Terug
Gepubliceerd op 14/04/2025

2025_CBS_02592 - Omgevingsvergunning - OMV_2024031920. Oosterweelsteenweg 57. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/04/2025 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Nathalie van Baren, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Johan Klaps, schepen; Stijn De Rooster, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_02592 - Omgevingsvergunning - OMV_2024031920. Oosterweelsteenweg 57. District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_02592 - Omgevingsvergunning - OMV_2024031920. Oosterweelsteenweg 57. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024031920

Gegevens van de aanvrager:

NV GOSSELIN-WDP met als adres Blakebergen 15 te 1861 Meise

Gegevens van de exploitant:

NV G.C.T. Logistics (0898108845) met als adres Belcrownlaan 23 te 2100 Antwerpen en

NV GOSSELIN-WDP (0802640059) met als adres Blakebergen 15 te 1861 Meise

Ligging van het project:

Oosterweelsteenweg 57 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 14 sectie B nr. 34A4

waarvan:

 

-          20240909-0016

afdeling 14 sectie B nr. 34A4 (Oosterweel West II - Infra (Gosselin-WDP))

-          20240909-0017

afdeling 14 sectie B nr. 34A4 (Oosterweel West II - GCT Logistics)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Wijzigen van vergunde toestand door het bouwen van een kantoorgebouw en niet uitvoeren van een laadkade;

Nieuwe inrichtingen: Gosselin-WDP (infrastructuur) en GCT Logistics (operationele activiteiten)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-    12/05/2023: omgevingsvergunning (OMV_2022128631) voor het slopen van kantoorgebouw en verharding en bouwen van twee loodsen. Deze werken zijn gestart op 8 januari 2024 volgens het omgevingsloket en momenteel nog in uitvoering.

 

Vergunde toestand

* functie:

  > industrie en bedrijvigheid;

  > site waarop zich magazijnen en een kantoorgebouw bevinden. Rondom en tussen de gebouwen bevinden zich wegenis, parkeerterreinen en groenzones;

  > langs de oostzijde van het centraal gelegen magazijncomplex zijn 2 bijkomende loodsen voorzien (loods 8 en loods 9);

  > langs de zuidzijde van de loodsen worden twee luifels voorzien.

 

* bouwvolume:

  > loods 8: oppervlakte circa 4.751 m², maximale hoogte 23,8 meter (vrije hoogte 18 meter);

  > loods 9: oppervlakte circa 6.735 m², hoogte circa 14 meter (vrije hoogte 12,8 meter);

  > twee luifels: vrije hoogte 8 meter.

 

* gevelafwerking;

  > loodsen worden opgebouwd uit beton;

  > gevels worden afgewerkt met een geïsoleerde betonplint met daarboven geïsoleerde sandwichpanelen in mat groen (RAL 6011).

 

* inrichting:

  > de nieuwe loodsen worden tegen de oostzijde van het centraal gelegen magazijnencomplex gebouwd;

  > langs de zuidzijde van de loodsen worden twee luifels voorzien met een vrije hoogte onder de luifel van 8 meter;

  > tussen de luifels wordt een laadkade gebouwd die aansluit op zowel loods 8 als op loods 9;

  > rondom de nieuwe loodsen wordt een asfaltverharding aangelegd in functie van de wegenis.

 

Nieuwe toestand

* functie: 

  > idem aan de vergunde toestand;

  > de luifel aan loods 8 wordt niet voorzien. In de plaats komt een bureelgebouw;

  > hierdoor wordt eveneens de wegenis en laadkade aangepast.

 

* bouwvolume:

  > bureelgebouw: oppervlakte circa 350 m², hoogte circa 24 meter (4 bouwlagen). 

 

* gevelafwerking:

  > geïsoleerde betonplint met daarboven geïsoleerde sandwichpanelen in mat groen.

 

* inrichting:

  > ten zuiden van loods 8 wordt een nieuw bureelgebouw gebouwd in de plaats van de vergunde luifel;

  > hierop volgen eveneens de nodige aanpassingen aan wegenis, de laadkade en de luifels aan loodsen 8 en 9.


Inhoud van de aanvraag

-          Bouwen van bureelgebouw;

-          Aanleggen van wegenis;

-          Gewoonlijk gebruik van grond voor parkeren van auto’s;

-          Wijzigingen reeds vergunde loodsen 8 en 9 (inclusief laadkade en luifels).

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft twee nieuwe ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een klasse 3-inrichting voor infrastructuurgebonden activiteiten en een klasse 2-inrichting voor de op- en overslag van goederen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

Aangevraagde rubriek(en) Oosterweel West II - Infra (Gosselin-WDP)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

2.737 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

35 kW

 

 

Aangevraagde rubriek(en) Oosterweel West II - GCT Logistics
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

10 voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

4,17 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

4.000 liter

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal;

11.119,68 m³

33.4.1°c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

296,52 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

9.000 m²

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, Permits&Advice

15 januari 2025

26 februari 2025

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

17 januari 2025

30 januari 2025

Gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

15 januari 2025

10 maart 2025

Voorwaardelijk gunstig

  

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

15 januari 2025

21 februari 2025

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De verordening hemelwater is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag voorziet in een hemelwaterput met een inhoud van 15.000 liter waarbij het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt als sanitair spoelwater en als kuiswater. Volgens de verordening is echter een hemelwaterput met een inhoud van 35.000 liter vereist. De aanvrager motiveert de voorziene inhoud met een berekening volgens de rekentool ‘groenblauwpeil’ waaruit blijkt dat een hemelwaterput met een inhoud van 15.000 liter de meest optimale is voor de nieuwe dakoppervlakte van het bureelgebouw (347 m²) en 40 aanwezigen. Daarnaast zou uit een berekening met Sirio blijken dat een put van 15.000 liter 180 dagen per jaar leegstaat. Hierbij wordt wel opgemerkt dat geen van beide tools rekening houdt met de volledige dakoppervlakte van het project, dat de put van 15.000 liter slechts 67% van de hemelwatervraag zal dekken (groenblauwpeil) en dat het leegstandspercentage zeer hoog is (bijna 50%). Gezien de aanvraag een uitbreiding van de dakoppervlakte betreft, dient 1.041 m² dakoppervlakte aangesloten te worden op de hemelwaterput conform de hemelwaterverordening. Hiermee stijgt de dekkingsgraad tot 83% voor een hemelwaterput van 15.000 liter. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

De aanvrager vraagt een afwijking aan op het aspect infiltratie. Volgens artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke verordening inzake hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen en op gemotiveerd verzoek van de aanvrager, uitzonderingen toestaan op de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van gebruik, wettelijke voorschriften of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. De afwijking wordt gemotiveerd door te verwijzen naar het zwaar verkeer en de grondwaterstanden op de site. Omwille van zwaar vrachtverkeer op de site (door vrachtwagens en vorkliften) en opslag op de verharding is een dikke bedding noodzakelijk. Eventuele riolering en/of infiltratiebuizen of -kratten moeten hierdoor een dekking hebben van minimaal 80 centimeter. Daarnaast blijkt uit bodemonderzoek, waarin op drie verschillende plaatsen op de site grondwaterstanden gemeten zijn, dat de gemiddelde grondwaterstand op het perceel -1,2m mv bedraagt. Aangezien de infiltratievoorziening op minimum 80 centimeter onder het maaiveld moet liggen en de gemiddelde grondwaterstand op ongeveer 120 centimeter onder het maaiveld ligt, zou dit tot gevolg hebben dat de infiltratievoorziening voor een deel en soms volledig in het grondwater zou liggen. De afwijkingen op de inhoud van de hemelwaterput en het aspect infiltratie kunnen worden toegestaan.

 

In de vergunde situatie was reeds een ondergronds bufferbekken voorzien met een inhoud van 937,5 m³ ten noorden van loodsen 8 en 9. In voorliggende aanvraag wordt, om tegemoet te komen aan de verstrengde verordening hemelwater, een bijkomende bufferput geplaatst met een inhoud van 18 m³.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. Het is echter aangewezen ook rekening te houden met eventuele werknemers die tijdelijk of permanent gebruik maken van een rolstoel.

 

Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.

De verordening publiciteit is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld.

Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

Het voorliggende project betreft geen ingrepen in de bodem waarvoor een archeologienota waarvan akte is genomen, van toepassing is.

 

Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het stikstofdecreet.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

Rioleringstoets: overeenkomstig artikel 4.3.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 moet een omgevingsvergunningsaanvraag getoetst worden aan de zogenaamde rioleringstoets.

De rioleringstoets is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze vóór 31 december 2024 ingediend is.

De aanvrager voorziet in een gescheiden rioleringsstelsel en een individuele afvalbehandelingsinstallatie (IBA).

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft een aanpassing van een reeds verleende omgevingsvergunning. Volgens de omgevingsvergunning met referentie OMV_2022128631 werd ten zuiden van zowel loods 8 als loods 9 een luifel voorzien met daartussen laadkades. In voorliggende aanvraag wordt de luifel ter hoogte van loods 8 niet uitgevoerd. In de plaats komt een nieuw kantoorgebouw dat aansluit op de zuidgevel van loods 8. Het gebouw bevat niet alleen bureauruimte maar eveneens zone voor ontvangst en afhaal (gelijkvloerse verdieping) en een zone voor het behandelen van goederen (derde verdieping). Deze burelen zijn noodzakelijk voor de ondersteuning van de bedrijfsactiviteiten en dienen gezien te worden als een nevenfunctie van een groter geheel.

 

Door deze wijziging zullen de laadkades niet uitgevoerd worden. De luifel ter hoogte van loods 9 zal anders uitgevoerd worden dan in de vergunde situatie doordat de westgevel volledig opengemaakt wordt ten opzichte van een gesloten gevel in de vergunde situatie. De verharding ten zuiden van deze loodsen wordt aangepast aan de nieuwe situatie. Langs de zuidelijke perceelsgrens ter hoogte van het kantoorgebouw worden 3 parkeerplaatsen ingetekend.

 

De aangevraagde werken dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is. De wijzigingen ten opzichte van de vergunde aanvraag storen niet in deze industriële omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Het nieuwe kantoorgebouw is vergelijkbaar qua oppervlakte met de vergunde situatie en wordt geplaatst binnen de bestaande contour waardoor geen extra ruimte wordt ingenomen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels van het kantoorgebouw worden bekleed met een geïsoleerde betonnen plint met daarboven geïsoleerde sandwichpanelen in een groene kleur. De gebruikte materialen en gevelkleur zijn dezelfde als de vergunde situatie.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de Brandweer zone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De opmerkingen en voorwaarden zijn van die aard dat ze aan de vergunning kunnen worden gehecht.

 

Advies werd gevraagd aan het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, als gebiedsbeheerder. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit met volgende voorwaarde:

In de directe nabijheid van het terrein bevindt zich een windturbine. De slagschaduwstudie opgesteld voor deze turbine toont aan dat het nieuwe kantoorgebouw die onderwerp uitmaakt van deze aanvraag opgericht wordt in een slagschaduwgevoelige zone. Het kantoorgebouw moet dusdanig uitgerust worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie worden vermeden. Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning de voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. Dit wordt als aandachtspunt in de vergunning worden opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Zij brachten volgend advies uit:

 

Werkelijke parkeerbehoefte

In de bijgevoegde verantwoordingsnota wordt de parkeerbehoefte voor de totale site berekend door de parkeerbehoefte van het bestaande bureel (1.000 m²) en voor het nieuwe bureel (654 m²)  op te tellen. De aanvrager komt op die manier voor de totale site uit op een parkeerbehoefte van 27 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt echter bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging van het project. 

Deze aanvraag betreft een uitbreiding van de vergunde toestand door de bouw van een nieuw bureelgebouw. De berekende parkeerbehoefte wordt bepaald op 17.

 

Volgens de verantwoordingsnota wordt er verwacht dat er 37 medewerkers in het kantoorgebouw tewerkgesteld zullen worden. Als de doelstelling van de Vervoerregio Antwerpen en stad Antwerpen om tegen 2030 de modal split te bereiken waarbij nog slechts 50% van de verplaatsingen met de wagen gebeurt op deze aanvraag wordt toegepast, dan zou hier een parkeerbehoefte van 19 autoparkeerplaatsen bekomen worden. Aangezien dit al een vrij hoge ambitie is, wordt de werkelijke parkeerbehoefte bepaald op 19.

 

Nuttige parkeerplaatsen

Op het inplantingsplan worden 83 parkeerplaatsen voor auto’s voorzien, waarvan 1 mindervalidenparkeerplaats. 

Op de bestaande parking zijn er 80 parkeerplaatsen. Deze parking wordt echter gebruikt om (een deel van) de parkeerbehoefte op te vangen van de reeds aanwezige functies op de site. De parkeerbehoefte voor de overige functies op de site werd in het MOBER, opgesteld bij vergunning OMV_2022128631, vastgesteld op 76. Dit zou willen zeggen dat er slechts 4 parkeerplaatsen meer over zijn om de parkeerbehoefte op te vangen voor de nieuwe aanvraag.  

 

In het MOBER werd echter gesteld dat 76 het worstcasescenario is. Door het promoten van carpooling, openbaar vervoer en fietsen, werd toen gesteld dat de effectieve autoparkeervraag in de toekomst eerder op 64 autoparkeerplaatsen zal liggen.  

Gezien het grote potentieel voor fietsverplaatsingen door de goede bereikbaarheid met de fiets van de site (de fietsafstand tot centrum Antwerpen bedraagt circa 6 km) en het grote aantal fietsparkeerplaatsen wordt uitgegaan van een modal shift waardoor het realistisch is om de parkeervraag van de vergunde toestand naar beneden bij te stellen (naar 64 in plaats van 76). Het is belangrijk dat het bedrijf hiervoor inzet op de modal shift door de gesuggereerde flankerende maatregelen (fietsvergoeding en vergoeding openbaar vervoer) uit het MOBER effectief te voorzien.

Het is dus realistisch om aan te nemen dat er nog 16 parkeerplaatsen beschikbaar zijn op de bestaande parking. Daarnaast worden er nog 3 extra parkeerplaatsen voorzien ter hoogte van de inkomzone van het bureelgebouw (waarvan 1 mindervalidenparkeerplaats).  

 

Het aantal nuttige parkeerplaatsen op de site wordt dus vastgesteld op 19.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

Voor voetgangers dienen er looplijnen en zebrapadmarkeringen voorzien te worden om aan te geven waar ze moeten wandelen en om bestuurders te duiden op hun mogelijke aanwezigheid op de site. Dit wordt meegegeven als aanbeveling voor een veilige circulatie op de eigen site.

 

De site wordt ontsloten via 2 toegangen aan de Oosterweelsteenweg en 1 toegang aan de Leon Bonnetweg. Gezien de parking voor het personeel gelegen is aan de Leon Bonnetweg, wordt ervan uitgegaan dat de meeste werknemers via deze toegang de site bereiken. De 3 parkeerplaatsen ter hoogte van het gebouw kunnen enkel bereikt worden via de Oosterweelsesteenweg. Er wordt een nieuw afgescheiden voetpad voorzien tussen de parking en het nieuwe bureelgebouw. 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de nieuwe ontwikkeling moeten 10 overdekte en afgesloten fietsstaanplaatsen voorzien worden. In de bestaande fietsenstalling wordt plaats voorzien voor 80 fietsen. Als tussenafstand werd op de plannen 40 centimeter ingetekend. Dit dient te worden bijgesteld naar 60 centimeter. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor het comfortabel stallen van fietsen.

 

In de fietsenstalling is er geen plaats voorzien voor buitenmaatse fietsen. 10% van de fietsstalplaatsen moet bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets,…). Daarnaast moet ook een mogelijkheid voorzien worden om elektrische fietsen op te laden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Het is beter minder fietsstalplaatsen te voorzien die wel vlot bruikbaar zijn.De fietsenstalling is echter nog steeds ruim genoeg om 10 extra fietsen te stallen.

 

De fietsenstalling is gelegen aan de Leon Bonnetweg. Aangezien er binnenkort een fietspad wordt aangelegd in de Leon Bonnetweg is dit de veiligste toegangsweg naar de fietsenstalling.

 

Laden en lossen

De toename van het aantal vervoersbewegingen door vrachtwagens als gevolg van deze uitbreiding zal zeer beperkt zijn.  

Belangrijk om te vermelden is dat wachtrijen en laden en lossen niet afgehandeld mogen worden op het openbaar domein. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.


 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De voormalige Stork-site aan de Oosterweelsteenweg werd recent opgesplitst in twee aparte concessies. Voor het westelijk gedeelte van het oorspronkelijke terrein is WWRS Belgium nv de concessionaris, voor het oostelijk gedeelte is dit Gosselin-WDP nv. Beide bedrijven zijn dochterondernemingen van de Gosselin group. De activiteiten op het westelijk gedeelte zijn opgenomen in aparte vergunningen en meldingen, waarbij de meest recente op 28 februari 2025 (OMV_2024104890) werd verleend. Voorliggende aanvraag betreft de activiteiten op het oostelijk gedeelte (hal 8 en hal 9). Meer bepaald voor een nieuwe inrichting op naam van G.C.T. Logistics voor de op- en overslag van goederen. De aanvraag omvat tevens een melding van een nieuwe inrichting op naam van Gosselin-WDP nv voor de infrastructuurgebonden activiteiten van de site.

 

G.C.T. Logistics vraagt een doorvoeropslagplaats (9.000 m²) voor niet-IMDG-goederen aan.
Overeenkomstig artikel 5.48.0.2. van VLAREM II, moeten de doorvoeropslagplaatsen gelegen in een zeehavengebied beantwoorden aan de algemene veiligheidseisen gesteld door de havenkapiteinsdienst. De algemene voorwaarden zijn te vinden in ‘Hoofdstuk 10 Behandeling en opslag van gevaarlijke goederen’ van de Havenpolitieverordening en in de bijzondere voorwaarden van de Havenonderrichtingen.

 

Voor het langduriger opslaan van verhuisgoederen (in 20ft-containers) wordt er 296,52 ton papier/karton- en 11.119,68 m³ houtopslag aangevraagd, binnen in de magazijnen. Er wordt maximaal 4.000 liter aan gevaarlijke producten in kleine verpakkingen op lekbakken opgeslagen.

 

Men wenst het stallen van 10 bedrijfsvoertuigen te vergunnen, dit zijn voornamelijk vorkheftrucks. Voor het tanken van deze voertuigen zal een bovengrondse dubbelwandige dieseltank met verdeelslang aanwezig zijn, met een inhoud van 5.000 liter (4,17 ton). De tank wordt periodiek gekeurd.

 

De nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) op naam van Gosselin-WDP betreft overkoepelende infrastructuurgebonden activiteiten voor de kantoren en de magazijnen.

 

Het huishoudelijk afvalwater heeft een debiet van 2.737 m³/jaar en is afkomstig van de sanitaire installaties van zowel het westelijke gedeelte als van het oostelijke gedeelte van het oorspronkelijke terrein. Ten gevolge van de splitsing van dit terrein, wordt het lozen van huishoudelijk afvalwater nu in voorliggende aanvraag ondergebracht. De rioleringssituatie op het terrein wijzigt niet. De individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA’s) zijn namelijk op het oostelijke gedeelte van de site geïnstalleerd en al het huishoudelijk afvalwater van beide sites gaat via de interne riolering over deze twee IBA’s naar één lozingspunt.

 

Voor het verwarmen en koelen van de kantoren wordt een warmtepomp met een vermogen van 35 kW geïnstalleerd.

 

Op 6 maart 2025 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk H.00316.A3.0013). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.


 

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Wachtende vrachtwagens en het laden en lossen dient steeds op eigen terrein te gebeuren;

2. Parkeren dient steeds op eigen terrein te gebeuren;

3. Er moet een mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden;

4. Er moeten fietsstalplaatsen voor buitenmaatse fietsen (10%) voorzien worden in de fietsenstalling en de afstand tussen de fietsen moet bijgesteld worden naar 60 centimeter in de fietsenstalling;

5. Er dient 1.041 m² dakoppervlakte aangesloten te worden op de nieuwe hemelwaterput van 15.000 liter.


Geadviseerde brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de opmerkingen en voorwaarden uit het advies van de Brandweer zone Antwerpen.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Aan het college wordt voorgesteld om de gemelde ingedeelde inrichtingen of activiteiten te akteren.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; (inrichting Oosterweel West II - Infra (Gosselin-WDP))

2.737 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Oosterweel West II - Infra (Gosselin-WDP))

35 kW

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

10 voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

4,17 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

4.000 liter

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

11.119,68 m³

33.4.1°c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

296,52 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

9.000 m²

 

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 oktober 2024

Volledig en ontvankelijk

15 januari 2025

Start openbaar onderzoek

23 januari 2025

Einde openbaar onderzoek

21 februari 2025

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 april 2025

Verslag GOA

4 april 2025

Naam GOA

Katrine Leemans en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Wachtende vrachtwagens en het laden en lossen dient steeds op eigen terrein te gebeuren;

2. Parkeren dient steeds op eigen terrein te gebeuren;

3. Er moet een mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden;

4. Er moeten fietsstalplaatsen voor buitenmaatse fietsen (10%) voorzien worden in de fietsenstalling en de afstand tussen de fietsen moet bijgesteld worden naar 60 centimeter in de fietsenstalling;

5. Er dient 1.041 m² dakoppervlakte aangesloten te worden op de nieuwe hemelwaterput van 15.000 liter.


Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de opmerkingen en voorwaarden uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; (inrichting Oosterweel West II - Infra (Gosselin-WDP))

2.737 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Oosterweel West II - Infra (Gosselin-WDP))

35 kW

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

10 voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

4,17 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

4.000 liter

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

11.119,68 m³

33.4.1°c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

296,52 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen; (inrichting Oosterweel West II - GCT Logistics)

9.000 m²

 

 

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt verleend voor een termijn van onbepaalde duur.


Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.