Terug
Gepubliceerd op 13/03/2025

2025_DCHO_00035 - Huishoudelijk reglement district Hoboken - Opheffing en nieuwe versie - Goedkeuring

districtscollege Hoboken
wo 12/03/2025 - 19:00 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Kathelijne Toen, districtsburgemeester; Carine Leys, districtsschepen; Elisabeth Van Dyck, districtsschepen; Robby Cardinas, districtsschepen; Sandra Geeraert, districtsschepen; Ineke Pycke, Districtssecretaris

Afwezig

Wim Wienen, waarnemend districtssecretaris

Secretaris

Ineke Pycke, Districtssecretaris

Voorzitter

Kathelijne Toen, districtsburgemeester
2025_DCHO_00035 - Huishoudelijk reglement district Hoboken - Opheffing en nieuwe versie - Goedkeuring 2025_DCHO_00035 - Huishoudelijk reglement district Hoboken - Opheffing en nieuwe versie - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het districtscollege keurde voor  de bepalingen die op het districtscollege van toepassing zijn, volgende besluiten goed:

  • op 2 april 2019 (jaarnummer 90) het huishoudelijk reglement district Hoboken;
  • op 23 november 2021 (jaarnummer 261) het addendum bij het huishoudelijk reglement 'Organisatie van raads-, commissie- en collegevergaderingen in een digitale en hybride omgeving'.

Op 22 december 2017 werd de tekst van het Decreet lokaal bestuur (DLB) goedgekeurd. Het DLB bepaalt dat er bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement van de raden en uitvoerende organen moet worden aangenomen.

Op 21 januari 2025 (jaarnummer 294) keurde het college van burgemeester en schepen het Basisreglement bestuurlijke organisatie stad Antwerpen goed.

Het districtscollege dient het huishoudelijk reglement district Hoboken goed te keuren voor de bepalingen die op het college van toepassing zijn.

Juridische grond

  • Overeenkomstig artikel 54 van het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB) neemt het college van burgemeester en schepenen bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement aan waarin het nadere regels vaststelt over zijn werking.
    Het huishoudelijk reglement regelt minstens of het college van burgemeester en schepenen digitaal of hybride kan vergaderen en de wijze waarop. De Vlaamse Regering kan de minimale voorwaarden voor digitale en hybride vergaderingen bepalen.
  • Artikel 129 van het decreet over Lokaal bestuur (DLB) bepaalt  dat artikel 54 van toepassing is op de vergaderingen, beraadslagingen en besluiten van het districtscollege 
  • met dien verstande dat de districtsburgemeester optreedt in de plaats van de burgemeester en dat "het college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "het districtscollege".
  • Overeenkomstig artikel 38 van het Decreet over het lokaal bestuur (DLB) stelt de gemeenteraad bij het begin van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
    1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
    2° de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;
    3° de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;
    4° de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;
    5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;
    6° de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;
    7° de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;
    8° de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;
    10° de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid;
    11° de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;
    12° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad digitaal kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van digitaal vergaderen opneemt;
    13° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van hybride vergaderen opneemt.
  • Artikel 126 van het Decreet over Lokaal Bestuur (DLB) bepaalt dat artikel 38 van toepassing is op de districtsraad, met dien verstande dat in die bepalingen "de gemeente" wordt gelezen als "district", "gemeenteraadsleden" wordt gelezen als "de leden van de districtsraad", "de gemeenteraad" wordt gelezen als "de districtsraad", "de voorzitter van de gemeenteraad" wordt gelezen als "de voorzitter van de districtsraad", "het college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "het districtscollege", "de burgemeester" wordt gelezen als "de districtsburgemeester", "gemeenteraadscommissie" wordt gelezen als "districtsraadscommissie", "de algemeen directeur" wordt gelezen als "de districtssecretaris".
  • Ook in andere (over het DLB verspreide) artikelen wordt opgelegd om bepaalde zaken uitdrukkelijk in het huishoudelijk reglement op te nemen.
  • Artikel 133 van het Decreet over Lokaal bestuur (DLB) bepaalt dat de handelingen en de beslissingen van de districtsraad, van het districtscollege, van de voorzitter van de districtsraad en de districtsburgemeester niet in strijd mogen zijn met de besluiten van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de lokale mandataris van 6 juli 2018.

Argumentatie

Het vorige huishoudelijk reglement district Hoboken wordt opgeheven en er wordt een nieuw reglement aangenomen met dezelfde titel.

De organisatie van zittingen in een digitale en hybride omgeving werd voorheen opgenomen in een addendum. Dit wordt voortaan ook geïntegreerd in het reglement. 

Dit reglement regelt de interne werking van de bestuursorganen van het district Hoboken. Het bevat de bepalingen die worden opgelegd door artikel 38 van het DLB. Het huishoudelijk reglement vormt een aanvulling op het DLB. Het is beperkt tot zaken die niet geregeld worden door het DLB en waarvoor het bestuur zelf autonomie (of een verplichting) heeft om een regeling uit te werken in het huishoudelijk reglement. Voor een volledig begrip van het regelgevend kader dient het reglement dan ook samen gelezen te worden met het DLB (en de eventueel toepasselijke uitvoeringsbesluiten). Bij de artikels in het reglement wordt verwezen naar de toepasselijke artikels uit het DLB/de uitvoeringsbesluiten.

Artikel 133 van het DLB bepaalt onder andere dat de handelingen en de beslissingen van de districtsraad, van het districtscollege niet in strijd mogen zijn met de besluiten van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepen. Elke ogenschijnlijke tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van het huishoudelijk reglement en deze van het BOSA moet dan ook aldus worden uitgelegd.

Besluit

Het districtscollege hoboken beslist:

Artikel 1

Het districtscollege heft de vorige versie van het huishoudelijk reglement district Hoboken integraal op, voor de bepalingen die op het college van toepassing zijn:

  • laatste versie van het huishoudelijk reglement district Hoboken: het besluit van 2 april 2019 (jaarnummer 90);
  • het addendum 'Organisatie van raads- commissie- en collegevergaderingen in een digitale en hybride omgeving' bij het huishoudelijk reglement: het besluit van 23 november 2021 (jaarnummer 261).

Artikel 2

Het districtscollege keurt het huishoudelijk reglement district Hoboken goed voor de bepalingen in het reglement die op het districtscollege van toepassing zijn.

Artikel 3

Het districtscollege stelt aan de districtsraad voor om het huishoudelijk reglement district Hoboken goed te keuren voor de bepalingen in het reglement die op de districtsraad van toepassing zijn en stelt voor de nodige besluiten op te heffen in dit kader. 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

  • Huishoudelijk reglement 2025-2030.pdf