Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024166834 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV TRIPLE LIVING (0829278932) met als adres Michel De Braeystraat 55 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jos Smolderenstraat 61-73A, Jef Cassiersstraat 25 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nrs. 3917K2 en 3917Z2 |
waarvan: |
|
- 20241023-0037 | afdeling 11 sectie L nrs. 3917Z2 en 3917K2 (Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | bronbemaling in functie van werken |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Voorwerp van voorliggende aanvraag betreft een verlaging van de grondwatertafel voor de realisatie van een bouwproject.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°b) | het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur; | 1,88 m³/uur |
3.6.3.1°b) | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur; | 1,88 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar. | 12.000 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard
1. | Bij te stellen voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1. §1: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: In afwijking van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controle-inrichting bestaande uit een aftapkraan op de leiding volstaat om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 4 maart 2025 | 28 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: Algemene voorschriften, binnenstraat, erfontsluitende straat, intern pad, pad/wadi, striga en Artikel 1 Zone voor Centrumfuncties (Ce1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het kader van de bouw van het gebouw blok 23 op het Nieuw Zuid, is een verlaging van de grondwatertafel vereist. Naar aanleiding van graafwerken voor de aanleg van funderingsbalken, liftputten en geothermie zal het grondwater tijdelijk verlaagd worden tot maximaal 5,2 m-mv. De kerende wanden worden aangebracht tot in de Boomse klei (op circa -16 m-mv). Volgens berekeningen in het grondwatermodel, wordt de duur van de bemaling geschat op 10 maanden, voor een waterbezwaar van circa 12.000 m³; aan een debiet van ongeveer 1,89 m³/uur.
De bemaling wordt uitgevoerd binnen een gesloten bouwkuip. De wanden van de bouwkuip hebben een weerstand van circa 550 dagen waardoor geen effecten buiten de bouwkuip zijn te verwachten. Hierdoor zijn er geen OVAM-dossiers binnen de invloedzone van de voorgenomen bemaling. Peilbuizen in de omgeving van het projectgebied vertonen verhoogde concentratie aan arseen, zink, chroom, kwik, lood, cadmium, koper, nikkel en PFAS-stoffen. Bijgevolg wordt een bijstelling op de lozingsnorm gevraagd voor:
Parameter | Lozingsnorm |
arseen | 50 µg/liter |
cadmium | 8 µg/liter |
chroom | 500 µg/liter |
koper | 500 µg/liter |
kwik | 40 µg/liter |
nikkel | 300 µg/liter |
lood | 500 µg/liter |
zink | 2.000 µg/liter |
PFAS ind. | 0,1 µg/liter |
PFAS (som) | 0,5 µg/liter |
Verder wordt er ook een afwijking op de plaatsing van een meetgoot gevraagd.
Het oppompen van het grondwater met een bronbemaling is technisch noodzakelijk om de uitgraving in droge omstandigheden uit te voeren. De bemaling wordt uitgevoerd binnen een gesloten bouwkuip, waardoor het waterbezwaar alsook de invloedstraal sterk beperkt worden. Binnen de invloedzone van de bemaling werden de decretale OVAM-dossiers opgevraagd en gescreend. Op basis van deze screening is het niet uitgesloten dat het te onttrekken grondwater ook verontreinigd is met zware metalen. Uit analyses van de grondwaterstalen blijkt dat er in het grondwater PFAS aanwezig is in concentraties hoger dan de rapportagegrenzen.
Het bemalingswater zal geloosd worden, eventueel na zuivering, op RWA-riolering of rechtstreeks op oppervlaktewater.
De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert zowel de aanvraag als de gevraagde bijstellingen gunstig.
Bijzonder beschermde gebieden
Er bevinden zich geen VEN- en IVON-gebieden, noch Habitat- en Vogelrichtlijngebieden binnen de invloedstraal van de bemaling of in de directe omgeving van het projectgebied. Bovendien ligt de invloedstraal van de bemaling niet in een verdrogingsgevoelig gebied. Bijgevolg wordt geen impact verwacht door de bemaling.
Stikstof
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.
Onroerend Erfgoed
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet van toepassing.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven om de omgevingsvergunning en de bijstellingen te verlenen voor een periode van 300 dagen vanaf de start van de bemaling.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°b) | het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur; (inrichting Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard) | 1,88 m³/uur |
3.6.3.1°b) | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur; (inrichting Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard) | 1,88 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar; (inrichting Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard) | 12.000 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
2. In afwijking van artikel 4.2.3.1.3 zijn volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
Parameter | Lozingsnorm |
arseen | 50 µg/liter |
cadmium | 8 µg/liter |
chroom | 500 µg/liter |
koper | 500 µg/liter |
kwik | 40 µg/liter |
nikkel | 300 µg/liter |
lood | 500 µg/liter |
zink | 2.000 µg/liter |
PFAS ind. | 0,1 µg/liter |
3. Het bemalingswater wordt geloosd, eventueel na zuivering, op de RWA .
4. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail naar de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
5. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/03/2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
6. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 februari 2025 |
Volledig en ontvankelijk | 4 maart 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 mei 2025 |
Verslag GOA | 4 april 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
2. In afwijking van artikel 4.2.3.1.3 zijn volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
Parameter | Lozingsnorm |
arseen | 50 µg/liter |
cadmium | 8 µg/liter |
chroom | 500 µg/liter |
koper | 500 µg/liter |
kwik | 40 µg/liter |
nikkel | 300 µg/liter |
lood | 500 µg/liter |
zink | 2.000 µg/liter |
PFAS ind. | 0,1 µg/liter |
3. Het bemalingswater wordt geloosd, eventueel na zuivering, op de RWA .
4. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail naar de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
5. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/03/2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
6. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°b) | het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur; (inrichting Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard) | 1,88 m³/uur |
3.6.3.1°b) | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur; (inrichting Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard) | 1,88 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar(inrichting Tijdelijke bronbemaling Project Boomgaard) | 12.000 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 300 dagen vanaf de start van de bemaling.