2025_DRAN_00005 - Installatie districtsraad Antwerpen 2025-2030 - Geloofsbrieven, eedaflegging en aanstelling districtsraadsleden - Goedkeuring

Op 6 januari 2025 wordt het nieuwe districtsbestuur van district Antwerpen geïnstalleerd.

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

• Artikel 6 en artikel 119 regelen de aanstelling van de verkozenen. 
  • De districtsraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen districtsraadsleden. De verkozen districtsraadsleden van wie de geloofsbrieven zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
    De voorzitter van de installatievergadering legt, als hij herkozen is als districtsraadslid, de eed af in handen van het oudste districtsraadslid.
• Artikelen 10 en 119 geven aan welke personen geen deel kunnen uitmaken van de districtsraad.
• Artikelen 11 en 119 stellen dat een verkozen districtsraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als districtsraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de districtsraad, de eed niet kan afleggen en bijgevolg wordt geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.
• Artikelen 17 en 119 behandelen de presentiegelden voor de districtsraadsleden.

De districtsraad nam in deze zitting reeds kennis van de verkozenen en opvolgers die afstand hebben gedaan van hun mandaat als districtsraadslid (jaarnummer 4).

De overige verkozenen en opvolgers die in aanmerking komen om het mandaat van districtsraadslid op te nemen, aanvaarden hun mandaat als districtsraadslid. De geloofsbrieven van de verkozenen en opvolgers werden tijdig aan de districtssecretaris  bezorgd.

Zij voldoen allen aan alle gestelde eisen van verkiesbaarheid en bevinden zich niet in een geval van onverenigbaarheid.

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de uitbetaling van de presentiegelden.