,60 meter. Er kan bijgevolg geoordeeld worden dat een vrije hoogte van 2,55 meter geen onaanvaardbaar negatief effect zal hebben op de verblijfskwaliteit in deze leefkeuken.
Ook op de tweede verdieping wordt een plaatselijke verhoging van de vloer voorzien in slaapkamer 1. Het gedeelte met het bed en de dressing is hierdoor voorzien van een vrije hoogte van 2,45 meter. Ook hier is een grote raamopening voorzien waardoor er nog steeds voldoende natuurlijk licht tot diep in de kamer kan komen en zorgt het open balkenrooster voor een vrije hoogte van 2,63 tussen de balken.
Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode kunnen deze afwijkingen op artikel 9 van de bouwcode toegestaan worden.
Er wordt een discrepantie vastgesteld tussen de snede en het grondplan van de tweede verdieping. Zo is de oppervlakte van de kamer die wel beschikt over een vrije hoogte van 2,60 meter volgens de snede groter dan deze van op het grondplan. In voorwaarde wordt opgenomen om dit uit te voeren volgens de snede.
Visueel-vormelijke elementen
De wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot het aanpassen van het buitenschrijnwerk op de verdiepingen in licht grijs aluminium. De bestaande voorgevel uit rood gevelmetselwerk met een houten garagepoort en inkomdeur, sierelementen in beton en een plint in beton wordt behouden. Op die manier blijft het pand zich inpassen in het bouwblok waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.
Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking op artikel 8 van de bouwcode toegestaan worden.
De nieuwe achtergevel wordt afgewerkt met een lichtkleurige pleister en licht grijs aluminium schrijnwerk. De buitentrap wordt voorzien in blauw staal.
Voorgestelde materialisatie voor de achtergevel is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De plaatsing van de buitenunit van de warmtepomp is strijdig met artikel 15 van de bouwcode. In voorwaarde wordt opgenomen om te voldoen aan dit artikel.
Er is geen minimale opstand van 0,30 meter voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzend dakvlak zoals opgenomen in artikel 18 van de bouwcode. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
De dakbedekking dient verder voorzien te worden conform artikel 20 van de bouwcode, namelijk in een lichte kleur. Dit zal in voorwaarde worden opgenomen.
In bestaande toestand is de voortuin volledig verhard. In de nieuwe toestand zal een deel van de verharding worden verwijderd voor een groenzone. Groen in de voortuin heeft namelijk positieve effecten. Groen zorgt voor een aangenamer straatbeeld en verbetert zo de leefkwaliteit van de straat. Ook helpt groen om de opwarming van de stedelijke omgeving te beperken. Er kan hier echter opgemerkt worden dat er nog veel verharding aanwezig is die niet noodzakelijk is. Zo kan de verharding die nodig is om de inpandige garage te bereiken beperkt worden tot de breedte van de garagepoort, namelijk 2,62 meter. Deze kan gecombineerd en uitgebreid worden met de verharding die nodig is om tot aan de voordeur te komen, met een breedte van 1,50 meter. In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de verharding te beperken tot een breedte van 4,12 meter. Hierdoor kan er links en rechts een groenzone voorzien worden van 1,44 meter breed waarbij de linkse groenzone kan doorlopen tot tegen de voorgevel.
Dit zal in voorwaarde worden opgenomen.
Aanvullend zal het supprimeren van de voortuinafsluiting worden uitgesloten van vergunning.
Voorliggende aanvraag voorziet een nieuwe septische put in de voortuin onder een voorziene groenzone. Hierdoor wordt het groene karakter van de voortuin aangetast. De voortuin is een bouwvrije zone waar verhardingen en constructies niet wenselijk zijn omwille van de beeldkwaliteit en de infiltratie van regenwater.
In voorwaarde zal dan ook opgenomen worden om de septische put achteraan de woning te voorzien of onder de verharding in de voortuin.
Het dossier bevat een gemotiveerde aanvraag tot afwijking op de hemelwaterverordening. Bij een dakoppervlakte tussen 80 m² en 120 m² vraagt de verordening om een hemelwaterput te voorzien van 7500 liter, onder de 80 m² is dit 5000 liter. De infiltratievoorziening en dakafvoer zijn aan de achterzijde van de woning voorzien. Omwille van praktische redenen, namelijk de doorgang naar de tuinzone, vraagt men een afwijking om een hemelwaterput van 5000 liter te mogen plaatsen. Na de werken beschikt de eengezinswoning over een dakoppervlakte van 84 m².
Gelet op deze beperkte overschrijding van de norm om een put van 5000 liter te kunnen plaatsen en de praktische redenen kan een afwijking op de hemelwaterverordening toegestaan worden.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. De vrije hoogte op de tweede verdieping te voorzien zoals op plan ‘BA_OVL161_S_N_01_snede AA nieuw’.
4. De buitenunit van de warmtepomp te voorzien conform de bepalingen van artikel 15 van de bouwcode.
5. De dakbedekking te voorzien in een lichte kleur conform de bepalingen van artikel 20 van de bouwcode.
6. De verharding in de voortuin te voorzien van een breedte van 4,12 meter (met links een groenzone van 1,20 meter breed tot tegen de voorgevel en rechts een groenzone van 1,68 meter breed).
7. Het supprimeren van de voortuinafsluiting wordt uitgesloten van vergunning.
8. De septische put onder de verharding in de voortuin te voorzien.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 december 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 15 januari 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 maart 2025 |
Verslag GOA | 24 februari 2025 |
Naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. De vrije hoogte op de tweede verdieping te voorzien zoals op plan ‘BA_OVL161_S_N_01_snede AA nieuw’.
4. De buitenunit van de warmtepomp te voorzien conform de bepalingen van artikel 15 van de bouwcode.
5. De dakbedekking te voorzien in een lichte kleur conform de bepalingen van artikel 20 van de bouwcode.
6. De verharding in de voortuin te voorzien van een breedte van 4,12 meter (met links een groenzone van 1,20 meter breed tot tegen de voorgevel en rechts een groenzone van 1,68 meter breed).
7. Het supprimeren van de voortuinafsluiting wordt uitgesloten van vergunning.
8. De septische put onder de verharding in de voortuin te voorzien.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.