Er werd een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024166330 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN (0440691388) met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Balansstraat, De Braekeleerstraat, Juliaan Dillensstraat, Kielsevest , Lange Elzenstraat, Oudekerkstraat, Politeshofstraat, Victor Driessensstraat en Desguinlei zn te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nrs. 1710C13, 1710E15, 1921H, 1921G, 1930G, 1930N, 1930B2, 1930M, 1930C2, 1930Z, 1931H, 1931N, 1931L, 1931M, 1932F, 1932D, 1933V, 1933R, 1933D, 1935L5, 1935G7, 1947T10, 1947A7, 1947Y6, 1947V10, 1947X15, 1947P15, 1947Z13, 1947L4, 1947R12 en 1947K4 |
waarvan: |
|
- 20230213-0092 | afdeling 10 sectie K nrs. 1930M, 1947R12, 1935L5, 1933R, 1930G, 1933D, 1935G7, 1933V, 1947Z13, 1947A7, 1947P15, 1947V10, 1931M, 1947K4, 1930B2, 1931H, 1921G, 1930Z, 1932F, 1931N, 1947L4, 1932D, 1947X15, 1947T10, 1947Y6, 1931L, 1921H, 1930C2, 1710E15, 1710C13 en 1930N (Balansstraat) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: | een verzoek tot bijstelling van de lozingsvoorwaarden |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 1 september 2023 werd een vergunning met referentie OMV_2022160436 vergund voor de exploitatie van een bemaling voor rioleringswerken.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een bijstelling van de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in de vergunning van 1 september 2023 (OMV_2022160436).
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte
Balansstraat
1. | Bij te stellen voorwaarde: Naar aanleiding van de geformuleerde voorwaarde op de omgevingsvergunning met referentie OMV_2022160436 de welke werd verleend op 1 september 2023 inzake het lozen van het bemalingswater in de RWA-riolering richting Schelde of in de hemelwaterafvoer indien lozing richting Schelde niet mogelijk is, vragen wij voor deze voorwaarden een bijstelling aan. Voorgesteld alternatief/aanvulling: De exploitant vraagt een bijstelling van deze voorwaarden aan waarbij het lozen van het opgepompte water ook mogelijk is in het bestaande gemengde rioleringsstelsel zoals ook aangevraagd in de omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2022160436), waarbij 2 lozingspunten aangevraagd worden voor het totaal op te pompen water: - LP1: bemalingswater wordt geloosd op het gemengde rioleringsstelsel. - LP2: bemalingswater wordt geloosd op de RWA-riolering naar de Schelde (oppervlaktewater). |
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten bepalen dat niemand zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat onderworpen is aan vergunningsplicht mag uitvoeren, exploiteren, verkavelen of veranderen.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Conform artikel 82 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan de bevoegde overheid de milieuvoorwaarden die opgelegd zijn in de omgevingsvergunning wijzigen of aanvullen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 24 januari 2025 | 10 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 24 januari 2025 | 27 januari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.)
Het verzoek ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aftoetsing naar de verenigbaarheid met de omgeving en de goede Ruimtelijke Ordening werd reeds gedaan in het dossier met referentie OMV_2022160436. In de huidige aanvraag zijn er geen stedenbouwkundige wijzigingen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant acht het niet mogelijk te voldoen aan de voorwaarden opgenomen in de omgevingsvergunning (OMV_2022160436) met betrekking tot het lozen van opgepompt water. In de nabijheid van de projectzone waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft, is geen RWA-richting Schelde gelegen en is er nog geen hemelwaterafvoer beschikbaar, deze wordt pas aangelegd binnen het project waarop de vergunningsaanvraag van toepassing is. Daarom wenst de exploitant een bijstelling van bijzondere voorwaarde 8 te bekomen voor de bijzondere voorwaarde 8 zoals opgenomen in de vergunning OMV_2022160436:
8. Het opgepompte water dient bij voorkeur in de RWA-richting Schelde geloosd te worden. Indien dit (nog) niet haalbaar is, wordt het opgepompte water in de hemelwaterafvoer geloosd. Lozing in de DWA-riool is niet toegestaan.
Gelet op de motivering voor de gevraagde bijstelling en het positief advies van de VMM (waarin verwezen wordt naar het uitgebrachte advies van 16 juni 2023) wordt de bijzondere voorwaarde aangepast naar:
8. Het opgepompte water wordt in de openbare riolering en/of in oppervlaktewater (De Schelde) geloosd.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Er wordt geadviseerd een gunstig advies te verlenen voor de gevraagde bijstelling mits naleving van de algemene, de sectorale en bijzondere voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
8. Het opgepompte water wordt in de openbare riolering en/of in oppervlaktewater (De Schelde) geloosd.
Gecoördineerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
2. In afwijking van artikel 4.2.3.1.3 zijn volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
Parameter geadviseerd
vinylchloride 1 µg/liter
arseen 20 µg/liter
PFAS 100 ng/liter
3. Er moeten zettingsbakens geplaatst worden bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
- De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen.
Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
4. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
5. De bemaling wordt vergund voor een periode van 1,5 jaar na de start van de bemaling.
6. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
7. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
8. Het opgepompte water wordt in de openbare riolering en/of in oppervlaktewater (De Schelde) geloosd.
9. De stand van elke debietmeter wordt genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:
- in de eerste week: vijfmaal;
- tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;
- voor de overige periode: maandelijks.
10. Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis aan de buitenzijde van de waterremmende wand met filterstelling in de laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgens volgende frequentie:
- voor opstart van de bemaling: éénmaal;
- in de eerste week: vijfmaal;
- tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;
- voor de overige periode: maandelijks.
11. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/03/2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen
worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
12. Indien nodig wordt een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de algemene, sectorale en bijzondere lozingsnormen steeds gehaald zullen worden.
13. Er wordt een duidelijke communicatie met bedrijven/school en omwonenden gevoerd, toegang tot de percelen wordt maximaal gegarandeerd, transparantie naar fasering, signalisatie in functie van omleidingen en dergelijke.
14. Het gebruik van stroomgroepen wordt maximaal beperkt.
15. De aannemer engageert zich om trillingen maximaal te voorkomen.
Procedurestap | Datum |
Indiening verzoek | 9 januari 2025 |
Volledig en ontvankelijk | 24 januari 2025 |
Start openbaar onderzoek | 2 februari 2025 |
Einde openbaar onderzoek | 3 maart 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 mei 2025 |
Verslag GOA | 28 maart 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden goed te keuren.
De bestaande bijzondere milieuvoorwaarden worden vervangen door:
1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
2. In afwijking van artikel 4.2.3.1.3 zijn volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
Parameter geadviseerd
vinylchloride 1 µg/liter
arseen 20 µg/liter
PFAS 100 ng/liter
3. Er moeten zettingsbakens geplaatst worden bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
- De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen.
Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
4. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
5. De bemaling wordt vergund voor een periode van 1,5 jaar na de start van de bemaling.
6. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
7. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
8. Het opgepompte water wordt in de openbare riolering en/of in oppervlaktewater (De Schelde) geloosd.
9. De stand van elke debietmeter wordt genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:
- in de eerste week: vijfmaal;
- tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;
- voor de overige periode: maandelijks.
10. Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis aan de buitenzijde van de waterremmende wand met filterstelling in de laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgens volgende frequentie:
- voor opstart van de bemaling: éénmaal;
- in de eerste week: vijfmaal;
- tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;
- voor de overige periode: maandelijks.
11. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/03/2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen
worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
12. Indien nodig wordt een waterzuiveringsinstallatie voorzien die alle garanties biedt dat de algemene, sectorale en bijzondere lozingsnormen steeds gehaald zullen worden.
13. Er wordt een duidelijke communicatie met bedrijven/school en omwonenden gevoerd, toegang tot de percelen wordt maximaal gegarandeerd, transparantie naar fasering, signalisatie in functie van omleidingen en dergelijke.
14. Het gebruik van stroomgroepen wordt maximaal beperkt.
15. De aannemer engageert zich om trillingen maximaal te voorkomen.