Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024149972 |
Gegevens van de aanvrager: | BV BRABO, HAVENLOODSEN EN BOOTLIEDEN met als adres Noorderlaan 21 te 2030 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | BV BRABO, HAVENLOODSEN EN BOOTLIEDEN (0404756848) met als adres Noorderlaan 21 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Oudedijkweg zonder nummer te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie A nrs. 45B en 45C |
waarvan: |
|
- 20241113-0041 | afdeling 19 sectie A nrs. 45B en 45C (Brabo BV) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | afbraak en nieuwbouw van wachtgebouw met aanhorigheden; exploitatie sociaal gebouw met wasplaats |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/04/2013: stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/8507.1) voor de aanleg van een parking in grasdallen voor de wagens van het personeel alsook de dienstwagens;
- 27/11/1989: stedenbouwkundige vergunning (HV/1989/B/18/74602-89/460 – 1989174) voor een dienstgebouw aan schuilhaven.
Bestaande toestand
* functie:
> loodswezen;
> ondersteuning van de scheepvaartactiviteiten in het havengebied.
* bouwvolume:
> 1 bouwlaag met lichthellend dak;
> oppervlakte circa 270 m², hoogte circa 3,15 meter.
* gevelafwerking:
> gevel bekleed met baksteen in een lichtbruine kleur met donkerbruin schrijnwerk.
* inrichting:
> het bestaande gebouw is op de westzijde van het terrein gepositioneerd;
> ten oosten van het gebouw is een parking in grasdallen aangelegd.
Nieuwe toestand
* functie:
> idem aan de bestaande toestand;
> sloop en nieuwbouw van dienstgebouw;
> oprichten van bijgebouw (technische berging en overdekte fietsenstalling).
* bouwvolume:
> dienstgebouw:
- 2 bouwlagen met plat dak;
- oppervlakte circa 256 m², hoogte circa 7 meter.
> bijgebouw:
- 1 bouwlaag met plat dak;
- totale oppervlakte circa 20 m² waarvan 10,8 m² technische berging en 9,7 m² fietsenberging;
- hoogte circa 3 meter voor de technische berging en 2,45 meter voor de fietsenberging.
* gevelafwerking:
> dienstgebouw:
- gevel bekleed met betonnen plint met daarboven strekmetaal;
- op de eerste verdieping worden er boven en onder het aluminium schrijnwerk grijze sandwichpanelen geplaatst;
- op de voor- en achtergevel wordt zaakgebonden publiciteit bevestigd.
> bijgebouw:
- gevel bekleed met antracietgrijze sandwichpanelen op een plint in beton (technische berging);
- houten latwerk op een draagstructuur, één langse zijde is open (fietsenberging).
* inrichting:
> het nieuwe gebouw wordt op de oostelijke helft van het terrein gepositioneerd;
> langs de westzijde van het gebouw wordt het terrein aangelegd met grasdallen en ingericht als parking;
> het bijgebouw wordt langs de noordzijde van de toegangsweg ingeplant.
Inhoud van de aanvraag
- afbraak van een gebouw;
- nieuwbouw van een dienstgebouw;
- aanleggen van verharding;
- inrichten van een wasplaats;
- inrichten van een parking;
- plaatsen van een bijgebouw;
- plaatsen van gevelpubliciteit.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een sociaal gebouw voor loodsen.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,81 m³/uur |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | 3 voertuigen/dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW. | 32 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Air Liquide Industries Belgium | 18 februari 2025 | 27 maart 2025 | Gunstig |
Haven van Antwerpen-Brugge, Permits&Advice | 18 februari 2025 | 13 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 18 februari 2025 | 26 februari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Inovyn - Dienst Pipeline | 18 februari 2025 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Petrochemical Pipeline Services BV | 18 februari 2025 | 18 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Pipelink | 18 februari 2025 | 19 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 18 februari 2025 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 18 februari 2025 | 3 maart 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De verordening hemelwater is van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater dat op het dak van het nieuwe dienstgebouw en de fietsenberging valt, wordt opgevangen in twee onderling verbonden hemelwaterputten met elk een inhoud van 20.000 liter. Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt als sanitair spoelwater en voor het reinigen van wagens en het gebouw. De aanvrager vraagt een afwijking voor het plaatsen van een grotere hemelwaterput dan vereist volgens de verordening en staaft het hoger hergebruik met een berekening. Deze afwijking kan worden toegestaan.
Het hemelwater dat op het dak van de technische berging valt, watert af naar de omliggende groenzone op eigen terrein. De verordening is op dit deel niet van toepassing.
De parking wordt aangelegd in waterdoorlatende grasdallen. Om effectief waterdoorlatend te zijn, dient de fundering eveneens waterdoorlatend te zijn.
Het hemelwater dat valt op de betonverharding die gebruikt wordt als wasplaats, wordt beschouwd als potentieel verontreinigd waardoor de verordening op dit deel niet van toepassing is.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
De verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. Het ontwerp vertoont hiermee geen manifeste strijdigheden.
Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening publiciteit.
Sectorale regelgeving
MER-screening: het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het stikstofdecreet.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is niet gelegen in een zone waarvoor een adviesinstantie werd aangewezen.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Rioleringstoets: overeenkomstig artikel 4.3.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 moet een omgevingsvergunningsaanvraag getoetst worden aan de zogenaamde rioleringstoets.
De rioleringstoets is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze vóór 31 december 2024 ingediend is.
Echter voorziet de aanvraag reeds in een gescheiden rioolstelsel op eigen terrein en een individuele afvalwaterbehandelingsinstallatie (IBA) voor het afvalwater, waardoor de rioleringstoets gunstig zou zijn.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Het voorliggende project betreft geen ingrepen in de bodem waarvoor een archeologienota waarvan akte is genomen, van toepassing is.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Ten oosten van het wachtdok tussen de Berendrecht- en Zandvlietsluis bevindt zich een dienstgebouw voor havenloodsen en bootmannen. Zij worden ingezet bij het aan- en afmeren van schepen in de haven waardoor de locatie van het gebouw belangrijk is voor de activiteiten die zij uitvoeren. Het bestaande gebouw voldoet niet meer aan de huidige comforteisen en zal worden gesloopt.
Het nieuwe dienstgebouw heeft ongeveer dezelfde grondoppervlakte als het bestaande gebouw maar telt twee verdiepingen. In het gebouw bevinden zich op de gelijkvloerse verdieping de sociale ruimten (kleedkamers, sanitair, refter, …). De eerste verdieping is ingericht met een kantoorruimte, berging en een polyvalente ruimte. Deze ruimte zal worden gebruikt om interne opleidingen en toolboxmeetings te organiseren. In het gebouw mogen geen overnachtingen plaatsvinden en het mag onder geen beding gebruikt worden in het kader van permanente bewoning of als een vorm van verblijfsrecreatie.
Ten westen van het gebouw wordt het terrein ingericht met parkeerplaatsen en bevindt zich de oprit (/wasplaats). Ten noorden van de oprit worden een technische berging en de fietsenstalplaats voorzien.
De nieuwe gebouwen dragen bij tot de verdere exploitatie van de haven waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. De aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw waardoor de bebouwde oppervlakte na de werken quasi gelijk blijft. De werken bevinden zich binnen de concessiegrenzen waardoor er geen extra ruimte wordt ingenomen.
Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte materialen en gevelkleur zijn neutraal en aanvaardbaar binnen deze industriële omgeving.
De kleur van de dakbedekking is niet opgenomen in de legende. Omwille van duurzaamheid is het belangrijk om het hitte-eilandeffect tegen te gaan en dus niet wenselijk om de dakoppervlakte in een donkere kleur uit te voeren. Als alternatief voor een lichte, reflecterende kleur kan ook geopteerd worden voor een groendak. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.
Cultuurhistorische aspecten
Het betreft geen sloop van een historisch of architecturaal waardevol gebouw. Om een bruikbaar terrein te bekomen, dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de Brandweer Zone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De opmerkingen en voorwaarden kunnen worden opgelegd in de vergunning.
Advies werd gevraagd aan het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, als gebiedsbeheerder. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit met volgende voorwaarden:
- In de directe nabijheid van het terrein bevindt zich een windturbine. De slagschaduwstudie opgesteld voor deze turbine toont aan dat het nieuwe gebouw dat onderwerp uitmaakt van deze aanvraag wordt opgericht in een slagschaduwgevoelige zone. Het gebouw moet dusdanig uitgerust worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie worden vermeden. Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning de voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. Dit wordt als aandachtspunt in de vergunning worden opgenomen.
- Bij alle afbraakwerken moeten ook steeds alle ondergrondse constructies worden verwijderd, uitgezonderd funderingspalen. Funderingspalen moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. Ongebruikte rioleringen en leidingen moeten eveneens uit de ondergrond worden verwijderd. Het is verboden om op het terrein aanvullingen te doen met puin of ander afval. Deze voorwaarde kan worden bijgetreden.
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. De uitgebrachte adviezen zijn gunstig of voorwaardelijk gunstig. Er wordt verwezen naar de algemene veiligheidsvoorschriften en veiligheidsmaatregelen bij werken in de nabijheid van de pijpleiding(en), met onder meer de specifieke verplichtingen binnen de beschermde en voorbehouden zone rondom de leidingen. De voorwaarden uit deze adviezen, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.
Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-melding uit te voeren.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert na de werken geen bijkomende verkeersbewegingen noch parkeerbehoefte ten opzichte van de bestaande situatie.
Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Uit het advies blijkt als enige bemerking dat de fietsenstalplaats afsluitbaar moet zijn. Dit kan worden opgelegd als voorwaarde in de vergunning.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitatie betreft een sociaal gebouw voor loodsen. In het gebouw worden warmtepompen voorzien voor het verwarmen en koelen van de ruimten, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 32 kW.
Op de site worden 5 bestelwagens gestald en een wasplaats voorzien voor het wassen van maximaal 3 voertuigen/dag. De wasplaats zal voorzien worden van hemelwater. Het afvalwater dat afkomstig is van de wasplaats, zal geloosd worden via een KWS-afscheider met coalescentiefilter, met een debiet van 1,81 m³/uur. Het lozen van huishoudelijk afvalwater gaat via een IBA en bedraagt 460 m³/jaar, waardoor het niet ingedeeld is. Het bedrijfsafvalwater en het huishoudelijk afvalwater worden samen geloosd maar beschikken wel over afzonderlijke staalnameputten waardoor het niet integraal als bedrijfsafvalwater gezien moet worden.
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.
De aangevraagde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de fundering onder de grasdallen dient waterdoorlatend te zijn;
2. alle ondergrondse constructies dienen afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd;
3. de fietsenstalplaats dient afsluitbaar te zijn.
4. het dak dient in een lichte, reflecterende kleur ofwel als groendak uitgevoerd te worden.
5. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services;
6. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Pipelink.
Geadviseerde brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Brandweer Zone Antwerpen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om de gemelde ingedeelde inrichtingen of activiteiten te akteren.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,81 m³/uur |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | 3 voertuigen/dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW. | 32 kW |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 december 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 18 februari 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 april 2025 |
Verslag GOA | 28 maart 2025 |
Naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de fundering onder de grasdallen dient waterdoorlatend te zijn;
2. alle ondergrondse constructies dienen afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd;
3. de fietsenstalplaats dient afsluitbaar te zijn.
4. het dak dient in een lichte, reflecterende kleur ofwel als groendak uitgevoerd te worden.
5. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Pipelink;
6. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services
Brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Brandweer Zone Antwerpen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,81 m³/uur |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | 3 voertuigen/dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW. | 32 kW |
De omgevingsvergunning wordt verleend voor een termijn van onbepaalde duur.