Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2025006578 |
Gegevens van de aanvrager: | AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als contactadres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen (0824037071) met als contactadres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Molenstraat 24 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nr. 1523N3 |
waarvan: |
|
- 20250117-0053 | afdeling 10 sectie K nr. 1523N3 (AGSO Molenstraat Bemaling putten) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | exploitatie van een tijdelijke bronbemaling voor de aanleg van een regenwaterput en septische put |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Het college nam akte van de meldingen met referentie AN1992/540, AN1992/593 en AN2000/372 betreffende de exploitatie van een school. Deze meldingen werden stopgezet op 27 maart 2015. Op 19 januari 2018 nam het college akte van een melding, ingediend door Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen, voor de exploitatie van een kleuterschool (MV2017/684).
Op 20 december 2022 nam het college akte van de melding, eveneens ingediend door Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen, voor de exploitatie van een bronbemaling, noodzakelijk voor het plaatsen van een kelderverdieping in het kader van een bouwproject (OMV_2022144686).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de exploitatie van een bronbemaling voor de aanleg van een regenwaterput en septische put en een verzoek tot bijstelling van lozingsnormen.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) AGSO Molenstraat Bemaling putten
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°b) | het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur; | 2 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar. | 833 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
AGSO Molenstraat Bemaling putten
1. | Bij te stellen voorwaarde: De volgende bijzondere lozingsnorm voor PFAS wordt aangevraagd:
|
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 12 februari 2025 | 10 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Voor stedenbouwkundige handelingen verbonden aan het project werd een omgevingsvergunning in beroep afgeleverd door de deputatie op 3 december 2020 (OMV_2018105107). Voorliggende aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een tijdelijke bemaling in kader van de uitvoering van dit project, conform de afgeleverde omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het kader van een nieuwbouwproject is een tijdelijke grondwaterbemaling noodzakelijk voor de plaatsing van een septische put en een regenwaterput.
Voor de septische put en de regenwaterputten zullen twee afzonderlijke bemalingen uitgevoerd worden. De bemalingsfasen worden aansluitend uitgevoerd. De bouwputten hebben een vergelijkbare dimensie van circa 40 m². Er wordt uitgegraven tot een diepte van 4,67 m-mv. Het grondwater zal steeds worden bemaald tot 0,5 meter onder de uitgravingsdiepte. Bijgevolg is een verlaging van het grondwaterniveau nodig tot 5,17 m-mv.
De grondwaterverlaging zal worden uitgevoerd met bemalingsfilters die rondom de bouwputten worden geplaatst. Het maximale debiet bedraagt 7,6 m³/uur of 184 m³/dag bij de opstart. Na het bereiken van de gewenste verlaging daalt het debiet naar 4,8 m³/uur of 116 m³/dag. De bemaling is voorzien voor 10 dagen met een totaal waterbezwaar van 1.501 m³. Het totale debiet voor de twee bemalingen bedraagt 3.002 m³.
Het sondeerrapport is als bijlage toegevoegd aan de bemalingsstudie. Gezien de korte duur van de bemaling worden er geen negatieve effecten door zettingen verwacht.
Lozen van water en waterkwaliteit
De invloedstraal van de bemaling bedraagt maximaal 173 meter. De OVAM-dossiers gelegen binnen deze invloedstraal zijn geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat voor OVAM-dossiers 83809, 68383, 4560, 27987 en 26503 geen grondwaterverontreiniging werd vastgesteld. OVAM-dossier 8220 bevindt zich buiten de invloedstraal van de bemaling en wordt niet beïnvloed.
In OVAM-dossier 21429 werden licht verhoogde concentraties van benzeen en MTBE in het grondwater vastgesteld. De gemeten concentraties overschrijden de bodemsaneringsnormen niet. In OVAM-dossier 20564 wordt een grondwaterverontreiniging met minerale olie, ethylbenzeen, xyleen en naftaleen vastgesteld. In OVAM-dossier 76367 werd een beperkte grondwaterverontreiniging met nikkel vastgesteld.
Ook in OVAM-dossier 85923 is een beperkte grondwaterverontreiniging met nikkel (38 µg/liter) gemeten. Bij de analyse van de impact van de bemaling op de mobiele verontreinigingen in het grondwater is rekening gehouden met de retardatiefactoren. Op basis van de bemalingsstudie wordt de mogelijke verplaatsing van de mobiele verontreinigingen onder invloed van de bemaling aanvaardbaar geacht, en worden er geen nieuwe percelen verontreinigd.
De projectsite bevindt zich in een PFAS no regret-zone. Er zijn grondwateranalyses uitgevoerd volgens het standaardanalysepakket voor grondwater (SAP) en op de aanwezigheid van PFAS. Het analysecertificaat is toegevoegd aan de bemalingsstudie. Uit de analyseresultaten blijkt dat verhoogde concentraties PFAS worden vastgesteld, die de rapportagegrens van 20 ng/liter overschrijden.
De volgende bijzondere lozingsnorm voor PFAS wordt aangevraagd:
Parameter | Indelingscriterium (µg/liter)
| Gevraagde lozingsnorm (µg/liter) |
PFAS (ind) |
| 0,1 |
De exploitant voorziet het bemalingswater te lozen in de openbare riolering van de Jozef De Bomstraat. Vanwege de beperkte ruimte op het terrein, de dichte bebouwing en de afwezigheid van een RWA-afvoer is retourbemaling en oppervlakkige infiltratie ter plaatse niet mogelijk.
Bij de opstart van de bemaling dient een staalname en analyse van het effluent te worden uitgevoerd op PFAS om te bevestigen dat het effluent voldoet aan de toegestane lozingsnormen. De opstart van de bemaling wordt stilgelegd totdat de analyseresultaten bekend zijn. De grondwateranalyse dient een week na de opstart van de bemaling te worden herhaald en daarna maandelijks om op deze wijze de effectieve grondwaterkwaliteit te bepalen. Een waterzuiveringsinstallatie maakt geen deel uit van de aanvraag.
Een bijstelling wordt gevraagd voor een verhoogde lozingsnorm voor PFAS. Deze bijstelling is aanvaardbaar gezien het tijdelijke karakter van de bemaling en het beperkte debiet.
De exploitant vraagt het lozen van het afvalwater aan een maximaal debiet van 2 m³/uur, ingedeeld in rubriek 3.4.1°b). Uit de aangepaste rekennota overgemaakt op 24 maart 2025, blijkt echter dat tijdens de opstartfase een debiet van 7,6 m³/uur geloosd zal moeten worden. Gelet op de volumes zal een gebufferde afvoer niet mogelijk zijn. Het lozen van bedrijfsafvalwater aan een debiet van meer dan 2 m³/uur is ingedeeld in rubriek 3.4.2°. De rubriek wordt opgenomen in de vergunning.
Advies VMM
De Vlaamse Milieumaatschappij, dienst Afvalwater en Lucht, adviseert gunstig voor de tijdelijke lozing van bemalingswater met een maximaal debiet van 2 m³/uur en 48 m³/dag (rubriek 3.4.1.b.) in de openbare riolering (RWZI Antwerpen-Zuid). De volgende bijzondere lozingsvoorwaarde wordt geadviseerd:
Parameter (µg/liter) | Geadviseerde bijzondere lozingsnorm |
PFAS (ind) | 0,1 |
De VMM adviseerde de oorspronkelijk gevraagde debieten. Gelet op het relatief lage debiet, de korte bemalingsduur en de ligging in centraal gebied wordt ook van de verhoogde lozingsdebieten niet verwacht dat ze een nadelige invloed hebben op het watersysteem.
Boom op eigen terrein
In de bemalingsstudie wordt vermeld dat de boom op eigen terrein bewaterd dient te worden. De exploitant wordt erop gewezen dat, vanwege de persistente en potentieel toxische eigenschappen van PFAS, het bemalingswater volledig geloosd dient te worden in de openbare riolering van de Jozef De Bomstraat. De boom op eigen terrein dient bewaterd te worden met niet-verontreinigd water.
Bijzonder beschermde gebieden
Er bevinden zich geen VEN- en IVON-gebieden, noch Habitat- en Vogelrichtlijngebieden binnen de invloedstraal van de bemaling of in de directe omgeving van het projectgebied. Bovendien ligt de invloedstraal van de bemaling niet in een verdrogingsgevoelig gebied. Bijgevolg wordt geen impact verwacht door de bemaling.
Stikstof
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet van toepassing.
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven voor een tijdelijke lozing van het bemalingswater met een debiet van 7,6 m³/uur, in totaal 3.002 m³, over een periode van 25 dagen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°b) | het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur; (inrichting AGSO Molenstraat Bemaling putten) | zonder voorwerp |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting AGSO Molenstraat Bemaling putten) | 7,60 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar; (inrichting AGSO Molenstraat Bemaling putten) | 3.002 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer (OMV_2025006578), de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.
3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
4. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
5. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).
6. De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering (RWZI Antwerpen-Zuid) en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
Parameter (µg/liter) | Geadviseerde bijzondere lozingsnorm (VMM) |
PFAS (ind) | 0,1 |
7. Het bemalingswater wordt geloosd in de openbare riolering van de Jozef De Bomstraat te 2018 Antwerpen.
8. De boom op eigen terrein dient bewaterd te worden met niet-verontreinigd water.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 januari 2025 |
Volledig en ontvankelijk | 12 februari 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 april 2025 |
Verslag GOA | 28 maart 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer (OMV_2025006578), de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens wekelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.
3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
4. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
5. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).
6. De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering (RWZI Antwerpen-Zuid) en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
Parameter (µg/liter) | Geadviseerde bijzondere lozingsnorm (VMM) |
PFAS (ind) | 0,1 |
7. Het bemalingswater wordt geloosd in de openbare riolering van de Jozef De Bomstraat te 2018 Antwerpen.
8. De boom op eigen terrein dient bewaterd te worden met niet-verontreinigd water.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting AGSO Molenstraat Bemaling putten) | 7,60 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar. (inrichting AGSO Molenstraat Bemaling putten) | 3.002 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 25 dagen vanaf de start van de bemaling.