Terug
Gepubliceerd op 25/02/2025

Notulen  districtsraad Borsbeek

ma 27/01/2025 - 20:00 districtsraadzaal

Samenstelling

Aanwezig

Liselotte Leenaerts, voorzitter; Joseph Spaepen; Christel Truyts; Alfi Vervloet; Yannick Sysmans; Linda Bresseleers, districtsschepen; Ann Coemans, districtsschepen; Kristof Van de Velde, districtsschepen; Tom Verboven; Luc Couillier; Hassana Errazzouki; Anita Van den Bulck; Peter Van Hoof; Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd

Verontschuldigd

Peter De Koning; Walter Kiebooms, burgemeester

Secretaris

Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd

Voorzitter

Liselotte Leenaerts, voorzitter

Agendapunten

1.

2025_DRBBK_00009 - Districtsraad - Notulen districtsraad 6 januari 2025 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Liselotte Leenaerts, voorzitter; Joseph Spaepen; Christel Truyts; Alfi Vervloet; Yannick Sysmans; Linda Bresseleers, districtsschepen; Ann Coemans, districtsschepen; Kristof Van de Velde, districtsschepen; Tom Verboven; Luc Couillier; Hassana Errazzouki; Anita Van den Bulck; Peter Van Hoof; Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Verontschuldigd
Peter De Koning; Walter Kiebooms, burgemeester
Secretaris
Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Voorzitter
Liselotte Leenaerts, voorzitter
1.

2025_DRBBK_00009 - Districtsraad - Notulen districtsraad 6 januari 2025 - Goedkeuring

2025_DRBBK_00009 - Districtsraad - Notulen districtsraad 6 januari 2025 - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context
De districtsraad vergaderde op 6 januari 2025.
Juridische grond
Artikel 278 van het Decreet lokaal bestuur stelt dat de notulen alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat werd gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen, vermelden in chronologische volgorde.
Regelgeving: bevoegdheid
Artikelen 32, 132 en 277 van het Decreet lokaal bestuur belasten de districtssecretaris met het opstellen en bewaren van de notulen.
Argumentatie
De notulen vermelden in chronologische volgorde alle besproken onderwerpen en het gevolg dat eraan werd gegeven. Zij vermelden duidelijk alle genomen beslissingen. De originelen van de notulen van de districtsraad worden, na goedkeuring, door de voorzitter van de districtsraad en de districtssecretaris ondertekend.

Besluit

De districtsraad Borsbeek keurt eenparig het volgende besluit goed.
De districtsraad borsbeek beslist:

Artikel 1

De districtsraad keurt de notulen van 6 januari 2025 goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.
2.

2025_DRBBK_00010 - Legislatuur 2025-2030 - Districtscollege. Interne taakverdeling - Kennisneming

Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig
Liselotte Leenaerts, voorzitter; Joseph Spaepen; Christel Truyts; Alfi Vervloet; Yannick Sysmans; Linda Bresseleers, districtsschepen; Ann Coemans, districtsschepen; Kristof Van de Velde, districtsschepen; Tom Verboven; Luc Couillier; Hassana Errazzouki; Anita Van den Bulck; Peter Van Hoof; Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Verontschuldigd
Peter De Koning; Walter Kiebooms, burgemeester
Secretaris
Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Voorzitter
Liselotte Leenaerts, voorzitter
2.

2025_DRBBK_00010 - Legislatuur 2025-2030 - Districtscollege. Interne taakverdeling - Kennisneming

2025_DRBBK_00010 - Legislatuur 2025-2030 - Districtscollege. Interne taakverdeling - Kennisneming

Motivering

Gekoppelde besluiten
Aanleiding en context

Op 6 januari 2025 werden tijdens de installatievergadering van de districtsraad, de districtsschepenen verkozen verklaard aan de hand van een gezamenlijke voordrachtakte (jaarnummer 00008) en werd Walter Kiebooms aangesteld in het mandaat van districtsburgemeester (jaarnummer 00007)

Juridische grond

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:

  • artikelen 52 (Het college van burgemeester en schepenen beslist collegiaal) en 129 stellen dat het districtscollege collegiaal beslist (Artikel 50 tot en met 54 zijn van toepassing op de vergaderingen, beraadslagingen en besluiten van het districtscollege, met uitzondering van artikel 53, § 2, tweede lid, en § 3, met dien verstande dat de districtsburgemeester optreedt in de plaats van de burgemeester en dat "het college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "het districtscollege".
  • artikel 133: De handelingen en de beslissingen van de districtsraad, van het districtscollege, van de voorzitter van de districtsraad en van de districtsburgemeester mogen niet in strijd zijn met de besluiten van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.
  • artikel 134:

            De gemeenteraad kan de volgende bevoegdheden overdragen aan de districtsraden:

1° bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover de gemeenteraad beschikt en die hij nader bepaalt;

2° bevoegdheden die door andere overheden aan de gemeenteraad zijn opgedragen, als de regel die die bevoegdheid aan de gemeenteraad toewees, de gemeenteraad daartoe machtigt;

3° de uitvoering van een bepaalde regel die een hogere overheid heeft opgedragen aan de gemeenteraad, als de regel die die opdracht aan de gemeenteraad toewees, de gemeenteraad daartoe machtigt.

            Het college van burgemeester en schepenen kan de volgende bevoegdheden overdragen aan de districtscolleges:

1° bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover het college van burgemeester en schepenen beschikt en die het nader bepaalt;

2° bevoegdheden die aan het college van burgemeester en schepenen door andere overheden zijn opgedragen, als de  regel die die bevoegdheid aan het college toewees, het college daartoe machtigt;

3° de uitvoering van een bepaalde regel die een andere overheid of de gemeenteraad heeft opgedragen aan het college van burgemeester en schepenen, als de regel die die opdracht aan het college toewees, het college daartoe machtigt.

            De burgemeester kan de volgende bevoegdheden overdragen aan de districtsburgemeester:

1° bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover de burgemeester beschikt en die hij nader bepaalt;

2° bevoegdheden die door andere overheden aan de burgemeester zijn opgedragen, als de regel die die bevoegdheid aan de burgemeester toewees, hem daartoe machtigt;

3° de uitvoering van een bepaalde regel die een andere overheid, de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen heeft opgedragen aan de burgemeester, als de regel die die opdracht aan de burgemeester toewees, hem daartoe machtigt.

Bevoegdheden betreffende de tuchtregeling, de beleidsrapporten van de gemeente en de gemeentebelastingen kunnen niet worden overgedragen.

In afwijking van het derde lid kunnen de bevoegdheden van de burgemeester voor de politieaangelegenheden niet overgedragen worden aan de districtsburgemeester.

Bij de toewijzing van de bevoegdheden worden alle districten op een gelijke wijze behandeld. De gemeentelijke overheden zorgen ervoor dat het personeel en de financiële middelen die aan de districten op grond van artikel 140 en 141 ter beschikking gesteld worden, in overeenstemming zijn met de bevoegdheden die aan de districten toevertrouwd  worden. 

  • artikel 135: Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet is van toepassing op de districtsraden, met dien verstande dat reglementen en verordeningen ook niet strijdig mogen zijn met de besluiten van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad. Om van toepassing te kunnen zijn, moeten de politieverordeningen eerst goedgekeurd worden door de gemeenteraad.
  • artikel 136: Als naar het oordeel van de gemeenteraad een gemeentelijk belang in het district voorzieningen vordert waarvoor de districtsraad met toepassing van artikel 134 bevoegd is, verleent die medewerking aan de uitvoering daarvan zoals door de gemeenteraad in zijn desbetreffende besluit is bepaald.
    De districtsraad neemt daartoe alle uitvoeringsbesluiten en is gehouden tot de medewerking, vermeld in het eerste lid, onmiddellijk nadat het besluit van de gemeenteraad hem is meegedeeld.
    Als de districtsraad zijn medewerking weigert, start een overlegprocedure volgens een reglement dat door de gemeenteraad wordt opgesteld. Als die overlegprocedure niet eindigt in een consensus, kunnen burgemeester en schepenen voorzien in de uitvoering van het besluit van de gemeenteraad door de kredieten te gebruiken die daartoe op het meerjarenplan van het district zijn ingeschreven. Dat gebeurt pas nadat de districtsraad zijn weigering aan het gemeentebestuur kenbaar heeft gemaakt. Het besluit daarvoor wordt genomen in de eerste vergadering van de districtsraad die volgt op de mededeling van het besluit van de gemeenteraad. Het niet-verlenen van een antwoord door de districtsraad in de eerste vergadering die volgt op de mededeling van het besluit van de gemeenteraad wordt beschouwd als een weigering.
    Bij hoogdringendheid die uitdrukkelijk gemotiveerd wordt, of in geval van dwingende en onvoorziene omstandigheden kan de gemeenteraad, in afwijking van het eerste tot en met het derde lid, het college van burgemeester en schepenen opdragen de nodige voorzieningen uit te voeren, ook al behoren die tot de bevoegdheid van een districtsraad.
  • artikel 137: Artikel 304, § 1, eerste lid, en § 3, en artikel 305 tot en met 325 zijn van toepassing op de districtsraden als het gaat over aangelegenheden van gemeentelijk belang die tot hun bevoegdheid behoren, met dien verstande dat -"gemeente" wordt gelezen als "district", "gemeentebestuur" wordt gelezen als "districtsbestuur", "gemeenteraad" wordt gelezen als "districtsraad", "gemeenteraadskiezer" wordt gelezen als "districtsraadskiezer", "college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "districtscollege" en "de gemeentelijke volksraadpleging" wordt -gelezen als "de volksraadpleging in het district".
    Het huishoudelijk reglement van de districtsraad bepaalt de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in artikel 304, § 1 en § 3, voor het district en zijn organen.
  • artikel 138: Naast de beslissingsbevoegdheden waarover de districtsraad beschikt op grond van dit decreet, heeft de districtsraad een algemene adviesbevoegdheid voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op het district. De districtsraad kan bij reglement die algemene adviesbevoegdheid of delen ervan overdragen aan het districtscollege.
  • artikel 139: Het districtscollege is belast met:

1° het beheer van de inrichtingen die aan het district zijn toevertrouwd;

2° de leiding van de werken van het district.

Het college van burgemeester en schepenen kan de districtscolleges belasten met:

1° het beheer van gemeentelijke inrichtingen in het district;

2° de afpaling van de rooilijnen;

3° het beheer van eigendommen van de gemeente in het district;

4° het doen onderhouden van gemeentewegen en waterlopen.

Artikel 125 en 126 van de Nieuwe Gemeentewet zijn van toepassing op het districtscollege, met dien verstande dat de districtsburgemeester optreedt in de plaats van de burgemeester, en met dien verstande dat "het college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "het districtscollege" en dat "schepen" wordt gelezen als "districtsschepen".

  • artikel 140: Elke districtsraad doet een voorstel voor het vaststellen van de personeelsbehoefte van de districten. Uitsluitend het gemeentebestuur kan beslissen over het uiteindelijke aantal gemeentepersoneelsleden die aan de districten worden toegewezen.
    Nadat de gemeenteraad de personeelsbehoefte goedgekeurd heeft, wordt het personeel toegewezen aan de districten door het college van burgemeester en schepenen.
    De personeelsleden, vermeld in het eerste en het tweede lid, die werken in de districtsbesturen, blijven deel uitmaken van het gemeentelijke personeelsbestand. Ze hebben het recht om binnen de gestelde voorwaarden mee te dingen naar andere ambten. Het districtscollege oefent het toezicht uit op het personeel dat toegewezen is aan het district.
    De gemeentelijke organen blijven bevoegd voor tuchtaangelegenheden. Het tuchtdossier bevat, behalve als het over de districtssecretaris zelf gaat, een advies van de districtssecretaris. Het advies wordt gegeven uiterlijk vijftien dagen na het verzoek daarom door de algemeen directeur. Als het advies niet of niet tijdig wordt gegeven, kan de tuchtprocedure voortgezet worden zonder het advies.
  • artikel 141: De gemeenteraad bepaalt de criteria op grond waarvan jaarlijks een algemene dotatie of specifieke dotaties uit de het meerjarenplan of de aanpassing ervan worden verstrekt aan de districten.
  • artikel 142: De districtsraden brengen altijd vooraf advies uit over de manier waarop de financiering van de districten moet verlopen.
  • artikel 143: De bepalingen van titel 4 zijn van toepassing op de districten, met uitzondering van artikel 249, §3 en §4, artikel 256, artikel 264, tweede lid, en artikel 274, en met dien verstande dat de volgende woorden worden gelezen als volgt:

1° "de gemeente" als "het district";

2° "de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "het district";

3° "elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "alle districten";

4° "de gemeenteraad", "de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn" en "de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn" als "districtsraad";

5° "raadsleden" als "leden van de districtsraad";

6° "het college van burgemeester en schepenen" als "het districtscollege".

7° “gemeenteraadsverkiezingen” als “districtsraadsverkiezingen”.

In afwijking van het eerste lid is artikel 254 niet van toepassing gedurende de eerste bestuursperiode van een nieuw opgericht district. Voor het einde van het eerste kwartaal van de eerste bestuursperiode wordt een eenjarig meerjarenplan vastgesteld voor het eerste jaar van die bestuursperiode. Voor het einde van het jaar dat volgt op de districtsraadsverkiezingen wordt een meerjarenplan vastgesteld dat start in het tweede jaar dat volgt op de districtsraadsverkiezingen en afloopt op het einde van het jaar na het jaar van de daaropvolgende districtsraadsverkiezingen. Elk van die meerjarenplannen bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting die conform artikel 255 zijn opgemaakt.

De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het eerste jaar van de financiële nota van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor dat boekjaar.

De districtsraad stemt telkens over het geheel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst. In dat geval mag de districtsraad pas over het geheel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als die afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de toepassing van de bepalingen van het eerste tot en met het derde lid op de districten.

  • artikel 144: De districtsburgemeesters kunnen door het college van burgemeester en schepenen voor overleg worden samengeroepen telkens als de toestand dat vereist. Een dergelijk overleg is in elk geval jaarlijks verplicht voor de opmaak van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan, alsook voor de vaststelling van de personeelsbehoeften van de districtsraden, vermeld in artikel 140. De voorzitters vormen samen de conferentie van de districtsburgemeesters voor dat overleg.
  • artikel 145 : De districtsraad heeft het recht om, op voorwaarde dat hij het door de gemeenteraad aangenomen huishoudelijk reglement naleeft, punten toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad, als die betrekking hebben op zaken van gemeentelijk belang die tot zijn bevoegdheid behoren.

Met het collegebesluit van 12 mei 2017 (jaarnummer 4463) en het gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2017 (jaarnummer 300) werden de bevoegdheden van de districten bepaald.

Argumentatie

Een interne werkverdeling is noodzakelijk om een efficiënte uitoefening van de bevoegdheden die aan het districtscollege werden toegekend, mogelijk te maken.
Deze taakverdeling houdt geen overdracht van bevoegdheden in die aan het districtscollege werden toegekend, noch verleent zij de betrokken districtsschepen enige persoonlijke beslissingsbevoegdheid over de aangelegenheden die hem/haar werden toevertrouwd. Alle beslissingen van het districtscollege worden steeds collegiaal genomen.

Walter Kiebooms
Kristof Van de Velde
Linda Bresseleers
Ann Coemans
FinanciënBurgerlijke standLokale parken en groenaanplantingInspraak en participatie
Lokale straten en pleinenEvenementenSportBibliotheek
Communicatie en promotieSocio-culturele verenigingenSeniorenCultuur
MobiliteitMarkten en forenDierenwelzijnJeugdbeleid
BegraafplaatsLokale economie

VeiligheidWijkwerking

Besluit

De districtsraad borsbeek beslist:

Artikel 1

De districtsraad neemt kennis van de interne taakverdeling van het districtscollege, goedgekeurd in zitting van het districtscollege van 6 januari 2025.

  • districtsburgemeester Walter Kiebooms (fractie N-VA), bevoegd voor:
    • Financiën
    • Lokale straten en pleinen
    • Communicatie en promotie
    • Mobiliteit
    • Begraafplaats
    • Veiligheid
  • eerste districtsschepen Kristof Van de Velde (fractie N-VA), bevoegd voor:
    • Burgerlijke stand
    • Evenementen
    • socio-culturele verenigingen
    • Markten en foren
    • Lokale economie
    • Wijkwerking
  • tweede districtsschepen Linda Bresseleers (fractie N-VA), bevoegd voor:
    • Lokale parken en groenaanplantingen
    • Sport
    • Senioren
    • Dierenwelzijn
  • derde districtsschepen Ann Coemans (fractie Iedereen Borsbeek), bevoegd voor:
    • Inspraak en participatie
    • Bibliotheek
    • Cultuur
    • Jeugdbeleid

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.
3.

2025_DRBBK_00012 - Beleids- en Beheerscyclus - Eénjarig meerjarenplan 2025 - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Liselotte Leenaerts, voorzitter; Joseph Spaepen; Christel Truyts; Alfi Vervloet; Yannick Sysmans; Linda Bresseleers, districtsschepen; Ann Coemans, districtsschepen; Kristof Van de Velde, districtsschepen; Tom Verboven; Luc Couillier; Hassana Errazzouki; Anita Van den Bulck; Peter Van Hoof; Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Verontschuldigd
Peter De Koning; Walter Kiebooms, burgemeester
Secretaris
Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Voorzitter
Liselotte Leenaerts, voorzitter
3.

2025_DRBBK_00012 - Beleids- en Beheerscyclus - Eénjarig meerjarenplan 2025 - Goedkeuring

2025_DRBBK_00012 - Beleids- en Beheerscyclus - Eénjarig meerjarenplan 2025 - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten
Aanleiding en context

Op 8 december 2023 keurde het college (jaarnummer 8921) de transitienota goed met wederzijdse engagementen tussen stad Antwerpen en gemeente Borsbeek in het kader van het lopende fusietraject.

Op 18 december 2023 keurde de gemeenteraad (jaarnummer 770) de samenvoeging van stad Antwerpen met gemeente Borsbeek goed vanaf 1 januari 2025 en keurde eveneens goed dat op hetzelfde moment een nieuw district Borsbeek wordt opgericht.

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 257 over het opmaken van het meerjarenplan bepaalt :

§ 1. Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen of vast te stellen.

Als voor 1 januari van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen de kredieten voor dat boekjaar nog niet werden vastgesteld, worden, in afwijking van het eerste lid, op die datum de kredieten voor dat boekjaar automatisch vastgesteld op basis van de ramingen voor dat boekjaar in de financiële nota van het meerjarenplan.

Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.

De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.

§ 2. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Het gemeenteraadbesluit van 29 mei 2017 (jaarnummer 303) betreffende de de nieuwe verdeelsleutel van de districtsdotaties voor meerjarenplan 2020-2025. Het gemeenteraadbesluit van 18 december 2023 (jaarnummer 770) waarin de gemeenteraad bevestigt dat het besluit van 29 mei 2017 (jaarnummer 303) ook van toepassing is op district Borsbeek vanaf 2025.

Regelgeving: bevoegdheid
Artikel 143 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017: de bepalingen van titel 4 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 zijn van toepassing op de districten, met uitzondering van artikel 249, § 3, artikel 256 en 264, tweede lid, en met dien verstande dat de volgende woorden worden gelezen als volgt:
  1. "de gemeente" als "het district";
  2. "de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "het district";
  3. "elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "alle districten";
  4. "de gemeenteraad", "de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn" en "de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn" als "districtsraad";
  5. "raadsleden" als "leden van de districtsraad";
  6. "het college van burgemeester en schepenen" als "het districtscollege".
Argumentatie

Het nieuwe district Borsbeek dient een éénjarig meerjarenplan goed te keuren voor 2025, conform de richtlijnen over beleids- en beheerscyclus. De budgetten in het meerjarenplan 2025 van de gemeente Borsbeek werden uitgesplitst in stedelijke bevoegdheden en bevoegdheden van het district. Het éénjarig meerjarenplan 2025 bevat enkel budgetten met betrekking tot de bevoegdheden van het district. Er werd hierbij zowel rekening gehouden met de transitienota waarin de wederzijdse engagementen met betrekking tot de samenvoeging werden opgenomen en met de gemeentelijke richtlijnen over de hoogte van exploitatie- en investeringstoelagen aan de districten.

Het éénjarig meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting van het meerjarenplan.

Algemene financiële opmerkingen

Het éénjarig meerjarenplan is in evenwicht.
Het resultaat op kasbasis en de autofinancieringsmarge zijn positief.

Besluit

De districtsraad Borsbeek keurt eenparig het volgende besluit goed.
De districtsraad borsbeek beslist:

Artikel 1

De districtsraad keurt het éénjarig meerjarenplan 2025 overeenkomstig de bepalingen van de beleids- en beheerscyclus goed.

Artikel 2

De financiële gevolgen worden opgenomen in de decretaal opgelegde documenten, als bijlage aan dit besluit.

4.

2025_DRBBK_00011 - District Borsbeek - Heraldiek. Herneming - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Liselotte Leenaerts, voorzitter; Joseph Spaepen; Christel Truyts; Alfi Vervloet; Yannick Sysmans; Linda Bresseleers, districtsschepen; Ann Coemans, districtsschepen; Kristof Van de Velde, districtsschepen; Tom Verboven; Luc Couillier; Hassana Errazzouki; Anita Van den Bulck; Peter Van Hoof; Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Verontschuldigd
Peter De Koning; Walter Kiebooms, burgemeester
Secretaris
Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Voorzitter
Liselotte Leenaerts, voorzitter
4.

2025_DRBBK_00011 - District Borsbeek - Heraldiek. Herneming - Goedkeuring

2025_DRBBK_00011 - District Borsbeek - Heraldiek. Herneming - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Op 1 januari 2025 fusioneerden de gemeente Borsbeek en de stad Antwerpen: voormalig grondgebied Borsbeek gaat binnen de stad Antwerpen verder als district Borsbeek. 

Bij een gemeentefusie dient de nieuw samengevoegde gemeente een wapen en een vlag te hebben. Het huidige wapen kan enerzijds ongewijzigd overgenomen worden ofwel aangepast worden. In beide gevallen dienen het wapen en de vlag geregistreerd te worden bij de Vlaamse Heraldische Raad in België.

Op zitting van 16 december 2024 werd dit punt reeds voorgelegd op en goedgekeurd door de gemeenteraad.  
Op aanraden van de Vlaams Heraldische Raad dient het punt in de nieuw samengestelde gemeenteraad te worden hernomen.

Juridische grond

Het “Decreet houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie” bepaalt in artikel 3 §3 de procedure die fusionerende gemeenten moeten doorlopen:

1. De gemeenteraad van de stad Antwerpen en de districtsraad van Borsbeek dienen een beslissing te nemen over het wapen en de vlag;

2. het huidige of nieuwe wapen en vlag wordt door de Heraldische raad geadviseerd;

3. Binnen 3 maanden na ontvangst van de door de lokale besturen genomen beslissingen neemt de Vlaamse regering een beslissing;

  • Goedkeuring;
  • Of een gemotiveerd verzoek tot herziening. In dit geval moeten de stad en/of het district binnen de 3 maanden een nieuwe beslissing nemen en ter goedkeuring voorleggen aan de Vlaamse regering.
Argumentatie

Wapen en vlag stad Antwerpen en district Borsbeek
Gelet op de erfgoedwaarde en de maatschappelijke herkenbaarheid van het wapen wordt gekozen voor:

  • het oorspronkelijke ontwerp (uit 1881) van het huidige wapen van de stad Antwerpen;
  • het wapen van de voormalige gemeente Borsbeek voor het nieuwe district Borsbeek. 

Om deze te laten bekrachtigen zal de omschrijvende tekst van enerzijds het Antwerpse wapen en anderzijds de Antwerpse vlag uit het Heraldisch Boek ter goedkeuring geagendeerd worden op de gemeenteraad.

  • Tekst wapen Antwerpen
    "In keel een burcht met drie geopende, gekanteelde torens van zilver, verlicht en gemetseld van sabel, de middelste toren in het schildhoofd vergezeld rechts van een schuingeplaatste rechterhand en links van een linksschuingeplaatste, beide van zilver. Het schild omringd door een bladerkrans met zes rozen, afwisselend van zilver en van keel, alle geknopt van goud en gepunt van sinopel, overtopt door een markiezenkroon en gehouden door een wildeman en een wildevrouw van vleeskleur, omgord en gekroond met klimopbladeren van sinopel en dragend op de schouder een knots van natuurlijke kleur, beiden staande op een losse grasgrond."
  • Tekst vlag Antwerpen
    "Drie banen van rood, van wit en van rood, hoogteverhouding 1:3:1"

Borsbeek zal autonoom dezelfde procedure volgen als stad Antwerpen om hun wapen en vlag te laten bekrachtigen op de districtsraad. 

  • Tekst wapen Borsbeek
    "Gevierendeeld 1. in zilver een geledigd leliekruis van sabel en een zoom van keel, beladen met acht ketels van goud 2. nogmaals gevierendeeld a. en d. in keel een springende windhond van zilver b. en c. in goud drie molenijzers van lazuur 3. in zilver twee boven elkaar geplaatste wolven van sabel en een zoom van keel, beladen met zeven schuinkruisjes van goud 4. nogmaals gevierendeeld a. en d. in keel een adelaar van zilver b. en c. gedwarsbalkt van zes stukken van keel en van goud.  Het schild getopt met een helm van zilver, getralied, gehalsband, omboord en gekroond van goud, gevoerd en gehecht van keel, met dekkleden van goud en van keel. Helmteken: een rechterarm geharnast van zilver, houdend een zwaard van hetzelfde met gevest van goud. Schildhouders: twee aanziende leeuwen van goud."
  • Tekst vlag Borsbeek
    "Doorsneden 1. geel met in de broektop een rode bloem 2. negen even hoge banen van rood en van geel"

Vorm van het gemeentezegel
Recent werd door de Vlaamse overheid beslist dat de deelnemende gemeenten bij een vrijwillige fusie kunnen beslissen om de rechtspersoonlijkheid van één van hen te behouden. In het verleden stelde de fusie een einde aan de rechtspersoonlijkheid van alle betrokken gemeenten en bracht ze een nieuwe rechtspersoonlijkheid tot stand. Indien men in een fusietraject beslist om de rechtspersoonlijkheid van één van de gemeenten te behouden, gaat dat al dan niet gepaard met het behoud van de naam van die gemeente.
Voortaan zijn er dus drie mogelijke scenario’s:

  1. Fusie zonder behoud van een rechtspersoonlijkheid.
  2. Fusie met behoud van een rechtspersoonlijkheid, maar zonder behoud van de naam van die gemeente.
  3. Fusie met behoud van een rechtspersoonlijkheid en met behoud van de naam van die gemeente.

Een Koninklijk Besluit van 6 februari 1837 legt – voor wat de Vlaamse Gemeenschap betreft – de vorm van het gemeentezegel vast.

  • Het bepaalt dat gemeenten die een officieel wapen hebben, dat wapen op hun zegel moeten afbeelden.
  • De gemeenten die niet over een officieel wapen beschikken, moeten de Belgische leeuw op hun zegel plaatsen. 

Concreet betekent dit dat alle fusiegemeenten die nog geen officieel wapen hebben, zich gedurende een overgangsperiode zullen moeten bedienen van een zegel met de Belgische leeuw.
Aan de gemeenteraad wordt voorgelegd om in afwachting van de registratie van het wapen op alle officiële documenten het zegel met de Belgische leeuw te gebruiken.

Beleidsdoelstellingen

8 - Sterk bestuurde stad
2SBS01 - Bestuurszaken
2SBS0101 - Reguliere taken bestuurszaken
8 - Sterk bestuurde stad
2SBS03 - Externe relaties
2SBS0302 - Reguliere taken externe relaties

Besluit

De districtsraad Borsbeek keurt eenparig het volgende besluit goed.
De districtsraad borsbeek beslist:

Artikel 1

De districtsraad beslist om het traject bij de Vlaamse Heraldische Raad op te starten ter bestendiging van het wapen en vlag van de voormalige gemeente Borsbeek voor het nieuwe district Borsbeek. 

Artikel 2

De districtsraad neemt er kennis van dat Antwerpen dezelfde procedure zal volgen als het district Borsbeek om hun wapen en vlag te bekrachtigen op de gemeenteraad.

Artikel 3

De districtsraad neemt kennis van de heraldische consequenties door de fusie van de gemeente Borsbeek met de stad Antwerpen: in afwachting van de registratie van het wapen zal op alle officiële documenten het zegel met de Belgische leeuw worden gebruikt. 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.
5.

2025_DRBBK_00013 - Visum van de Financieel Directeur - Uitsluiting - Overheidsopdrachten - Goedkeuring

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig
Liselotte Leenaerts, voorzitter; Joseph Spaepen; Christel Truyts; Alfi Vervloet; Yannick Sysmans; Linda Bresseleers, districtsschepen; Ann Coemans, districtsschepen; Kristof Van de Velde, districtsschepen; Tom Verboven; Luc Couillier; Hassana Errazzouki; Anita Van den Bulck; Peter Van Hoof; Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Verontschuldigd
Peter De Koning; Walter Kiebooms, burgemeester
Secretaris
Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Voorzitter
Liselotte Leenaerts, voorzitter
5.

2025_DRBBK_00013 - Visum van de Financieel Directeur - Uitsluiting - Overheidsopdrachten - Goedkeuring

2025_DRBBK_00013 - Visum van de Financieel Directeur - Uitsluiting - Overheidsopdrachten - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten
Aanleiding en context

Op 23 november 2018 (jaarnummer 10339) keurde het college de aangepaste principes voor bestellen en goedkeuren voor de stad, als onderdeel van de organisatiebeheersing, goed. Het uitgangspunt daarbij was dat de stad, het OCMW en de districten vanaf 1 januari 2019 maximaal deze principes zouden toepassen binnen eenzelfde bestel- en goedkeuringsproces.

Op 18 juni 2021 (jaarnummer 4997) keurde het college de upgrade van het huidige ERP-pakket naar SAP S/4 HANA goed. Principieel werd toen vooropgesteld dat de huidige opzet en processen geoptimaliseerd moesten worden en er maximaal gebruik moest worden gemaakt van standaard SAP processen.

Juridische grond

Artikel 266, tweede lid van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat bepaalde categorieën van verrichtingen uitgesloten kunnen worden van de visumverplichting, binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering en na advies van de financieel directeur. 

Artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen van 30 maart 2018 duidt de categorieën van verrichtingen aan die niet kunnen worden uitgesloten van de visumverplichting.

Uit artikel 143 van het decreet over het lokaal bestuur volgt dat de bovengenoemde bepalingen van toepassing zijn op de districten.

Regelgeving: bevoegdheid

Volgens artikel 266 juncto artikel 143 van het decreet over het lokaal bestuur is de districtsraad bevoegd voor de beslissing tot uitsluiting van bepaalde categorieën van verrichtingen van de visumverplichting.

Argumentatie

In het kader van de opdracht die het college bij het besluit van 18 juni 2021 (jaarnummer 4997) formuleerde, werd gekeken naar procesoptimalisaties en naar een evenwicht tussen controle en efficiëntie naargelang de materialiteit van de voorgenomen financiële verbintenissen. Het voorliggend besluit beoogt één van die optimalisaties te implementeren, waardoor de doorlooptijd van de interne processen wordt ingekort en als dusdanig de wendbaarheid van de organisatie wordt verhoogd.

Overeenkomstig artikel 266 van het decreet over het lokaal bestuur worden de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen en verleent desgevallend zijn visum, al dan niet onder voorwaarden. Hetzelfde artikel bepaalt dat binnen de perken die zijn vastgelegd door de Vlaamse Regering en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen kunnen worden uitgesloten van deze visumverplichting.

Raamovereenkomsten worden volgens de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 gedefinieerd als overeenkomsten tussen een of meer aanbesteders en een of meer ondernemers met het doel om gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen. De gunning van dergelijke raamovereenkomsten is bij de stad Antwerpen onderworpen aan een voorafgaand visum, zodat zij enkel worden gesloten indien ze de toets van de wettigheid en regelmatigheid doorstaan.

Een efficiëntieslag kan worden gerealiseerd door de opdrachten die gebaseerd zijn op een dergelijke raamovereenkomst en die een waarde vertegenwoordigen onder een bepaalde materialiteitsgrens, niet nogmaals aan een voorafgaand visum te onderwerpen. Diezelfde grens kan gelden voor éénmalige overheidsopdrachten. 

In die zin wordt voorgesteld, na positief advies van de financieel directeur, om uitgaven in het kader van overheidsopdrachten op investerings- en exploitatiekredieten voor bedragen lager dan of gelijk aan 10.000,00 euro exclusief btw en voor zover ze éénmalige overheidsopdrachten en opdrachten gebaseerd op raamovereenkomsten betreffen, uit te sluiten van de visumverplichting.

Andere categorieën van uitgaven zoals financiële ondersteuningen (toelagen), toegestane leningen aan derden of uitgaven ingevolge concessieovereenkomsten,… vallen buiten de scope van deze uitsluiting van visum. De huidige afspraken en regels met betrekking tot het ondersteuningsbeleid en dotaties blijven dan ook onverkort gelden.

Omdat de voorgenomen uitsluiting van visumverplichting gerelateerd is aan de upgrade naar het nieuwe gemeenschappelijk financieel platform, wordt voorgesteld de nieuwe werkwijze te laten ingaan bij de go-live van SAP S/4HANA (voor de bestellingen op budgetperiode 2025 en later).

Besluit

De districtsraad Borsbeek keurt eenparig het volgende besluit goed.
De districtsraad borsbeek beslist:

Artikel 1

De districtsraad keurt goed om uitgaven in het kader van overheidsopdrachten op investerings- en exploitatiekredieten voor bedragen lager dan of gelijk aan 10.000,00 euro exclusief btw en voor zover ze éénmalige overheidsopdrachten en opdrachten gebaseerd op raamovereenkomsten betreffen, uit te sluiten van de visumverplichting voor de bestelbonnen vanaf budgetperiode 2025 en met ingang van de go-live van SAP S/4HANA.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.
6.

2025_IP_00008 - Interpellatie van raadslid Tom Verboven: De ondergang van JH Tuitvlugt vzw, wat met de toekomst van deze jongeren?

Behandeld

Samenstelling

Aanwezig
Liselotte Leenaerts, voorzitter; Joseph Spaepen; Christel Truyts; Alfi Vervloet; Yannick Sysmans; Linda Bresseleers, districtsschepen; Ann Coemans, districtsschepen; Kristof Van de Velde, districtsschepen; Tom Verboven; Luc Couillier; Hassana Errazzouki; Anita Van den Bulck; Peter Van Hoof; Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Verontschuldigd
Peter De Koning; Walter Kiebooms, burgemeester
Secretaris
Kathleen Sebreghts, districtssecretaris wnd
Voorzitter
Liselotte Leenaerts, voorzitter
6.

2025_IP_00008 - Interpellatie van raadslid Tom Verboven: De ondergang van JH Tuitvlugt vzw, wat met de toekomst van deze jongeren?

2025_IP_00008 - Interpellatie van raadslid Tom Verboven: De ondergang van JH Tuitvlugt vzw, wat met de toekomst van deze jongeren?
Indiener(s)
Tom Verboven
Gericht aan
Ann Coemans
Tijdstip van indienen
wo 22/01/2025 - 20:18
Toelichting

Vorige week was het precies 30 jaar geleden dat JH Tuitvlugt vzw boven de doopvont werd gehouden, althans volgens het Belgisch Staatsblad. Een intrieste verjaardag, want eind december liep de huurovereenkomst van hun lokaal in het gemeenschapscentrum en de hangar verderop op het Fort af. Foto's van oude logo’s passeerden op hun sociale media, evenals foto’s van een fijne bende die een laatste keer ‘fuivend’ samenkwam.

Ik ging er altijd vanuit dat een verhuis van het jeugdhuis naar het ‘oude Academia’ de oplossing zou betekenen voor een doorstart. Een echt eigen lokaal zonder in concurrentie te moeten gaan met de grote zaal van het GC. Ook een grote zaal die ten volle kon worden geëxploiteerd, zonder de jeugdwerking te hypothekeren, leek me geen slecht idee.

Begin vorig jaar werd de beloofde ruimte - helaas voor het jeugdhuis - verhuurd aan een andere Borsbeekse vereniging. Geen plaats meer in het oude Academia, geen plaats meer in het gemeenschapscentrum, helaas einde verhaal.

Ondanks het feit dat de gloriedagen van de jeugdhuiswerking in de jaren ‘90 al ver achter ons liggen, ben ik ervan overtuigd dat er ook voor deze jongeren een belangrijke thuis moet zijn. Ik kan genoeg voorbeelden opnoemen van zaken die ik persoonlijk er geleerd heb, die in andere verenigingen niet aan bod kwamen. Dit gaat van hele simpele dingen: een deftige pint tappen tot complexere zaken zoals bestuurservaring. Een jeugdhuis is een plek om te experimenteren, waar je kan leren en groeien door te doen en te ervaren. Het biedt ruimte om te experimenteren, wat je op een andere plek niet zo ongeremd kan doen.

Het geeft een plaats aan de stem van jongeren in het besturen van organisaties en het organiseren van projecten. Waar men aandacht heeft voor minder dominante meningen en stemmen.

Dat de werking moest worden stopgezet, is ons inziens rechtstreeks te wijten aan een gebrek aan ondersteuning. Er was een groep, die de laatste jaren er in slaagde om een gigantische financiële put te dichten. Die groep snakte inderdaad naar opvolging, maar met de nodige ondersteuning vanuit de gemeente kon dit worden gerealiseerd. Kijk maar naar de vele jeugdhuizen die dankzij positieve keuzes van hun gemeentebesturen konden professionaliseren en nu nog steeds bruisen.

-            Gaat het nieuwe districtsbestuur stappen zetten om een nieuwe werking op te zetten?

-            Worden nieuwe ruimtes voorzien waar jongeren onbezonnen kunnen fuiven (en zich niet blauw hoeven te betalen).