Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024115430 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Belgian New Fruit Wharf met als adres Rostockweg 1 te 2030 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV KRINKELS (0821547933) met als adres Weversstraat 39 te 1840 Londerzeel |
Ligging van het project: | Vosseschijnstraat zonder nummer te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 1771/2G |
waarvan: |
|
- 20230703-0025 | afdeling 7 sectie G nr. 1771/2G (Krinkels Vosseschijnstraat) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | regularisatie van een loods; exploitatie van een landschapsaannemersbedrijf. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde toestand
Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven. Uit luchtfoto’s (Geopunt) blijkt wel dat reeds vóór inwerkingtreding van het Gewestplan Antwerpen deze zone gebruikt werd voor de stockage van goederen. Het gewoonlijk gebruik van de grond voor opslag van materieel en materiaal wordt aldus vergund geacht.
Bestaande toestand
* functie:
> industrie en bedrijvigheid;
> aannemer die instaat voor onderhoud van bermen en openbare groene ruimte in het havengebied.
* bouwvolume:
> loods: oppervlakte circa 790 m² en hoogte 8,30 meter. Voor deze loods werd niet eerder een vergunning aangevraagd;
> 2 containers: (elks) oppervlakte circa 15 m² en hoogte 2,80 meter. Deze containers zullen worden verwijderd.
* gevelafwerking:
> loods: staalstructuur met witte geprofileerde staalplaten als gevelbekleding.
* inrichting:
> de loods staat centraal op een smal langgerekt verhard terrein ingeplant;
> de verharding langs de oost- en westzijde wordt gebruikt als opslagzone.
Nieuwe toestand
* functie:
> idem aan de bestaande toestand.
* bouwvolume:
> loods: idem aan de bestaande toestand;
> bureelcontainers: 2 bouwlagen met een vrije hoogte van 2,47 meter, grondoppervlakte 54 m² en totale hoogte 5,42 meter.
* gevelafwerking:
> loods: idem aan de bestaande toestand;
> bureelcontainers: lichtgrijze sandwichpanelen en zwart buitenschrijnwerk.
* inrichting:
> loods: idem aan bestaande toestand;
> bureelcontainers worden op 3 meter ten oosten van de loods en op circa 1 meter van de zuidelijke perceelsgrens ingeplant.
Inhoud van de aanvraag
- Regularisatie van een loods;
- Regularisatie van verhardingen;
- Plaatsen van containerunits.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA).
Inhoud van de aanvraag
De aanvrag omvat het exploiteren van een landschapsaannemersbedrijf.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 630 liter |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 1 verdeelslang |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 25 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 5 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 4,35 ton |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 0,20 ton |
17.3.7.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 0,12 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 1.880 liter |
50. | opslagplaatsen van strooizout van meer dan 20 ton. | 80 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 9 januari 2025 | 20 februari 2025 | Geen advies |
Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, Permits&Advice | 9 januari 2025 | 11 februari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, subadvies milieu | 10 januari 2025 | 11 februari 2025 | Gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 9 januari 2025 | 27 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 9 januari 2025 | 25 februari 2025 | Geen bezwaar |
Water-link | 9 januari 2025 | Dit advies werd niet tijdig uitgebracht. |
|
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De aanvrager stelt dat de aanvraag deel uitmaakt van het openbaar domein en aldus niet onder de toepassing van de hemelwaterverordening valt (gelet op de indiendatum voor 7 januari 2025). Dit kan echter niet gevolgd worden gezien het project niet gelegen is op openbaar domein. De verordening hemelwater is wél van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag voorziet in de aanleg van een bovengrondse infiltratievoorziening, waarop het dak van de bureelcontainers en de helft van het dak van de loods aangesloten zijn. Voor de verharding en de andere helft van het dak van de loods vraagt de aanvrager een afwijking op de verordening. Gezien de klinkerverharding en loods reeds bestaan van vóór de inwerkingtreding van de eerste verordening omtrent hemelwater, kan deze afwijking uitzonderlijk toegestaan worden.
Na overleg heeft de aanvrager een nieuwe projectinhoudversie (versie 4) opgeladen waarin nu eenduidigheid gekomen is over de aanwezigheid van sanitair. In de loods wordt een vast toilet voorzien. Hierdoor zijn er hergebruikmogelijkheden voor het hemelwater dat op het dak van de loods valt. Als voorwaarde wordt de plaatsing van een hemelwaterput met een inhoud van 10.000 liter opgelegd waarbij het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt als sanitair spoelwater. De overloop van deze hemelwaterput dient aangesloten te worden op de bovengrondse infiltratievoorziening.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
De verordening publiciteit is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale regelgeving
MER-screening: het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is niet gelegen in een zone waarvoor een adviesinstantie werd aangewezen.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.
Het voorliggende project betreft geen ingrepen in de bodem waarvoor een archeologienota waarvan akte is genomen, van toepassing is.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op een langgerekt terrein gelegen parallel ten noorden van de Vosseschijnstraat is centraal een loods gebouwd. Langs de oost- en westzijde van deze loods is een beton- en asfaltverharding aangelegd, dewelke overgaat in een klinkerverharding verder weg van de loods. Deze verhardingen worden gebruikt als stockagezone en parking. Voor deze werken werd nog niet eerder een vergunning aangevraagd. De aanvrager wenst zich met voorliggende aanvraag in regel te stellen.
Het terrein is afgesloten met een draadafsluiting en lage betonblokken.
Verder omvat de aanvraag de plaatsing van nieuwe bureelcontainers, gestapeld in 2 bouwlagen. De verdieping is bereikbaar via een stalen buitentrap. De bureelcontainers zijn geplaatst op circa 1 meter van de concessiegrens en zichtbaar vanaf de openbare weg. Dit type constructie is weinig architecturaal noch visueel aantrekkelijk en biedt weinig comfort. Door de ligging op een sterk zichtbare locatie draagt het niet bij tot een aangenaam straatbeeld. Omwille van de aard van de constructies, de weinig aantrekkelijke gevelmaterialen en het beoogde gebruik met verblijfsruimtes, dient er gestreefd te worden naar een meer duurzame oplossing. De vergunning wordt bijgevolg slechts verleend voor een beperkte duur van 8 jaar.
De aanvraag draagt bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Op de luchtfoto’s van Geopunt is te zien dat het terrein reeds sinds 2003 ontwikkeld is waardoor geen extra ruimte wordt ingenomen.
Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte materialen en gevelkleur zijn neutraal en (tijdelijk) aanvaardbaar binnen deze industriële omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De opmerkingen en voorwaarden uit dit advies kunnen worden gehecht aan de vergunning.
Het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge werd om advies gevraagd als gebiedsbeheerder. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.
De eerste voorwaarde handelt over de vergunningsduur van de bureelcontainers. Het Havenbedrijf is van mening dat dit type constructie ontworpen is als tijdelijke invulling en wenst de vergunningstermijn beperkt te zien tot 8 jaar. Deze voorwaarde kan worden bijgetreden.
De tweede voorwaarde handelt over de nabijheid van een windturbine. De slagschaduwstudie opgesteld voor deze turbine toont aan dat de kantoorcontainers die onderwerp uitmaken van deze aanvraag worden opgericht in een slagschaduwgevoelige zone. De kantoorcontainers moeten dusdanig uitgerust worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie worden vermeden. Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning de voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. Dit wordt als aandachtspunt in de vergunning worden opgenomen.
De derde voorwaarde handelt over de verplichting om alle huishoudelijk afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied te zuiveren door middel van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA). De aanvraag voorziet reeds in de plaatsing van een IBA voor de zuivering van het afvalwater van het sanitair in de loods en het afvalwater van de bureelunits. Deze voorwaarde valt dus zonder voorwerp.
De laatste voorwaarde betreft de te vervangen kasseiverharding die in eigendom zou zijn van het Havenbedrijf. Het Havenbedrijf vraagt om deze over te brengen naar een door het Havenbedrijf aan te duiden opslagplaats. Het vervangen van de kasseiverharding maakt echter geen deel uit van voorliggende aanvraag. Deze voorwaarde valt dus zonder voorwerp. Dit wordt wel meegegeven als aandachtspunt voor eventuele toekomstige werken, gezien de opbraak van de klinkerverharding zelf een van vergunning vrijgestelde stedenbouwkundige handeling betreft.
Gezien de nabijheid van spoorwegen werd het advies ingewonnen van Infrabel nv, als spoorwegbeheerder. Zij hebben geen bezwaar tegen de aanvraag.
Door de nabijheid van de gewestweg Noorderlaan werd advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer, als wegbeheerder. Zij geven aan geen advies uit te brengen.
Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-melding uit te voeren.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag voorziet in de aanleg van 5 parkeerplaatsen. In de stikstoftoetsing is echter sprake van 25 personenwagens en 7 lichte bestelwagens per werkdag. Uit navraag bij de aanvrager blijkt dat enkel de werkleiding (sporadisch) aanwezig zal zijn op de site voor administratieve taken. De parkeerplaatsen zijn hiervoor bedoeld, en voor eventuele bezoekers. De arbeiders komen in principe alleen naar de site voor het afzetten en oppikken van materiaal en materieel. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Krinkels NV is gespecialiseerd in landschapsaanneming en wenst in de Antwerpse haven een depot in gebruik te nemen voor de opslag van hun materiaal en producten. Het betreft een onbemande site waar de werknemers materiaal en producten komen ophalen voor hun werkzaamheden op locatie en deze ’s avonds terug komen brengen. Er zijn echter wel kantoorruimtes aanwezig alsook sanitair. Aangezien de site afwatert op oppervlaktewater, dient het huishoudelijk afvalwater, conform subafdeling 6.2.2.4 van VLAREM II, gezuiverd te worden door een kleinschalige afvalwaterzuiveringsinstallatie (IBA). Een andere optie bestaat erin het afvalwater op te vangen en periodiek te laten afvoeren door erkende overbrengers naar erkende verwerkers. In voorkomend geval moeten de ophaalattesten ter inzage liggen van de toezichthoudende ambtenaar.
De exploitant heeft op 13 maart 2025 via een nieuwe projectinhoudversie laten weten dat er een IBA geplaatst zal worden. Dit zal worden opgelegd als bijzondere voorwaarde.
Volgende zaken wenst het bedrijf op te slaan op de site:
- 630 liter verse motorolie in vaten;
- 200 kg ruitenwisservloeistof;
- 120 kg koelvloeistof;
- 1.880 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen;
- 80 ton strooizout in zakken.
Alle gevaarlijke stoffen worden opgeslagen op lekbakken. Het strooizout wordt binnen opgeslagen op een vloeistofdichte ondergrond.
In het magazijn wordt een brandstofverdeelinstallatie geplaatst met 1 vulslang en bijhorende dubbelwandige bovengrondse opslagtank met 4,35 ton rode diesel. De opslagtank zal uitgerust worden met een lekdetectiesysteem en overvulbeveiliging. De nodige absorberende middelen zullen in de buurt voorzien worden om eventueel morsen onmiddellijk te kunnen opvangen. De opslagtank dient gebouwd te worden volgens de code van goede praktijk en de exploitant dient het indienststellingsverslag en alle wettelijke keuringen uit te voeren en ter inzage te houden van de toezichthoudende ambtenaar.
Verder vraagt de exploitant een compressor aan met een vermogen van 5 kW en stalplaats voor 25 bedrijfsvoertuigen. Er zullen buiten 5 aanhangwagens, vracht-of bestelwagens kunnen geplaatst worden, binnen wordt er ruimte voor 15 aanhangwagens en 5 bestelwagens voorzien. Gemiddeld komen 25 personeelsleden toe tussen 07.00 uur en 08.00 uur en vertrekken weer in teams van 3 à 4 personen (circa 7 teams). Het aantal leveringen wordt geschat op twee per week. Wanneer er ijs of sneeuw wordt voorspeld, rijden er strooiwagens uit. De exploitant verwacht geen significant effect op de mobiliteit door het beperkte aantal vervoersbewegingen en de ligging in industriegebied.
Op 21 januari 2025 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/SF/2025/H.00158.A3.0010). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bureelcontainers worden vergund voor een periode van 8 jaar.
2. Er wordt een hemelwaterput van 10.000 liter geplaatst conform de hemelwaterverordening. De hergebruikleiding wordt aangesloten op het sanitair in de loods. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op de bovengrondse infiltratievoorziening.
3. De aanvrager dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Geadviseerde brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Brandweer Zone Antwerpen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 630 liter |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 1 verdeelslang |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 25 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 5 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 4,35 ton |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 0,20 ton |
17.3.7.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 0,12 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 1.880 liter |
50. | opslagplaatsen van strooizout van meer dan 20 ton. | 80 ton |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning.haven@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2024115430. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning.haven@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2024115430. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 9 januari 2025 |
Start openbaar onderzoek | 17 januari 2025 |
Einde openbaar onderzoek | 15 februari 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 24 april 2025 |
Verslag GOA | 28 maart 2025 |
Naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er wordt een hemelwaterput van 10.000 liter geplaatst conform de hemelwaterverordening. De hergebruikleiding wordt aangesloten op het sanitair in de loods. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op de bovengrondse infiltratievoorziening.
2. De aanvrager dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Brandweer Zone Antwerpen.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning.haven@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2024115430. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning.haven@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2024115430. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 630 liter |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 1 verdeelslang |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 25 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 5 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 4,35 ton |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 0,20 ton |
17.3.7.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 0,12 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 1.880 liter |
50. | opslagplaatsen van strooizout van meer dan 20 ton. | 80 ton |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. Uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning.haven@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2024115430. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning.haven@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2024115430. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
De omgevingsvergunning wordt verleend:
- voor een termijn van 8 jaar voor de bureelcontainers, die ingaat zodra de omgevingsvergunning uitvoerbaar is;
- voor onbepaalde duur wat betreft de overige stedenbouwkundige handelingen en de IIOA.