Terug
Gepubliceerd op 27/10/2025

2025_CBS_07465 - Omgevingsvergunning - OMV_2025095217. Romeynsweel 14. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/10/2025 - 16:45 Extra digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_07465 - Omgevingsvergunning - OMV_2025095217. Romeynsweel 14. District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_07465 - Omgevingsvergunning - OMV_2025095217. Romeynsweel 14. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2025095217

Gegevens van de aanvrager:

NV Bureau Veritas Commodities Antwerp NV met als adres Romeynsweel 14 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Romeynsweel 14 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 15 sectie D nrs. 271/7N en 271/7Z

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

plaatsen van zonnepanelen, regularisatie fietsenstalling en magazijn

 


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      20/07/2017: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/digitaal/2017995) voor de uitbreiding van een parking;

-      19/08/2016: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20161230) voor het bouwen van magazijn 2 met labo en opleidingscentrum en de regularisatie van magazijn 1 en het verbouwen van magazijn 1;

-      8/06/2012: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20122933) voor het bouwen van een laboratorium met kantoren en magazijn.

 

Vergunde toestand

* functie:

  > industrie en bedrijvigheid;

  > laboratorium met kantoor en magazijnen;

  > aanhorige constructies zoals fietsenstalling en middenspanningscabine.

 

* bouwvolume:

  > hoofdgebouw:

- twee bouwvolumes die telkens bestaan uit een magazijn op het gelijkvloers en kantoor- en opleidingslokalen op de verdiepingen, de volumes zijn met elkaar verbonden door een luifel;

- grondoppervlakte bedraagt circa 3.145 m²;

- hoogte westelijk volume bedraagt circa 9 meter, hoogte oostelijk volume bedraagt circa 11 meter.

 

  > fietsenstalling:

 - grondoppervlakte bedraagt circa 28 m²;

 - hoogte bedraagt circa 2,40 meter.

 

  > middenspanningscabine:

 - grondoppervlakte bedraagt circa 16 m²;

 - hoogte bedraagt circa 3 meter.

 

* gevelafwerking:

  > hoofdgebouw:

- oostelijk volume: roodbruine baksteen (kantoorgedeelte) en grijze gevelpanelen (labo en opslagruimten), met accenten in grijs zichtbeton;

- westelijk volume: grijze modulaire betonnen panelen.

 

  > fietsenstalling:

 - gegalvaniseerd staal.

 

  > middenspanningscabine:

 - prefab betonconstructie in een grijze kleur.

 

* inrichting:

  > industrieterrein bestaande uit twee percelen;

  > het zuidelijk gelegen perceel is bebouwd met kantoorgebouw, magazijnen en laboratorium;

  > de fietsenstalling en middenspanningscabine bevinden zich in de groene strook langs de oostelijke perceelsgrens;

  > het noordelijk gelegen perceel is ingericht met een parking voor personenwagens en een groenzone

  > 64 inheemse bomen, waarvan 18 op de parking achteraan, 13 tegen de oostelijke perceelsgrens, 3 nabij het kantoorgebouw, 9 tussen de parkeerplaatsen vooraan en de straat en 21 langsheen de zuidwestelijke perceelsgrens.

 

Bestaande toestand

* functie:

  > idem als vergunde toestand;

  > het magazijn voor surveyors, een uitbreiding van de fietsenstalling en een opslagruimte voor verf werden geplaatst zonder vergunning. De opslagruimte voor verf wordt verwijderd.

 

* bouwvolume:

  > magazijn voor surveyors:

- grondoppervlakte bedraagt circa 28 m²;

- hoogte bedraagt circa 2,40 meter.

 

  > uitbreiding fietsenstalling:

 - grondoppervlakte bedraagt circa 27 m²;

 - hoogte bedraagt circa 2,40 meter.

 

* gevelafwerking:

  > magazijn voor surveyors:

 - gegalvaniseerd staal.

 

  > uitbreiding fietsenstalling:

 - gegalvaniseerd staal (idem aan vergunde fietsenstalling).

 

* inrichting:

  > het magazijn is geplaatst ten noorden van de fietsenstalling;

  > de bestaande fietsenstalling wordt langs de zuidzijde uitgebreid.

  > 40 inheemse bomen volgens het plan, waarvan 8 in de groenzone, 16 op de parking achteraan, 3 nabij het kantoorgebouw en 10 tussen de parkeerplaatsen vooraan en de straat. Op de foto’s lijkt het eerder 37 bomen, waarvan 8 in de groenzone, 14 bomen op de parking achteraan, 2 nabij het kantoorgebouw, 5 tussen de parkeerplaatsen vooraan en de straat en nog 5 gegroepeerde bomen langsheen de zuidwestelijke perceelsgrens.

 

Nieuwe toestand

* functie:

  > idem als bestaande toestand;

  > het magazijn voor surveyors en de uitbreiding van de fietsenstalling worden via voorliggende aanvraag geregulariseerd;

  > plaatsen van zonnepanelen (PV-installatie) op de grond.

 

* bouwvolume:

  > PV-installatie: 5 velden met een totale oppervlakte van 1.143 m².

 

* inrichting:

  > de PV-installatie wordt geplaatst in het noorden van het terrein langsheen de verhoogde groene berm, deels op de bestaande parking en deels op de aangrenzende groenzone. Hiervoor dienen 10 bomen (met stamomtrek circa 25 cm) verplant te worden.

  > door de herinrichting van de parking verdwijnen 28 parkeerplaatsen en wordt circa 40 m² groenzone verhard.

  > 37 inheemse bomen (volgens plan), waarvan 10 in de groenzone, 14 op de parking achteraan, 3 nabij het kantoorgebouw en 10 tussen de parkeerplaatsen vooraan en de straat.


Inhoud van de aanvraag

- uitbreiden van een bestaande fietsenstalling (regularisatie);

- plaatsen magazijn voor surveyors (regularisatie);

- plaatsen van een PV-installatie op de grond;

- aanleggen van verhardingen (nieuw + regularisatie).

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

28 augustus 2025

19 september 2025

Ongunstig

Elia Contact Center Noord

28 augustus 2025

15 september 2025

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, Permits&Advice

28 augustus 2025

26 september 2025

Gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

28 augustus 2025

30 september 2025

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

28 augustus 2025

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de uitbreiding van de fietsenstalling en het magazijn voor surveyors daar het hemelwater op natuurlijke wijze kan infiltreren op eigen terrein in de groene zone langs de oostelijke perceelsgrens. De dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen maakte in hun wateradvies hierbij wel de opmerking dat deze groene zones met een komvormige verlaging (van minstens 5 cm diepte) uitgevoerd dienen te worden, om afstroom van het hemelwater naar het naastliggende perceel te vermijden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

Er zijn geen hergebruikmogelijkheden dus de plaatsing van een hemelwaterput is niet verplicht.

De nieuwe en te regulariseren verharding wordt aangelegd in waterpasserende klinkers waardoor het hemelwater ter plaatse kan infiltreren.

De PV-installatie wordt geplaatst op reeds bestaande (en nieuwe) waterdoorlatende klinkerverharding en is niet voorzien van afvoergoten of -pijpen. Het hemelwater loopt hier af op de verharding zoals in de huidige situatie.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.

De verordening publiciteit is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale regelgeving

MER-screening: het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het Stikstofdecreet.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het voorliggende project is gelegen in een zone waarvoor de provincie aangewezen is als adviesinstantie. Zij brachten een ongunstig advies uit. Hierop is de aanvrager in overleg getreden met de dienst Integraal Waterbeleid (DIW) van de provincie en werd uiteindelijk een nieuwe projectinhoudversie (PIV 4) opgeladen met enkele verduidelijkingen.

 

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B) en in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

 

De overstromingskaarten voor deze locatie lijken gebaseerd op het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, met opnamedatum 2/12/2013. De omgevingsaanleg (met parking) dateert echter grotendeels van later, waardoor de overstromingskaarten niet meer de actuele situatie weergeven. DIW gaf in zijn advies aan dat het bouwveilig peil op 6,18 mTAW ligt. Uit de nieuwe projectinhoudversie (PIV 4) blijkt het huidige maaiveld te variëren tussen 6,01 mTAW en 6,20 mTAW. De elektronica van de PV-panelen zal op circa 6,68 mTAW, ruim boven het bouwveilig peil van 6,18 mTAW aangebracht worden. De te regulariseren fietsenstalling betreft een uitbreiding van de reeds vergunde fietsenstalling en behoudt ditzelfde maaiveldniveau. De aanvrager voorziet houten schotten in de deuropeningen om deze af te kunnen schermen bij eventuele wateroverlast. Het te reguleren magazijn werd eveneens geplaatst op de bestaande verharding en bevat een betonplint van circa 25 cm rondom die boven het bouwveilig peil komt. Met deze maatregelen worden de risico’s op wateroverlast geminimaliseerd en wordt tegemoet gekomen aan de bezorgdheid van DIW, zoals geuit in hun advies.

 

De bijkomende verharding betreft zones middenin de reeds aanwezige verharding. Gezien de verharding echter toeneemt door voorliggende aanvraag, kan gesteld worden dat er een (beperkte) negatieve impact is op de waterhuishouding van de site. Het is steeds aangewezen de verharde oppervlakte te beperken tot het strikt noodzakelijke. In dit geval blijkt de verharding onder de PV-panelen niet (meer) functioneel. In geval een vergunning verleend wordt voor deze PV-panelen, dient ontharding opgelegd te worden als voorwaarde.

 

Rioleringstoets: overeenkomstig artikel 4.3.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 moet een omgevingsvergunningsaanvraag getoetst worden aan de zogenaamde rioleringstoets.

De rioleringstoets is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.

Het voorliggende project betreft geen ingrepen in de bodem waarvoor een archeologienota waarvan akte is genomen van toepassing is.


 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op een ontwikkeld industrieterrein gekenmerkt door een laboratorium, magazijnen en kantoorgebouw, wordt in het noorden van het terrein een PV-installatie geplaatst, deels op bestaande verharding die momenteel dienst doet als parking en deels op de bestaande groenzone aansluitend aan de parking. De bestaande (niet-hoogstammige) bomen op (de noord-zuidgerichte groenstroken van) de parking en in de aanpalende groenzone die in de weg staan voor de panelen, worden verplaatst naar deze groenzone. Om de panelen op de parking te kunnen plaatsen, worden 23 parkeerplaatsen gesupprimeerd.

Om de achterliggende parkeerplaatsen te kunnen bereiken, dient een nieuwe doorrijzone aangelegd te worden aan de zuidzijde van de parking waar zich momenteel een oost-westgerichte groenstrook bevindt. Deze wordt aangelegd in een waterpasserende klinkerverharding, zoals de rest van de parking. Ook onder de PV-panelen blijkt de bestaande groenstrook van de parking verhard te worden. Dit werd niet expliciet aangevraagd, maar is wel ingetekend op de plannen. Gezien dit niet-functionele verharding betreft, wordt deze uitgesloten van de vergunning. De bestaande groenstroken dienen integraal behouden te blijven.

 

De PV-installatie levert elektriciteit aan de exploitatie ter plaatse en draagt daardoor bij aan de verplichting voor het plaatsen van PV-panelen bij gebouwen met een hoge elektriciteitsafname.

 

De aanvraag omvat verder de bouw van een magazijn voor surveyors (voor de bewaring van lege laadbakken die surveyors (=inspecteurs) nodig hebben voor het ophalen van vloeistoffen), de uitbreiding van een fietsenstalling en de aanleg van een doorsteek voor voetgangers naar de parking. Deze handelingen werden reeds uitgevoerd zonder voorafgaande vergunning. De aanvrager wenst zich met voorliggende vergunningsaanvraag in regel te stellen. Deze handelingen dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor deze functioneel inpasbaar zijn.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvrager motiveert het belang van hernieuwbare energie en waarom het havengebied daar geschikt voor is. Echter ontbreekt de motivatie om deze panelen op de grond te plaatsen in plaats van op dakoppervlakken van hoofd- en bijgebouwen, wat een zuiniger ruimtegebruik zou inhouden.

Immers vanuit het RUP Zeehaven worden volgende beleidsstandpunten toelichtend vermeld:  

  • Bestaande en nieuwe terreinen die in gebruik zijn of komen voor haven- en/of industriële functies worden zo ingericht dat het ruimtegebruik ervan beperkt is. 
  • Waar mogelijk worden infrastructuren gebundeld en nemen zij zo weinig mogelijk ruimte in. 
  • Intensief ruimtegebruik vereist een doelmatig grondbeleid, met een gepast uitgiftebeleid voor bedrijfsterreinen. 

Vanuit ruimtelijk oogpunt zijn volgende principes te volgen:

  • Eerst en vooral dienen PV-panelen op bestaande daken geplaatst te worden, zo nodig worden hiervoor aanpassingen gedaan aan de bestaande dakstructuur.
  • Ten tweede kan extra geschikte dakoppervlakte gecreëerd worden door het plaatsen van luifels boven reeds aanwezige parkeerplaatsen (‘carports’) of opslagruimtes in openlucht.
  • Enkel als die beide opties reeds maximaal ingevuld zijn, kan een tijdelijke technische PV-installatie op de grond overwogen worden. Omwille van het tijdelijk karakter (gemiddelde levensduur van 15-20 jaar), het type constructie (mobiel, demonteerbaar en niet verankerd in de grond) en het feit dat dergelijk ruimtegebruik in havengebied geen blijvende impact mag hebben (parkeerplaatsen worden opgeofferd en een ander gebruik van de grond is wel degelijk mogelijk), moet de duur van de vergunning beperkt worden.
  • Er mogen echter geen bomen en groenzones opgeofferd worden voor een PV-installatie.

PV-panelen zijn een technologie die zich bijzonder goed leent voor duaal ruimtegebruik, het permanent monofunctionele gebruik van gronden voor energieopwekking via PV-panelen is niet wenselijk. Op deze manier kan het bestaande ruimtegebruik geïntensifieerd worden en wordt de inname van groenzones overbodig gemaakt. 

Los van de bestaande technische installaties, moet 1/3de van de gevraagde PV-panelen op het bestaande dak geplaatst worden, eventueel op een verhoogde structuur in functie van een efficiënt gebruik en bezonning.

De resterende 2/3de van de PV-panelen mag op carports boven de parkeerplaatsen en op de verharde grond van de parking worden geplaatst. Conform artikel 68 van het Omgevingsvergunningsdecreet kan de grondgebonden PV-installatie omwille van het tijdelijk karakter voor de duur van 15 jaar toegestaan worden. 

Het plaatsen van PV-panelen in het gras wordt uit de vergunning uitgesloten.

 

Het magazijn voor surveyors en de uitbreiding van de fietsenstalling zijn relatief beperkt qua oppervlakte en worden geplaatst op reeds bestaande en vergunde verharding waardoor geen extra ruimte wordt ingenomen. Deze handelingen zijn in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen ze zijn gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De fietsenstalling en het magazijn worden opgetrokken uit gegalvaniseerd staal. Dit materiaal is neutraal en aanvaardbaar binnen deze industriële omgeving.

 

Natuur en biodiversiteit

De aanvraag voorziet in het verplanten van 10 (nog niet hoogstammige) bomen. Bij het vergelijken van de eerder vergunde toestand met de nieuwe situatie wordt echter opgemerkt dat van de in 2017 voorgestelde 64 bomen op de site (waarvan 39 nieuwe en 25 toen volgens plan reeds aanwezige bomen), in werkelijkheid slechts 36 bomen overschieten (inclusief de 5 bomen die reeds aanwezig waren bij oprichting van het gebouw in 2013 maar die niet op de plannen werden opgenomen). Het lijkt erop dat de toen voorgestelde aanplantingen slechts gedeeltelijk uitgevoerd werden, hoewel dit een expliciete vergunningsvoorwaarde was. Daarom wordt de vergunningsvoorwaarde hernomen dat (ditmaal 28) bomen aangeplant dienen te worden op de site. Dit dient met streekeigen bomen te gebeuren, met minimale plantmaat 14/16, in het eerstvolgende plantseizoen na het verlenen van de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de Brandweer zone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het advies wordt door de brandweer als voorwaardelijk gunstig benoemd, maar bevat geen voorwaarden rond specifieke brandvoorzorgsmaatregelen, louter een algemene verwijzing naar andere regelgeving (VLAREM, ARAB en Codex over het Welzijn op het Werk). Er dienen dus geen brandweervoorwaarden opgelegd te worden.

 

Advies werd gevraagd aan het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, als gebiedsbeheerder. Zij brachten een gunstig advies uit.

 

Door de nabijheid van een hoogspanningsleiding werd het advies ingewonnen van Elia Asset, als leidingbeheerder. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Zij verwijzen in hun advies naar de algemene veiligheidsvoorschriften en veiligheidsmaatregelen bij werken in de nabijheid van hoogspanningsleidingen. De voorwaarden uit dit advies, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een KLIP- melding uit te voeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte noch verkeersbewegingen. Om de panelen op de parking te kunnen plaatsen, worden 23 parkeerplaatsen gesupprimeerd. De aanvrager geeft aan dat er voldoende parkeerplaatsen (144) overblijven.

Door het weigeren van de PV-installatie op de grond, heeft de nieuwe klinkerverharding ter hoogte van de oost-westgerichte groenstrook ten zuiden van de parking, om de circulatie op de verkleinde parking mogelijk te maken, eveneens geen nut meer. Dit dient aldus ook uitgesloten te worden van deze vergunning.

 


Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Elia Asset.

2. Los van de bestaande technische installaties, moet 1/3de van de gevraagde PV-panelen op het bestaande dak geplaatst worden, eventueel op een verhoogde structuur. De resterende 2/3de van de PV-panelen mag op carports boven de parkeerplaatsen en op de verharde grond van de parking worden geplaatst. De grondgebonden PV-installatie wordt vergund voor de duur van 15 jaar. Het plaatsen van PV-panelen in het gras wordt uit de vergunning uitgesloten.

3. Er dienen 28 inheemse bomen aangeplant te worden in het eerstvolgende plantseizoen, met een minimale plantmaat 14/16.

 

Standpunt college

De aanvraag betreft onder andere het plaatsen van een PV- installatie op de begane grond van een havenperceel, deels op een groenzone en deels op een verharde ondergrond.


In het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar wordt voorgesteld om deze installatie gedeeltelijk te vergunnen, weze het voor een beperkte duur van 15 jaar, waarbij opgelegd wordt dat deze grotendeels moet aangebracht worden op een verhoogde structuur (dak of op carports). Hiervoor wordt verwezen naar de toelichtende nota van het GRUP Zeehavengebied dat verwijst naar de principes van zuinig ruimtegebruik.


Een toelichtende nota bij een ruimtelijk uitvoeringsplan heeft geen verordenende werking en is niet rechtstreeks bindend om louter op basis van die tekst een vergunning te weigeren of aan voorwaarden te onderwerpen. Deze dient verder uitgewerkt te worden in een onderbouwde visie die niet voorhanden is voor de specifieke casus van het havengebied. Het havengebied is bij uitstek een omgeving waar er moet ingezet worden op het ontwikkelen van economische activiteit en productie. Het voorzien in de energiebehoeften is daar een essentieel onderdeel van, waardoor er bij gebreke aan een bindend kader geoordeeld wordt dat deze PV-installaties conform de aanvraag door de aanvrager op het in concessie gekregen terrein kunnen geplaatst worden.


Het college stelt vast dat de uitvoering van de eerdere voorwaarde tot aanplant van hoogstammige bomen geimpacteerd wordt door de gekozen inplanting van de aangevraagde PV-installatie. In de voorwaarden wordt daarom opgenomen om 28 inheemse bomen elders op de site aan te planten.


Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 augustus 2025

Volledig en ontvankelijk

28 augustus 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 oktober 2025

Verslag GOA

7 oktober 2025

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en voegt een eigen argumentatie toe.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Elia Asset.

2. Er dienen 28 inheemse bomen aangeplant te worden in het eerstvolgende plantseizoen, met een minimale plantmaat 14/16.


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.


Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.