Terug
Gepubliceerd op 03/03/2025

2025_CBS_01415 - Omgevingsvergunning - OMV_2024158480. Vosstraat 302. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 28/02/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Nathalie Van Baren

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_01415 - Omgevingsvergunning - OMV_2024158480. Vosstraat 302. District Deurne - Weigering 2025_CBS_01415 - Omgevingsvergunning - OMV_2024158480. Vosstraat 302. District Deurne - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024158480

Gegevens van de aanvrager:

de heer Murat Isitmen met als adres Nijverheidsstraat 2 te 2160 Wommelgem

Ligging van het project:

Vosstraat 302 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 313N10

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2  naar 3

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          16/10/2024: proces verbaal (11002_2024_18935_VPV) voor oprichten van een nieuwe hellende dakconstructie met twee dakkapellen;

-          15/02/1968: vergunning (19674506) voor het uitvoeren van binnen- en voorgevelverandering;

-          02/07/1926: toelating (961#8335) voor het bouwen van een hoekhuis.

 

Vergunde toestand

-          functie: meergezinswoning:

  • gelijkvloers: 3 inpandige garages, berging en circulatie;
  • 1ste en 2de verdieping: 2 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • hoekgebouw van 3 bouwlagen met schuin dak; 
  • gelijkvloerse verdieping volledig bebouwd;
  • uitbouw tegen linkse en achterste perceelsgrens op de verdiepingen;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen;
  • houten schrijnwerk;
  • gecementeerde plint;
  • 3 metalen poorten naar inpandige garages.

 

Bestaande toestand

overeenkomstig de vergunde toestand, uitgezonderd:

-          bouwvolume: gewijzigd dakvolume met 2 dakkapellen;

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloerse verdieping: raamopening met glasdallen en zwarte pvc voordeur;
  • verdiepingen: zwart pvc schrijnwerk met grijze natuursteen boven de raamopeningen;
  • 3 witte poorten naar inpandige garages.

 

Nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden:

  • gelijkvloers: ongewijzigd;
  • 1ste en 2de verdieping: 2 tweeslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van elk 64,5 m²;
  • dakverdieping: 1 studio met een netto-vloeroppervlakte van 40,5 m²;

-          bouwvolume:

  • hoekgebouw van 3 bouwlagen met schuin dak; 
  • gelijkvloerse verdieping volledig bebouwd;
  • uitbouw tegen linkse en achterste perceelsgrens op de verdiepingen;
  • 2 dakkapellen;
  • inpandig terras in het dakvolume;

-          gevelafwerking:

  • wit geschilderde gevelsteen;
  • arduinen plint;
  • gelijkvloerse verdieping: raamopening met glasdallen en zwarte pvc voordeur;
  • verdiepingen: zwart pvc schijnwerk met grijze natuursteen boven de raamopeningen;
  • 3 witte metalen poorten naar inpandige garages.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanleggen van een terras.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

17 januari 2025

6 februari 2025

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

17 januari 2025

22 januari 2025

Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen

17 januari 2025

6 februari 2025

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

17 januari 2025

30 januari 2025

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 8 Visuele en vormelijke inpassing:
    §2. De afwerking van gevels moet het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld respecteren of opwaarderen.

Het schrijnwerk van de voorgevel bestaat uit verschillende materialen en kleuren, waardoor het gevelbeeld niet gerespecteerd wordt.

De voorgevel wordt geschilderd in een witte kleur, wat niet kenmerkend is in het straatbeeld.
§3. Het wijzigen van het schrijnwerk in een ander materiaal, in een andere kleur of met een andere raamverdeling is verboden.

Een deel van het schrijnwerk wordt gewijzigd naar zwart pvc met een andere raamverdeling.

  • artikel 9 Minimale hoogte van ruimten:
    Onder schuine daken moet de helft van de netto-oppervlakte van de verblijfsruimte een vrije hoogte hebben van minstens 2,60 meter, te meten vanaf 1,80 meter vanaf het vloerniveau.
    Van de nieuwe studio op de derde verdieping beschikt de helft van de netto-oppervlakte van de verblijfsruimte niet over een vrije hoogte van minstens 2,60 meter.
  • artikel 18 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    De opstand tussen de scheimuur en het hoogst aangrenzende dakvlak van het volume aan de achtergevel is kleiner dan de minimaal vereiste 0,30 meter.
  • artikel 26 Minimale netto-vloeroppervlakte van een woongelegenheid:
    Bij het wijzigen van het aantal woongelegenheden moet elke nieuwe of gewijzigde woning voldoen aan minimale oppervlaktenormen. Voor een zelfstandige woongelegenheid met 2 slaapkamers is de minimale netto-vloeroppervlakte 70 m².
    In de aanvraag wordt niet alleen een bijkomende studio voorzien maar worden ook de bestaande tweeslaapkamerappartementen gewijzigd. Deze voldoen met een netto-vloeroppervlakte van 64,5 m² niet aan de minimumnorm.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning. De woonfunctie in het pand blijft behouden. Wonen is qua functie inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag betreft een hoekpand bestaande uit drie bouwlagen met een schilddak. De gelijkvloerse verdieping is ingericht met garages, berging en circulatie, terwijl op de eerste en tweede verdieping telkens een appartement is voorzien. Onder het bestaande dak is een zolderverdieping.

Het aantal woongelegenheden wordt vermeerderd van twee naar drie door het toevoegen van een nieuwe studio in de zolderruimte onder het schuine dak.

.

Om de studio op deze zolderverdieping te kunnen inrichten worden aan de voor- en achterzijde van het dak grote dakuitbouwen met hellende daken toegevoegd. Tevens wordt in het dakvlak aan de kopse zijde een terras uitgesneden. De gewijzigde dakconstructie kan vanuit ruimtelijk oogpunt niet worden toegestaan. De dakuitbouwen aan de voor- en achterzijde zijn niet in verhouding met de bestaande dakvlakken. Bovendien zorgen de verschillende dakhellingen en dakuitkeping voor een versnipperde, vreemde dakvorm waardoor de aanvraag zich niet inpast in het straatbeeld en daardoor niet in overeenstemming is met artikel 8 §3 van de bouwcode.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Bovendien beschikt de nieuwe studio over onvoldoende wooncomfort en -kwaliteit, zoals voorgeschreven in de bouwcode.

De verblijfsruimte van de studio voldoet niet aan artikel 9 uit de bouwcode. Onder schuine daken moet minstens de helft van de netto-oppervlakte van de verblijfsruimtes beschikken over een vrije hoogte van minstens 2,60 meter, te meten vanaf een hoogte van 1,80 meter vanaf het vloerniveau. Voldoende vrije hoogte is essentieel voor het gebruiksgenot en het wooncomfort van een verblijfsruimte.

 

De indeling van de bestaande appartementen wordt eveneens gewijzigd. Om het wooncomfort van deze woongelegenheden te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner, zoals voorgeschreven in artikel 26 van de bouwcode. Dit is niet het geval voor de tweeslaapkamerappartementen van 64,5 m², waardoor ook de bestaande woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.

 

Om deze redenen kan de aanvraag voor het creëren van een bijkomende woongelegenheid niet gunstig worden geadviseerd. Los van de ontoelaatbare ruimtelijke uitwerking, voldoet de nieuwe studio niet aan de vereiste woonkwaliteit, terwijl ook de bestaande appartementen niet worden aangepast aan het minimale wooncomfort zoals bepaald in de bouwcode. Dit dient daarom eerst te gebeuren vooraleer de dichtheid met allerlei ingrepen op dit perceel nog te verhogen.

 

Visueel-vormelijke elementen

Verder omvat deze aanvraag het wit schilderen van de straatgevels en het wijzigen van het buitenschrijnwerk naar donkergrijs kunststof. Dit is strijdig met artikel 8 uit de bouwcode. De afwerking van gevels moet het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld respecteren of opwaarderen. De aanvraag past zich visueel en vormelijk niet in.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een bijkomende werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

De meergezinswoning met 2 wooneenheden en 3 garages wordt uitgebreid naar 3 wooneenheden en 3 garages.

Bij projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De bestaande 3 parkeerplaatsen blijven behouden maar 2 van de 3 garages zijn te klein en voldoen niet aan de huidige afmetingen voor een parkeerplaats. Een parkeerplaats moet 5 m diep zijn en dat is bij 2 garages niet het geval. Er is dus maar 1 bestaande nuttige parkeerplaats en er komt geen parkeerplaats bij voor deze aanvraag.

 

Het bijkomend aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden:

Dit perceel betreft een bebouwd hoekperceel. De grootte en vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.

 

Het bijkomend aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Ook op dit vlak kan het creëren van een bijkomende woongelegenheid zonder parkeerplaats, in strijd met artikel 32 van de bouwcode, niet worden toegestaan omdat zelfs voor de bestaande twee appartementen volgens het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit maar één nuttige parkeerplaats aanwezig is. De bijkomende parkeerlast wordt hierdoor afgewenteld op het openbaar domein.

 

Fietsvoorzieningen

Voor de bijkomende wooneenheid moeten er twee fietsstalplaatsen voorzien worden: 1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2.

 

Er worden op het gelijkvloers 6 fietsstalplaatsen voorzien die te bereiken zijn via een garage. Volgens het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moet in de garage steeds een minimale doorgang van 1 meter beschikbaar zijn naar de fietsenberging. De afstand tussen twee fietsstalplaatsen moet 60 cm bedragen. Uit de plannen is af te lezen dat hieraan niet wordt voldaan.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 december 2024

Volledig en ontvankelijk

17 januari 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 maart 2025

Verslag GOA

24 februari 2025

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.