Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2024136584 |
Gegevens van de aanvrager: | Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: | Kerkstraat ZN, Pastorijstraat ZN en Willibrordusplein ZN te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: |
|
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van premetrostation Willibrordus en het aanbrengen van 2 premetrokentekens |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/10/2024: gedeeltelijk, voorwaardelijke vergunning (OMV_2022115776) voor Spoorinfrastructuur Kerkstraat-Pothoekstraat: het uitbreiden en de ingebruikname van 4 premetrostations, het aanbrengen van premetrokentekens en de exploitatie van twee transformatoren.
- 06/02/2023: aanvang werken voorwaardelijke vergunning (OMV_2020118931) voor slopen, nieuwbouw en verbouwing van scholencomplex en exploiteren van de schoolgebouwen.
- 24/11/1999: vergunning (86#990410) voor heraanleg Kerkstraat/Pothoekstraat/Pastorijstraat/Lovelingstraat.
- 30/12/1980: vergunning (18#61202) voor graven van een ondergronds Metrovak, Kerkstraat tot en met station Willebrordus.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume bovengronds:
- gevelafwerking:
- inrichting perceel bovengronds:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van bovengrondse volumes (ingangen tot ondergronds gedeelte);
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- vellen van een boom;
- aanleggen van verharding.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID | 25 februari 2025 | 11 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 4 maart 2025 | 4 april 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 4 maart 2025 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 4 maart 2025 | 17 maart 2025 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA) | 27 februari 2025 | 20 maart 2025 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 4 maart 2025 | 21 maart 2025 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 4 maart 2025 | 14 maart 2025 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 4 maart 2025 | 4 april 2025 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 4 maart 2025 | 8 april 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: Artikel 8 Overdruk - handel en reca - (hr), Artikel 9 Overdruk - binnengebied, RUP contour - Algemene voorschriften, Zone recht van voorkoop - Algemene voorschriften, Artikel 1 Zone voor wonen - (Wo), Artikel 4 Zone voor maatschappelijke functies - (Ma1) en Artikel 7 Zone voor publiek domein - (Pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
- artikel 24 Behoud en groenbescherming: Aanwezige bomen moeten maximaal behouden blijven. Er wordt een boom geveld.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via HYPERLINK “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het afwerken van premetrostation Willibrordus en het plaatsen van een premetrokenteken aan elke toegang. Deze aanvraag betreft dus het verder afwerken van een functie die al was voorzien in de jaren ’80 maar nu in gebruik zal worden genomen.
Het premetrostation zal de omliggende woonwijken meer bereikbaarheid bieden door een verbeterd aanbod van het openbaar vervoer.
Het project is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid, Visueel-vormelijke elementen
en Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om het station integraal toegankelijk te maken wordt aan de zuidelijke premetrotoegang een lift voorzien.
Deze zuidelijke premetrotoegang en lift zijn in volume en uitwerking afgestemd op de boven liggende ontwikkeling van het scholencomplex.
De noordelijke toegang is in het jaar 2000 bij de aanleg van het mozaïektapijt dichtgemaakt. Als deze toegang zou worden afgewerkt volgens het originele ontwerp zou het mozaïektapijt deels moeten worden verwijderd. De toegang wordt dan ook ten opzichte van het originele ontwerp gedraaid en opgeschoven richting de Lovelingstraat.
Het bestaande standbeeld op deze plek dient hiertoe een nieuwe plek te krijgen en er dient ook 1 boom te worden gekapt.
De toegang heeft voldoende afstand van de andere bestaande bomen op het plein zodat interferentie met de wortelzone van deze bomen wordt vermeden.
Voorgestelde wijzigingen, waarbij deze toegang wordt gerealiseerd als een ‘open toegang’ zonder overkapping met subtiele borstweringen in glas en keramisch tegelwerk, zijn aanvaardbaar.
De stedelijke dienst Mobiliteit merkt in hun advies op dat de lengte van de perrons moeten gemaximaliseerd worden om de doorstroming van in- en uitstappende reizigers te garanderen en dat alle deuren toegankelijk moeten zijn vanaf de perrons. Er wordt geadviseerd deze opmerkingen in de voorwaarden bij de vergunning op te nemen.
De stedelijke dienst Publieke Ruimte merkt in hun advies op dat ter hoogte van de toegang op het plein een doorlopende poortafsluiting voorzien is onderaan de roltrap. Hierdoor ontstaat een overdekte ruimte van circa 2,5 à 3 m tot de laatste trede van de vaste trap. Dit is een plek dat slapers kan aantrekken. Het is aangewezen om de afsluiting hier tot tegen de laatste traptrede (van de vaste trap) te verplaatsen. Er wordt geadviseerd deze opmerking in de voorwaarden bij de vergunning op te nemen.
Cultuurhistorische aspecten
Het project is gesitueerd nabij de Sint-Willibrorduskerk, de tweede grootste kerk van Antwerpen, die in 1891 werd gebouwd door Leonard en Henri Blomme. In 1976 werd het een beschermd monument. Voor de Sint-Willibrorduskerk ligt het Willibrordusplein dat in 2000 is afgewerkt met een mozaïektapijt.
De stedelijke dienst Monumentenzorg merkt in hun advies op dat enige verantwoording over de verplaatsing (nieuwe locatie, historische duiding, link met de locatie) van het standbeeld van Julien Schoenaerts van de hand van Wilfried Pas, ontbreekt. Er kan niet achterhaald worden of hierover overleg is geweest met de Kunst in de Stad, beheerder van de stedelijke publieke kunstcollectie. Dit is aangewezen. Er wordt geadviseerd deze opmerking in de voorwaarden bij de vergunning op te nemen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Dit advies werd opgemaakt op basis van PIV 3.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het advies van Brandweer is op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit is na te leven.
3. Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is na te leven.
4. Het advies van de stedelijke dienst Publieke Ruimte is na te leven.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 25 februari 2025 |
Start openbaar onderzoek | 10 maart 2025 |
Einde openbaar onderzoek | 8 april 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 16 april 2025 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
1. Hypotheek op gebruik van het plein en sociale weefsel van de wijk
1.1 Toename beperkte bruikbaarheid
Bezwaar: De tweede toegang maakt 15 % van het Willibrordusplein onbruikbaar. Het plein is op dit moment al moeilijk bruikbaar door de vele obstakels. De realisatie van de tweede toegang op het plein zal de bruikbaarheid verder negatief beïnvloeden.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Ondanks dat de tweede toegang bovengronds een beperkte ruimtelijke impact heeft, is deze wel noodzakelijk voor de toegankelijkheid en evacuatie van het premetrostation. De toegang positioneren op het plein zorgt ervoor dat er ondergronds geen te lange gangen ontstaan. Dit is essentieel voor een veilige beleving in het metrostation. Een inplanting buiten het plein (zoals gevraagd wordt naar de Lovelingstraat) is niet aangewezen. Naar leesbaarheid, bruikbaarheid en sociale veiligheid is een ligging verder weg van het plein – waarbij ondergronds een veel langere gang zal moeten gecreëerd worden naar het station – nadeliger. De inpassing van de trap en roltrap op het plein is grosso modo de meest aangewezen locatie. De locatie heeft geen wezenlijke impact op de bruikbaarheid van het plein. Er werd onder andere rekening gehouden met de inplanting van de evenementen die plaatsvinden en het basketbalveld. De toegang bevindt zich bewust aan de rand van deze zones. Het gaat hier bovendien om een publieke functie die wordt toegevoegd aan het plein om zo een betere bereikbaarheid te faciliteren. Het is daarbij moeilijk aannemelijk dat dit 15% van het plein zou kunnen hypothekeren. De toegang neemt ongeveer 50 m² in beslag op een pleinoppervlakte (zonder omliggende straten) van meer dan 2.000 m².
1.2 Belemmering evenementen
Bezwaar: Het plein wordt gedurende een hele jaar intensief gebruikt door individuele buurtbewoners en voor kleine en grote evenementen door lokale organisaties. De huidige intekening van de tweede toegang legt een onaanvaardbare hypotheek op het toekomstig gebruik van het plein. In zijn verantwoordingsnota stelt de architect weliswaar dat de tweede toegang geen impact heeft op 'Kerkstraat Plage', het jaarlijkse gratis buurtfestival dat Wijkcomité Willibrordus organiseert. In de verantwoordingsnota gebruikt de architect echter een oud inplantingsplan. Wijkcomité Willibrordus heeft bij De Lijn en de stedelijke diensten al herhaaldelijk aangegeven dat het inplantingsplan van het festival niet klopt. Toch blijft het plan opgenomen in de verantwoordingsnota en alle verdere presentaties. De tweede ingang zorgt ervoor dat het evenement niet meer zal kunnen georganiseerd worden zoals dat al meer dan 20 jaar gebeurt.
Beoordeling:
Het bezwaar is niet gegrond. Het actuele evenementenplan werd geraadpleegd. Het overlapt inderdaad een klein stuk met de zone van de toegang, maar het is niet van die aard dat het evenement belemmerd wordt. Bovendien is de toegang tot de premetro aan de buitenzijde van de zone waar het evenement plaatsvindt, dus dit geeft verder ook geen conflicten. De inplanting van trap en roltrap vragen mogelijks een gewijzigde opstelling van bepaalde evenementen. Gezien deze toegang aan de rand van het open pleingedeelte ligt en de toegang aan de kant van de weg ligt, lijkt dit echter niet van die orde te zijn dat dit de organisatie van evenementen op het plein belemmert.
1.3 Afname open ruimte
Bezwaar: Dit plein heeft een essentiële functie voor deze wijk als ontmoetingsplek, speelplein en evenementenplein voor de buurtbewoners. Het plein voor de Sint-Willibrorduskerk vormt de enige open ruimte in een van de drukst bevolkte wijken van de stad Antwerpen, een buurt die al jarenlang pleit voor meer open ruimte om de leefbaarheid te verhogen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Een toegang tot de premetro op het plein is net een essentiële behoefte voor deze wijk waarbij ook rekening werd gehouden met de bruikbaarheid van het plein.
2. Veiligheid
Bezwaar: Het ontwerp van beide toegangen zorgt voor problemen qua veiligheid in de wijk. Uit de plannen blijkt dat de toegangen ’s nachts pas afgesloten wordt na de eerste trap, wat voor een onveilige situatie zal zorgen qua aantrek van daklozen, drugshandel en overvallen. De toegangen dienen afgesloten te worden ter hoogte van de straat. Enkel op deze manier kan vermeden worden dat de toegangen een aantrekkingspool worden voor kleine criminaliteit.
Beoordeling:
Het bezwaar is deels gegrond. Het afsluiten van de metrotoegang Kerkstraat gebeurt op maaiveld zo dicht mogelijk tegen de rooilijn. Dit voorkomt maximaal overlast ter hoogte van deze toegang. Een afsluiting op het maaiveld geniet in overlastgevoelige wijken de voorkeur. In tegenstelling tot de vorige vergunningsaanvraag (OMV_2022115776) wordt de metrotoegang op het Willibrordusplein niet langer overdekt uitgevoerd. Dit na expliciete bezwaren uit de buurt en om de zichtas op de kerk niet te belemmeren. Bij een open, niet overdekte toegang is een afsluiting op het maaiveld technisch echter niet mogelijk. Op de plannen is een doorlopende poortafsluiting voorzien ter hoogte van het einde van de roltrap op niveau -1. Hierdoor ontstaat een overdekte ruimte van circa 2,5 à 3 m tot de laatste trede van de vaste trap. Dit is een plek dat slapers kan aantrekken. Het is aangewezen om de afsluiting hier dichter tegen de laatste traptrede (van de vaste trap) te verplaatsen. Dit om overlast van inslapers maximaal te ontmoedigen. Dit kan geadviseerd worden als voorwaarden bij de vergunning.
3. Overlast
Bezwaar: De huidige plannen zouden de overlast op het plein (lawaai, afval, drugshandel, hangjongeren, daklozen) doen toenemen. Het is een feit dat metrostations uitnodigen tot allerlei vormen van overlast. Dat is nog meer het geval in een buurt als Antwerpen-Noord, die nu al te kampen heeft met deze overlastproblemen. Het is stuitend dat de voorliggende plannen op geen enkel manier gewag maken van deze problematiek, en ook geen actie voorstellen om een toename van die overlast te voorkomen. Integendeel, de huidige plannen zouden die (vooral nachtelijke) overlast nog dichter bij de gevels en voordeuren van de bewoners (Lovelingstraat 70 t.e.m. 62) brengen. Haast nergens in de stad wordt een metro-ingang zo dicht bij gevels van woonhuizen gepositioneerd. De problemen van afval, hygiëne en overlast die andere metro-ingangen in de wijk 2060 omgeven, zouden nu tot vlak bij de voordeuren van buurtbewoners worden gebracht.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De fenomenen overlast en criminaliteit in de buurt staan in principe los van deze aanvraag, hoewel de ruimtelijke inrichting kan ook een invloed hebben. Een metrohalte brengt laatavond passage en dus extra sociale controle wat de veiligheid en de veiligheidsbeleving bevordert. Voor wat betreft de toegang tot het plein heeft De Lijn bij de inrichting van het metrostation al heel wat voorzorgsprincipes toegepast. Bij het ontwerp van het metrostation en de toegangen zijn veiligheid, transparantie en overzicht leidende ontwerpprincipes. De toegang wordt voorzien als een open toegang zonder overkapping met subtiele borstweringen in glas. Het ontwerp houdt maximaal rekening met het voorkomen van overlast: de loop- en zichtlijnen zijn maximaal open en rechtlijnig, de loopafstand ondergronds werd zo kort mogelijk gehouden. Het verlichtingsniveau in de omgeving van de toegang is voldoende hoog. De toegang wordt op het plein, op ruime afstand van de huizen, gesitueerd op circa 10 à 11 m van de gevels in de Lovelingstraat, wat een normale straatbreedte is. Er kan bezwaarlijk gesteld worden dat dit vlak tegen de gevel is. Er zijn overigens verschillende toegangen elders in de stad die zicht dichter tegen gevels bevinden. Bij een locatie verder in de Lovelingstraat zou de constructie net dichter bij de gevels komen te liggen. Een inplanting buiten het plein in de Lovelingstraat is bijgevolg niet aangewezen. Naar leesbaarheid, bruikbaarheid en sociale veiligheid is een ligging verder weg van het plein – waarbij ondergronds een veel langere gang zal moeten gecreëerd worden naar het station – nadeliger.
4. Visuele schending
Bezwaar: De Sint-Willibrorduskerk is een beschermd monument. De locatie van de tweede metrotoegang belemmert een vrij zicht op de kerk en de omgeving. Het ontwerp van de tweede toegang vormt evenzeer een visuele verminking voor de bewoners en passanten van de Lovelingstraat. Door de huidige inplanting vormt de ingang als het ware een ‘gapende mond’ of donker gat richting de straat.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. In tegenstelling tot de vorige vergunningsaanvraag (OMV_2022115776) waar de toegangsvolumes door hun inplanting, vormgeving en hoogte een te grote impact hadden op de beeld- en belevingswaarde van de beschermde neogotische Willibrorduskerk, is dit vandaag niet meer het geval. De zuidelijke premetrotoegang met lift wordt verlegd naar de overzijde van het plein en geïntegreerd in de sokkel van de in ontwikkeling zijnde Campus Kerkstraat. De noordelijke toegang wordt vandaag opgevat als een open toegangstrap met sobere beglaasde balustrade waardoor de betekenisvolle zichtas op de kerk en het beboomde, open voorplein georiënteerd op de kerk gevrijwaard blijft.
5. Afbraak mozaïektapijt
Bezwaar: Er is genoeg plek om het naast het plein in te richten. Het plein heeft een prachtige mozaïekvloer die je niet zomaar moet afbreken voor een lelijke metrohalte.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De noordelijke toegang is in het jaar 2000 bij de aanleg van het mozaïektapijt dichtgemaakt. Als deze toegang zou worden afgewerkt volgens het originele ontwerp zou het mozaïektapijt deels moeten worden verwijderd. De toegang wordt dan ook ten opzichte van het originele ontwerp gedraaid en opgeschoven richting de Lovelingstraat zodat het mozaïektapijt gevrijwaard blijft.
6.Voorstel naar meer opportuun locatiealternatief
Bezwaar: Ondanks meermaals overleg tussen wijkcomité Willibrordus, de stad en district Antwerpen en De Lijn – helaas slaagde wijkcomité Willibrordus er niet in alle betrokkenen aan een tafel te krijgen – werd er nog steeds onvoldoende rekening gehouden met de verzuchtingen en de belangen van de wijkbewoners. Het wijkcomité formuleerde naar aanleiding van deze overlegmomenten meerdere suggesties voor aanpassingen van de plannen, maar die werden niet meegenomen in de huidige omgevingsvergunningsaanvraag. Het belangrijkste voorstel is het verschuiven van de tweede toegang naar de zone naast de Sint-Willibrorduskerk, dit is in de Lovelingstraat tegenover huisnummers 58-60. Op die plaats heeft de tweede premetrotoegang geen impact op het functioneren van het plein. Daarenboven kan de toegang daar ook een hogere constructie krijgen waardoor de toegang bovenaan kan afgesloten worden, wat de veiligheid aanzienlijk vergroot. Uit eerder overleg tussen Wijkcomité Willibrordus en De Lijn blijkt dat dit technisch mogelijk is, maar dat dit scenario door De Lijn niet wordt weerhouden. Argumenten van De Lijn zoals extra financiële kosten en een langer ondergronds traject (20 meter) wegen niet op tegen de maatschappelijke meerwaarde van deze aanpassing. De decennialange maatschappelijke kost van de inplanting van de ingang óp het plein is vele malen groter dan de eenmalige financiële kost van een ingang verderop in de straat.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Ondanks dat het technisch misschien mogelijk is, is een inplanting buiten het plein in de Lovelingstraat niet aangewezen. Naar leesbaarheid, bruikbaarheid en sociale veiligheid is een ligging verder weg van het plein (waarbij ondergronds een veel langere gang zal moeten gecreëerd worden naar het station) en dichter bij de woningen nadeliger.
Op vlak van veiligheidsbeleving geniet een toegang op een levendig plein de voorkeur op een toegang in een stille zijstraat. Een levendig plein geeft een veel sterkere sociale controle.
Het verder verschuiven van de toegangen naar de rand zorgt eveneens voor problemen in verband met maatschappelijke veiligheid aangezien er dan ondergronds wel hoeken en langere afstanden zouden worden gecreëerd, terwijl deze loop- en zichtlijnen net maximaal open en rechtlijnig en zo kort mogelijk moeten worden gehouden.
Bovendien maakt het financiële aspect geen onderdeel uit van de beoordeling van de aanvraag voor een omgevingsvergunning door de vergunningverlenende overheid.
7. Voorstel louter nooduitgang
Bezwaar: Waarom kan de tweede uitgang niet enkel een nooduitgang zijn? De toegang aan de kant Kerkstraat is meer dan voldoende om een klein metrostation te bedienen. Hoeveel trams/metro’s zouden hier per uur stoppen? Een nooduitgang kan zich beperken tot een luik en daardoor geen impact hebben op het functioneren van het plein, geen samenlevingsproblemen aantrekken, het is ook veel goedkoper. Dus iedereen wint hierbij.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De aanvrager heeft in zijn ontwerp bewust de keuze gemaakt twee toegangen te voorzien om alle perrons zo comfortabel mogelijk te kunnen bereiken. De veronderstelling dat er geen nood is aan een tweede toegang is louter hypothetisch.
8. Gebrekkige toegankelijkheid
Bezwaar: Uit de voorliggende plannen blijkt dat roltrappen die voorzien zijn in het station enkel in stijgende richting zijn. De toegankelijkheid van het station voor minder mobiele mensen is daarom beperkt tot de liften. Vanop de perrons (niveau -2 en -3) is er telkens slechts 1 lift voorzien tot op de stationshal (niveau -1). Vanaf de stationshal naar het straatniveau is er ook slechts 1 lift aanwezig. Ook mobiele mensen zullen gebruik maken van de liften om bijvoorbeeld naar het niveau -3 te gaan. Dat perron ligt immers op een diepte van bijna 20 m (in een appartementsgebouw te vergelijken met 6 à 7 bouwlagen). Slechts weinig mensen zullen de trapafdaling aandurven. De capaciteit van deze liften zal te beperkt zijn om een vlotte toegang tot het station en de perrons te verzekeren. Plus rekening houdend met de vergrijzing van de bevolking in deze buurt zullen meer en meer personen afhankelijk worden van het openbaar vervoer. Deze (toekomstige) ouderen zullen dan ook mettertijd minder mobiel worden. Als er dan enkel maar roltrappen in stijgende richting zijn en mocht de lift defect zijn, wordt het openbaar vervoer ontzegd voor deze ouderen. Daarnaast is mogelijk om tussen straatniveau en de lokettenhal een bijkomende brandtrap te voorzien, die ervoor zorgt dat de oorspronkelijk voorziene (ruwbouw) roltrappen in zowel stijgende als dalende richting er wel kunnen komen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de toekomstige lift noodzakelijk is voor het merendeel van de gebruikers. Er is ook geen aanleiding om te veronderstellen dat de toekomstige lift defect zal zijn. De lift is wel noodzakelijk naar integrale toegankelijkheid toe. De vergunningverlenende overheid toetst de aanvraag voor een omgevingsvergunning aan alle geldende regelgeving, en in het bijzonder de gewestelijke verordening toegankelijkheid. Ook het advies van Brandweer Zone Antwerpen werd tijdig bekomen en meegenomen bij de beoordeling van de aanvraag voor de omgevingsvergunning. Het bezwaar en de veronderstellingen zijn louter hypothetisch.
9. Beperkte lengte perrons
Bezwaar: Willibrordus wordt geopend, maar houdt daarbij niet voldoende rekening met de benodigde tramlengtes in de toekomst: gekoppelde CAF-trams hebben tussen de uiterste deuren 59,2 m nodig, maar dat houdt geen rekening met de benodigde marge om te kunnen stoppen voor de chauffeurs op comfortabele manier. De perrons moeten maximaal verlengd worden, en geen reservelokalen etc. op die cruciale plek bouwen.
Beoordeling:
Het bezwaar is deels gegrond. De lengte van de perrons moet gemaximaliseerd worden om de doorstroming van in- en uitstappende reizigers te garanderen. Alle deuren moeten toegankelijk zijn vanaf de perrons. Dit kan geadviseerd worden als voorwaarden bij de vergunning.
10. Onaanvaardbare voorafname op lange termijnvisie
Bezwaar: De ingebruikname van de premetro vormt een mooie kans voor de toekomstige ontwikkeling en leefbaarheid van de Willibrorduswijk. Het vormt bovendien de enige kans in 50 jaar om via een grote infrastructurele ingreep een boost te geven aan de openbare leefkwaliteit van de wijk. Een tweede toegang op het plein zelf zou het gebruiks- en vergroeningspotentieel van de enige publieke ruimte in de wijk definitief wegnemen, nog voordat de stad Antwerpen een beloofde heraanleg van het plein aanvat. Het Willibrordusplein heeft erg te lijden onder de gevolgen van wortelopdruk van de aanwezige bomen, waardoor de toegankelijkheid en de bruikbaarheid van het plein op dit moment ernstig gehypothekeerd zijn. Deze problematiek is bekend bij de Lijn en bij de besturen van stad en district Antwerpen. Er is daarom dringend een lange termijnvisie nodig voor het volledige plein en bij uitbreiding de Kerkstraat waarin er een coherent toekomstbeeld wordt uitgetekend voor de bomen, verharding/bestrating, verlichting en straatmeubilair, uitgaand van de functies die het plein nu vervult. De voorliggende aanvraag voorziet aanpassingen aan het plein maar is niet gekaderd in een lange termijnvisie op het plein en vormt op die manier een onaanvaardbare voorafname op een lange termijnvisie op deze publieke ruimte. Alle betrokken partijen (De Lijn, stad Antwerpen, district Antwerpen, Wijkcomite Willibrordus, inrichtende macht nieuwe school (Campus Kerkstraat)) dienen samen rond de tafel te komen zodat de best mogelijke optie kan uitgewerkt worden.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De stad wenst maximaal in te zetten op het behoud van de bestaande bomen, waarbij de cirkelvormige figuur, perspectief op kerk en basketbalveld maximaal gevrijwaard blijft. Met de voorgestelde aanpassingen aan trappen en lift dient één boom gerooid te worden waarbij schade aan de andere bomen en wortelzones maximaal wordt vermeden. Bij toekomstige ingrepen op het plein dient het conserveren van de bomen ook het uitgangspunt te zijn en kunnen zowel ondergronds als bovengronds maatregelen nodig zijn. Er zullen in de toekomst nog maatregelen worden genomen om het bestaande probleem van wortelopdruk aan te pakken. Vanuit de stad wordt het belang van een integrale en afgestemde aanpak onderschreven waarbij zowel de infrastructuur, het groen en het gebruik van de publieke ruimte op elkaar worden afgestemd. Deze bezorgdheid is echter beleidsmatig van aard en overstijgt het kader van deze omgevingsaanvraag, die zich beperkt tot de toegang zelf.
11. Geen nood aan premetrostation
Bezwaar: Er is geen nood/vraag naar een extra premetrostation. Integendeel, de geplande premetro-ingang heeft geen meerwaarde voor de buurtbewoners. De buurt in kwestie is al ruim voldoende ontsloten wat openbaar vervoer betreft (tramlijnen Carnotstraat en Turnhoutsebaan, bus 23, premetrostations Elisabeth en Handel, premetrostation Stuivenberg dat geopend zal worden, …). Daarenboven zijn er ook tal van alternatieven voor het openbaar vervoer, in de vorm van deelmobiliteit (Poppy, Cambio, Velo, Cargoroo, …). Er ligt een ongebruikte metrotunnel onder het Sint-Willibrordusplein, maar dit feit alleen rechtvaardigt de inplanting van een premetrotoegang niet. De eventuele voordelen van de extra metrostations wegen niet op tegen de nadelen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De leidraad voor mobiliteit wordt gevormd door het Routeplan 2030, het beleidsdocument dat werd uitgewerkt door de Vervoerregio Antwerpen. Om de betroken gemeenten en districten leefbaar en mobiel te houden wordt gekozen voor slimme mobiliteit waarbij de rol van de auto wordt teruggedrongen. Daarom is het belangrijk om in te zetten op andere verplaatsingsmiddelen, waaronder een performant openbaar vervoer. De uitbreiding van het tramnet, inclusief metro, vormt een belangrijke schakel in het totale plan waarin ook deelmobiliteit en fietsinfrastructuur belangrijke componenten zijn. Meer informatie rond visie en beleid kan je vinden op de site Antwerpen Morgen (antwerpenmorgen.be) en Slim naar Antwerpen (www.slimnaarantwerpen.be).
12. Vervanging buslijn 23
Bezwaar: De ingebruikname van de ongebruikte premetro stations moet buslijn 23 vervangen, maar deze wordt te weinig gebruikt om zo'n investering te verantwoorden. Tijdens de spits staan er in het beste geval slechts enkele mensen te wachten op de bus aan de kerk. Op daluren staat er vaak niemand.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De leidraad voor mobiliteit wordt gevormd door het Routeplan 2030, het beleidsdocument dat werd uitgewerkt door de Vervoerregio Antwerpen. Om de betroken gemeenten en districten leefbaar en mobiel te houden wordt gekozen voor slimme mobiliteit waarbij de rol van de auto wordt teruggedrongen. Daarom is het belangrijk om in te zetten op andere verplaatsingsmiddelen, waaronder een performant openbaar vervoer. De uitbreiding van het tramnet, inclusief metro, vormt een belangrijke schakel in het totale plan waarin ook deelmobiliteit en fietsinfrastructuur belangrijke componenten zijn. Meer informatie rond visie en beleid kan je vinden op de site Antwerpen Morgen (antwerpenmorgen.be) en Slim naar Antwerpen (www.slimnaarantwerpen.be).
13. Waardevermindering
Bezwaar: De inplanting van de tweede premetrotoegang zou leiden tot een ernstige devaluatie van de omliggende woningen. De waarde van de huizen zou significant dalen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar is louter hypothetisch en financiële aspecten zijn geen beoordelingsgrond in aanvragen voor een omgevingsvergunning. Het is niet aan de vergunningverlenende overheid om een project te beoordelen op eventuele waardeverminderingen.
14. Strijdigheden met RUP 2060
Bezwaar: Uit de kwantitatieve en kwalitatieve omgevingsanalyse die gemaakt werd voor de opmaak van het RUP 2060 blijkt dat er in de Willibrorduswijk en bij uitbreiding in de rest van Antwerpen Noord een gebrek is aan speelterreinen, buurtsportterreinen, hondenloopzones, pleinen en formeel en informeel groen. De noodzaak aan extra openbare ruimte en extra groen wordt tot vervelens toe herhaald in de toelichtingsnota. De voorgestelde inplanting van de toegang tot het metrostation aan de zijde van de Lovelingstraat legt een enorme claim op de zeer beperkte openbare ruimte van de wijk. 15% van het Willibrordusplein wordt onbruikbaar. De inplanting van de toegang is een onaanvaardbare voorafname op een toekomstige groenere aanleg van het Willibrordus plein en beperkt de latere mogelijkheden om de hoeveelheid groen tot op het wenselijk niveau te brengen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De footprint van de toegang is beperkt ten opzichte van de pleinoppervlakte en stemt niet overeen met een impact 15%. De toegang neemt ongeveer 50 m² in beslag op een pleinoppervlakte (zonder omliggende straten) van meer dan 2.000 m². Dit belet niet dat in de toekomst nog bijkomend vergroend kan worden en pleinfuncties uitgebreid kunnen worden. Verder toetst de vergunningverlenende overheid de aanvraag voor een omgevingsvergunning aan alle geldende voorschriften, zoals het ruimtelijk uitvoeringsplan.
15. Strijdigheden met bestuursakkoorden van de stad en het district Antwerpen
Bezwaar: In de bestuursakkoorden van stad en district Antwerpen is de 3/30/300-regel opgenomen. Volgens die regel zouden vanuit elke woning minimaal 3 bomen zichtbaar moeten zijn, zou 30 procent van een wijk bedekt moeten zijn met boomkruinen en zou iedereen op 300 m van een publieke groene ruimte moeten wonen. Omwille van de dichte bebouwing en het volledig ontbreken van openbare groene ruimte in de Willibrorduswijk wordt aan deze regel op dit moment helemaal niet voldaan. Het Willibrordusplein is de enige kans in de wijk om binnen een straal van 300 m toegankelijk groen te voorzien. De voetafdruk van de tweede toegang op de schaarse publieke ruimte die het plein vormt, hypothekeert daarom ook het vergroeningspotentieel van het plein en bij uitbreiding van de hele wijk volledig.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Het plein en de overzijde behouden, op één boom na, het aanwezige groen, met reeds grote boomkruinen. Aan de overzijde werd ook reeds ruimte op maaiveldniveau bijkomend onthard en vergroend onder de bomen. De 3/30/300-regel vormt inderdaad een belangrijke richtlijn voor het vergroeningsbeleid van stad en district Antwerpen. Het Groenplan van district Antwerpen duidt het Willibrordusplein aan als een mogelijke locatie voor een extra groene stapsteen in functie van het wegwerken van groentekorten, het verschaffen van voldoende koelteplekken voor de buurt en het versterken van het stedelijk ecologisch netwerk. Het belang van deze locatie om publiek toegankelijke groenvoorzieningen binnen de wijk uit te breiden wordt erkend, aanvullend op andere nabijgelegen locaties die de komende jaren (verder) vergroend worden, zoals het Laar, Moorkensplein en de site van het voormalig Stuivenbergziekenhuis die publiek toegankelijk wordt. De aanleg van een extra toegang naar het premetrostation zal een toekomstige groene herinrichting van dit plein echter niet hypothekeren. Het bovengrondse ruimtebeslag van het nieuwe stationsgebouw zal slechts een klein aandeel van de totale pleinoppervlakte vormen.
16. Bezwaar voorgaande aanvraag
Bezwaar: Bezwaar is gericht tegen de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor ‘Spoorinfrastructuur Kerkstraat-Pothoekstraat: het uitbreiden en de
ingebruikname van 4 premetrostations, het aanbrengen van premetrokentekens en de
exploitatie van twee transformatoren’ (projectnummer OMV_2022115776).
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Huidige aanvraag betreft de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor ‘Spoorinfra ANT ingebruikname premetrostation Willibrordus’ (projectnummer OMV_2024136584).
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het advies van Brandweer is op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit is na te leven.
3. Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is na te leven.
4. Het advies van de stedelijke dienst Publieke Ruimte is na te leven.