Terug
Gepubliceerd op 03/03/2025

2025_CBS_01355 - Omgevingsvergunning - OMV_2024160981. Bleekhofstraat 15-25, 33. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/02/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Nathalie Van Baren

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_01355 - Omgevingsvergunning - OMV_2024160981. Bleekhofstraat 15-25, 33. District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_01355 - Omgevingsvergunning - OMV_2024160981. Bleekhofstraat 15-25, 33. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024160981

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV SCALDIS PROJECTS (0716859296) met als adres Jules Bordetlaan 160 bus 6 te 1140 Evere

Ligging van het project:

Bleekhofstraat 15-25, 33 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nr. 1301A

waarvan:

 

-          20230109-0011

afdeling 8 sectie H nr. 1301A (Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

aanvraag hogere bemalingsdebieten, verlenging bemalingsduur en bijkomende verhoogde lozingsnorm bij de reeds vergunde exploitatie van een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een ondergrondse parkeergarage

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 10 september 2020 verleende het college aan Scaldis Projects een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor het slopen van de bestaande bebouwing en de nieuwbouw van vier woonblokken (in totaal 64 wooneenheden) met ondergrondse parkeergarage (OMV_2019065003). Deze beslissing werd door de deputatie in beroep bevestigd op 21 oktober 2020. Op 11 maart 2022 werd deze vergunning gewijzigd en werd ook de exploitatie van de woontorens vergund (OMV_2021163021). Op 7 juli 2023 werd een omgevingsvergunning onder voorwaarden verleend voor het exploiteren van de bemaling (OMV_2023002377). Deze vergunning is geldig voor een periode van zes maanden na opstart van de werken. Op 15 december 2023 werden wijzigingen aan blok B vergund (OMV_2023048355). Op 3 mei 2024 verleende het college een bijstelling met betrekking tot bijzondere voorwaarde 1 over de lozingsnormen van de omgevingsvergunning met referentie OMV_2023002377 (OMV_2024020501). 

Inhoud van de aanvraag

Met voorliggende aanvraag worden hogere bemalingsdebieten gevraagd evenals een verlenging van de bemalingsduur en een bijkomende verhoogde lozingsnorm bij de bemaling vergund in de omgevingsvergunning met referentie OMV_2023002377 en OMV_2024020501.

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

+12,80 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

+12,80 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

+132.695,00 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

- bijlage 4.2.5.1. Controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters;

- bijlage 4.2.5.2. Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater;

- afwijking op artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

- Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalname kraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II artikel 5.53.3.32. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

- Staalname bemalingswater gedurende de bemaling gebeurt door middel van staalnamekraantje op collector.

- Er worden verhoogde lozingsnormen aangevraagd voor stoffen die werden aangetroffen bij bemonstering van het bemalingswater:

  • arseen 50 µg/liter (reeds vergund)
  • xyleen 10 µg/liter (reeds vergund)
  • PFAS (individueel) 100 ng/liter (reeds vergund)
  • vinylchloride 1 µg/liter. 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

15 januari 2025

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

15 januari 2025

15 februari 2025

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

15 januari 2025

21 februari 2025

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De vergunde toestand is als volgt:

  • rubriek 53.2.2.b.2 – voor de exploitatie van een bronbemaling met een debiet van 93.105 m³/jaar voor een termijn van zes maanden vanaf de start der werken;
  • rubriek 3.4.2 – het lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van 37,20 m³/uur;
  • rubriek 3.6.3.2 – het gebruik van een waterzuiveringsinstallatie voor het lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van 37,20 m³/uur;
  • totaal waterbezwaar na zes maanden bemalen: 93.105 m³;
  • bijzondere lozingsnorm voor arseen: 50 µg/liter;
  • bijzondere lozingsnorm voor xyleen: 10 µg/liter;
  • bijzondere lozingsnorm voor PFAS individueel: 100 ng/liter;
  • Er hoeft geen meetgoot en speciale meetapparatuur voorzien te worden. Een meetinrichting conform de sectorale bepalingen vervat onder artikel 5.53.3.32 volstaat.

 

In voorliggende aanvraag wordt een wijziging van de modaliteiten van deze bemaling gevraagd omwille van volgende redenen:

  • De actuele grondwaterstand blijkt ongeveer 1 meter hoger te liggen dan de informatie die beschikbaar was bij de initiële aanvraag. Er is een hoger bemalingsdebiet nodig van 50 m³/uur.
  • Door werfomstandigheden is een langere bemalingsduur nodig van 7,5 maanden in plaats van de vergunde 6 maanden. Door het verhoogde debiet en de langere duur zal er een groter totaal volume grondwater onttrokken worden.
  • Uit staalname en kwaliteitsanalyses van het bemalingswater is gebleken dat er zeer snel na opstart van de bemaling reeds verhoogde concentraties aan vinylchloride aangetroffen worden in het bemalingswater. De oorsprong van deze verontreiniging is onduidelijk. Het merendeel van deze verontreiniging wordt ondervangen door de aanwezige zuiveringsinstallatie. Niettemin wordt voor vinylchloride een verhoogde lozingsnorm van 1 µg/liter gevraagd.

 

Bovenstaande resulteert in volgende wijzigingen aan de vergunde rubrieken:

rubriek

eenheid

vergund

gevraagd

3.4.2

m³/uur

37,20

50

3.6.3.2

m³/uur

37,20

50

53.2.2.b.2

m³/jaar

93.105,00

132.695

 

De uitgraving heeft een onregelmatige vorm en neemt het grootste deel van het perceel in beslag. De oppervlakte van de uitgraving bedraagt ongeveer 2.490 m². De vloerpas van blok C komt overeen met circa +4,60 mTAW. De algemene uitgraving gebeurt tot circa +0,28 mTAW. Ter hoogte van de liftputten wordt er dieper uitgegraven tot ongeveer -0,52 mTAW. De grondwaterstand dient steeds een halve meter onder het uitgravingsniveau verlaagd te worden om de werken in droge omstandigheden te kunnen uitvoeren. Dit komt neer op een grondwaterverlaging van 3,0 meter tot een peil van -0,22 mTAW voor de algemene uitgraving en een verlaging van 3,8 meter tot een peil van -1,02 mTAW ter hoogte van de liftputten.

De bemaling werd opgestart op 13 augustus 2024 en vergund voor een periode van 6 maanden. Door werfomstandigheden blijkt een verlenging van ongeveer 1,5 maanden nodig te zijn. De bemaling zou nu duren tot 31 maart 2025.

Het bemalingswater wordt over een grondwaterzuiveringsinstallatie geleid gezien de verwachte concentraties aan PFAS, BTEX en arseen in het grondwater. Tweewekelijks wordt de kwaliteit van het influent en effluent geanalyseerd en getoetst aan de normen. Het bemalingswater wordt vervolgens geloosd op de gemengde riolering via een afvoer op de site die terecht komt in het gemengd stelsel in de Bleekhofstraat.

De invloedstraal van de bemaling werd opnieuw berekend en bedraagt 600 meter. Ook de OVAM-dossiers binnen deze invloedstraal werden opnieuw gescreend.

Het grondwater van het aangrenzend OVAM-dossier 33886 wordt aangetrokken tot in de filters van de bemaling. De verhoogde concentraties aan magnesium, kalium, ammonium, sulfaat, nitraat en nitriet worden eveneens aangetrokken. Dit is aanvaardbaar aangezien de stoffen meteen opgepompt worden en niet over andere percelen verplaatst worden. De invloed van de bemaling op dit dossier is ongewijzigd sinds de initiële vergunningsaanvraag bovendien wordt het bemalingswater gezuiverd alvorens het geloosd wordt.

Ook vanaf het OVAM-dossier 52085 wordt het grondwater aangetrokken tot aan de bemaling. De verhoogde concentraties aan calcium, kalium, sulfaat en nitriet worden eveneens mee verplaatst. Dit wordt als aanvaardbaar beschouwd aangezien het slechts gaat om licht verhoogde concentraties boven de richtwaardes.

Ter hoogte van de restverontreiniging van dossier 14403 bedraagt de grondwaterverplaatsing vanaf de kernzone ongeveer 20 meter. Dichter bij het project zijn er eveneens verhoogde concentraties aangetroffen in een diepere peilbuis, op 10 m-mv. Vanaf deze peilbuis wordt een verplaatsing berekend van 65 meter. Rekening houdend met retardatie van vinylchloride bedraagt de verplaatsing van de verontreiniging zelf respectievelijk 15 meter en 47 meter, de verontreiniging zou vanaf deze locaties de bemalingszone niet bereiken. Verder naar het zuiden zijn geen peilbuizen voor handen, het blijft mogelijk dat deze verontreiniging reeds verder naar het zuiden is verspreid. Analyses op het bemalingswater tonen aan dat de concentratie aan vinylchloride al relatief kort na opstart van de bemaling verhoogt, dit is een indicatie dat de verontreiniging reeds veel dichter bij de werfzone wordt aangetroffen dan werd vastgesteld in het dossier uit 2010.

Het grondwater aan de rand van het OVAM-dossier 78187 wordt maximaal 22 meter verplaatst. Rekening houdend met de retardatiefactor, wordt het vinylchloride 16 meter verplaatst. De verplaatsing van de verontreinigingen in de dossiers 14403 en 78187 wordt in de bemalingsstudie “aanvaardbaar” geacht.

Op basis van de aangepaste bemalingsstudie adviseert de Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Afvalwater en Lucht gunstig voor:

  • de tijdelijke lozing van bemalingswater met een maximum debiet van 50 m³/uur – 1.200 m³/dag (rubriek 3.4.2.) in de openbare riolering van de Bleekhofstraat te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne);
  • de tijdelijke lozing van bemalingswater via een waterzuivering met een maximum debiet van 50 m³/uur – 1.200 m³/dag (rubriek 3.6.3.2.) in de openbare riolering van de Bleekhofstraat te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne). 


De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:

parameter

eenheid

bijzondere lozingsnorm

arseen

µg/liter

50

xyleen

µg/liter

10

PFAS (ind)

µg/liter

0,1

vinylchloride

µg/liter

1

 

In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

Dit advies is slechts gunstig op voorwaarde dat een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin bekomen wordt voor de verhoogde lozing van bemalingswater op de riolering van de Bleekhofstraat te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne).

De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

  • bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;
  • bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

 

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

Bovenstaande voorwaarden uit het advies van VMM worden opgelegd als bijzondere voorwaarden.

Van VMM afdeling grondwater werd geen tijdig advies ontvangen waardoor het advies stilzwijgend gunstig geacht wordt.

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3).

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen bijkomende adviezen gevraagd te worden. Dit blijkt uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets.

Net zoals in de twee vorige dossiers werd er ook in dit aanvraagdossier geen stikstofimpactscore toegevoegd. Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een impactscore zal genereren die kleiner dan of gelijk is aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist. 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen tot 31 maart 2025.

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

+12,80 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

+12,80 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

+132.695,00 m³/jaar

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

50,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

50,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

225.800,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

2. Dit advies is slechts gunstig op voorwaarde dat een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin bekomen wordt voor de verhoogde lozing van bemalingswater op de riolering van de Bleekhofstraat te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne).

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

  • bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;
  • bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

4. Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

5. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

parameter

eenheid

bijzondere lozingsnorm

arseen

µg/liter

50

xyleen

µg/liter

10

PFAS (ind)

µg/liter

0,1

vinylchloride

µg/liter

1

6. Er moeten zettingsbakens geplaatst worden bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

7. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

8. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.

9. De analyseresultaten van PFAS worden bezorgd aan stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 december 2024

Volledig en ontvankelijk

15 januari 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 maart 2025

Verslag GOA

21 februari 2025

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

2. Dit advies is slechts gunstig op voorwaarde dat een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin bekomen wordt voor de verhoogde lozing van bemalingswater op de riolering van de Bleekhofstraat te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne).

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

  • bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;
  • bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

4. Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

5. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

parameter

eenheid

bijzondere lozingsnorm

arseen

µg/liter

50

xyleen

µg/liter

10

PFAS (ind)

µg/liter

0,1

vinylchloride

µg/liter

1

6. Er moeten zettingsbakens geplaatst worden bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

7. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

8. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.

9. De analyseresultaten van PFAS worden bezorgd aan stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

50,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

50,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

225.800,00 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is tot 31 maart 2025.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.