Terug
Gepubliceerd op 17/11/2025

2025_CBS_08004 - Omgevingsvergunning - OMV_2025042122. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/11/2025 - 14:30 Extra digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester

Afwezig

Stijn De Rooster, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_08004 - Omgevingsvergunning - OMV_2025042122. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_08004 - Omgevingsvergunning - OMV_2025042122. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2025042122

Gegevens van de aanvrager:

CV Beauvent met als adres Zandvoordestraat 500A te 8400 Oostende

Ligging van het project:

Scheldelaan 420 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 16 sectie F nrs. 234K, 241T en 241V

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Plaatsen van een PV-installatie

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

  • 04/03/1999: vergunning (19983502) voor uitbreiding van transformatorgebouw;
  • 17/04/1996: vergunning (19952864) voor uitbreiding productiegebouw 8262;
  • 26/06/1989: vergunning (1989223) voor uitbreiden gebouw 8262.

 

Vergunde/bestaande toestand

  • functie: industrie en bedrijvigheid;
  • inrichting:
    • industriële site met chemische installaties;
    • de zone waarop de aanvraag betrekking heeft, is braakliggend en onverhard. Deze wordt in huidige toestand gebruikt als tijdelijke opslagzone van niet-verontreinigde grond in afwachting van hergebruik op de site;
    • op de zone bevinden zich spontaan gegroeide bomen met een totale oppervlakte van 2.952 m².

 

Nieuwe toestand

  • functie: industrie en bedrijvigheid – elektriciteitsinstallatie;
  • inrichting:
    • de zone wordt afgedekt met een laag waterdoorlatende steenslag, met een totale oppervlakte van 4.292 m²;
    • op de steenslagverharding wordt een PV-installatie geplaatst met een totale oppervlakte van 3.724 m². De PV-panelen worden op een staalconstructie geplaatst en hebben een maximale hoogte van circa 2 meter;
    • in het noorden wordt een zone voorzien voor het plaatsen van omvormers. Deze worden op een betonplaat met een oppervlakte van 19,5 m² geplaatst en overdekt;
    • de installatie wordt aangesloten op de bestaande elektrische laagspanningsinstallatie van gebouw 8262 via een nieuwe leiding. Deze leiding wordt deels ondergronds via een sleuf aangelegd en deels bovengronds geplaatst op een bestaande piperack;
    • voor de aanleg van de PV-installatie dient de zone ontbost te worden.


Inhoud van de aanvraag 

  • plaatsen van een PV-installatie;
  • plaatsen van omvormers;
  • aanleggen van een steenslagverharding;
  • aanleggen van een ondergrondse elektriciteitsleiding;
  • aanleggen van een elektriciteitsleiding op een piperack;
  • ontbossen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen

16 september 2025


18 september 2025


Geen advies

Haven van Antwerpen-Brugge, Permits&Advice

16 september 2025

30 september 2025

Gunstig

Hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen

16 september 2025

20 oktober 2025

Voorwaardelijk gunstig

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.


De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De verordening hemelwater is van toepassing op de aanvraag. Echter dient er geen infiltratievoorziening aangelegd te worden aangezien de nieuwe steenslagverharding een hellingspercentage heeft van minder dan 2% waardoor het hemelwater dat er op valt, rechtstreeks in de bodem kan infiltreren.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.


Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
De verordening publiciteit is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale regelgeving

MER-screening: het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het Stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het Stikstofdecreet.


Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het voorliggende project is niet gelegen in een zone waarvoor een adviesinstantie werd aangewezen.

Voor het project is geen fluviale of pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Het project voorziet in de aanleg van steenslagverharding (waterdoorlatend) op momenteel braakliggend terrein. Dit heeft een (beperkt) negatieve impact op de lokale waterhuishouding. Gezien deze steenslagverharding vrijwel uitsluitend aangelegd wordt om PV-panelen op de grond te plaatsen (wat geen verharding behoeft), wordt dit beschouwd als niet-functionele verharding. Het is aangewezen alle verharding, zelfs waterdoorlatende, steeds te beperken tot het strikt noodzakelijke. Nietfunctionele verharding dient uitgesloten te worden van vergunning.


Rioleringstoets: overeenkomstig artikel 4.3.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 moet een omgevingsvergunningsaanvraag getoetst wordenaan de zogenaamde rioleringstoets.
De rioleringstoets is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen

Het voorliggende project betreft geen ingrepen in de bodem waarvoor een archeologienota waarvan akte is genomen van toepassing is.

Zorgplicht: artikel 14 van het decreet van 21 oktober betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (het Natuurdecreet) verplicht eenieder die handelingen stelt of activiteiten uitvoert om alle redelijke maatregelen te nemen om schade aan natuur en biodiversiteit te voorkomen. Indien schade niet kan worden vermeden, moet zij zoveel mogelijk worden beperkt en, wanneer schade zich toch voordoet, hersteld.
De aanvrager voorziet een ontbossing van een spontaan begroeid terrein en veroorzaakt hiermee schade, echter zonder compensatiemaatregelen of herstel. Hiermee is niet voldaan aan de zorgplicht. Het betreft in het bijzonder enkele bomen van vermoedelijk meer dan 36 jaar oud, gezien ook op de luchtfoto van 1989 (bron Geopunt) reeds bomen aanwezig zijn in de projectzone.

Natuurtoets: artikel 16 van het decreet van 21 oktober betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (het Natuurdecreet) stelt dat bij vergunningsplichtige activiteiten, de bevoegde overheid zorg dient te dragen dat er geen vermijdbare schade ontstaat door de vergunning te weigeren of voorwaarden op te leggen om de schade te voorkomen, beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen.
Het merendeel van de ontbossing is voorzien ten zuiden van de nieuwe PV-panelen. Het betreft dus vooral ontbossing om schaduwvorming op de PV-panelen te verminderen. Deze schade kan vermeden worden door het kiezen voor een andere locatie of het hoger plaatsen van de PV-panelen. Vermijdbare schade is principieel niet vergunbaar volgens het Natuurdecreet, waardoor de ontbossing geweigerd dient te worden.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het bouwen van een PV-installatie op een braakliggend terrein, tussen chemische industriële installaties en het Kanaaldok B1. De installatie wordt geplaatst om te voldoen aan de verplichting voor het plaatsen van PV-panelen bij gebouwen met een hoge elektriciteitsafname. Hiervoor werd een samenwerking aangegaan door Covestro en Beauvent, een coöperatie in hernieuwbare energie.

De nieuwe constructies volgen uit de verplichtingen uit het Energiedecreet (en bijhorend uitvoeringsbesluit) en leveren elektriciteit aan de exploitatie ter plaatsewaardoor de aanvraag, uitgezonderd de niet-functionele verharding, zich functioneel inpast binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvrager geeft in een lokalisatienota aan dat verschillende locaties voor de plaatsing van PV-panelen onderzocht werden, maar dat deze vanwege de stabiliteit van de daken, veiligheidszones (chemische stoffen) of de nabijheid van elektrische inkoppelpunten niet in aanmerking komen. In de nota worden vijf onderzochtelocaties besproken. Er is uiteindelijk gekozen voor een braakliggend stuk grond op de productievestiging aan de Scheldelaan. Indien de zone in de toekomst nodig is voor het bouwen van een gebouw of installatie, kan de installatie indien mogelijk verhuisd worden naar het dak van het gebouw of naar een ander nader te bepalen locatie. Er zijn op middellange termijn geen ontwikkelingsplannen voor deze zone.

De aanvrager beschikt over een site van circa 133 hectare. Deze site telt verschillende (kantoor)gebouwen en parkings. Het is aangewezen grondiger te onderzoeken hoe deze voorzien kunnen worden van PV-panelen en zo het bestaande ruimtegebruik te intensifiëren, alvorens braakliggende gronden (met bomen) aan te snijden. Immers vanuit het RUP Zeehaven worden volgende beleidsstandpunten toelichtend vermeld:

  • Bestaande en nieuwe terreinen die in gebruik zijn of komen voor haven- en/of industriële functies worden zo ingericht dat het ruimtegebruik ervan beperkt is.
  • Waar mogelijk worden infrastructuren gebundeld en nemen zij zo weinig mogelijk ruimte in.
  • Intensief ruimtegebruik vereist een doelmatig grondbeleid, met een gepast uitgiftebeleid voor bedrijfsterreinen.

Vanuit ruimtelijk oogpunt zijn volgende principes te volgen:

  • Eerst en vooral dienen PV-panelen op bestaande daken geplaatst te worden,zo nodig worden hiervoor aanpassingen gedaan aan de bestaande dakstructuur.
  • Ten tweede kan extra geschikte dakoppervlakte gecreëerd worden door het plaatsen van luifels boven reeds aanwezige parkeerplaatsen (‘carports’) of opslagruimtes in openlucht.
  • Enkel als die beide opties maximaal ingevuld zijn, kan een tijdelijke technische PV-installatie op de grond overwogen worden. Omwille van het tijdelijk karakter (gemiddelde levensduur van 15-20 jaar), het type constructie (mobiel, demonteerbaar en niet verankerd in de grond) en het feit dat dergelijk ruimtegebruik in havengebied geen blijvende impact mag hebben (een ander gebruik van de grond is wel degelijk mogelijk), moet de duur van een eventuele vergunning beperkt worden. Er mogen echter geen bomen en groenzones opgeofferd worden voor een PV-installatie.

PV-panelen zijn een technologie die zich bijzonder goed leent voor duaal ruimtegebruik. Op deze manier kan het bestaande ruimtegebruik geïntensifieerd worden en wordt de inname van groenzones overbodig gemaakt. Het permanent monofunctioneel gebruik van gronden voor energieopwekking via PV-panelen is aldus niet wenselijk en mag geen toekomstige (betere) ontwikkelingen tegenhouden.

Gelet op de zorgplicht en natuurtoets, alsook het milderende effect van bomen voor het (lokale en globale) klimaat door de schaduwwerking en CO2-opslag, is het niet wenselijk bomen te rooien en steenslagverharding aan te leggen om PV-panelen op de grond te kunnen plaatsen. Dit getuigt niet van zuinig en duurzaam ruimtegebruik. Bijgevolg wordt voorliggende aanvraag geweigerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De PV-installatie bestaat uit panelen op een stalen constructie. Deze materialen zijn gebruikelijk en aanvaardbaar in deze industriële omgeving.

Natuur en biodiversiteit
Voor de installatie van de PV-installatie dienen de bomen die aanwezig zijn op het terrein gerooid te worden. Hiervoor is een boscompensatievoorstel toegevoegd aan de aanvraag. Advies werd gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Zij geven geen advies op de aanvraag en beperken zich tot de goedkeuring van het boscompensatievoorstel. Aangezien het een spontane bebossing jonger dan 22 jaar betreft volgens de aanvrager, geldt een vrijstelling van de boscompensatieplicht. In kader van de goedkeuring van het boscompensatievoorstel dienen volgende voorwaarden opgenomen te worden:

  • de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis §7 van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 25-214266;
  • de te ontbossen oppervlakte bedraagt 2.952 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

Door het weigeren van de vergunningsaanvraag, valt het boscompensatieformulier zonder voorwerp. De voorwaarden dienen niet opgenomen te worden.


Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de Brandweer Zone Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Enkele voorwaarden hebben betrekking tot de exacte indeling van de subvelden. Hierbij dient onder andere rekening gehouden te worden met een maximale lengte en breedte van de subvelden van 60 meter, een brandweg van minimaal 2 meter breedte tussen de subvelden, brandwegen op het terrein met een vrije breedte van minimaal 4 meter en een maximale afstand tussen de opstelplaats van de brandweervoertuigen en elk zonnepaneel of component van de installatie van 100 meter. De voorwaarden en opmerkingen uit het brandweeradvies, gericht op de toegankelijkheid van de site en met het oog op de brandveiligheid, kunnen integraal aan dit besluit worden gehecht.

Advies werd gevraagd aan het de Haven van Antwerpen-Brugge, als gebiedsbeheerder. Zij brachten een gunstig advies uit. Zij merken wel op dat in havengebied zonnepanelen bij voorkeur geplaatst worden op daken van gebouwen en carports om de footprint en de totale ruimte-inname tot een minimum te beperken. Zo kan de resterende ruimte op het terrein voorbehouden blijven aan industriële activiteiten. Om deze reden wordt de vergunning geweigerd (zie deel ‘schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid’)


Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, aangezien de aanvraag niet getuigt van zuinig ruimtegebruik en strijdig is met de bepalingen van het Natuurdecreet.

Standpunt college
De aanvraag betreft het plaatsen van een PV-installatie op een braakliggend terrein en het ontbossen van een ander deel van het terrein. In het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar wordt voorgesteld om de aanvraag te weigeren. Hiervoor wordt onder meer verwezen naar de toelichtende nota van het GRUP Zeehavengebied dat verwijst naar de principes van zuinig ruimtegebruik. Een toelichtende nota bij een ruimtelijk uitvoeringsplan heeft geen verordenende werking en is niet rechtstreeks bindend om louter op basis van die tekst een vergunning te weigeren of aan voorwaarden te onderwerpen. Het havengebied is bij uitstek een omgeving waar er moet ingezet worden op het ontwikkelen van economische activiteit en productie. Het voorzien in de energiebehoeften is daar een essentieel onderdeel van, waardoor er bij gebreke aan een bindend kader geoordeeld wordt dat deze PV-installaties conform de aanvraag door de aanvrager kunnen geplaatst worden. Te meer daar de aanvrager in een lokalisatienota aantoont dat er verschillende locaties voor de plaatsing onderzocht werden maar om verscheidene redenen niet in aanmerking komen. Het college stelt echter wel vast dat het merendeel van de gevraagde ontbossing voorzien is ten zuiden van de nieuwe PV-installaties. Het Natuurdecreet verplicht de aanvrager om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. De 15 te rooien bomen dienen gecompenseerd te worden op de eigen site. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 juli 2025

Volledig en ontvankelijk

16 september 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 november 2025

Verslag GOA

29 oktober 2025

Naam GOA

Katrine Leemans


Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich niet aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en voorziet in haar eigen motivatie. 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden. 


Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis §7 van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 25-214266.
2. De te ontbossen oppervlakte dient gecompenseerd te worden door de aanplant van 15 bomen, op het eigen terrein van de aanvrager, met streek- en bodemeigen plantgoed, met een minimale plantmaat van 14/16. De heraanplant dient te gebeuren in hetzelfde plantseizoen of het eerste plantseizoen volgend op het rooien van de bomen. Een plantseizoen loopt van november tot maart.
3. De te ontbossen oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven. 

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.