Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024089883 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Tulip Antwerp met als adres Herrmann-Debrouxlaan 40-42 te 1160 Brussel |
Gegevens van de exploitant: | NV Tulip Antwerp (0738409728) met als adres Herrmann-Debrouxlaan 40-42 te 1160 Brussel |
Ligging van het project: | Klamperstraat 36, Tulpstraat 75 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 5 sectie E nr. 421C14 |
waarvan: |
|
- 20240708-0001 | afdeling 5 sectie E nr. 421C14 (John Martin - pakhuizen) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de uitvoering ten opzichte van vergunning OMV_2021019011 alsook het lozen van huishoudelijk afvalwater, de exploitatie van stookinstallaties en warmtepompen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/06/2021: voorwaardelijke vergunning (OMV_2021019011) voor het renoveren en uitbreiden van de kantoren en ateliers in het pand van de voormalige brouwerij John Martin;
- 11/12/2020: Kwaliteitskamer Architectuur;
- 20/11/2020: Kwaliteitskamer Architectuur;
- 04/09/2020: Kwaliteitskamer Architectuur.
Vergunde toestand
- functie: industrie, bedrijvigheid en kantoren:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- afwijkend.
Nieuwe toestand
- functie: industrie, bedrijvigheid en kantoren:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van het bouwvolume;
- wijzigen van de voorgevels:
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Op de hoek van de Klamperstraat en de Tulpstraat te Antwerpen werden de voormalige gebouwen van brouwerij John Martin recent gerenoveerd en uitgebreid om er kantoren en ateliers in te kunnen vestigen. In 2021 werd deze renovatie reeds stedenbouwkundig vergund. Er werden enkele kleine aanpassingen aangebracht tijdens de renovatiewerken waardoor de vergunning niet meer volledig overeenstemt met de werkelijke toestand. Daarom wordt een regularisatie aangevraagd voor de indelingsplichtige gebouwgerelateerde toestellen en voorzieningen. De mogelijke indelingsplichtige inrichtingen die eigen zijn aan de activiteiten van de toekomstige huurders worden niet opgenomen.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) John Martin - pakhuizen
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.314 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 16,42 kW |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. | 370 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 21 november 2024 | 13 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA) | 21 november 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 21 november 2024 | 25 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 21 november 2024 | 3 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SL | 12 november 2024 | 12 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 21 november 2024 | 5 februari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 10 overdruk - bouwblokproject, rup contour - algemene voorschriften, zone recht van voorkoop - algemene voorschriften, artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 7 zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060 op volgende punten:
- 1 Algemene voorschriften
- 2 Bijzondere voorschriften
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024. (De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Voorliggende aanvraag betreft het regulariseren van een aantal uitgevoerde werken zoals rood aangeduid op de plannen. De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Visueel-vormelijke elementen
De ateliergevels in de Klamperstraat en Tulpstraat worden boven de poorten geïsoleerd en bepleisterd. Deze grijze gevelbepleistering wordt verticaal gekamd met een witte horizontale voeg elke twee meter. Op die manier wordt de bestaande gevelverdeling van de zijde Klamperstraat behouden en ontstaat één uniforme uitstraling voor het gebouw.
De bouwheer wenst de voorgevel te isoleren en te bepleisteren.
Het na - isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.
Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, moet er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht worden besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw bepleisteren van de gevel. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière-corps behouden te blijven, moeten de bestaande decoratieve gevelreliëfs steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in bestaande toestand het geval is en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk die niet zichtbaar zijn in de gevel.
Stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14 cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.
Gelet op het voorgaande is een afwijking op artikel 1.3 het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘2060’ aanvaardbaar. De voorgestelde afwijking vloeit voort uit een energetisch onderzoek waarbij de voorgevel met voldoende aandacht voor de architecturale kwaliteit wordt ontworpen en waarbij geen vervlakking optreedt.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de site is opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed en vastgesteld bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 werd voorliggende aanvraag voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Ze brachten een voorwaardelijk gunstig advies met volgende motivatie: “Het project werd initieel met de dienst Monumentenzorg besproken en aansluitend ook in de kwaliteitskamer behandeld. De vandaag uitgevoerde wijzigingen werden niet teruggekoppeld met onze dienst.
De transformatie van de John Martin-site is deels voltooid. De renovatie van de historische pakhuizen ter hoogte van de Klamperstraat en de Tulpstraat is gerealiseerd. De opbouw van de nieuwbouwvolumes op de overige betrokken percelen, evenals het herstel van de historische Brunitagevels aan de Viséstraat, zijn nog volop in uitvoering.
Vandaag vraagt men alvast een regularisatie aan voor aanpassingen aan de historische pakhuizen in de Klamper- 36/Tulpstraat en de Tulpstraat 75.
Wij betreuren dat dergelijke wijzigingen niet tijdens de uitvoeringsfase van de werf met ons besproken werden. Te meer omdat er aanpassingen bij zijn die een wezenlijke impact hebben op de beeld- en belevingswaarde van de gevels van de historische pakhuizen.
Dit onder andere voor wat betreft de gewijzigde raamverdeling van de historische volumes in de Klamper- en de Tulpstraat. De maatvoering van de kleinhoutverdeling werd niet hernomen in het nieuwe schrijnwerk zoals opgenomen in de voorwaarden. De kleinhouten zijn groter uitgevoerd. Dit is jammer aangezien er op die manier een stukje aan authenticiteit en beeldwaarde wordt ingeleverd.
Hetzelfde voor wat betreft wegnemen van de overkragende kroonlijst op het historisch pakhuis aan de zijde van de Tulpstraat. Op de foto’s blijkt dat deze werd vervangen door een daklijst die quasi gelijkloopt met het gevelvlak. Op de plannen vergunde en te regulariseren toestand lijkt het alsof de kroonlijst nog opgetekend zoals op de initiële bestaande toestand. Het industrieel karakter van het pakhuis is alleszins gebaat bij een volwaardig overkragende kroonlijst. Deze dient hernomen zoals voorzien en aanwezig in de initiële toestand.
Het is ook jammer dat de aanpassing in functie van toegankelijkheid van het tellerlokaal, niet aangegrepen werd om een al dan niet functionele poort te voorzien in plaats van het behoud van de deels dichtgemetste poortopening.
De aanpassingen in de nieuwbouwdelen hebben geen impact op erfgoedwaarde maar dienen getoetst te worden op welstand.
De overige ingrepen waaronder de aanpassingen aan atelier- en patiogevels, technieken en groendak zijn aanvaardbaar vanuit erfgoedoogpunt.”
Vanuit stedenbouwkundig standpunt treden we dit advies bij. Het wijzigen van de kroonlijst wordt daarenboven in voorliggende aanvraag niet behandeld. Deze wijziging wordt niet in de beschrijvende nota besproken noch in rood aangeduid op de plannen. Alle werken, handelingen en wijzigingen anders dan rood aangeduid op de plannen worden dan ook uitgesloten van vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voorliggende aanvraag is strijdig met artikel 24 van de verordening toegankelijkheid zoals omschreven in de toetsing van de regelgeving. Dit zal worden meegenomen in de voorwaarden.
Ook is de aanvraag strijdig met artikel 14 van de bouwcode. Zo draait de deur van lokaal P.00.07 enkel open over het openbaar domein. Gezien deze deur slechts occasioneel gebruikt wordt in functie van onderhoudswerken aan een hoogspanningscabine kan een afwijking toegestaan worden.
Verder is de aanvraag strijdig met artikel 16 van de bouwcode. Zo wordt de uitbreiding van de technieken niet op het hoogstgelegen dak geplaatst. Gezien de technieken geplaatst worden achter de verhoogde dakrand en voorzien worden van een akoestisch scherm is de visuele hinder voor het straatbeeld alsook de lawaaihinder voor de omwonenden verwaarloosbaar waardoor een afwijking kan toegestaan worden.
Voor het overige voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Als eenvoudige rekenregel hanteert men een gemiddeld huishoudelijke afvalwaterproductie voor een bediende van 15 m³/jaar en voor een arbeider van 10 m³/jaar. Dit maakt dat op basis van het aangevraagde volume het gebouw slechts gebruikt zal worden door een 88 bedienden. Daar waar in de stikstofnota uitgegaan wordt van een worstcase bezetting van 410 personen. De exploitant dient na indienstname van het gebouw het huishoudelijk afvalwatervolume te monitoren en desgevallend bij te stellen in de vergunning.
De luchtgroep met ingebouwde warmtepompen wordt bovenop het dak van het gebouw geplaatst zoals vergund in OMV_2021019011. De buitenunit van de installatie heeft een geluidsvermogen van maximaal 82 dB(A) wat beschouwd wordt als hard tot storend geluid. Het desbetreffende dak is voorzien van een historisch fronton waarachter de installatie wordt opgesteld. Dit fronton doet eveneens dienst als geluidsafscherming. De exploitant moet steeds voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid in openlucht. De exploitant dient zich te vergewissen van de akoestische eigenschappen van het historisch fronton en het teruggetrokken dakvolume. Dit om te vermijden dat de aanwezige wanden het geluid van de technische installaties versterken in plaats van dempen.
Tenslotte zijn er drie kleine stookinstallaties met een totaal geïnstalleerd nominaal thermisch vermogen van 370 kWh aanwezig op de site. Deze installaties werden gekeurd voor ingebruikname. Er werd een worstcase impactscoreberekening gedaan voor stikstof waaruit blijkt dat de exploitatie van de stationaire bronnen op de site geen aanzienlijke effecten op de omgeving veroorzaken. Indien het thermisch ingangsvermogen per installatie kleiner is dan 300 kW zijn er geen emissiegrenswaarden van toepassing, tenzij ze deel uitmaken van een samenstel. In dit geval kan het geheel van stookinstallaties beschouwd worden als een samenstel waardoor de installatie moet voldoen aan de emissiegrenswaarden zoals gedefinieerd in afdeling 5.43.2. Vlarem II.
De aangevraagde rubrieken zijn ingedeeld in klasse 3 en zijn bijgevolg enkel meldingsplichtig. Desalniettemin is de exploitant gebonden aan de sectorale voorwaarden met betrekking tot de aangevraagde rubrieken.
Daarnaast zijn er ook hoogspanningstransformatoren aanwezig. Deze hebben een individueel nominaal vermogen van 250 kVA en zijn bijgevolg niet ingedeeld.
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht?(decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting John Martin - pakhuizen) | 1.314 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting John Martin - pakhuizen) | 16,42 kW |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. (inrichting John Martin - pakhuizen) | 370 kW |
Stedenbouwkundige lasten
Artikel 75 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat de bevoegde overheid lasten aan omgevingsvergunningen kan verbinden.
Op 29 april 2024 (jaarnummer 244) werd de stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ definitief vastgesteld door de gemeenteraad.
Voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag valt onder het toepassingsgebied van deze verordening.
Artikel 6§1, 6° van de verordening bepaalt dat er van de verordening afgeweken kan worden als de omgevingsvergunningsaanvraag die voorligt reeds het voorwerp heeft uitgemaakt van een overeenkomst met stad Antwerpen, voor zover de stedenbouwkundige last hetzelfde voorwerp zou hebben als de stedenbouwkundige last die werd opgelegd in de overeenkomst.
Voor de herontwikkeling van de John Martin-site werd een overeenkomst aangaande de stedenbouwkundige lasten goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 8 oktober 2021 (Jaarnummer 9470).
Voorliggende regularisatie-aanvraag behelst louter enkele kleinere vergunningsplichtige wijzigingen die tijdens de uitvoering van de renovatiewerken om technische redenen nodig of beter bleken, dan wel om commerciële of praktische redenen interessanter bleken voor mogelijke gebruikers.
De stedenbouwkundige last heeft met huidige wijzigingen hetzelfde voorwerp.
Het college beslist daarom om een volledige afwijking toe te staan op de verordening en geen stedenbouwkundige lasten aan deze omgevingsvergunning te verbinden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 juli 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 2 oktober 2024 |
Start openbaar onderzoek | 12 oktober 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 10 november 2024 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 21 november 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 maart 2025 |
Verslag GOA | 21 februari 2025 |
Naam GOA | Wim Van Roosendael en Bieke Geypens |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De adviesronde is niet correct verlopen.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting John Martin - pakhuizen) | 1.314 m3/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting John Martin - pakhuizen) | 16,42 kW |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. (inrichting John Martin - pakhuizen) | 370 kW |
Het college beslist een volledige afwijking op de stedenbouwkundige verordening stedenbouwkundige lasten toe te kennen op basis van artikel 6§1,6° van deze verordening en geen bijkomende stedenbouwkundige lasten op te leggen.