Notulen  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

De PVDA-fractie heeft op basis van de zetelverdeling in de gemeenteraad recht op 3 vertegenwoordigers in het bijzonder comité voor de sociale dienst.

• De PVDA-fractie diende voor de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn een voordrachtakte in met slechts twee kandidaat-leden.  
• Op 14 februari 2025 ontving de algemeen directeur van de PVDA-fractie een geldige voordrachtakte voor een derde kandidaat-lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, op naam van de heer Frans Engelen. 

• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikelen 10 en 100 geven  aan welke personen geen deel kunnen uitmaken van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
  • Artikel 87 bepaalt dat het bijzonder comité voor de sociale dienst bestaat uit twaalf leden (de voorzitter niet inbegrepen) voor een raad voor maatschappelijk welzijn met 53 leden of meer.
  • Artikel 92 regelt de verkiezing van de leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst door de verkozenen voor de gemeenteraad op basis van een akte van voordracht.
    Deze akte van voordracht  is ondertekend door:
    
    • de kandidaat-leden;
    • de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen, of, als de voorgedragen kandidaat deelgenomen heeft aan de lokale verkiezingen, door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen. 
  • Artikel 92 stelt dat de akte van voordracht ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-lid kan vermelden.  In voorkomend geval is het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte van voordracht, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op.
  • Artikel 93 stelt dat:
    • de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn nagaat of de voordrachtakten ontvankelijk zijn. In voorkomend geval worden de voorgedragen kandidaat-leden en hun opvolgers verkozen verklaard; 

    • indien een lijst een ontvankelijke akte heeft ingediend waarop minder kandidaat-leden staan dan het aantal dat aan de lijst of groep van lijsten is toegewezen conform artikel 91, is voor de mandaten die nog niet zijn vervuld, de procedure vermeld in artikel 95, vierde lid, van toepassing: de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van de desbetreffende lijst kunnen een kandidaat-lid en een of meer kandidaat-opvolgers voordragen via een akte. 

  • Artikel 94 legt vast dat het bijzonder comité voor de sociale dienst uit personen van verschillend geslacht moet bestaan.
  • Artikel 96 verduidelijkt dat de verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
• Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde goed voor de bepalingen die op de raad voor maatschappelijk welzijn van toepassing zijn:

• op 25 februari 2019 (jaarnummer 23) het basisreglement Bestuurlijke Organisatie stad Antwerpen;
•  op 20 september 2021 (jaarnummer 42) het addendum bij het BOSA 'Organisatie van raads- en commissievergaderingen in een digitale en hybride omgeving'.

 Het vast bureau keurde op 21 januari 2025 (jaarnummer 18) het BOSA goed voor de bepalingen die op het vast bureau van toepassing zijn en besliste om het BOSA ter goedkeuring aan de raad voor maatschappelijk welzijn voor te leggen voor de bepalingen die op de raad voor maatschappelijk welzijn van toepassing zijn.

• Overeenkomstig artikelen 38 en 74 van het Decreet over het lokaal bestuur (DLB) stelt de raad voor maatschappelijk welzijn bij het begin van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
  1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van raadslid of lid van het vast bureau;
  2° de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de raadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;
  3° de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn openbaar worden gemaakt;
  4° de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor raadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;
  5° de voorwaarden waaronder de raadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;
  6° de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de raadsleden;
  8° de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;
  10° de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid;
  11° de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;
  12° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de raad voor maatschappelijk welzijn digitaal kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van digitaal vergaderen opneemt;
  13° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de raad voor maatschappelijk welzijn hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van hybride vergaderen opneemt.
• Ook in andere (over het DLB verspreide) artikelen wordt opgelegd om bepaalde zaken uitdrukkelijk in het huishoudelijk reglement op te nemen.
• Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de lokale mandataris van 6 juli 2018.

Er wordt gekozen om in één reglement een omvattende regeling uit te werken voor de bestuurlijke organisatie van:

• de stad Antwerpen: gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen;
• het OCMW Antwerpen: raad voor maatschappelijk welzijn en vast bureau.

Elk van de voornoemde organen zal het reglement – voor de bepalingen die op hen van toepassing zijn – dienen goed te keuren.

De organisatie van zittingen in een digitale en hybride omgeving werd voorheen opgenomen in een addendum. Dit wordt voortaan ook geïntegreerd in het reglement.

Het BOSA vormt een aanvulling op het DLB. Het is beperkt tot zaken die niet geregeld worden door het DLB en waarvoor het bestuur zelf autonomie (of een verplichting) heeft om een regeling uit te werken in het huishoudelijk reglement. Voor een volledig begrip van het regelgevend kader dient het reglement dan ook samen gelezen te worden met het DLB (en de eventueel toepasselijke uitvoeringsbesluiten). Bij de artikels in het reglement wordt verwezen naar de toepasselijke artikels uit het DLB/de uitvoeringsbesluiten.

Het gebouw van het dienstencentrum "Kleine Heide" gelegen op het gelijkvloers van het gebouw te Hoboken, Alfred Nobellaan 9, en kadastraal gekend onder Antwerpen, wijk B, delen van nummers 263/K/8, voor een grootte van 1.485,65 m², werd middels notariële akte van 6 maart 1984 door Beter Wonen (rechtsvoorganger van Woonhaven Antwerpen) verkocht aan OCMW Antwerpen. De grondrechten werden via een vestiging van erfpacht door Beter Wonen overgedragen aan OCMW Antwerpen.

Met het oprichten van het Zorgbedrijf Antwerpen (ZBA) werd het gelijkvloers van het gebouw en het erfpachtrecht op de site dienstencentrum "Kleine Heide" van het OCMW Antwerpen overgedragen naar het ZBA, via inbreng door het OCMW. 

Het dienstencentrum "Kleine Heide" heeft zijn activiteiten per 1 november 2024 beëindigd. ZBA is met Woonhaven Antwerpen overeengekomen dat de erfpacht beëindigd wordt.
Woonhaven Antwerpen is bezig om de volledige site "Kleine Heide" te herontwikkelen, en zal in overleg met ZBA de sloop van het gebouw van het dienstencentrum op zich nemen.

Artikel 78 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement zijn bevoegdheden kan overdragen aan het vast bureau. De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd:

- 11° de daden van beschikking over onroerende goederen, behalve die vermeld in artikel 84, § 3, 8°, b).

In de statuten van de welzijnsvereniging Zorgbedrijf Antwerpen werd opgenomen dat ZBA voor iedere vervreemding, bezwaring met zakelijke rechten of wijziging van bestemming van deze eigendommen de goedkeuring moet vragen aan de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Antwerpen. In dit vervreemdings- en bezwaringsverbod werd niet opgenomen dat deze vervreemding, bezwaring of wijziging moet kaderen binnen bepaalde doelstellingen.

Er zijn aan dit dossier noch kosten, noch opbrengsten verbonden voor het OCMW Antwerpen.

Met het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24 juni 2019 (jaarnummer 2019_RMW_00071), werd vastgesteld welke overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

Er werd tevens bepaald dat aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn kennis wordt gegeven van alle opdrachten van dagelijks bestuur die betrekking hebben op het investeringsbudget, wanneer het geraamde bedrag (excl. btw) de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking overschrijdt.

In 2024 nam het Vast Bureau geen beslissingen die voldoen aan de voorwaarden om ter kennisneming voorgelegd te worden aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

Artikel 246 van het Decreet over het Lokaal Bestuur bepaalt onder andere volgende zaken met betrekking tot de gemeentelijke extern verzelfstandigd agentschappen.

• Alle aanwijzingen en voordrachten worden herroepen door de volledige vernieuwing van de gemeenteraad. De vertegenwoordigers blijven in functie totdat hun vervangers zijn aangewezen of benoemd.

Artikel 78, tweede lid, 5° van het Decreet over het Lokaal Bestuur stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is over het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen, of het aanwijzen van leden van de rechtspersonen, vermeld in deel 3, titel 4, en de besluiten om deel te nemen in een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm.

De statuten van vzw Integratie en Inburgering bepalen omtrent de samenstelling onder andere dat: 

• Algemene vergadering
  • de gemeenteraad duidt de bevoegde schepen aan als vertegenwoordiging van stad Antwerpen. De bevoegde schepen kan vervangen worden door een ander lid van de gemeenteraad;
  • ook OCMW Antwerpen lid is van de vzw Integratie en Inburgering. Bijgevolg dient ook de raad voor maatschappelijk welzijn een vertegenwoordiger aan te duiden.
• Raad van bestuur
  • de gemeenteraad maximum 14 bestuurders aanduidt  als vertegenwoordiging van stad Antwerpen.
    De stad Antwerpen wordt vertegenwoordigd in het bestuursorgaan door minstens één afgevaardigde per fractie uit de gemeenteraad aangevuld met een zodanig aantal bijkomende bestuurders namens de meerderheidsfracties opdat de meerderheidsfracties minstens één bestuurder meer hebben dan de oppositiefracties;
  • de stad Antwerpen heeft de mogelijkheid om andere personen (vb. bedrijfsdirecteurs, personeelsleden, enz.) af te vaardigen als waarnemend lid in het bestuursorgaan.

OCMW Antwerpen is in de bestuursorganen van de door haar opgerichte welzijnsverenigingen vertegenwoordigd.

Er wordt overgegaan tot vervanging of herbenoeming van de formele afgevaardigden in de bestuursorganen van de welzijnsverenigingen naar aanleiding van de volledige vernieuwing van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn na de verkiezingen van 13 oktober 2024 en de installatie van het nieuwe stadsbestuur. 

Decreet over het Lokaal Bestuur
HOOFDSTUK 2. De welzijnsvereniging

• Artikel 484 schrijft voor dat:
  • de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn in de organen van de welzijnsvereniging vertegenwoordigd zijn door leden van de raad voor maatschappelijk welzijn;
  • deze leden door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangewezen bij geheime stemming en in één enkele stemronde. Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt daarbij over één stem. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen.
• Artikel 474 § 3 bepaalt dat maximaal twee derden van de leden is van de raad van betstuur van een welzijnsvereniging van hetzelfde geslacht is.

Artikel 78, tweede lid, 5° van het Decreet over het Lokaal Bestuur stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is over het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen, of het aanwijzen van leden van de rechtspersonen, vermeld in deel 3, titel 4, en de besluiten om deel te nemen in een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm.

De statuten van Beschut Wonen Antwerpen bepalen omtrent de samenstelling van de bestuursorganen onder andere dat: 

• de algemene vergadering vijf leden bevat aangeduid door en uit de raad van maatschappelijk welzijn van het OCMW van Antwerpen;
• de raad van bestuur twee leden bevat aangeduid door en uit de raad van maatschappelijk welzijn van het OCMW van Antwerpen.

OCMW Antwerpen is in de bestuursorganen van de door haar opgerichte welzijnsverenigingen vertegenwoordigd.

Er wordt overgegaan tot vervanging of herbenoeming van de formele afgevaardigden in de bestuursorganen van de welzijnsverenigingen naar aanleiding van de volledige vernieuwing van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn na de verkiezingen van 13 oktober 2024 en de installatie van het nieuwe stadsbestuur. 

Decreet over het Lokaal Bestuur
HOOFDSTUK 2. De welzijnsvereniging

• Artikel 484 schrijft voor dat:
  • de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn in de organen van de welzijnsvereniging vertegenwoordigd zijn door leden van de raad voor maatschappelijk welzijn;
  • deze leden door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangewezen bij geheime stemming en in één enkele stemronde. Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt daarbij over één stem. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen.
• Artikel 474 § 3 bepaalt dat maximaal twee derden van de leden is van de raad van betstuur van een welzijnsvereniging van hetzelfde geslacht is.

Artikel 78, tweede lid, 5° van het Decreet over het Lokaal Bestuur stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is over het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen, of het aanwijzen van leden van de rechtspersonen, vermeld in deel 3, titel 4, en de besluiten om deel te nemen in een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm.

De statuten van Zorgbedrijf Antwerpen bepalen omtrent de samenstelling onder andere dat: 

• de algemene vergadering 15 leden bevat aangeduid door en uit de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW van Antwerpen;
• de raad van bestuur 6 leden bevat aangeduid door en uit de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW van Antwerpen.

De stad en het OCMW Antwerpen zijn in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de ziekenhuisvereniging vertegenwoordigd.

Er wordt overgegaan tot vervanging of herbenoeming van de formele afgevaardigden in de bestuursorganen van de ziekenhuisvereniging Ziekenhuis aan de Stroom naar aanleiding van de volledige vernieuwing van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn na de verkiezingen van 13 oktober 2024 en de installatie van het nieuwe stadsbestuur. 

Decreet over het Lokaal Bestuur: de ziekenhuisvereniging (artikelen 501-507)
Artikel 506

• De openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn in de algemene vergadering en in de beheersorganen van de vereniging zonder winstoogmerk vertegenwoordigd door leden van hun raad voor maatschappelijk welzijn.
  In afwijking hiervan kan maximaal een derde van de door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan te wijzen stemgerechtigde bestuurders een deskundige zijn die geen lid is van de raad voor maatschappelijk welzijn.
• Een of meer leden van de raad voor maatschappelijk welzijn die het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de vereniging vertegenwoordigen, worden door de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen bij geheime stemming en in een enkele stemronde. Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt daarbij over één stem. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen.

Artikel 78, tweede lid, 5° van het Decreet over het Lokaal Bestuur stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is over het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen, of het aanwijzen van leden van de rechtspersonen, vermeld in deel 3, titel 4, en de besluiten om deel te nemen in een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm.

Er wordt aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgesteld om de afgevaardigden namens het OCMW Antwerpen in de ziekenhuisvereniging Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) aan te duiden.

De statuten van het ZAS bepalen omtrent de samenstelling van de bestuursorganen onder meer:

• Algemene vergadering:
  • OCMW Antwerpen beschikt over vier afgevaardigden, aangeduid door en uit de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW;
  • stad Antwerpen beschikt over twee afgevaardigden, aangeduid door de gemeenteraad.
• Bestuursorgaan: 
  • vier bestuurders op voordracht van het OCMW, als volgt aangeduid door de raad voor maatschappelijk welzijn: 
    • drie bestuurders uit haar leden;
    • één bestuurder als deskundige die geen lid is van de raad voor maatschappelijk welzijn of van de gemeenteraad;
  • twee bestuurders op voordracht van stad Antwerpen, als volgt aangeduid door de gemeenteraad: 
    • één bestuurder als deskundige die geen lid is van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn;
    • één bestuurder die schepen van de stad Antwerpen is.

Op 25 november 2019 (jaarnummer 99) keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de overeenkomst 2019-2024 betreffende geïntegreerd patrimoniumbeheer AG Vespa goed. Artikel 4, 2. bepaalt dat AG Vespa instaat voor de uitvoering en afhandeling van alle in- en uitgaande overdrachten van zakelijke rechten met betrekking tot het OCMW-patrimonium. De beleidsbeslissing hiertoe ligt bij het OCMW. Een beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn is vereist voor elke beslissing tot verwerving of vervreemding van zakelijke rechten op OCMW-patrimonium.

Op 26 januari 2024 (jaarnummer 34) nam het vast bureau kennis van de strategische vastgoedvisie ontwikkeld voor Beschut Wonen die aangeeft dat de panden Van Schoonbekestraat 56, 58, 60, 62 zo snel als mogelijk afgestoten moeten worden en keurde de valorisatie van de panden principieel goed.

Op 24 juni 2024 (jaarnummer 23) keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de verkoop goed van de panden Van Schoonbekestraat 60 en 62 tegen een minimumprijs van 530.000,00 EUR voor nummer 60 en 520.000,00 EUR voor nummer 62. De afsluit van de biedingen van deze twee panden vond plaats op 17 oktober 2024. Het hoogste bod voor Van Schoonbekestraat 60 bedroeg 635.500,00 EUR, het hoogste bod voor Van Schoonbekestraat 62 bedroeg 545.695,99 EUR. De notariële verkoopakte voor nummer 62 werd verleden op 12 december 2024, de akte voor nummer 60 zal begin februari 2025 verleden worden.

Deze verkoop betreft  het eigendom gelegen Van Schoonbekestraat  58 in 2018 Antwerpen,  kadastraal gekend onder Antwerpen, 10de afdeling, sectie K, nummer 1600p met een totale kadastrale oppervlakte van 255m² en een laatst gekend kadastraal inkomen van 1.249,00 EUR.

Artikel 78 Decreet Lokaal Bestuur: "De raad voor maatschappelijk welzijn kan bij reglement zijn bevoegdheden overdragen aan het vast bureau. De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd:

• 11° de daden van beschikking over onroerende goederen, behalve vermeld in artikel 84, § 3, 8°, b).

Het eigendom betreft een herenhuis met ruime stadstuin. Het pand staat reeds verschillende jaren leeg, is volledig uitgeleefd en voldoet  niet meer aan de huidige normen voor bewoning (onder andere vochtproblemen, deels enkele beglazing, niet geïsoleerd, EPC label F,...). Om het pand terug in orde te maken, moeten zeer ingrijpende werken met de nodige kosten gebeuren. Hiervoor werden geen budgetten voorzien waardoor een verkoop van het eigendom verantwoord is.

Volgens het schattingsverslag, opgemaakt op 6 november 2024 door de afdeling schatters en landmeters van AG Vespa, komt de marktwaarde van het pand op 570.000,00 EUR. Deze waarde geldt als minimumprijs bij verkoop.

Op deze verkoop zijn de algemene verkoopvoorwaarden, zoals vastgesteld in de modelteksten, goedgekeurd door het directiecomité van AG Vespa in zitting van 28 augustus 2017, van toepassing. In afwijking en/of in aanvulling op deze algemene en bijzondere verkoopvoorwaarden is de volgende bijzondere verkoopvoorwaarde van toepassing:

• de renovatie- en restauratieverplichting en het hieraan verbonden vervreemdingsverbod zoals opgenomen in de artikelen 3.1 en 3.3 van de algemene verkoopvoorwaarden is op deze verkoop van toepassing.

Deze verplichting is een essentiële voorwaarde zonder de welke OCMW Antwerpen deze overeenkomst niet zou hebben afgesloten. Ze wordt opgelegd aan de koper en zijn rechtsopvolgers. Bij niet naleving van deze verplichting zijn de sancties zoals voorzien in artikel 6 van de "algemene verkoopvoorwaarden" van toepassing.

De minimale verkoopprijs wordt vastgesteld op 570.000,00 EUR. De gegenereerde middelen worden opgenomen in het Vastgoedfonds.

Het eigendom heeft objectcodes  14658 (woning nummer 58) en 29421 (tuin nummer 58).

Het eigendom heeft vastgoednummer OCMW.